Omstandigheden bij projectie van gedachten

image_pdf

21 maart 1978

We hebben een serie lezingen afgerond die vooral gingen over projectie van gedachtekracht en zo, maar er zijn omstandigheden die daarbij een rol spelen en over die omstandigheden zou ik vandaag graag wat vertellen. Het is namelijk zo, dat je, wanneer je in ijle lucht bent, dus ontdekt dat het geluid zich anders en minder goed voortplant, dan wanneer je gewoon hier beneden op zeepeil bent. Je zou kunnen zeggen dat geestelijke krachten en gedachtekracht voor een groot gedeelte eigenlijk afhankelijk zijn van bepaalde stralingsomstandigheden. Wanneer een bepaalde hoeveelheid straling inwerkt op de aarde dan wordt daardoor het gemakkelijker mogelijk om bepaalde denkbeelden te projecteren en daarnaast natuurlijk ook om bepaalde krachten over te brengen. Om duidelijk te maken hoe dat zit moet ik eigenlijk een beetje afwijken. We hebben de zon. De zon is bron van de meeste stralingen, die materieel, zelfs semi-materieel de aarde bereiken. Nu zou je zeggen: die zon die is stabiel, maar dat is niet helemaal waar. Kijk, deze zon werkt normalerwijze vanuit de kern, vanuit het plasma in feite en brengt daar een omzettingsproces tot stand dat zich dan als een straling ontlaadt in de atmosfeer -de zonneatmosfeer Dus waar dan weer dus stralingen ontstaan die worden uitgezonden naar de aarde. En daar zijn o.a. ook stralingen bij waarin neutronen en neutrino’s voorkomen. Die zon heeft daarvoor een zekere hoeveelheid energie nodig, d.w.z. ze kan het niet altijd helemaal van zichzelf uit opbrengen. Wanneer er niet voldoende energie is dan kan die worden aangevuld doordat er bijvoorbeeld fijne materie aanwezig is in de ruimte waardoor zon en zonnestelsel zich bewegen. Dat komt voor. Het is mogelijk dat deeltjes materie, van welke grootteorde dan ook, die zon bereiken en daar ook weer een stimulans vormen voor een omzettingsproces waarbij alle koude materie eigenlijk langzaam maar zeker naar de kern zakt, bij het plasma in een omzettingsproces wordt betrokken en daarna het plasma versterkt, dat op zijn beurt energie afgeeft naar buiten. Nu zijn er perioden waarin die zon te weinig voedsel krijgt. Dit betekent dat er te weinig materiaal naar die kern toegaat, naar dat plasma en wanneer dat nu weer gebeurt dan betekent dit dat de werking van dat plasma langzaam maar zeker minder wordt. Dan kun je niet zeggen dat die zon meteen afkoelt natuurlijk. Die heeft nog, en in de atmosfeer en in haar eigen verdere bestanddelen, zoveel hitte opgeslagen, die blijft wel uitstralen, maar er komt een lichte variatie in haar straling.

U zou kunnen zeggen op het ogenblik bijvoorbeeld dat we, voor de aarde misschien gelukkig, leven in een periode waarin de straling van neutronen en dergelijke betrekkelijk gering is.

Er zijn dus tijden geweest met een veel hogere straling. Er zijn ook tijden geweest waarin die straling praktisch wegviel.

Wanneer je nu een bepaald niveau krijgt van die neutronen dan moet u niet denken dat die dan meteen natuurlijk naar de aarde toekomen: Ze hebben invloed in de atmosfeer. Daardoor ontstaat in die atmosfeer weer, – het is erg ingewikkeld – ontstaat weer een beïnvloeding die o.a. het aardmagnetisme beïnvloedt, maar die daarnaast ook bepaalde ladingen veroorzaakt die eigenlijk langzaam maar zeker die hele atmosfeer verdelen in een aantal lagen en elke laag heeft een andere, zeg maar lading, elektrisch, statisch-elektrische lading dan de daaropvolgende.

In zo’n periode komt er dus ook veel onweer voor, tussen haakjes, kun je daar ook uit aflezen. Wanneer nu een bepaalde sterkte bereikt is, dan is het aardmagnetisch veld op zichzelf zeer beperkt fluctuerend, d.w.z. dat dus de dichtheid van de veldlijnen van dit enorme magnetische stelsel heel licht in onderlinge afstand veranderen. Dat is maar heel gering, dat is waarschijnlijk nog het best in millimeter uit te drukken, maar, hoe gering ook, hierdoor ontstaat weer een werking waardoor iedereen die in dit aardmagnetisch veld is, er aan onderworpen wordt en dit betekent nu dat we te maken krijgen met een fluctuatie die als draaggolf kan dienen voor alle gedachten die je uitzendt.

Nu heb ik het zo kinderlijk eenvoudig gezegd als ik dacht te kunnen doen, maar misschien ben ik niet duidelijk genoeg, want als je denkt dat je iets weet dan is het veel gemakkelijker om het uit te leggen dan wanneer je probeert om iets wat je niet weet duidelijk te maken.

Maar misschien heb je daar een vraag op, dan kunt u die nu stellen. U zegt: ik begrijp het niet, dan begin ik opnieuw en op een andere manier.

  • Is die draaggolf gelijktijdig aanwezig rondom de aarde?

Die is om de gehele aarde aanwezig als een soort atmosfeer. Het betekent dus doodgewoon dat je in een soort dichtere lucht komt, druk het zo maar uit, waardoor het stemgeluid beter draagt, dat was de vergelijking. Voldoende duidelijk? Ja, goed.

Nu, dan hebben we hier dus een punt vastgesteld: Natuurlijke omstandigheden kunnen veranderingen brengen in de mogelijkheden om geestelijke krachten uit te sturen.

In de tweede plaats wordt hierdoor duidelijk dat hetgeen wij uitsturen aan gedachtenkracht en aan bepaalde geestelijke krachten, zolang het een doel op aarde betreft, zeker niet immaterieel is, het is wel degelijk een materiële invloed en er zijn bepaalde werkingen en vergelijkingen denkbaar waardoor u zegt: het behoort in feite toch wel tot het stelsel van de materie, ook al zie je het niet. En dan kom je als vanzelf tot de vraag natuurlijk: maar als ik nu dan geen gunstig draaggolfje kan vinden, wanneer de omstandigheden ongunstig zijn, waarom kan het dan soms wel en soms niet?

