6 december 1957
De ontmoeting van de Graalridders vinden plaats overal waar kosmische krachten tot uiting komen. Een brandpunt daarvan lag tot voor kort in de Wessacvallei. Mogen wij zeggen dat de naam “Wessac” verplaatst wordt met de bijeenkomst, dan is het nu nog in de Wessacvallei. Hier wil ik maar aangeven, dat de plaatsbepaling onjuist werd getroffen. Waarom speciaal deze Graalgedachte, deze Graalridders, in contact brengen met de Wessacvallei die, zo men weet, eigenlijk in een heel andere denkwijze thuishoort? Omdat een andere denkwijze weliswaar deze Wessacvallei heeft erkend als belangrijk brandpunt, daar zij in haar wezen kosmisch is. De bijeenkomst is een bijeenkomst van de Witte Broederschap. Die Witte Broederschap breidt zich uit over de aarde en in de sferen. Zij heeft dus een punt van samenkomst, waar krachten uit alle sferen die op aarde nog werkzaam zijn, trachten een contact te krijgen met de Allerhoogste, om zo, uit dit contact met de Allerhoogste, voor zich de Wetten te erkennen en de noodzakelijke gebeurtenissen van deze wereld, die dan weer een taakverdeling inhouden voor de aanwezigen. Zo’n Graalridder zal dus noodzakelijkerwijze aan dergelijke bijeenkomsten deel moeten nemen. Verder zal moeten worden gesteld dat, zo de Graalridder dit al niet doet in stoffelijke vorm, dit toch in de geest gedaan moet worden. Dat is natuurlijk een punt van overweging. Maar ik kan u garanderen, dat wanneer er zo een grote bijeenkomst is, het aantal geestelijke aanwezigen aanmerkelijk groter is dan de degenen die werkelijk stoffelijk aanwezig zijn. Wel vinden wij daar soms z.g. “doublés”, die tot praktisch stoffelijke vorm verdicht zijn, wat juist vaak onder die omstandigheden heel gemakkelijk is.
Waar staan die Graalridders? Zij hebben niet als genootschap een aparte plaats. Hun leiders horen bij de offergroep en bevinden zich onmiddellijk bij het altaar. Daarbuiten zouden de broeders zich vaak bevinden in de z.g. middenpunten, terwijl de minder gevorderden zich weer in de maan bevinden – een maanvormige figuur van opstelling dus – en daarachter op z.g. tribunes, waarop zich toeschouwers bevinden die bij het gebeuren zijn, zonder daarin reeds onmiddellijk zelf een rituele taak te vervullen. Daar zitten ook nog van die Graalridders bij. De belangrijkheid van de vereniging als zodanig, de inwijdingsgang, is niet in overeenstemming te brengen met de gebeurtenissen van de Wessacvallei als zodanig. Men neemt er deel aan, krachtens de geaardheid van eigen wezen plus de geaardheid van de totale groepering van ingewijden.
Wat er in die Wessacvallei gebeurt? Daar kunnen wij ook wel iets over vertellen. Na de eerste bijeenkomst vindt de z.g. rituele groepering plaats. Bij de rituele groepering beginnen de oefeningen altijd bij de laagsten. De tribune is uitgeschakeld. Die zijn er wel maar zij zijn toeschouwers die geen actief deel er aan hebben. Dan krijg je de maan, die allereerst begint. Degenen die hier zijn, zijn a.h.w. geestelijk actief en trachten voor zichzelf een absolute stilte te bereiken. In deze stilte proberen zij voor te stellen dat zij de gehele vorm zijn. De maan staat hier als vruchtbaarheidsprincipe, dus eigenlijk het principe van de vrouwelijke Kracht, de Scheppende. Denkt u maar aan heel veel van die oude Godinnen, die hadden een paar horentjes, of een maansikkel op het hoofd. Dat is dus ook weer hetzelfde principe: de nieuwe maan, het wordende. Vandaar ook dat degenen die erin staan nog verder moeten groeien.
Wanneer het wordende een ogenblik zijn eigen strijd – bewustwording en inwijding – gestaakt heeft, komt de stergroepering, die tot een enorme concentratie overgaat en in deze concentratie ontstaat wat je het beste een loflied kunt noemen. Ik wil niet zeggen dat het een gezang is, je zou eerder zeggen een reeks van magische tonen en gelijktijdig magische geestelijke trillingen, die op de duur a.h.w. licht geven. Met dit lichtgevende vindt een soort reiniging van de omgeving plaats. Gelijktijdig is aan de andere kant, onze en hogere sferen, een soortgelijke activiteit ontbrandt waardoor de plaats a.h.w. nogmaals gereinigd en geheiligd wordt.
