Opstandelingen en fanatici

image_pdf

uit de cursus ‘De wereld en haar achtergronden’ (hoofdstuk 5) – februari 1987

Opstandelingen en fanatici.

We zijn op het ogenblik eigenlijk bezig met de drijfveren, de beweegredenen die de mensen ertoe brengen om op allerlei manieren te reageren. Ik zou deze keer willen spreken over opstandelingen en fanatici.

Dat er opstanden zijn geweest tot in een ver verleden zal u bekend zijn. Het drama van Spartacus wordt nog steeds herdacht. De Franse revolutie is aanleiding geworden tot heel veel romantiek die er nooit geweest is. Wanneer we denken aan de Duitse opstand als bv. de Bundesschuh of de communistische rebellie in Berlijn of in Nederland het Palingoproer, het Jordaanoproer, dan zeggen we: Ja, waar komt het eigenlijk uit voort? Want als je later ziet wat ze van zo’n revolutie maken dan is het allemaal erg idealistisch en het is buitengewoon, hoe moet ik het zeggen, verantwoord.

De Franse revolutie is het gevolg geweest van het werk van encyclopedisten en het ontstaan van de boekdrukkunst, waardoor steeds meer allerlei gegevens algemeen verbreid konden worden, zegt men. De werkelijkheid was een klein beetje anders. Het Frankrijk van die tijd was een derdewereldland, om niet te zeggen nog erger. De mensen op het platteland waren zoiets van lijfeigenen en slaven. Degenen die in de steden woonden en een beroep uitoefenden, waren voortdurend het slachtoffer van de eisen die de hogere standen stelden meestal zonder er iets anders dan onbeschoftheid tegenover te plaatsen. Het gistte dus al lang.

Er waren wel uitzonderingen. Bijvoorbeeld de Vendee. In de Vendee waren de mensen gewend om een beetje meer op voet van gelijkheid, zover dat in die tijd dan denkbaar was, om te gaan met de families die uiteindelijk hun eigenaren waren. Of moet ik zeggen hun heren waren. Maar altijd weer waren er mensen die geconfronteerd werden met uitbuiting, zowel door de kerk als door de edelen. Toen geloofde men eigenlijk nog wel in de koning. Het is ook opvallend dat de val van de koning en het onthoofden van Marie Antoinette later niet is voortgekomen uit het volk zelf. Dat is weer voortgekomen uit de Jacobijnengezelschappen die toen in feite de rechters en voor een deel ook de bewakers waren.

Als een mens in een situatie komt, waarbij hij geen enkele uitweg meer ziet, dan komt hij er toe alle euvelen ook de door hem zelf veroorzaakte, aan bepaalden mensen, instanties, instellingen te wijten. Hij ontleent eraan het recht al datgene wat die bewuste heren of leiders van hem eisen te zien als onrecht en zich daartegen te verzetten.

Opstanden van studenten bv. zijn absoluut altijd aanwezig geweest. We weten dat dat in Athene is gebeurd, waar de studenten in de Stoa een aantal filosofen een pak slaag hebben gegeven.

Wat Frankrijk betreft, in de cité waar de universiteit was, die werd eigenlijk beschouwd als een soort enclave waar de politie maar liever niet binnen kwam, die hadden dan wel een eigen ordedienst. Want de studenten waren ongezeglijke en gewelddadige heren, ook in die dagen.

Maar een volk dat opstandig is, is opstandig vanuit een noodzaak. Zolang je een volk brood en spelen geeft is het volgzaam. Je kunt heel rustig het Nederlandse volk tot 50% of meer van zijn inkomen feitelijk belasten, zoals op het ogenblik het geval is. De meesten vinden het wel vervelend en jammer, maar nou ja dan doe je maar net of je meer wilt verdienen en dan krijg je wat meer en de Staat houdt er dan meer aan over. Uiteindelijk legt de baas het op de producten, dus je betaalt weer meer. Maar daar denk je niet over na, de getallen stijgen dus het gaat wel goed.

Bovendien heb je je vermaak, je hebt de radio die de hele dag muziek kwijlt, je hebt de tv die een voortdurend geestelijke verstarring veroorzaakt voor ieder die er voor gaat zitten. Dan heb je nog de bioscoop, je hebt de disco’s waar je verdoofd kunt raken door lichtshow en muziek. Er is van alles. De mensen hebben dus eigenlijk geen reden om werkelijk opstandig te zijn.

Degenen die niets hebben of die niet kunnen zijn wat ze willen, natuurlijk, die zijn wel een beetje opstandig. Maar dat neemt dan toch niet die groteske vormen aan, die je bij een revolutie ziet. De achtergrond is altijd angst, dat je jezelf niet meer in stand kunt houden. Het is gewoon de drang om zichzelf in stand te houden en te continueren, die de basis drijfveer is voor alle grote revoluties en opstanden. Alles wat de grote heren er altijd tegenover stellen is dan de dreiging van buitenaf, in de hoop dat alles nu aan de tegenstander wordt geweten en niet aan henzelf. Dus wat dat betreft is het nogal eenvoudig.

Opstandigen zijn altijd degenen, die zichzelf op geen enkele manier kunnen waarmaken en ook niet de middelen hebben of de mogelijkheden hebben om te leven zoals dat volgens de gangbare begrippen dan toch wel redelijk genoemd kan worden. In dat verband moet je bv. denken aan Zuid-Afrika. Dat de kleurlingen opstandig zijn, dat heeft heus niet alleen te maken met verschillende kwaliteiten van onderwijs of dat soort dingen. Het heeft eigenlijk niet eens veel te maken met de apartheid. Het heeft gewoon te maken met het feit, dat de mensen die in Zuid-Afrika zelf wonen en dus niet in het z.g. thuisland als Transkei e.d. leven onder omstandigheden, die zelfs voor hen eigenlijk niet geheel aanvaardbaar zijn en die zeker wanneer ze een vergelijk maken met de blanken, hen het idee geven dat hetgeen hen toekomt hen onthouden wordt.

In de bedrijven zien ze dat een blanke arbeider, die hetzelfde presteert, tenminste twee soms driemaal zoveel verdient als een kleurling. Ook dat zet kwaad bloed. Toch is die opstand eigenlijk pas goed op gang gekomen toen men begon om eenvoudig maar de eigen opzet van de gemeenschappen uit te wissen. Verschillende stromingen werden bij elkaar gebracht in kampen. Zo zou je ze kunnen noemen. Woonwijken heet het dan of enclaves. Daar moesten ze samenleven. Maar ze hadden andere gewoonten, andere opvattingen.

Er ontstond strijd. Die strijd werd gedoogd. Dat vond men niet erg. In het stadion mochten ze hun eigen oorlogsdansen en andere rituelen voltrekken onder het welwillend oog van de betalende blanke toeschouwer. Maar toen ze met elkaar in strijd kwamen, waren er mensen die hoorden nergens meer bij. Zij werden de eigenlijke gangsters. Er zijn er nogal wat in Zuid-Afrika in die verschillende woonwijken, die dus alles deden wat de wet verboden had en die voor roof en handel in allerlei zaken, mishandeling, moord, diefstal gewoon niet terugschrokken.

Die mensen achtervolgen echter betekende weer een aantasting van het eigen stamverband. Daardoor kregen deze mensen, die op zich terecht vervolgd werden, heel veel medestanders. Dat was voor de blanke politie en voor de gekleurde politie niet bepaald prettig. Dus grepen ze steeds harder in en dus werd door dit geweld het aantal aanhangers van deze gewelddadige groepen steeds groter.