En dan blijkt dat de mens in staat is voor zichzelf, maar in beperkte mate, eveneens iets dergelijks tot stand te brengen. Hij projecteert een krachtlijn naar een bepaald doel, en de modulatie op die krachtlijn dat is eigenlijk de gedachte die je overbrengt op de kracht die je naar de ander ontlaadt.

Die krachtlijn die je uitstuurt, komt voor een groot gedeelte naar jezelf terug – er zijn enige verliezen, maar die zijn niet groot – en om dat te kunnen hebben we nu weer concentratie nodig.

  • Wat doe je met concentratie?

Er zijn, nou ik wil zeggen geen duizenden maar zeker honderden verschillende benaderingen en om dat allemaal afzonderlijk uit te leggen is natuurlijk te veel. Ik neem dus maar een paar hoofdlijnen.

  1. Concentratie kan ontstaan doordat je komt tot het opbouwen van een volledige voorstelling van datgene waartoe je je richt. Dus, als u een bepaalde mens wilt bereiken, dan moet je je innerlijk een bepaalde herinnering opbouwen, waarin zoveel mogelijk elk detail van die persoon aanwezig is. Hierdoor ontstaat die draaggolf, dat is een concentratie.
  2.  De tweede vorm is meer algemeen. Wij kunnen onszelf in een toestand brengen mede middels zintuiglijke beïnvloedingen. Dat kan dus zijn: geluid, het kan zijn een kleur, het kan eigenlijk van alles zijn, zelfs de tastzin kan er een rol in spelen. Wanneer wij daardoor ontrukt worden aan ons eigen wereldbesef, raken we als vanzelf geconcentreerd op hetgeen we waarnemen, of als het geluid is, misschien ook zelfs voortbrengen. Op dit ogenblik sluiten we ons af van de normale wereld en indien we een doel hebben, en dit is nu belangrijk, indien we een doel hebben en daar aan denken, wordt die concentratie omgezet in een draaggolf, in een soort contact.
  3.  Dan hebben we de derde werkwijze en dat is misschien de meest wonderlijke. Wanneer we emotioneel gedreven worden tot bepaalde bereiking, onverschillig welke, en in ons bewustzijn of in ons onderbewustzijn – u behoeft er dus eigenlijk niet eens bij te denken- een voorstelling van het doel aanwezig is, zal ten aanzien van dat doel eveneens een draaggolf tot stand komen. Zijn die drie punten weer duidelijk? Goed. Uitgaande hiervan kun je dan het volgende opmerken: In de geschiedenis van de mensheid zien we steeds weer perioden waarin we enorm veel wonderen en wonderverhalen tegenkomen. Er zijn ook heel veel perioden waarin die verhalen weliswaar verteld worden, maar waarin geen wonderen gebeuren. Om het dus in christelijke termen te zeggen, vroeger wemelde het van heiligen, maar tegenwoordig kun je ze met een lantaarntje niet meer vinden. Schijnheiligen zijn er natuurlijk nog wel, maar die tellen niet in dit geval.

Wanneer je deze fluctuaties beziet, dan blijkt verder dat ze zich inpassen in een 700-jaarsritme. Dus we hebben een periode van 700 jaar waarin het paranormale een zeer grote rol speelt en we hebben twee perioden van ook ongeveer 700 jaar waarin dat paranormale overlevering wordt. Eerst is het de overlevering van “het was eens, dus het zou nu ook moeten”, een benadering als die van de wetenschap. A heeft altijd B geproduceerd, dus zal A voortaan B produceren en als dat niet gebeurt dan vragen we ons af waar wij gefaald hebben, zonder ons af te vragen waar de omstandigheden veranderd zijn. Op deze manier dus gaat men dan denken;” ja, wij zijn misschien niet goed genoeg meer, daarom gebeuren die wonderen niet, het is demonisch of het is iets anders” We verklaren het weg.

Dan krijgen we een periode (tweede periode) van 700 jaar waarin de overlevering zover weg staat dat ze eigenlijk onwerkelijk is geworden. Daarom hoeft ze niet meer bestreden te worden, men is wel nieuwsgierig naar het mechanisme ervan. “Hoe zou het mogelijk zijn geweest?” vraagt men zich af. In deze tijd herontstaat belangstelling, maar langzaam maar zeker ook, bekwaamheid en dan komt er weer een periode aan waarbij de omstandigheden zo gunstig zijn, dat je kan zeggen, ja, nu gebeuren er weer werkelijk wonderen.

Dus we kunnen hier een zeker tijdscyclus berekenen, maar die is niet altijd juist, zeker als we dat berekenen over zo’n 70-80 miljoen jaar. Dan kunnen we zeggen: het klopt ongeveer. Bekijken we het over de laatste tweeduizend jaar, dan blijkt dat er afwijkingen zijn in die fasen tot zelfs honderd jaar. Dat is dus een algemene aanduiding van het proces, niet een tijdsdefinitie die te allen tijde zo en volledig geldig is.

Dan vraagt u zich dus weer af: “Maar wanneer kun je dan zien dat enkele mensen daartoe in staat zijn? Wat is dan het verschil tussen die mensen en de andere?” Dan blijkt in de eerste plaats natuurlijk dat ze door hun zelfvertrouwen, wat een heel grote rol speelt; in staat zijn om die krachten gemakkelijker op te wekken; Maar in de tweede plaats blijkt ook nog dat er ergens een paar genetische waarden een rol spelen, dat hangt onder andere samen, vreemd genoeg, met werkingen van de hypofyses, van de schildklier. Maar ja, dit terzijde, want anders komen we op een medisch terrein terecht.

Het lichaam kan dus eveneens een bijzondere geschiktheid hebben voor het paranormale. Deze geschiktheid is altijd algemeen en dus niet voor één bepaalde gave. Toch zien wij dat mensen juist op een bepaald terrein begaafd zijn. De ene is voornamelijk meer telekinetisch begaafd, de andere is meer telepaat, en de derde die heeft weer bijzondere mogelijkheden voor het aflezen van onderbewuste waarden, een soort psychometrist zoals men dat nu noemt en weer een ander is helderziend, helderhorend of mediamiek. Dan vraag je je af, hoe komt dat dan wanneer die grondwaarde ongeveer gelijk is bij gelijke genetische waarde?