De eigenlijke activiteit begint eigenlijk bij een soort oude wetstafel met geboden erop, magisch vierkant, hoe wilt u het zeggen. Deze activiteit is een akte van overgave. In de eerste plaats voor Hogere Krachten. Rond dit vierkant bevindt zich een soort cirkel van als acolieten dienende, en dezen wenden het gelaat naar binnen toe, dus staan met de rug nog naar het altaar toe. Dan treedt vanuit dit vierkant weer iemand voor, die bedienend wordt voor de Hoge Machten, die veelal gematerialiseerde Wezens zijn en niet permanent op aarde leven. Wanneer wij daar nu bezig zijn, dan komt er een grote concentratie, die je het beste kunt vergelijken met een bolbliksem. Misschien een rare vergelijking. Dus ook iemand die stoffelijk zonder helderziend te zijn daar aanwezig is, die ziet daar op een gegeven ogenblik een soort grote vuurbal neervallen en een ogenblik blijven zweven. Dit noemt men het ogenblik van openbaring.
Wanneer dit licht openbreekt is het net alsof iedereen die daar is een weten ondergaat, of er van binnen iemand plotseling iets begint te vertellen. De passiviteit van degenen die vooral in de maan zitten en de passiviteit die als gevolg daarvan ook op de tribune heeft plaats gevonden, begint nu langzaam maar zeker de mensheid te bewerken. Dat weten, uitgestort in minder bewusten, gaat uit over de wereld en wordt in deze wereld een dirigerende kracht, die praktisch alle enigszins bewusten beïnvloedt. Dat is echter niet het hoofddoel. Want nu gaat men verder.
Men krijgt dan wat men noemt een soort uitstorting van de Heilige Geest. Dat Licht, dat bij het altaar is, gaat gepaard met een offergedachte van de aanwezigen en nu komt als een antwoord een openbaring van iets wat niet omschrijfbaar is. Het is een Licht dat denkt, dat spreekt en dat alles tegelijk doet, wat je helemaal aanvoelt en hierin komt de realisatie. Nu gaan de werkelijke offeraars in dit Licht. Geloof mij, dat vraagt heel wat. Want een treden in een dergelijk Licht zonder meer zou dodelijk zijn. Daarvoor moet je zelf in een zeer bijzondere staat verkeren. Hierin ervaren zij vele dingen, die voor de anderen verborgen blijven. U kunt zich dan voorstellen, dat daarboven een reeks Geestelijke Aanwezigen zijn die zich niet zuiver stoffelijk openbaren, maar die de groepering van het vierkant en de cirkel in zich herhalen. Dan ontstaat, nadat deze offergedachte plus een dankgebed is uitgesproken, een ogenblik van perfecte harmonie en vrede. In deze perfecte harmonie en vrede wordt a.h.w. door de priesters plus de geestelijke krachten een weten onttrokken aan de kosmos, waardoor de Goddelijke Wil duidelijk wordt als betrokken op de wereld waarin de Broederschap optreedt.
Dan volgt er een bespreking. U moet dus niet denken dat het alleen maar een offerande is. Het is zoiets als een grote vergadering van wereldkrachten, voorafgegaan door een offerplechtigheid en later door een offerplechtigheid besloten. Daar komt het op neer. Diezelfde dienst die wij aan het begin gezien hebben zien wij als zuiver dankgebed nog een keer herhalen. Tussen deze twee punten in ligt een bespreking. Bij deze bespreking worden de leiders van de mensheid a.h.w. uit het vierkant geïnstrueerd. Wanneer de tweede nederdaling van licht heeft plaats gehad, dan gaan deze leiders dus naar hun eigen groeperingen en zullen, in overeenstemming met die groepering en de wijze waarop deze werkt, proberen om die Goddelijke wil uit te drukken als een taak. Die taak is voor onderdelen verschillend, dat hebben die leiders besproken. Dus niet ieder van de aanwezigen volvoert een volle taak die is opgelegd, de volle Goddelijke wil, maar ieder voor zich een deel dat binnen zijn denken ligt, zijn beschouwen, dat in overeenstemming is met zijn graad van inwijding, zijn systeem van inwijding, enz.
Zo komen dan die Graalridders aan hun eigen taak. Nu is hun taak een actieve. D.w.z., dat zij overal optreden als stoffelijk werkzame krachten. Vandaar, dat zij heel vaak gebruikt worden om geestelijke werkingen, revoluties en gebeurtenissen voor te bereiden. Ook zien wij ze heel vaak optreden waar – te midden van oorlogsgeweld bv. – een bepaalde plaats absoluut gespaard moet worden. Zij hebben speciaal een stoffelijke en actieve taak. Daarnaast kennen wij de geestelijke taak, die door een scheppen van stemmingen of zelfs het sterk beïnvloeden van mensen, het leiden van natuurgebeurtenissen e.d. weer door anderen wordt volbracht. Dan kennen wij verder de z.g. openbaringsgroepen, waarbij het geleerde ten dele als openbaring wordt weergegeven, zodat zekere scholen van denken zich in hun streven aanpassen bij wat gebeuren moet op die wereld. Het is dus heel wat ingewikkelder dan men soms denkt, maar toch wel een schouwspel van buitengewone schoonheid en bovendien voor de wereld van zeer diepe betekenis. Dat dit, voor u althans, ligt in de zomermaanden, is weer afhankelijk van de optredende constellaties, dus daar komt eigenlijk astrologie bij te pas.