Nu zult u zeggen: ja, maar waren er dan geen idealen? Ja, idealen spelen een rol. Maar een ideaal speelt vreemd genoeg pas een rol als er een reden is om naar een verandering te streven. Communisme in Nederland is denkbaar. Natuurlijk. Maar het blijft ergens toch een soort salon communisme. Het houdt geen rekening met een maatschappij volgens de werkelijk strakke Leninistische Marxistische ordening. Men gaat er alleen van uit: wij moeten het gemeenschappelijk hebben en regelen en we spreken ontzettend veel over de rechten die wij en anderen zouden moeten hebben. Maar we vragen ons niet af op welke manier we dat ooit kunnen waarmaken. Dus dat is eigenlijk geen echt communisme, neem me niet kwalijk dat ik het zeg.

In Frankrijk is het een beetje anders. Frankrijk heeft met zijn revolutie en zijn drijfveren een aantal mensen naar voren gebracht die gingen denken dat de idee belangrijker is dan de mens. In het communisme in Frankrijk vinden we een typisch Franse vorm van Marxisme, gebaseerd op vakbonden en in feite gebaseerd op de beheersing van de arbeidsmarkt en daardoor indirect beïnvloeding van een regering, die men overigens voor zichzelf in feite niet eens begeert, al doet men alsof.

Er zijn in dergelijke kringen altijd fanaten. Mensen die maar één denkbeeld hebben en daar niet vanaf willen wijken. Als ik aan Frankrijk denk, denk ik aan de Barboesses, de mensen die in Noord-Afrika hadden geleefd en die nu ineens doordat het een eigen nationaliteit kreeg a.h.w. in Frankrijk werden teruggedreven. Ze voelden zich verraden en verkocht. Zij wilden hun vorm van maatschappij even graag verdedigen als op het ogenblik de blanken in Kaapstad en omgeving dat voor zichzelf doen.

En wie waren hun vijanden? Ja, dat waren toch uiteindelijk ook de mensen die in de regering zaten. Ze konden wel niet anders, want anders hadden ze internationaal helemaal last gekregen. Maar dat werd niet overwogen. Dat je niet een volk kunt gaan uitmoorden om de rechten van een betrekkelijk kleine minderheid te handhaven, dat drong niet tot hen door. Hun recht was aangetast. Het werd een groep terroristen al lang voordat er sprake was van het Rote Armee Fraktion enz. enz. Lang voordat er sprake was van de terreur in de straten met uitzondering misschien van Noord-Ierland.

Ze hebben moordaanslagen gepleegd. Ze hebben ministers vermoord, aanslagen gedaan op staatshoofden. Ze hebben hele huizen laten exploderen omdat daar toevallig bv. Algerijnen woonden. Deze mensen hadden gewoon geen ander denkbeeld. Ze moesten hun recht hebben en ten koste van alles zou men ze terug willen onder gelijke omstandigheden. Zelfs toen ze beseften, dat dat niet meer mogelijk zou zijn, wilden ze zich wreken op degenen die daaraan schuldig waren.

U zult zeggen die fanatici, zijn dat geen mensen meer? 0 ja. Ze waren zeer menselijk. Ze hadden meegevoel en medeleven. Diezelfde mensen, die heel rustig (bv. in een Quartier Latin is het al gebeurd) in Parijs een vijftal huizen opbliezen met kneedbommen, gaven zich wel de moeite om een paar kinderen te redden met eigen levensgevaar, toen ze ontdekten dat ze daar in de buurt speelden, het waren toch Algerijnse kinderen. Het is een beetje wonderlijk, wij kunnen ons dat alles niet zo voorstellen.

Als we bv. denken aan de Inquisitie dan zien we alleen maar de strenge rechters, die onder pijnlijke ondervraging proberen de ziel te redden van de schuldige, die ze dan gelijktijdig voor zijn leven lang verminken of ter dood veroordelen. Dat die mensen dachten dat ze goed deden, dat is eenvoudig de mensen niet bij te brengen. Maar de fanaticus ziet dat als noodzaak. Dat redden van de ziel, dat was het belangrijke. Al het andere kwam er niet op aan. Daar moest je al het andere aan opofferen.

Fanatici, ook bv. de mensen die voor de uitroeiing van de joden in een groot deel van Europa, althans het merendeel van hen, aansprakelijk zijn, worden beschouwd als onmensen, sadisten. Het merendeel van hen was niet zo, maar het waren fanatici. Hen was ingeprent dat er maar één ding goed was en dat was alles wat de Führer zei volledig en juist volbrengen. Als dat betekende, dat er zoveel doden moesten vallen, dan moesten er zoveel doden vallen. Maar zij waren nu eenmaal het slachtoffer.

De inquisitor die medelijden had, die misschien tranen stortte om het lijden van degene die hij martelde, hield niet op met martelen. De kampbewaarders waren lang niet allemaal misdadigers. Het waren heel vaak heel gezellige huisvaders, die veel liever naar een bierfeest gingen dan naar een uitroeiingskamp, maar het was nu eenmaal hun taak, dan moesten ze dat doen. Het stond in de boeken. Het waren de regels.

Als we bv. kijken naar wat er gebeurd is in Rusland, dan zien we ook weer precies hetzelfde. Zeker, er was een revolutie. Die revolutie was in feite ontstaan omdat de oorlog onmogelijke eisen stelde. Dat is in het begin geweest. De eerste opstand is voortgekomen uit de soldaten. Ook wanneer de eerste opstandige daad, waar veel over gesproken wordt, dan door de marine tot stand werd gebracht. Het volk dat protesteerde werd neergeschoten en neer geknuppeld. Dat volk had niets meer te eten. De edelen hadden nog dezelfde feesten en gaven nog hun grote opdrachten aan de juweliers en de kleermakers. Het gewone volk kon soms geen brood meer krijgen, ook in de grote steden. Dat was de revolutie.

Toen probeerde men er wat aan te doen en toen kwam er de Doema, een praatcollege, waarbij men voortdurend bezig was te redeneren over datgene, wat men misschien het volk nog rechtens toestond. Maar er gebeurde niets. Het volk leed honger. Het volk zag mensen van kou en honger dag in dag uit creperen. Het volk zag dat de paleizen nog steeds vol lichten waren en dat de genodigden zich daar te buiten gingen aan de meest kostbare heerlijkheden die van buitenaf werden geïmporteerd zelfs.

Toen kwamen er een aantal mensen die dan Marxisten waren. Ze dachten aan een andere samenleving. Een van hen, u weet het allemaal, Lenin, de naam die hij zelf gekozen heeft, was een redenaar die anderen wist te overtuigen. Hij beloofde hen een wereld die steeds beter zou worden. Zo ontstond de werkelijke revolutie. Want tot de komst van Lenin was er nog geen sprake van een werkelijk georganiseerd geheel,

En wat deed Lenin? Hij nam de mensen die hij bekeerd had, die hij met een heilig vuur had bezield en zette ze in treinen, praktisch de enige treinen die nog liepen in die tijd. Hij stuurde ze naar de buitengewesten als een legertje. Zo werd er een oorlog gevoerd, die overigens nog een jaar of vier á vijf heeft geduurd met o.a. troepen van Kozakken, van gevluchte wit Russen uit verschillende garnizoenen die overrompeld waren en die voortdurend op het platteland oorlog voerden. Toen was dat voorbij. Maar intussen had je de mensen geleerd, dat de heiligheid van de leer ook lag in het vermogen om anderen te vermoorden.