Hier blijkt de opvoeding een grote rol te spelen. Mensen die een bepaalde religieuze opvoeding hebben genoten zullen bijvoorbeeld nooit goede paranormale genezers worden, maar ze kunnen wel goede gebedsgenezers worden. Dat komt omdat zodra ze grijpen naar paranormale genezing, die niet samenhangt met hun eigen religieus begrip en godsbegrip, ze onzeker worden en dus hun mogelijkheden verliezen. Maar zodra ze zich vastklampen aan iets wat voor hen waar is en mede daardoor gesteund worden, hebben ze een zodanig zelfvertrouwen dat ze juist grote kracht kunnen uitstralen. Nog steeds duidelijk en aanvaardbaar? Goed. Als het niet meer duidelijk en aanvaardbaar wordt, wilt u dan eventjes duidelijk een heel luide kreet slaken? Ja, dat is veel gemakkelijker, anders moet ik het elke keer vragen.

Nou, dan zitten we dus op het punt waarin we hebben geconstateerd: omstandigheden veranderen, hierdoor zijn soms paranormale begaafdheden gemakkelijker te uiten en te gebruiken dan onder andere omstandigheden.

In de tweede plaats: mensen kunnen door bepaalde vormen van concentratie voor een groot gedeelte die omstandigheden zelf oproepen, maar alleen in beperkte mate.

En ten derde: de capaciteiten worden bepaald langs genetische weg. De een kan meer energie opbrengen dan de andere in een bepaald opzicht, maar gelijktijdig is de beïnvloeding van het milieu belangrijk voor de wijze waarop de uiting mogelijk wordt. Nou, dat is dan erg leuk, dat weet u dan allemaal en dan moet je maar weer proberen daar een paar praktische conclusies aan te verbinden.

In de eerste plaats: Een mens kan niet, bij het gebruik van paranormale krachten, ingaan tegen zijn eigen werkelijke en innerlijke overtuiging. Wanneer je gelooft in een materialistisch-wetenschappelijk bestaan en je kunt daarin het begrip paranormaal niet inpassen dan kun je nog zo begaafd zijn maar je zult jezelf beletten om te slagen.

In de tweede plaats moet je rekening houden met je eigen mogelijkheden. Wat is voor u de juiste wijze van concentratie? Het is erg belangrijk dat u dat uitvindt. Net zo goed als mediteren. Iedereen kan wel mediteren. Maar op welk ogenblik wordt de meditatie tot voertuig van hogere waarden in de mens of eventueel voor de krachten die de mens wil uitsturen? Het is belangrijk dat elke mens leert om voor zich de juiste concentratiewijze te vinden en de juiste meditatieonderwerpen. Dit laatste is wat moeilijker en daarom kun je als algemene regel stellen dat elke meditatiecyclus binnen welke leer dan ook, bruikbaar is, mits men zich niet houdt aan de volgorde maar aan een persoonlijke voorkeur voor onderwerpen. De zuiver persoonlijke keuze geeft dan de mogelijkheid om een onderwerp te kiezen waarbij je zelf psychisch op kunt gaan in hetgeen je je voorstelt.

  • Nou, dat houdt dus in dat wel iedereen mogelijkheden heeft, dacht ik.

Moeten we die krachten als materieel beschouwen? Het is moeilijk, want materieel beschouwen is nog allemaal goed en wel, maar we kunnen de kracht in haar geheel niet definiëren, we kunnen ze slechts constateren aan de hand van haar werkingen. Het is misschien zelfs mogelijk om een samenhang te vinden tussen een bepaald fenomeen en de energie die het gekost heeft om het tot stand te brengen. Je kunt op grond daarvan zelfs verschillen berekenen tussen de energetische uiting van het fenomeen en de kracht die gebruikt werd om het teweeg te brengen. Je kan dus wel een materieel overzicht krijgen, je kunt het benaderen, maar je kunt het niet inpassen in een bestaand wetenschappelijk of een bestaand religieus systeem. Daarom is de redelijke benadering van het paranormale in zoverre aanvaardbaar als zij dient om grondstellingen te geven die aanvaardbaar zijn voor eenieder en van waaruit eenieder zijn eigen ontwikkeling kan opbouwen.

Nou, als je dat ook hebt geconstateerd, dan zeg je, ja, ja, ik ben niet zo gevoelig of ik ben het wel. Nou ja, er zijn mensen die ontzettend gevoelig zijn: ze zien alles, ja zelfs wat er niet is. Er zijn er andere die zijn erg ongevoelig, die zien niet eens wat er materieel is, laat staan wat er geestelijk aanwezig is. Dus een beetje moeilijk, maar de gevoeligheid ontstaat op het ogenblik dat het Ik geconcentreerd is. U bent buitengewoon tijdsgevoelig op het ogenblik dat u op de klok kijkt. Op het ogenblik dat u er niet naar kijkt bent u veel minder tijdsgevoelig en blijft uw persoonlijke tijd prevaleren boven klok tijd.

Maar wie van u heeft dat nooit meegemaakt? Vijf minuten voordat je naar huis kunt gaan. Kijk op de klok. Vijf minuten duren een uur. Een kus…Ja, je denkt, nou dit is een paar seconden. De klok zegt dat het bijna een half uur was. Dat wil niet zeggen dat dit vaak voorkomt, nietwaar, maar je hebt krachtpatsers op alle, terrein en het record ligt nog veel hoger.

Dus dit is alleen vergelijkend natuurlijk. Kijk, wanneer wij komen tot onze persoonlijke waarden, dan komen wij tot een persoonlijke werkelijkheid. Die persoonlijke werkelijkheid wordt gedomineerd, nog steeds door ons eigen denken, ons geloof. Wij zelf zijn de regel waaraan we onderworpen zijn. Maar onszelf kennend en wetend wat die regels zijn, kunnen we misschien toch een positieve werking verkrijgen, zelfs indien onze primaire instelling eerder negatief is. Ja, ook weer een beetje duister voor sommigen, kennelijk.