Niet alleen op aarde bestaat zo een Witte Broederschap. Zij bestaat ook elders. Er moet een relatie tussen verschillende kosmische invloeden mee worden uitgedrukt in de Kracht die neerdaalt, zodat alleen op ogenblikken dat de bewustwording voor de aarde juist mogelijk is en een kosmisch contact zonder storing van andere planeten mogelijk is, kan men dus daar tezamen komen.
Wanneer nu zo’n bijeenkomst is geweest zou je denken, nu is de kous af. Maar in feite is het precies anders. Het is net als een groot concern waar de leiders een verkoopbespreking hebben. Zij hebben de balans opgemaakt, zij hebben gezien waar de fouten liggen, zij hebben gezien waar zij iets prijs moeten geven om elders te kunnen winnen, enz. Nu begint de campagne. Wanneer die bespreking is geweest, dan wordt pas de fabriek aan het werk gezet. Dan krijgen de verkopers hun instructies, dan worden de detaillisten ingelicht, dan krijg je reclame, enz. Zo moet u zich dat ook voorstellen. Elk van die groeperingen heeft een eigen taak. Maar die taak is in sommige gevallen productie, reclame, verkoop, enz. Daarbij ligt een deel ervan op geestelijk terrein. Maar er zijn ook factoren van zuiver stoffelijk gehalte. Men kan ergens bv. een stoffelijke revolutie veroorzaken of een oorlog eenvoudig forceren, omdat het de enige manier is om een vastgelopen wereld of een vastgelopen toestand weer aan de gang te krijgen. Elders zal het soms noodzakelijk zijn ziekten te doen ontstaan of weg te nemen. Dit gebeurt door het gebruiken van natuurkrachten. Dus stelt u zich niet voor dat een van onze Graalridders bv. als dictator op zal treden. Maar het kan wel zijn, dat zo een figuur optreedt als een kracht achter de troon, die hem in een bepaalde richting leidt. Een richting, die voor hem zelf misschien niet gunstig is, maar die met zich meebrengt een ontstaan van nieuwe ideeën, een conflict waaruit een geestelijke rijping voortkomt. Lijden van de mensheid als zodanig komt voor het geheel niet in aanmerking. Er wordt niet mee gerekend. Het leven van een mens op deze aarde is zo kort bij zijn geestelijk bestaan vergeleken, dat men een hele oorlog niet anders ziet, dan u het gaan naar een dokter omdat hij even een klein abces moet doorsteken. De Grote Groepen kunnen zich daar niet mee bezig houden. Maar de kleinere groepen – en dan denk ik wel weer aan deze Graalridders – zullen hun best doen om de noodzakelijke gevolgen van noodzakelijke ingrepen in de menselijke geschiedenis zoveel mogelijk te milderen en zachter te maken. Zo zullen zij niet alleen beschermend, maar ook vaak troostend optreden. Zij zullen trachten om de bewustwording op de wereld te paren aan een steeds groter geluk.
Wat voor rol speelt hierbij de Mercuriusstaf?
Het is eigenlijk geen Mercuriusstaf. Dat is de slang van opgaand en neergaand leven, gevleugeld als symbool van bewustzijn. Dat staat weer i.v.m. de gedachtegang, die weer ten grondslag ligt aan dit hele werk, aan praktisch elke inwijding.
Men moet het zo zien: er gaat een kracht van leven neer in de wereld en dan is het eigenlijk kracht van bewustzijn op uit de wereld. Dus wording tegen bewustzijn. De kracht van wording geeft de impuls, die noodzakelijk is om de kracht van bewustzijn te winnen. Daarom speelt dus dit symbool inderdaad bij deze bijeenkomst, ook bij andere bijeenkomsten, een zeer grote rol. Men zou kunnen zeggen: zij geeft dus uitdrukking aan de gedachtegang, de realisatie van de werkingen van het Goddelijke, zoals zij binnen deze groepen bestaan, en is als zodanig ook symbolisch voor een eigen wil om deze werkingen te bevorderen.
Is Boeddha wel eens op zo een bijeenkomst verschenen?
Bijvoorbeeld. En nog heel wat anderen. U moet het zo bekijken: ieder die op aarde bv. een geloofsrichting sticht, of een nieuwe levensleer brengt die nog op aarde bestaat, heeft een zekere verantwoordelijkheid voor al hetgeen wat daardoor gebeurt. Oorzaak en gevolg. Zelfs bij een volkomen onthechting, dus een innerlijke rust, moet toch nog als oorzaak en gevolg een werk worden volbracht, waarbij men zelfs dan niet deel heeft als persoonlijkheid, maar als een soort afschaduwing van het Goddelijke, eens in dit bepaalde wezen zo geopenbaard. U zult dus begrijpen, dat niet alleen de Boeddha, maar vele andere Groten zich ook manifesteren. Ik zou eerder willen zeggen: neerdalen op deze wereld, zoals zij het ook buiten dergelijke bijeen- komsten soms doen.