Zo krijgen we dan de kwestie van de boeren. De boeren werden oorspronkelijk niet gecollectiviseerd, helemaal niet. Ze moesten alleen maar de grondstoffen leveren, waardoor de steden konden beginnen aan de volgens het systeem hoog noodzakelijke industrialisatie. De boeren, vooral de rijkere boeren, hadden daar geen zin in. Want ze kregen niets meer voor hun producten. Er werden troepen op af gestuurd om bij al die rijke boeren, de Koelakken, dan maar eens alles weg te halen. Maar zij verborgen het. Of ze produceerden niet meer. En dat was te erg.

In het jaar 1928 zijn er ongeveer 140.000 boeren, eigenaars, omgebracht in geheel Rusland, maar het merendeel daarvan in de Oekraïne.

De fanatici zien niet was ze doen. Ze zien alleen maar het beeld voor ogen, dat het waar kan worden, het ideaal. Ze zijn bereid iedereen en alles daaraan op te offeren en alles wat in de weg komt moet worden weggevaagd.

De beweegredenen van de mens, de achtergronden van het wereldgebeuren zijn soms misschien moeilijk te begrijpen. Heel vaak zie je eigenlijk dat kleine dingen een aanleiding zijn. U heeft allemaal wel gehoord van de Boston Teaparty. Wat was het geval? Engeland was de feitelijke heerser niet alleen over Canada, maar ook over een groot gedeelte van wat tegenwoordig de Oostelijke Verenigde staten genoemd zou kunnen worden. Aangezien Engeland zelf natuurlijk beter wilde worden van zijn koloniën en daar veel werd geïmporteerd, werden er enorm hoge omzetbelastingen geheven. Tenminste voor die tijd.

U zou er niet eens van opkijken, u zou zeggen: nou ja, als je de btw en de omzetbelasting en dergelijke allemaal bij elkaar rekent dan is het ook zo veel. Maar toen was het ondenkbaar. Toen kwamen er op een keer een paar schepen aan en de mensen die ontevreden waren die besloten er wat aan te doen. Ze hebben die schepen overrompeld en de lading bedorven door ze in zee te gooien. De Engelsen vonden dat ze op moesten treden, hun gezag moesten handhaven en zo ontstond in feite de Amerikaanse revolutie.

Die mensen hadden eigenlijk geen enkel ideaal voor ogen. Het ging er gewoon om, om goed en gezellig te leven op hun manier en zonder ingrijpen van anderen. Maar toen men probeerde hen uit te buiten konden ze dat niet hebben. Elke aanval op de mensen, die dat gedaan hadden, werd gezien als een aanval op het volk. Ja maar, je moet van mijn vrienden afblijven. Voor je het wist waren er inderdaad burgerlegertjes ontstaan. Sommige langzaam maar zeker wat beter geschoold, die in samenwerking vooral met trappers dus de mensen die van de jacht leefden en vaak ook indianenstammen waarmee men bevriend was, naar de oorlog voerden. Ze hebben het uiteindelijk gewonnen.

Op het ogenblik leest men nog met vreugde the declaration of independence. Er zijn heel wat schoolkinderen in de Verenigde Staten die het letterlijk kunnen opzeggen. Maar in feite is het gewoon door een aantal welgestelde heren samen opgesteld. Een van hen was een goed stylist, een ander van hen was een goed advocaat. Dat wel. Ze hebben het gewoon in elkaar gedraaid. Ze hebben gezegd: “Dat is nu de basis van onze samenleving”. De Amerikanen geloven het nog steeds. Het is niet zo, maar ze geloven het.

Als er dan mensen in verweer komen, dan kan men zich dat bijna niet indenken.

Denkt u eens aan de mars naar Washington van de negers, die voor stemrecht en voor gelijke rechten opkwamen. Wat zijn ze niet mishandeld. Wat zijn ze niet vervolgd. En alleen omdat ze een leider hadden die zei, maar je moet je niet verzetten, kon men er weinig tegen doen. Als ze hadden teruggeslagen was het hele negerverzet neer geknuppeld. Dan waren de negers nog steeds de derde klas burgers, die ze voor die tijd ook waren. Maar nu was het in de pers, alle aandacht was erop gericht. Vooral in het Noorden waar men de neger ook niet goed behandelde, daar woonde hij in de slums, zei men: ja maar, dat gaat niet, wat ze daar nu doen is veel te erg. Zich niet realiserend, dat mensen in krotten laten verhongeren zoals vaak voorkwam al evenmin terecht is.

Zo hebben de negers dan hun recht gekregen. Eigenlijk door het schuldbewustzijn van mensen, die zelf niet wisten wat ze anderen aandoen, nog steeds.

Wanneer we bezig zijn met de achtergronden van de historie dan moeten we in de wereld heel goed begrijpen, dat dergelijke tendensen heersen. Voor een deel zijn ze te verklaren, we hebben bv. de vernietigingsdrang van de lemmingen. We weten, dat deze ontstaan als de bevolkingsdichtheid in het gebied is toegenomen, zodanig dat eigenlijk de eigen jacht niet meer helemaal mogelijk is. Dan begint een trek naar andere oorden. Het is helemaal niet de bedoeling om zich te verdrinken of zelfmoord te plegen. Maar het instinkt zegt er moet ergens nog een groene wereld zijn en daar is misschien ruimte.

Ze willen gaan koloniseren en iedereen die er mee in aanraking komt gaat mee. Degenen die achterblijven en het zien, zeggen uiteindelijk: als iedereen ernaar toe gaat dan moet het toch wel de moeite waard zijn en zij gaan erachteraan.

Zo gaat het met mensen nu ook. Wanneer iemand een ideaal verkondigt en zegt: Dat is de oplossing en hij krijgt voldoende mensen mee, dan heb je ook de meelopers. Hoe meer meelopers er zijn, hoe meer mensen staan te kijken en zeggen: Ja, als iedereen nou die kant uitgaat, dan moet ik toch ook maar meegaan het zal de moeite wel waard zijn. De gevolgen daarvan zijn onoverzichtelijk. Voor een lemming is het eenvoudig, ze verdrinken. Daardoor en omdat er altijd wel moeders met kleinen e.d. achterblijven, is er een lange tijd weer de mogelijkheid om uit te breiden en het jachtgebied in stand te houden. Maar bij mensen is het anders.

De mensen hebben die zelfvernietigingsdrang wel degelijk, maar niet in de zin van zichzelf vernietigen. In feite zijn ze er voortdurend op gericht om al wat hun denkbeelden en hun behoeften in de weg staat, uit de weg te ruimen. Dan zeggen ze: Ja maar, dat kunnen we toch zo niet doen. Maar dan hebben we een ideaal. God wil het. Natuurlijk, we hebben het al eerder gezegd. Of, ja, maar, dit is ons democratisch recht. Of dit is noodzakelijk voor de bevrijding van het volk. Of, dat is de enige manier om weer terug te keren tot normale, geordende verhoudingen. Dan zult u zeggen: Dat klinkt allemaal wel aardig, maar wat heb ik eraan.

Hebt u weleens te maken gehad met mensen, die in een bepaald ding heel erg sterk geloven. Praat bv. eens met een Jehova getuige. U zult ontdekken, dat het een over het algemeen goed bedoelend, zij het soms wat zelfgerechtigd mens is. Maar hij is niet in staat iets te horen, dat zijn eigen zekerheid aantast. Hij reeft een bepaald beeld van zichzelf en de wereld voor ogen en niets kan hem ervan af brengen.

Wat is nu het verschil tussen die Jehova getuige en een generaal die ergens zit te vertellen, dat we de bewapening moeten opvoeren en dat we uiteindelijk bereid moeten zijn om desnoods het risico te lopen, dat de hele wereld vernietigd wordt, want dat is de enige manier waarop we onze vrijheid kunnen handhaven. Mooie vrijheid, poef, dan zit je in de andere wereld! Nou dan ben je vrij. Natuurlijk. Maar of dat het nou is wat ze bedoelen.