Kijk eens, wanneer u altijd denkt, nou het zal toch wel weer verkeerd gaan, dan kan het toch goed gaan. En wanneer u denkt, maar dat gaat zeker goed, dan kan het toch verkeerd gaan. Dat begrijpt u wel. Wanneer u nu uitgaat van: het gaat mis, dan kun je je voorstellen dat het mis gaat op een gunstige of op een ongunstige manier. Wanneer je kiest voor die gunstige werking, dan kies je via je gehele, dus ook je onderbewustzijn, voor alle beïnvloedingen die samenhangen met het uiteindelijk begrip van gunstig. In uw voorstellingswereld is een afbuiging geschied ten aanzien van de verwachting waardoor invloeden ontstaan waaraan u verder gebonden bent. 0 jee, ik maak het ingewikkeld, ik merk het.

Luister. Mag ik het eenvoudig zeggen? U stapt buiten in een auto, heel gewoon nietwaar, maar het betekent wel iets. Voordat u iets anders kunt doen dan rijden, zult u uit moeten stappen. Maar ja, ja toch wel, voor het voorbeeld wel. Wanneer u een bepaalde daad stelt, geestelijk, dan zult u verder moeten gaan volgens hetgeen dat deze gestelde daad of geschapen invloed u heeft geconditioneerd. Wilt u terugkeren tot de norm, dan zult u die invloed eerst moeten neutraliseren door haar middels een tegengestelde impuls op te heffen. Gaat het nog? Is er nog iemand wakker? Ja. Ik hoor een paar ginnegapjes, dus dat zal wel.

Moet je eens goed luisteren, want dit is eigenlijk de clou van de zaak waar wij mee bezig zijn, tenminste voor u. Je kunt niets ongedaan maken, je kunt alleen iets opheffen door een tegenovergestelde kracht ernaast te schuiven. Wanneer u gedachten uitstraalt, kunt u die gedachten niet terugnemen, u kunt wel daaraan een beeld toevoegen, waardoor de eerste gedachte haar kracht, haar geldigheid, haar betekenis verliest. Is dit duidelijk? U kunt iemand levenskracht geven, maar het blijkt dat die misschien verkeerd gebruikt wordt. Dan kunt u niet die levenskracht terugnemen. Die heeft u gegeven en eens gegeven blijft gegeven in dit geval. Wat u wel kunt doen, is daarnaast een denkbeeld uitstralen, waardoor die levenskracht niet verspild kan worden. U hebt dan dus uw eigen onzekerheid op dat terrein in feite opgeheven.

Om praktisch ons vermogen te vergroten onderscheiden wij twee fasen:

De eerste fase is de herkenning van de betekenis en de tweede is altijd de eliminatie van alles wat in die betekenis voor onszelf op welke wijze of hoe dan ook onaanvaardbaar is. Wanneer we deze twee fasen gebruiken, dan krijgen we vanzelf innerlijk evenwicht en dit betekent vergroting van vermogen, vergroting van kracht.

Maar we krijgen ook nog iets anders. We krijgen hierdoor de mogelijkheid altijd te reageren op elke invloed, elke beïnvloeding en dat is erg belangrijk, wanneer je dus werkt met die paranormale krachten, met gedachtenkracht enz. dan realiseer je je vaak te weinig hoe sterk je kunt beïnvloed worden van buitenaf en welke invloeden je zelf tot stand brengt. Dit begrijpt u maar ten dele.

Het is duidelijk dat een eenzijdige beïnvloeding vaak resultaten brengt die je niet helemaal aanvaardbaar acht.

Nu kan het zijn dat je zegt: ja, maar ik geloof toch werkelijk in de achtergrond van dat alles, dus ga ik verder. Maar daar komt nu juist het haakje. Wanneer je dit doet dan ga je in tegen je eigen gevoel of beter weten. Duidelijk? Dientengevolge zal je in jezelf elk vermogen om op dit punt te reageren middels gedachtenkracht, paranormale kracht, opvangen van inspiratie enz. uitsluiten: je isoleert jezelf.

Daarom is evenwicht een van de meest belangrijke dingen voor eenieder die met paranormale krachten wil werken. Verder dient u te begrijpen dat je nooit de wereld helemaal kunt achterlaten. ‘t Is natuurlijk erg prettig om uit te treden tot de hoogste geestelijke gebieden en ik kan me best voorstellen dat er onder u zijn die denken, nu ja gezellig uitstapje bij dit weer, beter klimaat en het is nog goedkoop ook. Dat zou in Holland natuurlijk meer aanslaan dan in België dit laatste, maar ja, desalniettemin.

Nu wil ik u hier ook waarschuwen: U kunt natuurlijk een bepaalde geestelijke waarde bereiken door een inspanning, maar tenzij u uitgaat van een innerlijke harmonie en evenwichtigheid, zult u dezelfde inspanning tot stand moeten brengen om terug te keren. Op het ogenblik dat u met het betreden van een geestelijke sfeer of iets dergelijks zo ver gaat dat u uitgeput bent en u bent niet innerlijk harmonisch, dan kunt u niet terugkeren. Dit kan zelfs bij uittredingen het geval zijn. Daarom is het nodig dat we

  1. Werken vanuit een zo groot mogelijke innerlijke harmonie en dat we
  2. uitgaan van een kracht die altijd in ons, voor ons kenbaar nog aanwezig moet zijn.

Op het ogenblik dat we bij welke paranormale reis, uittreding of krachtinspanning dan ook het gevoel ontstaat van uitputting, moet je onmiddellijk terugkeren, de poging beëindigen, nagaan eventueel in hoeverre je misschien verkeerd hebt gewerkt opdat je volgende keer kunt compenseren, want dan is het ook nodig om alle onevenwichtigheid die ontstaan is, weer in harmonie om te zetten.

Interesseert het jullie? Nou een beetje. Ja goed, ik maak dit in ieder geval af en dan moogt u dadelijk zeggen wat u meer interesseert.

Wat ik geprobeerd heb u duidelijk te maken dat is werkelijk wel de grondslag van het paranormale werk. En nu geef ik u dus eventjes een paar aanduidingen ten aanzien van de ogenblikkelijke situatie.