Ervaren de toeschouwers op de tribunes ook iets van wat er gebeurt in het vierkant, enz.?
Laten wij zeggen, dat de tribune een soort spiegel is. Zij is niet in staat om zelf een beweging tot stand te brengen, maar zij weerkaatst de beweging van al hetgeen zij aanschouwt. De tribune, in tegenstelling met de andere delen, de werkelijke delen van het mystieke patroon dat daar als het ware wordt geweven, die niet altijd volledig bewust hoeft te zijn. Daar kan dus iemand geestelijk uitgetreden, mee aanwezig zijn zonder dit stoffelijk te weten. Dit komt wel niet vaak voor, maar het kan.
Vindt u niet, dat de vrij-katholieke kerk ook dergelijke krachten vrij maakt?
Dat kan ik tot op zekere hoogte met u eens zijn. De vrij-katholieke kerk heeft getracht terug te gaan naar een christendom, waarbij de gelovigen a.h.w. een werkelijk deel zijn van elke plechtigheid en daarbij dus zelf ook actief zijn door een volledig begrip. De Graalgedachte is uiteindelijk een roomse gedachte geweest. Dus de Graalmystiek is voortgekomen uit de eucharistische liturgie.
Het lag niet in mijn bedoeling reclame te maken.
Daarvoor zou u niet veel kans krijgen. Ik mag hier even vaststellen dat heel veel groeperingen in zich iets goeds bergen. De wijze, waarop zij dit uitdrukken kan zeer verschillen. Wanneer de grondgedachte echter één is, nl. hetzelfde begrijpen en daadwerkelijk deelnemen eventueel door ritueel en liturgie, ook aan een kosmisch streven, waarbij de volmaaktheid wordt gebouwd uit de twee factoren: stof en geest, om zo overkoepelende zielen tot algeheel bewustzijn te wekken, dan is zo’n beweging goed, ongeacht haar verdere eenzijdigheden of fouten.
Zo, dat was even een beginselverklaring van mijn kant. U kunt natuurlijk zeggen dat ik propaganda heb gemaakt voor een hele hoop instanties. Het was alleen maar een erkenning van het feit en ook een vaststelling van de noodzaak voor ons, vaak om juist in dergelijke groeperingen en bewegingen, ook aan de hand van liturgie en ritueel, voor onszelf ergens een steun te vinden.
Ook voor uzelf steun te vinden?
Met andere woorden, stel nu even dat ritueel en liturgie gezamenlijk een beeld vormen, waarin wij ons persoonlijk even verliezen en wel deel worden van een groter geheel, onthecht van onszelf, ons beter bewust worden van de krachten die ons zelf drijven. Dus ook van het doel dat wij ons zelf moeten stellen. Wij komen tot een beter begrip van de dingen. Wij kunnen dit althans komen bij een werkelijk beleven. Dit is voor ons een steun om de weg te gaan, die wij ook zonder een dergelijke steun moeten gaan, nl. de weg van streven naar de grote eenheid en algehele bewustwording.
Ik ben te weten gekomen, dat er een soort staaf is, die geladen is met kosmisch – magnetische trillingen en die in de loop van de twee jaren daar gevoerd wordt. Waar worden die krachtimpulsen uit geput? Hoe werden zij gericht? Wat doet men om ze te versterken?
Deze vraag kan ik hier moeilijk beantwoorden. De staaf, die u bedoelt, is de scepter van de wereld. De scepter van de wereld betekent dat deel van kosmische lotsbestemming en invloed, die op dit ogenblik werkzaam is. Het is dus geen volledige kosmische kracht, maar een zeer beperkt deel. De eigenschappen ervan zijn vergelijkbaar met het aardmagnetisme, dus statisch georiënteerd op een vaste as met een veld met praktisch gelijkmatige spreiding. De invloed hiervan is een eenheid van al hetgeen wat daar slechts harmonisch mee kan zijn. Deze eenheid op zichzelf maakt elke uiting binnen de kracht van de scepter een gelijktijdige uiting binnen al degenen,, die aanwezig zijn. Je zou dus kunnen zeggen dat zij als focus dienst doet voor bepaalde Hogere Krachten die zich op zo een bijeenkomst openbaren.
Hoe wordt de enorme toename van de wereldbevolking bezien vanuit het licht van de reïncarnatieleer, verklaard? Is het zo, dat de omstandigheden van de huidige tijd van dien aard zijn, dat daaruit bij verblijf in de stoffelijke wereld meer lering valt te verwerven dan bij het vertoeven in een niet stoffelijke wereld het geval is? Indien het aantal menselijke zielen beperkt is, dan zou een grote toename van het aantal gereïncarneerden slechts verklaarbaar zijn door de beperking van het verblijf van een groot aantal van de menselijke ego’s in de niet-stoffelijke sferen.