Dit is een groot probleem in Rusland op het ogenblik, aan de ene kant is men bezig met een heel voorzichtige liberalisatie, maar aan de andere kant zijn er heel veel heren, die hun eigen positie eigenlijk te danken hebben aan hun trouw aan de oude regels en de oude opzet. Dat is hun dogma. We kunnen niet eens begrijpen, dat het andere ook wel een symbool kan zijn. En dan vallen er hoofden.

Er zijn pas weer een paar hoofden gevallen in China. Nou ja, hoofden gevallen, er zijn een paar belangrijke mensen eenvoudig verwijderd. Waarom. Omdat de studenten datgene deden, wat volgens de regels die toen gesteld werden eindelijk kon, namelijk protesteren. Vragen om inspraak. Maar volgens de oude regels kon dat niet, want de Partij is alles en de Partij weet alles. Als de Partij niet meer alles weet komt de onwetendheid van menige partijbons plotseling in een schril daglicht te staan en dat kan niet. Dan moeten er hoofden rollen.

Het is in de hele wereld altijd door zo geweest. De grote moeilijkheid is geloof ik, dat de meeste mensen niet in staat zijn te beseffen, dat alles meerdere kanten heeft. Niet slechts één kant, maar werkelijk meerdere. Je kunt bij wijze van spreken een systeem nemen en alleen door de as van zijn congruentie een beetje te veranderen t.a.v. andere zaken, niet 2 maar zelfs 6 varianten tevoorschijn te toveren, die allen precies uit dezelfde materialen bestaan, die in feite dezelfde structuur hebben, maar die in hun werking en invloed op de mens anders zijn.

Wanneer we spreken over verdraagzaamheid dan zijn er heel veel mensen die zeggen Ja, ja, ja, ja. Maar hoe kun je nou nog verdraagzaam zijn in een tijd dat …. En dan komen de misdadigheid, de onveiligheid op straat en het verkeersgeweld en al die dingen meer, ter sprake. Dan zeg ik: Ja maar, daar moet je ook niet verdraagzaam tegenover zijn, maar je moet begrijpen, dat mensen gemotiveerd kunnen worden op een andere manier. Je moet begrijpen dat alles wat in de hele historie van de mensheid zo’n grote rol heeft gespeeld, niet ineens uitgewist kan worden. Dat de neiging van de mens om zichzelf ten koste van alles te laten gelden, niet alleen maar een psychische kwestie is. Het is een ingeschapen dwang, die bovendien ook door incarnatie-effecten meestal versterkt worden.

De verdraagzaamheid doet je beseffen, dat aan elke handeling verschillende aspecten vastzitten. Dat elke mens op zijn eigen manier wel degelijk probeert toch waar of waardig te zijn, zich te tonen als iemand die ook meetelt, aan de andere kant zie je dan, dat de manier waarop je het doet voor jou onaanvaardbaar is. Dan kun je daardoor proberen de situatie te veranderen zonder gelijktijdig de mens te veroordelen en te verwerpen.

Maar religieus gezien kan dat niet. Goed en kwaad, een hemel en een hel, met misschien daar tussenin zo op het middelpunt van de wip, nog een vagevuurtje.

Dat idee van duister en licht vinden we overal terug. In het Christendom hebben we dan in feite te maken met een mirakel godsdienst. Neem me niet kwalijk dat ik dat zei. De belangrijkheid van het geloof en zijn ontstaan is op wonderen gebaseerd. De aanvaarding daarvan hangt samen met de behoefte aan het wonder. Als we kijken naar zaken zoals bv. de transfiguratie die in de katholieke kerk nog steeds wordt gepredikt dan hebben we te maken met iets, wat ook een wonder zou kunnen zijn al zien we het niet, het mirakel blijft aanwezig.

In andere gemeenschappen is het de geest Gods die plotseling neerdaalt, de heilige Geest die spreekt door de dominee of iemand anders. Een wonder godsdienst. Een godsdienst die eigenlijk maar twee dingen kent, ofwel een God die dan alles naar Zijn eigen hand kan zetten, maar die dan ook zeer strikt verwerpt of aan de andere kant de beloning die je dus krijgt als je precies doet wat God wil.

Als je bv. de Islam bekijkt, dan zie je natuurlijk allereerst de wreedheden, die ook dat geloof met zich heeft gebracht. Het is uiteindelijk uit een serie aanvallen ontstaan door Bedouinenlegers eerst op Medina en later op Mekka. Toen Mekka veroverd was werd Mohammed zelfs sheriff van Medina.

Als je dit allemaal bekijkt zeg je: Maar die ayatollahs dan, hoe kun je je dat nu voorstellen. Die voortdurende broederoorlog tussen verschillende soorten moslims. Ze hebben wel verschillende duidingen, maar hun geloof is in feite, als je de Koran leest kun je erachter komen, een geloof dat bijna een magisch abstract geheel is. Het is cijferkundig, het is mathematisch in zijn structuur en opzet en in zijn benadering van het leven.

Dan ga je kijken bv. bij de filosofische leringen, het Boeddhisme. Hier wordt het leven op aarde eigenlijk weggevaagd in zijn verschijnselen om de mens daardoor de mogelijkheid te geven zijn innerlijke wereld reeds nu te beleven. Hier wordt dus een extra dimensie aan het menszijn toegevoegd. Maar aan de andere kant zien we toch weer het wonder geloof. De wonderen die de Boeddha gedaan zou hebben. Tot zelfs de bekende pijl, die hij geschoten zou hebben en die aanleiding is geweest tot een van de beste romans van Kipling, al wist hij niet precies waar hij het over had. Als ik dat zo zie zeg ik: In al die geloven zien we mensen die zeggen: wij weten het en een ander weet het niet. Waarom? Wij weten het geen van allen. Maar welke mens wil dat toegeven? Kijk eens hoe Reagan of wat dat betreft Maggie Thatcher zich verdedigen. Ze hebben op het ogenblik allebei een schandaaltje. Ze zijn voortdurend bezig te betogen dat anderen zich hebben neer te leggen bij datgene wat toch vanuit de wet en vanuit het menselijk gevoel en weet ik wat er meer juist is, zonder zich af te vragen of hetgeen ze verdedigen in feite wel juist is. Reagan keurt het goed dat hij anderen in staat stelt elkaar te doden, als hij daardoor een verkiezingssuccesje kan krijgen en een paar gegijzelden worden vrijgelaten. Maggie Thatcher haalt een paar stommiteiten uit. Ze weet een groot aantal miljoenen pond sterling te gebruiken voor een geheim project van militaire aard. Als het dan uitkomt dat dit in het geheim gebeurt, dan is dat een aantasting van, hoe noemt ze het ook weer, security, the internal security. Ze zegt doodgewoon: “Maar dat mag niet.” Maar heeft ze dan zelf iets gedaan wat wel mocht?

Ze heeft gewoon zonder het parlement er ook maar in te kennen een groot aantal miljoenen onttrokken aan een volkshuishouding die op elk terrein te kort komt. Dat mag wel. Vanuit haar standpunt heeft ze volkomen gelijk want heeft zij dat niet gedaan om haar land groot en sterk te maken?