Deze situatie zal vermoedelijk binnen twee maand weer veranderen, daar moet u rekening mee houden. Die verandering zal voor uzelf gezien, waarschijnlijk meer positief zijn, maar daarover kunnen ook verschillen van mening rijzen. Ogenblikkelijke toestand: betrekkelijk geringe activiteit, geringe fluctuatie van het aardveld en daardoor de noodzaak tot bijzonder sterke concentratie, vooral voor datgene dat men paranormaal of geestelijk tot stand wil brengen, zo dit doel althans op aarde is gelegen.

In de tweede plaats: het is een periode waarin de mens zelf bijzonder wisselvallig is en waarin uzelf ook waarschijnlijk emotioneel niet volledig stabiel zult zijn. Stabiliteit is het belangrijkste bij elke poging met het paranormale te werken. Zorg er daarom voor dat u niet begint aan welke problemen of experimenten dan ook, zonder zelf dit evenwicht tot stand te brengen.

Kunt u dit niet, zoek dan iemand die u kan begeleiden in uw streven en die dat evenwicht eventueel voor u en met u kan herstellen.

Dan heeft u op het ogenblik een periode waarin bovendien nog het contact met de wereld, en nu bedoel ik vooral de interpretatiewereld, warrig is. Scherp omschreven beelden van eigen mogelijkheid of toestand zijn maar heel moeilijk te verkrijgen. Paranormale krachten in deze tijd kunnen niet gebruikt worden om alle problemen die u op dit ogenblik vermeent te zien, op te lossen. Ze kunnen alleen gebruikt worden, ofwel voor problemen die langere tijd bestaan, dan wel voor problemen die volgens stoffelijke definitie constateerbaar zijn en overzienbaar. Beide waarden zijn noodzakelijk. En als u dit allemaal samenvat, dan komen we toch wel weer aan een punt dat voor sommigen misschien een beetje vreemd klinkt.

Wat kun je doen om zelf, desondanks, de juiste invloeden te scheppen? Het voorgaande is van belang, aangenomen dat u aan die voorwaarden redelijk kunt voldoen. Kies dus als doel nooit uzelf of uw eigen omstandigheden. Hier zal namelijk bewustzijn en onderbewustzijn in vele gevallen dermate strijdig zijn, dat de resultaten onoverzienbaar worden en mogelijk zelfs het tegendeel blijken te zijn van hetgeen u beoogde. Richt uw krachten altijd op anderen.

In de tweede plaats, probeer gedachtenkracht zoveel mogelijk niet alleen te gebruiken, maar in samenwerking met anderen. Wanneer u in een groep gedachteconcentratie hanteert is het gemakkelijker om resultaten te krijgen. Het vermogen is aanmerkelijk groter dan u alleen op kunt brengen en de mogelijkheid tot richten kan dan altijd nog aan één persoon worden opgedragen, mits de anderen hun gedachtenkracht op hem richten, (of op haar, natuurlijk). Dus u ziet, er is heel veel mogelijk.

Wat is op het ogenblik nodig? Nou, op de eerste plaats, geven van innerlijk evenwicht aan mensen, er zijn er heel wat die losgeslagen zijn, en in de tweede plaats, genezen van zieken, dit blijft altijd belangrijk. In de derde plaats het scheppen van vrede. Vrede hier bedoeld als innerlijke vrede, dus geen huiselijke vrede of zo want een huiselijke vrede wordt vaak gehandhaafd door een verloochening van de innerlijke vrede.

Wanneer u die factoren kunt overzien en u kunt ermee: werken, dan kunt u in deze tijd bijzonder veel goeds tot stand brengen. Houdt u er verder rekening mee dat u na ongeveer twee tot twee en een halve maand te maken krijgt met een plotselinge wisseling in de zonneactiviteit. Ondanks alles, deze geringe fluctuatie van zonneactiviteit, u bereikend ongeveer drie dagen nadat ze ontstaan is (dat is zeer snel), zal zeer waarschijnlijk een periode van ongeveer tien dagen veroorzaken, waarin paranormale verschijnselen abnormaal vaak voorkomen, en uzelf te maken krijgt met symbooldromen, met plotselinge realisaties en zo u actief paranormaal werk doet, met plotselinge en onverwachte resultaten.

Wanneer u dus nu uw innerlijke rust en vrede niet hebt, is het misschien goed u daarop voor te bereiden, zodat u na ongeveer acht tot tien weken in staat bent om vanuit een evenwichtig innerlijk, uw krachten uit te zenden.

Gelijktijdig kunt u die periode gebruiken om eventuele groepen op te bouwen, waarmee u hetzij experimenteel of direct bewust werkzaam, paranormale krachten en gedachtenkracht uitstraalt, gebruikt, hanteert of eventuele mediums in uw midden helpt om tot prestaties te komen.

Nu heb ik dat gezegd en heb ik eigenlijk het onderwerp zo’n beetje afgesloten, anders bleef ik u vervelen en dat vind ik ook zo vervelend. Hebt u hierop commentaar op het ogenblik? Neen, nou, waar zullen we dan over praten, zeg, we hebben nog tijd over.

  • Wat is het verschil tussen innerlijke vrede en evenwicht?

Ja kijk, innerlijke vrede dat is gewoon een aanvaarding. Vrede is aan aanvaarding van het bestaande, zonder enig verzet, dat kan dus ook een onevenwichtige situatie zijn. Innerlijk evenwicht betekent echter een onverstoorbaarheid en die onverstoorbaarheid is dus in staat om alle factoren op te vangen en als het ware toe te voegen aan de bestaande evenwichtigheid. Innerlijke vrede daarentegen kan door externe omstandigheden zeer snel verstoord worden. Daarom is er dus een groot verschil tussen dat en evenwicht. Is dit voldoende?

  • Dan had ik nog iemand die zei ” Helderziendheid”.

Ja, wat moet je over helderziendheid zeggen? Kun je natuurlijk formuleren en dan kun je zeggen, kijk: helderziendheid is een van buitenaf geïnduceerde hallucinatie welke als een visuele ervaring wordt ondergaan en daarbij beelden tot stand brengt die al dan niet stoelen op realiteit, die echter niet zintuiglijk waarneembaar is op het ogenblik. Iemand daartegen? Dat is netjes hé? Dacht ik ook. Daar kun je gewoon niet onderuit, en je kunt er alle kanten mee op ook nog, dat is het mooie.