Ik zou daar een ‘behalve’ aan toe willen voegen, namelijk, tenzij wij aannemen dat al het bezielde, wat op deze wereld leeft, een menselijk bewustzijn kan bereiken en als zodanig ook uit de lagere rijken zielen aan het mensdom kunnen worden toegevoegd. Waarom de wereldbevolking thans zo groot is? Op het ogenblik verkeert de wereld in een crisis, een toptoestand. Op het ogenblik is een juist beleving te vinden voor vele soorten van geesten. Verder, gezien de veelheid van mogelijkheden en de top die technisch bereikt wordt in deze periode, zal menige ziel juist hierin een reden kunnen vinden het geestelijk bewustzijn verder te ontwikkelen en uit te breiden door deel te hebben aan een stoffelijke toestand die niet meer gebaseerd is op zuiver persoonlijk leven, maar die een leven binnen een maatschappelijk organisme en bovendien in de stof en materie ten dele beheersend organisme doet plaats vinden. Hieruit volgt, dat eenieder, die de beheersing over de stof als een noodzaak gevoelt, juist in een periode als deze ter aarde zal komen. Maar ook degenen, die de overwinning op de materie en dus het vinden van geestelijk Licht uit een stoffelijk complex geheel als behoefte gevoelt, evenzeer zal incarneren. Dat houdt in, dat in de huidige periode dus zowel de hogere als de lagere klassen van bewustzijn, meer dan normaal reden hebben tot incarneren. Over het algemeen wordt een dergelijke periode beëindigd door hetzij een stabilisatie van bestaande toestanden, die een afname van bevolking met zich meebrengt, dan wel een vernietiging van de thans bestaande wereld, waarbij evenmin dus grote impulsen tot incarnatie voor vele sferen aanwezig blijven.
De wetenschap van heden stelt zich nog steeds op het standpunt dat de mens zich ontwikkeld heeft uit het dierenrijk. Max Heindel verklaart dat de aap een achtergebleven mens is. Wat is juist?
Ik voel mij haast geneigd om hier onze vriend Henri te citeren: zeg vooral niet tegen een aap, dat de mensen van hem afstammen, dan wordt hij woest…… De apen, de antropoïden, zijn mensachtigen, maar een splitsingstak. Mensen en apen, zoals thans bekend, hebben wel gemeenschappelijke voorvaderen, maar zijn in verschillende ontwikkelingen gebleven en wel doordat de voorvaders van de mens een tijdlang zich op de vlakte hebben bewogen – dat is tegenwoordig nog zo’n term, bijzondere leperds noemen ze nog “jongens van de vlakte” -. Zo zou je kunnen zeggen dat degenen die de gevaren van het oerbos ontliepen door zich op de vrijere plaatsen te bewegen eigenlijk de verstandigsten waren, maar gelijktijdig onder zeer zware condities leefden, zwaardere dan in het oerwoud bestonden. Hierdoor een geboorteselectie, die op de duur een mensachtig voertuig tot stand deed komen. Daarna het intreden, incarneren, van juist deze mogelijkheden verlangende geesten. Hierbij is het Darwinistisch standpunt dus tot op zekere hoogte wel te aanvaarden. Darwin houdt echter m.i. te weinig rekening met de sprongmutaties door van buiten af optredende plotselinge veranderingen van omstandigheden, zoals een wolk van ijverige radioactiviteit grote veranderingen in rassen kan doen plaats vinden, die erfelijk voor de komende tijd gehandhaafd blijven, zo kan een plotselinge uitbarsting van de zon bv. op aarde een reeks van sprongmutaties teweeg brengen.
Op een dergelijke wijze hoeven wij dus niet te rekenen met een sluitende reeks van tussentrappen, maar kunnen wij rekenen met enkele geslachten met onvolledige veranderingen, waarna een totaal nieuw type haast automatisch optreedt. Daarbuiten is de ontwikkelingsleer van Darwin nog niet zo dwaas. Er kan worden gezegd: dat, indien de mens door alle rijken heen zijn stoffelijke oorsprong na wil gaan, hij die ongetwijfeld zal vinden in de eerste ten dele onafhankelijk bestaande proteïnen, die zich in de eerste wereldzeeën vormden en bewogen. En van daaruit via de eencelligen. De aap is geen achtergebleven mens, want er waren nog geen mensen toen die splitsing plaats vond. De mens is ook geen verwaande aap, behalve in sommige omstandigheden, maar dat heeft niets met zijn afkomst te doen. Er is dus op een gegeven ogenblik een splitsing in de ontwikkeling gekomen, waaruit aan de ene kant de antropoïde rassen zijn voortgekomen, met beperktere mogelijkheden door een verminderde selectiviteit van de levensomstandigheden en aan de andere kant verschillende rassen, die gezamenlijk de voormenselijke periode uitmaken en waaruit verschillende menselijke rassen voortkomen met nog zeer verschillende kentekenen en lichaamsbouw, waaruit zich uiteindelijk een mengras distilleert, dat wij kennen als de oermens.
Kunt u een verklaring geven omtrent micro-fysionomie?