En heeft Reagan uiteindelijk niet uit menselijke overwegingen zo gedaan, toen hij in de gaten kreeg dat er wapens werden verkocht aan Iran? Hij heeft gezegd: “Nou ja, als dat resultaat heeft, doe het dan maar.” Hij heeft er verder niet bij gedacht: “was dat wel de directe aanleiding?” Want dan winnen we stemmen. Zoals Maggie toch heeft gedacht met haar plannen: “Daardoor krijgen we wat meer zeggingschap en macht en kunnen we dus wat beter meedraaien met de Verenigde Staten. We worden weer een groot land.” Maar ze heeft niet gedacht: “Wie betaalt dat”, en: “hoeveel mensen sterven er omdat ik andere voorzieningen nu niet kan betalen?” Ze heeft gewoon niet nagedacht.

Wat dat betreft zou je in Nederland ook wel dergelijke voorbeelden kunnen citeren, neem ik aan. In Duitsland ook. Wat we hier zien is een mentaliteit, die op een gegeven ogenblik de mensen zo sterk confronteert met de wijze, waarop ze in feite misbruikt en uitgebuit worden, dat ze in opstand komen. Zo’n rebellie is dan natuurlijk begrijpelijk. Zelfs wanneer ze niet altijd direct erg menselijk is, er vallen meestal nogal wat slachtoffers, ze is begrijpelijk. Maar zo’n rebellie woedt zichzelf uit. Wanneer we denken aan de Palingoproer, of aan de oproer op het groene zoodje in Den Haag bv, dan weten we die mensen beramen wel een opstand, maar wanneer dat was uitgewoed, nu ja, dan was het wel weer voorbij. Of de belastingopstanden bv. in Amsterdam in de 16e eeuw.

Dat zijn gewoon dingen, die woeden uit. Behalve als er een leider komt. Want degenen die aan een oproer meedoen, hebben toch het gevoel, dat ze een paar dingen toch wel verkeerd hebben gedaan. Maar nu komt er iemand die hen een mooi beeld geeft waardoor het allemaal gerechtvaardigd is.” Als wij zo doorgaan zal die rechtvaardiging over de hele wereld kenbaar worden.” En dat hopen ze. Dit is misschien een kwestie die psychologen e.d. maar ten dele zullen omschrijven, dat weet ik. Anderen zullen het misschien een betrekkelijk vage filosofie noemen. Want ik heb hier eenvoudig de tijd niet om elk van die punten afzonderlijk na te gaan.

De Bundesshuh in Duitsland ontstaat op het ogenblik en dat moeten we goed begrijpen, de meeste boeren verhongeren en dat het weinige wat ze hebben door plunderaars uit het leger wordt gestolen. Dan ontstaat hun feitelijke opstand. Als er dan een voorman is en er zijn een aantal mensen, die de leiding nemen dan trekken ze op. Een armzalig legertje gewapend met landbouwinstrumenten tegen mensen, die weten hoe ze met een mes en een sabel moeten omgaan, die bereden zijn en die zelfs wat kanonnen hebben.

De reformatie was nooit mogelijk geweest als niet de kerk de mensen te veel had uitgebuit en betutteld. De mensen zagen hoe de kanunniken hun feesten vierden, in plechtige gewaden overigens en hoe buiten de venters aflaten stonden te verkopen en ze begrepen zo langzaam maar zeker wel, dat er eigenlijk niet veel van deugde. De verkondiging van het geloof was in strijd met de praktijk van het geloof. Het is dan ook niet alleen maar Luther die zijn bekende artikelen aanslaat, die de werkelijke oorzaak is. De reformatie was al lang onderweg.

Dan zijn er mensen, die door hun theologische achtergronden en door hun neiging om de bijbel op een bepaalde manier te lezen en uit te leggen misschien of door ze zelfs te vertalen, het publiek meekrijgen. Waar weer de opstand is voortgekomen uit het onrecht, uit het niet mee tellen. Maar dan komen er mensen die daar een naam aan geven, die er een nieuwe beweging van maken en voor je het weet, zijn er hele legers, die tegen elkaar optrekken om hun gelijk te bewijzen. Het is zeer opvallend, dat eerst nadat de reformatie had toegeslagen en grote gedeelten van het invloedsgebied van de katholieke kerk zich eigen had gemaakt, de kerk zelf aarzelend is begonnen met intern bepaalde hervormingen door te voeren.

Als je de wereld wil begrijpen, ook de wereld van vandaag dan mag je niet vergeten, dat overal waar een voortdurende exploitatie en uitbuiting plaats vindt die bepaalde grenzen te boven gaat, rebellen ontstaan. Die rebellie is meestal onschadelijk. Maar wee de gemeenschap, waarin een dergelijke opstand ontstaat en er komen mensen die er denkbeelden aan op kunnen hangen. Want dan ontstaat een fanatisme. Dan is men doof voor alle redelijkheid. Dan ziet men alleen nog maar deze zelfrechtvaardiging aangedragen door een ideaal en gelijktijdig gebruikt om eigen macht over anderen te bevestigen.

Kijk op de wereld om u heen. Kijk bv. naar de houding van Israël ten aanzien van de vrijlating van gevangenen in ruil voor gegijzelden. Ze zullen het niet doen. Ergens hebben ze gelijk. Want vanuit het standpunt van een maatschappij, die ordening en haar eigen recht en macht voorop stelt moet je nooit toegeven aan de afpersing van die enkelingen.

Niet alleen in Libanon, maar overal in de Arabische wereld gist het. Overal zijn dergelijke groeperingen actief. De een ontvoert misschien gijzelaars, de ander pleegt roof of geweld of probeert met het leger een deeltje van de Sahara bezet te houden.

Deze legertjes hebben ook hun eigen ideologieën. Ze zijn eenzijdig geworden Ze kennen nog maar één ding de voortzetting van het geweld, waarin ze de rechtvaardiging vinden van al wat ze gedaan hebben en gelijktijdig daardoor het aanzien, de zinvolheid van hun werken verwerven door de resultaten, die ze hopen te boeken en die hen voortdurend door anderen worden voorgespiegeld.

Als er morgen ergens een grotere oorlog uitbreekt, denk dan niet dat dat alleen een kwestie is van een aantal machtsbeluste mensen die elkaar willen bestrijden. Dan is het heel vaak ook een kwestie van mensen die er een oplossing in zien. “Wanneer het leger vecht kunnen wij weer verdienen! Onze werklozen komen allemaal in het leger en we zijn ineens heel veel problemen kwijt. Als we dan bovendien onze zaak als gerechtvaardigd erkennen, dan hebben we ook de zinvolheid van onze oorlog.”

Dat zijn de treurige dingen, waarmee je overal in de ontwikkelingsgeschiedenis van de mensheid geconfronteerd wordt. Ik heb het vandaag wat dichter bij huis gezocht, dichter bij uw eigen tijd, maar denk er goed over na en u zult ontdekken, dat dergelijke dingen bestaan hebben tot in de oudste oudheid. Wat moeten we denken van een Bijbelverhaal, waarbij mensen binnentrekken in het land van een ander, een zwervende stam door magisch geweld ontvlucht aan slavernij en 40 jaar rondtrekt door de woestijn. Men komt in een vruchtbaar land en wat doet men? Men vermoordt het grootste gedeelte van de inwoners en ze leven met degenen in de omgeving voortdurend in een staat van oorlog, zodat hun grote helden mensen zijn, die een ezels kaakbeen nemen en een aantal Filistijnen doodslaan. Want dat zijn de anderen. Het staat in uw bijbel.

Of Gideon, die met een uitgezochte kleine bende “de vijand” overvalt. Het is altijd “de vijand”, dat is altijd de ander. Lees na in de oude boeken van India, hoe de helden, die bijna goddelijk zijn, door de goden zelf worden gezegd: “Uw plaats is op het slagveld en ge zult daar sterven, maar daardoor zult ge uw lot waarmaken en van de keten van incarnatie bevrijd zijn.” Lees het na.