Luister goed. Helderziendheid kan het gevolg zijn van overgevoeligheid. Wanneer iemand namelijk zeer labiel is in zijn mentaal en geestelijk evenwicht, dan zou elke kleine invloed van buiten heel gemakkelijk reacties veroorzaken en die reacties kunnen dan vaak ook weer aanleiding zijn tot wat ik noemde “visuele hallucinaties”.

Maar wonderlijk is nu bij helderziendheid, dat deze hallucinaties, want dit is het (het is niet reëel zichtbaar, het ontstaat alleen in je hersens) toch overeen kan stemmen met een werkelijkheid die eens bestaan heeft, waarnemen van geesten bijvoorbeeld, of van zaken die elders gebeuren, het helderziend waarnemen van wat er bijvoorbeeld op het ogenblik in Zuid-Afrika gebeurt, maar laten we het gezellig houden, daar praten we niet over. Maar wanneer u dus dat doet, dan kan dat een onevenwichtigheid zijn. Wat is echter nodig daarvoor? Dat u de rede en de zintuiglijke redelijkheid dermate terugschroeft dat u bereid bent om die opkomende gedachten te vertalen als een soort werkelijkheid, als een tweede werkelijkheid. D.w.z. dat helderziendheid meer zal optreden, naarmate men minder geneigd is elke opkomende gedachte en invloed kritisch te vergelijken met de nu buiten u staande werkelijkheid. Dat weet je ook al weer. Maar ja, had je kunnen weten!

Hoe word ik helderziend? vragen de mensen dan. Er zijn er zelfs die vragen “Moet ik dan een gaatje in mijn hoofd boren?” Nou ja, misschien dat het helpt. Er zijn mensen die hebben een gaatje in hun hand, die zitten vaak op een ministerie; er verdwijnt ook erg veel door en er komt veel door binnen ook. Dus, dat zou met een gaatje in je hoofd ook misschien wel kunnen. Maar de praktijk is eenvoudiger dacht ik.

Men zegt, u heeft een derde oog, dat weet u. Hier. Dus, als iemand u voorbijrijdt in de auto en zo doet, bedoelt hij dat u een derde oog hebt en je hoeft niet boos te worden. Maar er is inderdaad op dat punt iets aanwezig, het hangt samen o.a. met een klier, waar vroeger lichtgevoeligheid was en waar tegenwoordig een gevoeligheid is voor uitstraling die hoofdzakelijk op mentaal vlak ligt. Helderziendheid zou je dus voor een deel daaraan kunnen ontlenen.

Nu moet u niet zeggen, de ene heeft het wel en de andere heeft het niet. Iedere mens heeft ogen, er zijn een paar blinden, maar die zijn in de minderheid. Er zijn er een aantal die hun ogen dicht doen zodra ze iets zien dat hen niet bevalt. Er zijn er andere die juist alleen kijken naar wat ze niet bevalt en er zijn ook mensen die gewoon waarnemen. Wanneer u dat waarnemen kunt ontwikkelen, dus het in feite kritiekloos opnemen van invloeden, om er later dan eventueel een beeld van te maken, zult u ontdekken dat u allemaal in enigermate helderziend bent. Er zijn ook mensen die zeggen: bij helderziendheid moet je echt buiten je zien staan als een werkelijkheid. Dat is lang niet altijd het geval. Wanneer de impulsen zwak zijn, of uw eigen weerstand tegen dergelijke hallucinaties groot is, dan is het heel goed mogelijk dat het zich in u als een gedachtebeeld normeert.

Wanneer u die beelden, ook wanneer ze in uw gedachten opkomen, als een tijdelijke werkelijkheid leert accepteren, dan zal de helderziende waarneming als vanzelf gaan toenemen. Dat is ook duidelijk, dacht ik.

Wat moet je dan verder doen bij helderziendheid? Kijk nou, als je het in beperkte mate hebt dan zijn er altijd nog wel tentjes op de foor waar je dat dus toch om kunt zetten in, zullen we dus zeggen, een onderhoudsbijdrage die rijkelijk is. Wanneer u het ernstig wil doen, dan moet u noteren, dus voortdurend vastleggen van wat u hebt ervaren, en zoveel mogelijk toetsen. Wilt u alleen maar de waarneming als persoonlijke leiding ondergaan, (er zijn heel wat mensen die daar bijzonder op gesteld zijn), dan moet u wel begrijpen dat, door het betrokken worden op uw persoonlijkheid, uw eigen bewustzijn en onderbewustzijn hierin een grote rol spelen. Uw verborgen wensleven, uw verborgen angsten, zullen dan als het ware de hallucinatie, het ontstane beeld sterk beïnvloeden. Wanneer waarnemingen uzelf betreffen, houd ze in reserve, reageer er niet onmiddellijk op, doe dit alleen ten aanzien van die beelden welke u bereiken, die met de wereld buiten u, en bij voorkeur met gedefinieerde personen, voorwerpen of toestanden in verband staan. Wanneer u steeds meer ontdekt dat deze waarnemingen of gedachtebeelden stroken met een werkelijkheid, dat er een mate van overeenstemming is, dan ontstaat innerlijk de aanvaarding van de gave. Naarmate die aanvaarding groter wordt, zal gemakkelijker en juister met de gave kunnen worden gewerkt.

  •  Als een helderziende een persoon waarneemt, is dat dan altijd een geest?