Kan wel. Het menselijk gelaat en het gehele menselijke lichaam heeft een zogenaamd grote uitdrukkingsreeks. Deze bestaat in bepaalde gebaren, kentekenen, houdingen, die een uitdrukking zijn van innerlijke waarden. Zo kan heel vaak uit een gebaar afgelezen worden in hoeverre een bepaald woord oprecht wordt gesproken. Men kan vaak daardoor bemerken wat de achtergronden zijn. Nu zijn dit echter grote en grove tekens. Zij zijn dus gemakkelijk te vervalsen. Wij krijgen dan te maken met het acteertalent, waarbij bepaalde gelaats- en lichaamshoudingen een zekere indruk bij de toeschouwer moeten wekken. Echter, er zijn er ook vele kleine, haast onzichtbare tekens, die evenzeer uitdrukking geven aan de innerlijke toestand van de mens, ja, wat meer is aan zijn gezondheidstoestand, zijn geloof, zijn reactie, vaak ook aan zijn voorgeschiedenis en zelfs tekenen, die een bepaalde verdere ontwikkeling doen verwachten. Het zijn deze waarden die wij hier als micro-fysionomie, of fysiognomie dus, kunnen beschouwen. Het is dus een gevoelig zijn en een weten omtrent de kleine tekenen van het menselijk lichaam en gedrag, die het mogelijk maken een diagnose te stellen omtrent innerlijk, gezondheidstoestand, verleden en mogelijke toekomst. Het combineren van deze kleine waarden is een zeer goede methode om de mensen beter te kennen en juister te waarderen. Delen van dit geheel worden reeds op het ogenblik vaak ook onder even geleerde namen gebruikt o.a. om diagnoses te vergemakkelijken door het beschouwen van de iris van het oog, onderzoek van huid en huidporiën enz. om daar bepaalde lichaamstoestanden uit te concluderen, een onderzoeken van de lijnen van schedelbouw, maar ook heel vaak de plaatsing van beharing. Verder houdt men zich dan ook nog bezig met afdrukken van handen en voeten, waarin ook velerlei gelezen kan worden. Wij zouden zeggen, dat dit slechts een klein deel is van het geheel en dat men dus bij micro-fysionomie een onmiddellijke indruk krijgt door een haast onbewust waarnemen van zeer kleine tekens, waarbij dus een juist beeld ontstaat en bij verdere observatie door het waarnemen van het onderling verband van deze kleine tekens een zeer juist beeld van een persoonlijkheid gewonnen kan worden.
Vroeger werd er ook bij mensen aan de hand van tekens iets gevonden. Houdt dit hiermee verband? Handlijnkunde?
Dat staat er ook mee in verband. Maar handlijnkunde vraagt wel een interpretatie i.v.m. andere kentekenen. Het is niet zo dat in de hand het leven helemaal geschreven staat, maar er is wel een uitdrukking voor de veranderingen in de persoonlijkheid, zodat het wezen van heden meestal wel ongeveer in de handlijn is uitgedrukt en daarbij dus ook aan de hand van komende lijntjes en plooiingen een indruk kan worden gewonnen betreffende mogelijke toekomstige of achter de mens reeds liggende gebeurtenissen. Ik wil er nog bijvoegen dat iemand die zich met dactyloscopie bezig houdt – vingerafdrukken nemen en ontwikkelen en zo – wanneer hij wil studeren ook zal ontdekken, dat bepaalde wervelingen van de lijnen, vooral bij de duimen, ook weer in verband kunnen worden gebracht met karaktereigenschappen. Het lichaam drukt dus zijn eigenschappen, capaciteiten, belevingen, gedachtesfeer en toestand in veel kleine tekenen uit. Handlijnkunde is maar één deel ervan en dat soms tot misbruiken aanleiding geeft.
Is het het geestelijk wezen die deze impressies maakt?
Even technisch worden. Regelmatig worden in het lichaam cellen opgebouwd en vervangen. De plaatsing van die cellen is echter niet volledig gelijk aan die van de cel die even voordien werd afgebroken. Dientengevolge verandert dus de feitelijke structuur van het lichaam regelmatig en geregeld. De bouw van de nieuwe cellen wordt mede beïnvloed door de toevoer van bepaalde extracten aan het lichaam, evenals bepaalde afscheidingen in het lichaam. Verder hebben zenuwspanningen van de beide zenuwstelsels hierop ook een invloed. Door al deze stoffelijke waarden echter kan ook de geest een uitdrukking van haar persoonlijkheid in de stof verkrijgen. Als zodanig wordt, langs zuiver mechanische weg, een deel van het geestelijke bewustzijn mede in het lichaam uitgedrukt en wel in overeenstemming met de toestanden, eventueel afwijkingen, die in het lichaam ook reeds bestaan.
De veranderingen in de hand vindt dus plaats wanneer de geest bezig is te veranderen, of er eventueel veranderingen komen?