 Zelfs de meest heilige boeken bewijzen ons, dat steeds weer groepen mensen fanatiek een bepaald vooroordeel hebben gevolgd en zich gerechtvaardigd hebben door zich daarop te beroepen. Dat ze nooit hebben gezegd: Die anderen zijn ook mensen. Of: Die anderen kunnen misschien toch ook wel gelijk hebben. Zolang de mens achter idealen aan blijft lopen, zullen er fana­tici zijn, die anderen vernietigen zonder ooit waar te kunnen maken wat ze ten koste van zo’n hoge prijs zo waanzinnig vervolgen. En zolang er mensen zijn die denken: Ja maar de gemene zaak moet voor­gaan, zolang zullen er altijd rebellen ontstaan, omdat zij eenvou­dig niet eens begrijpen waarom die anderen hen uitbuiten en de rechten die die anderen voor zich vanzelfsprekend achten, zien als een voortdurend onrecht dat hen wordt aangedaan. De wereld is een wereld van geweld, of je het geloven wilt of niet. Als dat geweld wordt herleid tot het persoonlijk je verde­digen en in stand houden dan is dat aanvaardbaar Maar zodra geweld in massaliteit ontaardt, is het in zichzelf de onredelijkheid waar­mee de mensheid haar eigen mogelijkheden vernietigt. In de drang om anderen te beheersen en te overtuigen verliest men zijn eigen be­heersing. Om anderen tot een juiste wijze van leven te brengen, verloochent men alles wat de leer bevat die men zelf verkondigt.

Laten we het niet vergeten. Want de geestelijke ontwikkeling van de mens en die gaat door vele levens altijd weer verder, zal je eens op een ogenblik moeten brengen tot het punt waar je zegt: Voor mijzelf moet ik aansprakelijk zijn. Mijn eigen weg moet ik durven bepalen zelfs wanneer dat strijd betekent. Maar ik heb niet het recht anderen mee te slepen. Ik heb geen recht anderen een fata morgana voor te spiegelen dat ze datgene waar zullen maken wat ik voor mijzelf verlang.

Misschien dat het dan nog een stap verdergaat en dat de mens uiteindelijk zegt: “Ik leer mijzelf eerst kennen voordat ik mijn wereld benader. Ik ga niet alleen dingen leren, maar het eerste wat ik ga leren ook aan mijn kinderen, is mijzelf te zien zoals ik ben. Want van die weg uit is het mogelijk mij bewust te worden in mijzelf van de kracht die in mij leeft en van de mogelijkheden, bijna goddelijke mogelijkheden vaak, die in elke mens berusten.” Heeft u commentaar?

Vragen.

  • Die fanatici, ontstaan die uit een soort bewustzijnsvernauwing?

Ja. Fanatisme is een bewustzijnsvernauwing, die meestal voort­komt uit de onaanvaardbaarheid van bepaalde delen van je eigen be­staan voor jezelf. Door deze te onderdrukken kun je dan een beeld ontwerpen, dat je rechtvaardigt, verheft boven anderen zelfs, maar dat je gelijktijdig dwingt om anderen aan die denkbeelden te onder­werpen, daar de twijfel van anderen je anders zou kunnen confronteren met je eigen onvermogen. Dus het is inderdaad een bewustzijnsver­nauwing, die uit psychologisch verstaanbare gronden meestal tot stand komt.

Aangezien de meeste mensen met hun leven niet tevreden zijn en dingen zouden willen veranderen, is bijna iedereen vatbaar voor een mate van fanatisme en bewustzijnsvernauwing, wanneer hij daardoor ontkomen kan aan zijn beeld van eigen onvolkomenheid of van eigen falen zelfs.

  • Hoe leer je jezelf werkelijk kennen?

Door niet over jezelf na te denken, maar te proberen in stil­te jezelf te beleven, de dromen die in je ontstaan naar voren te laten komen en nooit te zeggen: hoe moet ik dit zien? Maar eenvou­dig: Dit ben ik. Het is een heel oude wijsheid, die kent u misschien wel, het wordt weleens in het Sanskriet herhaald.  Dat zijt gij.  Alles wat in je bestaat, alles wat de wereld betekent, wat de wereld je schijnt aan te doen, dat alles ben je zelf.

Als je dat begint te aanvaarden, ontstaat een beeld van jezelf, dat zozeer de werkelijkheid benadert, dat het totaal van je ego, ook dat deel wat stoffelijk niet geuit pleegt te worden, als het ware greep krijgt op het geheel van je bewustzijn en daarin kan doorklinken.

Dan neem ik aan, dat hiermee de les gevoeglijk beëindigd kan worden. Ik hoop, dat u zich niet te veel verveeld heeft met al die historische feiten die ik ook heb moeten vermelden, zij het maar terloops, maar dat u de tendens zult begrijpen die ik heb willen weergeven.

De achtergronden van de wereld worden voor de mens bepaald door menselijke kwaliteiten en eigenschappen. Rebellie en fanatisme hebben meer bijgedragen tot de vorm van de wereld, waarin u vandaag leeft dan menigeen bereid is te beseffen. Ik dank u voor uw aandacht.

Inwijdingsscholen.

Laten we eens wat vertellen over allerlei inwijdingsscholen en inwijdingsleren, hoe ze eigenlijk in elkaar zitten e.d. De inwijdingsscholen zijn eigenlijk veel ouder dan de meeste mensen denken. In de tijd dat er alleen nog Sjamanen waren, u weet wel, van de priesters die trommelend, dansend en waarzeggend rondgingen, halve mediums, halve genezers waren het, bestond er al een soort opleidingsschool, die lag ergens in het huidige Pakistan. In deze school werd de mensen kruidkunde en een eenvoudige manier van rekenen geleerd. Ze moesten kunnen tellen, want de meesten van hun gelovigen konden maar tot 5 tellen. Degenen die zeergeleerd waren konden tot 20 tellen, dan telden ze hun tenen ook mee. Maar dan was het ook afgelopen.

Deze mensen praatten ook met elkaar over de geesten, die doorkwamen en over de oude helden, die zich toch weer via een Sjamaan hadden laten horen en hoe dat in elkaar zat. Die mensen begonnen zich dus eigenlijk een beeld te vormen van een hiernamaals, maar ook van hun eigen relatie met het hiernamaals. Dat is zeker in een tijd, dat de meeste mensen alleen nog denken aan eten en drinken dus een behoorlijke stap vooruit.

Toen er priesters kwamen waren er heel veel priesters, die gewoon gebonden bleven aan hun natuurlijke omgeving. Bv. in de tijd van Mu. Er waren priesters die trokken met jagende stammen mee en ze wisten veel van de natuur. Ze kenden geheimen van geneeskunde, ze wisten hoe je bepaalde dieren kon opsporen. Ze hadden een gevoel voor de toen nog veel voorkomende snelle wisselingen tussen regen en droogten en al die dingen meer. Maar ze gingen zich afvragen: hoe zit dit in elkaar, waarom kan ik het een wel en het ander niet?

Dus zelfs in die tijd waren er handelsplaatsen, geen echte steden, maar het waren meer een soort marktplaatsen, waar de verschillende groepen elkaar ontmoetten en producten uitwisselden. Daar kwamen ze bij elkaar en begonnen erover te praten. Zo ontstond er in de buurt van Madagaskar, op het eiland in de buurt van de plaats een soort blijvend kampement waar deze mensen samenkwamen en eigenlijk spraken over: Wat ben ik en wat is de wereld?