Nou, dat is natuurlijk moeilijk. Stel u voor dat het een dame is en dat ze getrouwd is. Ze neemt haar man waar dus die is … Nee, dat kan niet, want dan zou ze weduwe zijn. Het wordt moeilijk. Maar wanneer je iets waarneemt, dan kun je niet altijd de bron bepalen, nietwaar? Nu zult u wel eens rondgewandeld hebben misschien bij een wassenbeeldenmuseum of ergens op een tentoonstelling en opeens iets of iemand hebben zien staan waarvan je dacht dat het echt was. En zelfs een schilderij van een poort, die zo echt is dat je erdoor wilt gaan en pas als je je hoofd bijna stoot, merkt dat die maar getekend of geschilderd is. Nou dat betekent dus dat het ogenbedrog inderdaad mogelijk is. Maar als dat bestaat voor uw ogen en uw zintuigen, waarom zou het dan niet bestaan voor uw innerlijke waarneming? Anders gezegd: Gedachtebeelden die door anderen geprojecteerd kunnen worden, kunnen door de helderziende als een werkelijkheid worden waargenomen. Het is vaak heel erg moeilijk om onderscheid te maken, vooral in het begin, tussen deze projecties, gedachteprojecties van anderen, vaak onbewust zelfs en werkelijke waarneming. Daarom moet u maar niet direct beginnen met dat bekende gedoe, je kent het misschien wel: Even kijken, ja, ik zie daar een dame van ongeveer een jaar of, nou zeg, veertig, misschien is ze jonger geweest, maar ze draagt wat ouderwetse kleding, bruin, lange rok en ze heeft hoog opgestoken haar, draagt een lorgnet, althans een knijp…een lorgnet ja… gouden randen, nee, geen gouden randen, gouden opzet, geen gouden rand. Ze heeft een tasje bij zich, een beugeltas waarop bloemen staan gewerkt, doet denken aan handwerk, maar het is geen gobelin en ze wijst daar op een mannelijk persoon waar ze achter staat alsof ze wil zeggen dat een belofte moet worden nagekomen. Mooi he? Heel mooi. Toevallig is het nog redelijk waar ook, maar daar hebben we het nu niet over. Ik heb ook niet aangewezen bij wie het hoort, kunt u zelf eventueel uitzoeken.

Maar dan kan ik ook zeggen, ja, maar dan zie ik daar ineens tussen een heer en een dame in, een grote blauwe smurf met een witte muts die een bloem in zijn mond heeft, ik weet niet wat dat voor u betekent. Nou kan dat zijn dat een van u uit verveling aan smurfen heeft zitten denken, begrijpt u wat ik bedoel?

Het is moeilijk om de reële geestelijke manifestaties te scheiden van een gedachtebeeld, zeker wanneer het gaat om helderziende waarnemingen waarbij menigeen zit te hopen dat deze of gene door zal komen en zo onbewust deze gestalte zelf opbouwt. Daarom is het belangrijk dat u bij helderziende waarnemingen kritisch blijft en u afvraagt of u misschien zelf die voorstelling mee hebt helpen opbouwen. Wanneer het in een persoonlijk consult zou gaan, de waarneming dus buiten deze algemene sfeer van: wie komt er nou aan de beurt- dan geef ik u de raad om, wanneer voor u iets beschreven wordt, u iets voor te stellen- een broodtrommel, een zakje, of iets anders, iets dat u dus, deed – denk daar een ogenblik sterk aan. Wanneer dit door de helderziende mede beschreven wordt, als behorende bij de eerstgenoemde verschijnselen, dan kunt u er zeker van zijn dat het uw eigen gedachtebeelden zijn.

Blijft die beschrijving achterwege en wordt die er pas later aan toegevoegd: “Vreemd, maar ik zag maar ja dat was op een ander plan, ergens ook nog…” dan kunt u aannemen dat de helderziende goed heeft waargenomen en ook uw gedachte wel opving, maar deze niet heeft kunnen inwerken in een beeld, zodat dit niet als geheel uit uw eigen denken voorgekomen hoeft te zijn. Nou dat zijn een paar dingen. Was het al genoeg of niet? Wou je er meer over weten.? Bepaalde punten? Zeg het maar.

  • Bij het sturen van gedachtekracht door een bepaalde groep en waarvan één persoon de gebundelde kracht kan richten op iemand anders, op welke manier kan die richtende persoon weten of er genoeg kracht gestuurd is of eventueel te veel kracht is gestuurd?

Te veel kracht zal zelden voorkomen. Omdat je nu eenmaal in een glas niet meer bier kunt tappen dan het kan bevatten en dat is eigenlijk met kracht die je naar iemand toestuurt ook. Wanneer er te veel kracht is kan ze diffuus worden, en in de omgeving neerslaan. Ze kan ook, wanneer vergelijkbare gevallen in de buurt zijn, als het ware doorslaan naar het eerstvolgende harmonische punt. Dus, voor dat te veel sturen zou ik me niet al te bezorgd maken als ik u was.

Belangrijker is de vraag: Hoe weet je of er voldoende kracht is? Dat weet je in feite nooit zeker. Het enige wat je kunt aanvoelen, wanneer je werkt met deze gedachteconcentratie dat is dus dat er op een gegeven ogenblik in en rond u een spanning aanwezig is, die zo sterk is dat u als het ware automatisch denkt: NU moet het gebeuren. Dat is dus, ja, hoe moet ik het zeggen, een emotionele hoogte? – Ja, misschien kom je er aardig dichtbij in de buurt, een punt van overtuigingen? Ja, het is niet alleen een punt van overtuigingen, het is als een soort prikkeling. We hebben dat hier al een paar keer gedemonstreerd, en ik geloof niet dat het veel zin heeft om het nou weer te gaan doen. Degenen die het aangaat die weten het nu wel, dacht ik. Maar nu moet je eens goed luisteren. Wanneer je begint u allemaal samen te concentreren. dan ontstaat er een soort spanning, en als je werkt in een kring, wat wij hier dus niet kunnen doen, dan is er nog een verschijnsel bij dat kan helpen om te zeggen: nu is er toch merkelijk voldoende kracht in omloop, dan hebben de dames namelijk ineens last en de heren soms ook, van koude tocht langs de benen en velen hebben het gevoel dat hun haren geladen zijn, dat het ergens prikkelt en wanneer u nu zelf dat gevoel krijgt terwijl je bezig bent met die concentratie, dan kun je die tekenen wel aannemen als bewijs dat er spanning is, Er is dus ook wel degelijk een, al is het misschien suggestief veroorzaakt, een lichamelijke ervaring bij waardoor je weet : op dit moment kan het.

Heb je een deskundige erbij die het waar kan nemen, dat kan een helderziende zijn, of iemand die heldervoelend is, dan is het misschien goed om zo iemand dus als controle te gebruiken door te zeggen: “Zeg wanneer je denkt dat het goed is, dan moet je maar roepen NU ” Dan krijg je op die manier dus nog een zekerheid achter de hand. Maar dit is de beste manier.