Dit is mogelijk. Het lichaam vernieuwt zich maar eens in de 7 jaar. Dit is niet helemaal waar. U kunt niet zeggen: nu ben ik 7 jaar ouder, nu ben ik weer helemaal nieuw…… In feite is het zo, dat die verandering langzaam gaat. In de handlijn komt dat niet onmiddellijk tot uiting, maar op de duur met het gebruik dat van de hand wordt gemaakt, de manier, waarop men die hand beweegt, draagt ook tot een vorming en vervorming van die lijnen bij. Je kunt niet zeggen dat het altijd volkomen bij is, wat de geestelijke invloeden betreft. Maar wel over het algemeen een juiste uitdrukking van de basis van de stoffelijke mogelijkheden.
Is de vingerafdruk voor herkenning dan afdoende?
Zij is niet afdoende, ofschoon zij zich niet zo sterk wijzigt als bepaalde andere lijnen van het lichaam – om de reden dat een huidpatroon over het algemeen in de eerste plaats een uitdrukking is van erfelijke eigenschappen, omdat er zoveel variatiemogelijkheden zijn en de waarde van wervelingen niet altijd inhouden een juist gelijke lijnental en een juist gelijke krommingshoek bv. – is het dus wel mogelijk om een redelijke identificatie aan de hand van vingerafdrukken te verkrijgen. Men kan echter niet beweren dat duplicatie van vingerafdrukken bij verschillende individuen niet mogelijk is. Integendeel, er zijn thans enkele gevallen bekend, waarbij de afwijking zo ondergeschikt was, één lijntje, dat volgens de bekende systemen de vingerafdrukken moesten worden beschouwd als van één identiek persoon.
Is het niet zo, dat men ook niet dezelfde handpalmen krijgt, dezelfde handlijnen?
Wanneer mensen leven onder gelijke condities met gelijke erfelijke waarden, met een ongeveer gelijke reeks van gevoelsbelevingen, zullen hun handpalmen een gelijk beeld geven, ongeveer.
Nee, ik bedoel, als u weer zou incarneren, krijgt u dan weer dezelfde handpalm als u in een vorig leven had?
Nee, dat zou net zijn, alsof het vorige leven wegens enorm succes nog eens verlengd zou worden. Nee. Dan krijg ik aan de hand van de hand van de nieuwe erfelijkheid en grondeigenschappen in de prenatale periode in het lichaam vastgelegd, dan krijg ik een reeks van bepaalde primaire handlijnen. Naarmate ik leef, ontwikkelen zij zich en – zou ik nog terugkeren – dan hoop ik toch dat het een beetje verschilt van wat ik de vorige keer heb gehad.
Kunt u een voorbeeld geven van woordloos lering verspreiden?
Hebt u wel eens iemand bezig gezien met het plakken van een fietsband? Als u goed kijkt dan weet u hoe u het moet doen. Dat is woordloos lering verspreiden. Hebt u wel eens ergens gezeten in een omgeving, waardoor in u bepaalde gedachten opkwamen? Bv. door een zonsondergang? Dan ontvangt u ook woordloze lering. Ontwikkel het nu nog één stap verder en zeg dat een mens als het ware met een groot telepathisch vermogen u een deel van zijn gedachten kan doen aanvoelen, zonder dat u het precies begrijpt, dan maakt u iets mee, u ervaart iets, uw houding tegenover de wereld wijzigt zich en wel in overeenstemming met hetgeen de ander u laat aanvoelen. Dan heeft deze ook woordloze lering verspreid. Wanneer dus een geest in staat is zijn weten, zijn denken, zijn geloven op u af te drukken, zij het ook nog zo flauw, dan zal, wanneer dit voor u betekent een ander inzicht in uw leven in een bepaalde situatie daarvan, wederom woordloos lering verspreid.
Kan het ook zijn, dat door je levenshouding je anderen een les geeft?
Als iemand je voldoende gadeslaat wel. Door je levensweg kun je alleen een les zijn voor degenen die in staat zijn die levenshouding ook werkelijk te zien en te bevatten. Wanneer je op de juiste manier handelt, geef je anderen al een lesje.
Wanneer ik u goed begrijp, moet men dus het negatieve van het leven maar eens vergeten. Dit is toch waardeloos?
Leer uit je fouten, vergeet je fouten, maar niet wat je geleerd hebt. Dat geldt voor je zorgen, je leed en je alles. Vergeet de dingen zelf, maar onthoudt wat je geleerd hebt. Dat is de enige manier om werkelijk positief en goed te leven. Hoe meer je leeft in het verleden, hoe minder je in het heden tot stand brengt.
Komt de ziel in het lichaam bij de eerste ademhaling?
Ik zou kunnen verwijzen naar ongeveer 70 verschillende verslagen, waarin dit behandeld werd. Kort: de ziel treedt in het lichaam a.h.w. op het ogenblik van de conceptie, in die zin, dat een vereenzelviging met het reeds wordende lichaam plaats vindt, een keuze waarbij steeds meer ziel en ook geest dus gezamenlijk daarin leven, tot uiteindelijk in de vierde maand ongeveer gesproken kan worden van een redelijke bezieling. Daarna is de geest nog vrij om zich buiten het lichaam te bewegen tot ongeveer de 6de of 7de maand, waarin een absolute eenwording met het lichaam plaats vindt en vanaf dat ogenblik de geest niet meer ervaart op zelfstandige wijze, maar nog slechts door middel van die indrukken, die via de moeder worden verworven, binnen het lichaam dus.