Zij zijn met hun manier van denken en hun poging om contact te krijgen met de groepsgeesten, eigenlijk de voorgangers geweest van de latere zogenaamde Witte Wijzen van Atlantis. De Witte Wijzen van Atlantis waren kluizenaars, die zich één gevoelden met de natuur, maar in die natuur ook iets van God en van Goddelijke krachten ontdekten, beleefden en doorgaven uitkristalliseerden.

Ook de Witte Broeders hadden in die tijd al samenkomsten, waarbij ze over het algemeen zwijgend mediteerden. Ze waren veel meer empatisch en vermoedelijk ook telepatisch dan de doorsnee mens van vandaag. Zij begonnen een soort eenheid te vormen, terwijl degenen die dat niet helemaal konden volgen meestal afzakten naar de nederzettingen. Er waren een aantal dorpjes en uiteindelijk waren er ook een paar handelssteden. Daar werden ze de priesters die men later ook wel de Zwarte Broederschap heeft genoemd omdat ze God beschouwden als een middel om hun eigen inkomen te verheffen boven dat van hun naasten. Zij hadden het dus ook over naastenliefde, maar op een andere manier.

Van daaruit krijgen we de trektochten. Er zijn een paar trektochten geweest vanuit Atlantis. Eén daarvan, dat was de laatste, is door Noord-Afrika gegaan, heeft het eerste Troje nog vernietigd, het is door vuur vernietigd zoals u misschien weet. Dat waren trekkende troepen. Ze hebben grote invloed gehad op het gebeuren in Egypte. Ze hebben daarnaast invloed gehad op het Arabisch gebied, een deel is in de Kaukasus terecht gekomen. Een deel is teruggetrokken en de wijzen daarvan zijn de eerste Druïden, de eerste priesters van de Kelten geworden.

Anderen zijn verder gegaan in de richting van de Gangesvallei en uiteindelijk nog verder en zijn vermoedelijk terecht gekomen in de Karakorums van waaruit hun nakomelingen weer invloed hebben gehad op Tibet. Deze mensen hadden de gewoonte om eveneens scholen op te richten. Ook de Druïden, de barden, zeg maar de gewijden en de onderwijzers van de Keltische en de Germaanse cultuur hadden bijeenkomsten. Sommige van deze bijeenkomsten resulteerden dan in een soort opleidingscentrum, waarbij dan wel steeds andere priesters tijdelijk als leraar optraden, maar waarbij jongeren helemaal in het vak werden ingewijd.

In Engeland is er een dergelijke school geweest o.a. in de buurt van Eastbourne en er is een tweede geweest, die lag tamelijk noordelijk aan de grens van de Highlands. Hier in Nederland is een beperkte scholing geweest een eerste scholing in de buurt van het huidige Rolde.

Ook in Duitsland zijn er verschillende geweest. Maar ik zal al die plaatsen maar niet opnoemen, dat wordt gewoon vervelend. Het gaat erom, dat deze scholen de mensen kennis bijbrachten o.a. kennis van het bovennatuurlijke, van wat wij magie zouden noemen. Wichelroedelopen enz. was er ook bij. Daarnaast schrijven, een vorm van schrift, mededelingen en rekenen, kennis van natuurverschijnselen, maar ook en dat was heel belangrijk kennis van de innerlijke mens.

Het is niet algemeen bekend dat de Druïden van de noordelijke school sterk geloofden aan reïncarnatie. Wat meer is, dat ze sommigen in hun midden tot leraar bestemden omdat hij een gereïncarneerde was. Het is heel gek. Wanneer wij denken aan wijsheid dan denken we altijd ex Oriënt de lux, de wijsheid komt uit het oosten. In het oosten zijn natuurlijk ook scholen geweest. Er was bv., en dat is ongeveer 3000 jaar v. Chr. geweest in China, een school laat ik het maar Taoïstisch noemen. Want daar ging men uit van het vaste noodlotsbestel en de plaats, die de mens in zichzelf daarin inneemt. Daar werden allerlei leringen gegeven o.a. over het bestrijden van de draken, de Zwarte Draak. Het vereenzelvigen met de Witte Draak, met de Rode Draak. De Witte Draak staat voor de dood en de Rode Draak voor een soort welvaart, geluk, vreugde.

De mensen hadden symbolen gevonden voor een aantal kwaliteiten die ze in hun eigen wezen hadden. Delen van de mensen en van het bestaan van de mens werden geprojecteerd en de mens overwon a.h.w. zichzelf, leerde zichzelf aanvaarden, maar leerde bovenal vanuit zichzelf bepaalde krachten uit te stuwen, waardoor hij dan een waardig priester en leermeester werd.

Uit hen zijn uiteindelijk veel grote filosofen voortgekomen. Ik meen dat de laatste die zo’n beetje die scholing heeft gehad, zij het dan maar tijdelijk en in de buitengewesten achter bij Peking, dat was Lao Tzeo Meestal Laoe

In Europa zijn die scholen een hele tijd min of meer verdwenen. Er bestond bv. een ondergrondse school in ongeveer 400 in een bepaald deel van Griekenland. Er waren vreemd genoeg inwijdingsscholen op Malta. Deze scholen brachten wel degelijk innerlijke scholing en dat mocht wel onder het schutheerschap van een kruisridderorde. Als je het allemaal zo bekijkt is het bijna ongelooflijk. De Johannieters hebben later natuurlijk nogal eens de schuld gekregen, dat ze het allemaal verkeerd hadden gedaan. Maar ook de Johannieters zijn aanleiding geweest tot het ontstaan van een geestelijke school in midden Frankrijk in de buurt van de Alpes-Maritimes.

Al die scholen verdwijnen langzaam maar zeker omdat de mensen beschaafder worden. Dat klinkt gek, maar hoe beschaafder de mens wordt, hoe minder kans er is dat specifieke inwijdingsscholen ontstaan. Dat is aan de andere kant ook begrijpelijk. Wanneer mensen van alle dingen zelf kennis kunnen nemen, dan hoeft ze dat niet geleerd te worden. En wanneer ze een zekere rijpheid hebben, is een enkel contact of desnoods alleen maar het zorgen dat ze een bepaalde bibliotheek vinden, of een bepaald boek vinden, voldoende om hen verder te laten gaan. Daar zijn zogenaamde genootschappen uit voortgekomen.

Je hebt geloof ik 5 of 6 Rozenkruisersrichtingen, dan heb je de Goldkreuzers, weer een andere richting ervan. Je hebt de Theosofie met een aantal daaruit voortgekomen scholen, waarbij antroposofie volgens mij de voornaamste is. Al deze scholen geven de mens materiaal. Maar wat ze niet kunnen geven is die specifieke gemeenschap, waarin men gezamenlijk a.h.w. bewustwording doormaakt. De inwijdingsscholen van het verleden waren besloten gemeenschappen. Er zijn bepaalde kloosters geweest die werkelijk gewoon berucht waren om de wijsheid van de mensen, die daar vandaan kwamen. Het waren in feite inwijdingsscholen die onder een Christelijk mom gelijktijdig filosofie, bepaalde vormen van zeg maar, magie en zelfs bepaalde vormen van het betreden van andere sferen leerden.

Er zijn ook kloosters geweest van niet katholieke groeperingen, die ongeveer hetzelfde hebben gedaan. Langzaam maar zeker hebben ze hun betekenis verloren. Op dit ogenblik zijn er nog maar zover ik weet vier grote inwijdingsscholen op aarde. Dan bedoel ik met inwijdingsschool besloten gemeenschappen, waarin men een zekere mate van bewustzijn kan verwerven om dan verder te kiezen of men bij de gemeenschap blijft dan wel daarvan uitgaat. Vreemd genoeg ligt een van die centra nog steeds in de Karakorums, de lage Karakorums zoals dat heet en dus eigenlijk bij het Sherpavolk.