De beste manier om kracht op te wekken? Er zijn er heel veel.

Ik geef mijn persoonlijke voorkeur. Plaats u zo dat de aanwezigen ongeveer een gesloten lijn vormen. Het kan een cirkel zijn of een ovaal, dat geeft niet, maar het moet wel één lijn zijn en een gesloten lijn. Zorg dat uzelf altijd zit op een punt waar volgens u sterke personen aanwezig zijn wanneer u degene bent die richten moet. Dat is voor u in zoverre van belang dat deze u kunnen gaan steunen. Zij zijn het eigenlijk die krachten en spanningen opwekken waardoor u ze gaat aanvoelen en als het ware deze weer overdraagt aan de rest van het gezelschap, dat daardoor sneller eigenlijk op tempo komt, op peil komt.

In deze kringvormige opstelling is het dan verder het beste, het is niet noodzakelijk, maar wel het beste, wanneer tussen de leider en degene die zich het doel voor ogen moet stellen dus een verschil is, dat het niet een en dezelfde persoon is. Het beste doe je dit wanneer je de leider neerzet op punt A en dit is een cirkel, dat je op punt B de andere neerzet, die moet concentreren. De persoon die moet concentreren mag dus in de cirkel zitten, mag ook buiten de cirkel zitten, erin is vaak nog beter, maar mag zich niet bezighouden met de concentratieoefeningen. Hij of zij mag alleen het beeld opbouwen van datgene wat met die kracht gebeuren moet. Op die manier krijg je dus de beste reacties. Wilt u daarbij nog gebruik maken van de suggestieve werkwijze, dan is het misschien heel eenvoudig wanneer u het gevoel hebt: die kracht gaat zich opbouwen, houd u de handen open, het hoeft dus geen gesloten kring te zijn. En op het ogenblik dat u voelt.: het is genoeg dan zegt u: “Concentreer je sterk” tegen de andere en zegt tegen het geheel: “Hier gaat de kracht”. Op die manier breng je met een schok anderen tot het bewustzijn, en dit vergroot over het algemeen de kracht der afgifte op het ogenblik dat die gedachtenkracht wordt afgestuurd. Voldoende?

  • U hebt verleden jaar in oktober die proef hier zelf gedaan.

Ja, die hebben we zelf gedaan. Dat is ook niet zo moeilijk.

  • De patiënt die toen regelmatig om de veertien dagen, drie weken een dag of drie, vier koorts kreeg, ijlde en het bewustzijn verloor, heeft sedert die dag, die dinsdag dat we hier samen waren, geen enkele keer nog koorts gekregen.

Nou dat is toch niet te verwonderen, er waren genoeg mensen hier, de inzet was voldoende, dan moet de kracht ook voldoende zijn. En ik kan wel begrijpen dat u nu denkt, nou, probeer het dan nog een keer, maar neem me niet kwalijk, dan komen we weer in een voortdurende herhaling van dezelfde experimenten. We zijn nu bezig met de manier waarop je het kunt doen. Toen zijn we bezig geweest om u te overtuigen dat het gedaan kan worden. Dat is wel een verschil. Ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt dat ik het zo stel. Nou, dan zijn we door dit gedeelte heen.

Ik realiseer me dat ik het voor sommigen onder u wel een beetje moeilijk en ingewikkeld heb gemaakt. Ik heb mijn best gedaan om simpel te blijven, maar ja. Degene die denkt dat hij voor de anderen eenvoudig en begrijpelijk spreekt, is vaak zelf simpel.

Wat ik gezegd heb, is in zoverre van belang en dat recapituleer ik nu één keer nog, alleen maar om het even te laten doordringen.

Omstandigheden van buitenaf tot de straling van de zon en invloeden van het aardmagnetisch veld kunnen van belang zijn voor de mogelijkheid paranormale krachten te gebruiken en uit te zenden. U kunt, wanneer die omstandigheden niet gunstig zijn, door concentratie en meditatie daar vaak een vervanging voor vinden, maar het vraagt wel een extra inspanning. U kunt alles het beste doen wanneer uzelf er niet bij betrokken bent, hoe vervelend dat ook is.

Op het ogenblik dat je er zelf bij betrokken bent zullen onderbewuste waarden een zo grote invloed kunnen krijgen op hetgeen wat je uitzendt, dat de resultaten anders uitlopen dan je ooit had gewild of verwacht.

Wanneer je die punten nu even vasthoudt. – u realiseert zich, dat we verder simpele gebruiksaanwijzingen hebben besproken- dan zult u misschien uw eigen experimenten nog eens een keer voort willen zetten of zult u er zelfs mee willen beginnen. Doe dit altijd ontspannen. Alle poging tot forceren is schadelijk. Ontspanning en concentratie samen zijn de sleutel voor successen op paranormaal terrein.

En dan wil ik u er verder aan herinneren dat ik u heb gezegd dat over een periode van ongeveer twee maanden u een periode krijgt van ongeveer tien dagen dat u allemaal opeens heel anders gaat reageren, dat er eventueel gekke dingen kunnen gebeuren. Wanneer je merkt dat het zover is, -dat merkt u aan uw eigen droomleven, dat merkt u aan een plotselinge verandering in uw medemens, – vraag u dan eens af of op dat ogenblik misschien met gedachtenkracht voor uw medemens iets bijzonder goeds kunt verrichten.

En onthoud verder: je kunt niet gedachtenkracht in de plaats stellen van eigen pogen. Denken veel mensen, nou ja ik zou natuurlijk die mensen moeten bezoeken, maar ik stuur mijn gedachte, dat is ook goed. Ja maar, dat is nu juist verkeerd. Op het ogenblik dat je namelijk zegt: Ik doe het in de plaats van, ben je niet bereid om jezelf werkelijk in te zetten en dat zal ongetwijfeld in de uitstraling van de gedachtenkracht meeklinken en daardoor even teleurstellend werken als het feit dat u niet op bezoek bent gekomen. Houdt u er nog een keer rekening mee.

En dan dank ik u verder nog voor uw aandacht. Na de pauze gaan we kijken wat u voor vragen hebt. Ik hoop in ieder geval dat er onder u zijn die uit dit geheel nog een paar nuttige tips voor zich hebben kunnen vinden.

image_pdf