Wat is uw mening over de Anti Atoombom Actie?
Och, laat ik zeggen, dat ik het een waardig streven vind. Alleen, wat haalt het uit? Die acties zijn in zoverre goed, dat zij steeds de mensen met de neus op de feiten kunnen drukken. Maar in de praktijk zou het noodzakelijk zijn om de staatslieden van iets te overtuigen wat zij niet willen geloven. Gelooft u mij nu maar, dat dit heel erg moeilijk is. Zij willen nl. niet geloven, dat dergelijke dingen zo schadelijk zijn, dat het beter is ze na te laten. Zij willen liever een machtsmiddel niet prijs geven.
Is dat nu een soort bekrompenheid, of ongeloof?
Er is een hele hoop gezegd en geschreven over het feit, dat het roken van tabakswaren enz. aanleiding kan zijn tot longkanker. Er zijn een hoop dokters die het onderschreven hebben, maar er zijn er heel weinig die het roken erbij gelaten hebben.
Het is misschien wel goed dat het nog eens herhaald wordt.
Het is een kwestie van verontreiniging. Maar ik wil u weer verwijzen naar hetgeen wij daar vroeger omtrent gezegd hebben. De longkanker wordt minstens evenzeer veroorzaakt door de verontreiniging van de lucht van de steden als door het roken. Tenminste evenzeer.
Is het opwekken van Kundalini, het slangenvuur volgens yogamethode gevaarlijk voor een westerling?
Voor de doorsnee westerling wel. Maar ik wil er uitdrukkelijk bij zeggen, dat het niet gevaarlijk is voor de westerling die in staat is van te voren een voldoende scholing door te maken en ook te komen tot een redelijke lichaams- en gedachtebeheersing, dit slechts doet onder leiding van een goed meester, die niet slechts de lichamelijke yogapraktijken, maar ook de geestelijke weg van yoga volkomen meester is. Alle anderen zou ik het zeer sterk ontraden.
Er werd gezegd: “De Schepper slaapt. In Zijn slaap droomt Hij. Op het ogenblik, dat de Schepper ontwaakt, bestaat de schepping niet meer.” Later: De Hindoe gelooft dat na elke periode van de Schepping, wanneer een cyclus voleind is, al het geschapene wordt teruggenomen in de duistere schoot van het leven. Dit is dan de nacht van Brahman. De nacht waarin het Scheppend Principe Zich niet openbaart. Betekent “nacht” dus geen slaap, of rustperiode? Wat is de mening van de Orde over dit onderwerp?
Nacht betekent uitblussing van de Schepping, dus ontbreken van Licht en vanuit menselijk standpunt van bewustzijn. Omtrent het Goddelijke wordt hierbij niets bij bepaald, of gedefinieerd. Wel neemt men aan, dat Brahman zelf dus wordt vertegenwoordigd door Brahma, de figuur, de Schepper, die zelf geschapen zijnde, de schepping voortbrengt uit de kracht van Brahman. Er zit wel enig verschil aan vast. Wat onze eigen opinie betreft, wij geloven persoonlijk niet dat God onbewust droomt. Of God droomt of waakt kunnen wij niet bepalen. Wij zijn er echter van overtuigd, dat er sprake is van een bewuste, gewilde en geleide Schepping. Wij zijn geneigd aan te nemen, dat deze zich afspeelt binnen het Goddelijke, binnen de Kracht, die het Wezen Gods uitmaakt. Verder durven wij dus niet te definiëren, daar wij ons te zeer bewust zijn van onze eigen onvolkomenheid en wij niet door kunnen dringen tot het allergrootste geheim, dit erkennen van de wijze waarop het ook menselijk uitbaar is.
Hoe kan men het woord Tao het best omschrijven?
Dat wordt een kwestie van laveren. Tao is de Wet die niet slechts ligt in ons, maar in al het geschapene. Tao is dus de openbaring van het scheppende in het geschapene. Als zodanig is Tao tevens de Kracht, door de Wet Tao te beleven is men dus deel en heeft men deel aan de Kracht die uit het Goddelijke onmiddellijk voortkomt. Er zou dus kunnen worden gezegd dat Tao de Grote Kracht is, die weergegeven kan worden zijnde zon, op weten gebaseerd in materie, samen één Wezen en één Wet en gescheiden in uiting en mogelijkheid.
Het woord “Logos”, is dit hiermee identiek?
Nee, het is niet identiek, het is slechts een uitdrukking ervan. Het Woord impliceert het weten omtrent het Woord. Met andere woorden, Tao duidt het geheim aan, doet het geheim beleven. En openbaart het geheim binnen de mens, zonder dat de mens het geheim zelf hoeft te kennen. Het Woord echter betekent het kennen van een Innerlijk Geheim, waardoor bewust en volledig de Wetten gerealiseerd worden, niet als wet, maar als grondeigenschap van eigen wezen. Dit is het verschil.