Een tweede school bevindt zich in de Andes. Een derde school bevindt zich vreemd genoeg op het ogenblik in Alaska. De vierde school bevindt zich op het ogenblik in Mongolië. Buiten Mongolië zeggen we dan tegenwoordig. Het zijn allemaal scholen van mensen die heel gewoon zijn, die hun dagelijks werk volbrengen, maar die in de gemeenschap voortdurend samenkomen en in die samenkomsten dan net dat ene stapje verder weten te doen, waardoor ze zichzelf beter leren begrijpen, maar ook hun relatie met de kosmos.

Heel vaak heeft men gedacht inwijdingsscholen verheffen je boven dat, wat je was. Dat is eigenlijk niet waar. Een inwijdingsschool maakt je meer dan, wat je al was, namelijk door het bewuster te zijn en door de relatie van hetgeen je bent met al het andere beter te beseffen.

Dat zijn interessante dingen, vind ik. Want al die scholen bij elkaar hebben de wereld dan toch altijd weer wijzen gebracht. Wijzen, die aan de ene kant de beperkingen van de gemeenschap wel van zich afgooien, maar die aan de andere kant juist door hun innerlijke weg te gaan gelijktijdig in staat zijn buiten zich een zekere mate van inzicht en kennis te verbreiden, wat in de school zelf natuurlijk niet of ternauwernood kan gebeuren naar buiten toe.

Het resultaat op het ogenblik is een beetje wonderlijk. Er zijn nog een paar kloosters bv. in Tibet, waar je nog wel zij het zeer oude maar ingewijde monniken kunt vinden. Eén daarvan is het klooster van de Blinden, de andere is het klooster van de 3 Wijzen. Twee kloosters. Het klooster van de Wijzen is vooral bekend omdat ze bijzondere prognostische gaven hebben, maar eigenlijk leren ze ook de mens te begrijpen, hoe hij aan de ene kant verbonden is met de natuur, aan de andere kant dat hij door het goddelijke in hem gelijktijdig daarboven staat. Als hij zich vrij maakt van de belemmering van de wereld wordt hij één met het Al en dan is hij als het ware degene, die de wereld vorm en gestalte geeft, zover als dat noodzakelijk is om zijn hogere bestemming waar te aken. Dat is heel interessant.

Het andere klooster is meer berucht geweest om zijn dansen. Ik geloof, dat de Chinezen ze nu zelfs weer opgevoerd willen zien. Daarnaast ook omdat ze daar nogal eens wijdingen gaven eigenlijk. Dus zegeningen. Dat waren heel vaak sjaals, die werden gegeven, die bijzondere wijding hadden gehad doordat ze in handen van bijzondere personen waren. Die sjaals schijnen inderdaad genezing en geluk te brengen.

Als je naar de Andes gaat word je geconfronteerd met een dorp met vanuit uw standpunt stomme dorpsbewoners. Ze leven in krotten, in krochten. Dat ze een bepaalde tempel hebben in de bergen, dat weet eigenlijk niemand en dat is maar goed ook. Want anders zou men onmiddellijk gaan kijken of daar nog schatten liggen van de Inca’s.

Kijken we wat er verder alzo aan de hand is in Alaska bv. Het is eigenlijk een gemengde groepering. Je vindt er wat Canadezen, wat Amerikanen, er zijn zelfs een paar Duitsers. De hoofdtoon in het dorp wordt eigenlijk voor een deel bepaald door zeg maar beschaafd geworden Eskimo’s, die daar vissen en die ook van daaruit weer trekken om te jagen en met kudden om te gaan.

Al die gegevens zeggen u natuurlijk iets over het wezen van een inwijdingsschool. Laat ik daarom voordat ik dit beëindig, het wezen van een inwijdingsschool nog een keer proberen weer te geven.

In de inwijdingsscholen zal als ze goed zijn, de mens zowel geconfronteerd worden met een deel van de kennis exoterisch zowel als esoterisch van zijn eigen wereld, met zijn eigen innerlijke wezen en de verbondenheid van dat wezen met een hoger ik. Uit dat hogere ik ontstaat een totaalbeeld van de eigen persoonlijkheid, dat los staat van de tijd en gelijktijdig een begrip van de krachten die dat ik in zich draagt en die dan ook in elke vorm geuit kunnen worden.

De inwijdingsschool brengt je dus innerlijk verder, geeft je toegang tot wat men noemt hogere sferen of gebieden. Aan de andere kant geeft het je ook een begrip van je eigen wereld, de daarin geldende waarden en mogelijkheden en de wijze, waarop je die ten gunste van anderen zou kunnen gebruiken.

Dat er op het ogenblik nog maar een paar van die scholen zijn is niet zo erg. Want er is zoveel kennis op de gehele wereld te verwerven omtrent de wereld en de processen van de wereld, dat wanneer de mensen zoeken naar zichzelf, hun inwijding zonder meer mogelijk wordt en zij op hun weg altijd weer datgene ontmoeten, wat hun tot een dieper begrip voor zichzelf, een grotere innerlijke rijpheid en een intenser beleving van een hogere werkelijkheid kan brengen.

Alleen staan.

Als het kind leert lopen, komt er een ogenblik dat het alleen kan staan. Vanaf dat ogenblik is het vrijer in zijn bewegingen. Dat is de werkelijke zin van het woord alleen staan. Mensen denken alleen staan is eenzaamheid. Maar dat komt omdat je niet in de wereld om je heen kijkt, omdat je geen contact opneemt met de krachten die rond je zijn. Want niemand is werkelijk eenzaam. Rond elke mens is een wereld van entiteiten aanwezig. Rond elke mens is een wereld met mensen die iets te tonen, iets te betekenen hebben als je er voor open staat. Daarom is   alleen staan de basis van het innerlijk en geestelijk volwassen worden. Als je innerlijk volwassen wordt, ontdek je dat je zelf moet zijn, zelf moet doen en dat je de hulp van anderen steeds minder nodig hebt. Juist door geen beroep meer te doen op anderen kunnen we leren de anderen te waarderen voor wat ze zijn, kunnen we zien wat we zelf kunnen volbrengen, kunnen we vanuit onszelf groeien naar een innerlijke betekenis die naar de hele wereld weerkaatst kan worden.

Misschien denkt u aan alleen staan als een treurig lot. Het kan het zijn, als u uw eenzaamheid beleeft als een aanval op uw wezen. Maar zolang we deel zijn van God, zijn we ons bewust van de God die in ons leeft en dan is er geen werkelijke eenzaamheid meer, omdat we verbonden zijn met alle dingen.

Als we werkelijk alleen kunnen staan ontstaat de goddelijke wijsheid in ons, waardoor we in harmonie komen met geheel onbekende werelden, voor de mensen geheel onbekende werelden, van waaruit wij de krachten leren te putten die we nodig hebben om, al staan we alleen, toch betekenis te hebben voor anderen. Het is die betekenis die ons leven dan de inhoud geeft welke bewustwording met zich brengt en een steeds grotere bevrijding, wanneer het stoffelijk bestaan ophoudt. Want dan zijn we niet slechts een moeizaam bewust wordende geest, maar kunnen we na de dood alleen staan en daardoor werken en daardoor betekenis geven van ons gehele wezen aan de gehele kosmos die we kunnen begrijpen en bereiken.

image_pdf