17 september 1963
In het totaal van het menselijk leven is er geen enkele waarde die absoluut is buiten hemzelf. Het zal u duidelijk zijn dat een waarheid die voor ons volledig geldt niet noodzakelijk, geheel uw waarheid kan of behoeft te zijn. Het resultaat van een persoonlijk denken, van een persoonlijk zoeken, brengt met zich dat de mens een eigen weg vindt en het is daarom dat wij u steeds weer vragen: denk zelf over het gebrachte na. Tracht vanuit u zelf conclusies te trekken. Het hindert niet welke, wanneer het maar gevolgtrekkingen zijn die voor u een vaststaand feit kunnen vormen, iets waaruit en waardoor, ja waarin u kunt leven.
Wij beginnen heden een nieuw werkjaar. Dit wil zeggen dat wij in onze Orde zullen trachten om ook in de komende tijd weer zo goed mogelijk onze leringen, inzichten en meningen te geven over de vele problemen waarmee de mens geestelijk en soms ook materieel worstelt. Toch is er in dit programma voor het komende jaar een kleine wijziging.
Wij gaan uit van het standpunt dat elke mens vrij is om te denken zoals hij wil, ja dat de mens persoonlijk moet denken en streven, wil hij ooit bereiken. Maar de climax waarnaar deze wereld toe streeft, is zodanig versneld, iets wat u aan een snellere opeenvolging van gebeurtenissen ongetwijfeld zelf hebt kunnen vaststellen, dat wij niet kunnen volstaan met een algemeenheid zoals vroeger. U zult in onze beschouwingen in het komende jaar, steeds meer elementen aantreffen die deel uitmaken van onze weg, de weg die wij gekozen hebben. Het is niet noodzakelijkerwijze de enige weg, begrijp dat goed, er zijn andere wegen. Maar wie eenmaal een weg gekozen heeft, die dient zich daarop op het ogenblik wel te ontwikkelen en heeft niet meer de mogelijkheid onzes inziens, om als een bij van bloem tot bloem gaande, overal zijn wijsheid en zijn inzicht te puren. Wij menen daarom dat het goed is steeds meer de nadruk te leggen op de voor ons belangrijke elementen, op de voor ons belangrijke delen van de weg van bewustwording.
Karma is het noodlot dat ons achtervolgt omdat wij in vorige levens niet geslaagd zijn, het is de wet van oorzaak en gevolg die geen pauze kent en die de dood niet echt als een afrekening met alle dingen ziet. Reïncarnatie, zo onmiddellijk hiermede verknoopt, is evenzeer een belangrijk punt. De mens leeft niet slechte eenmaal, maar hij kan onder omstandigheden meerdere malen op aarde leven. Wanneer hij dit doet is dit overigens een deel van zijn eigen wens, een noodzaak voor hem, omdat hij zonder een leven in de stof niet verder kan.
Reïncarnatie. Wanneer een mens geleefd heeft op aarde, dan zal hij uit zijn milieu, de maatschappij waarin hij leeft, het geloof dat in die tijd heerst, een zekere bewustwording met zich nemen. Een mens die sterft, doet dit met al zijn goede en zijn kwade eigenschappen, hij doet dit echter ook met al datgene wat hij geestelijk bereikt heeft. Geestelijk goed is het enige wat je zonder enige schade kunt meebrengen als je de grens die de mens dood noemt, overschrijdt. Het zal u duidelijk zijn dat de waarden die u in een bepaald leven hebt opgedaan, het bewustzijn dat je op grond daarvan bezit, bepalend kunnen zijn, niet alleen bij de keuze van een voertuig of een lichaam bij een volgende reïncarnatie, maar ook wel degelijk voor het doel dat men zich stelt en de wijze waarop men werkt. Zo ligt het probleem van de reïncarnatie niet de in de eerste plaats in de vraag: “keert de mens op aarde terug”? Want de oplossing van dat probleem zult u allemaal eens kennen. Maar in de vraag: wat betekent die reïncarnatie niet alleen voor de mens maar ook voor de wereld waarin hij leeft?
Elke reïncarnatie gaat uit van een bepaald bereikt bewustzijnsvlak. Wanneer in een bepaalde periode een aantal mensen een ongeveer gelijk bewustzijnspeil bereiken, is het zeer waarschijnlijk dat zij ongeveer in dezelfde tijd, althans in dezelfde periode, op aarde incarneren. Zij brengen daarbij hun opvattingen en denkwijzen mee van een vorig bestaan of van meerdere vorige levens. Zij zijn in feite gebonden aan het oude. Wanneer u iets geleerd hebt in de eerste klas van een school dan blijft u dit beïnvloeden wanneer u in de hogere school terecht komt, ja zelfs op de universiteit. De wijze van schrijven die u zich eens heeft aangewend, zal uw hele leven door uw overig persoonlijk wordend handschrift blijven beïnvloeden. Op dezelfde manier zal dus datgene wat u vroeger geweest bent, uw eigen leven, in elke wereld van stof en geest blijven beïnvloeden. Bij de reïncarnatie echter ontstaat voor de doorsnee mens (enkele zeer bewusten uitgezonderd misschien) een wegvallen van de herinneringen aan het oude bestaan. Wat een kind soms nog bezit, zal de volwassene verloren hebben of slechts als een vage schim en schema, vermengd met zijn eigen denken en opvattingen terugvinden. En daar ligt de grote moeilijkheid. De mens op aarde kan niet weten wat zijn vroegere reïncarnaties alzo waren. En zelfs indien hij zich deze als een gestalte voor de geest kan halen, zal het hem moeilijk, zo niet onmogelijk zijn, te weten wat zij voor hem betekenen. Wat zij in zijn eigen leven aan drijfveren scheppen, aan noodzaken en aan behoeften.
Hier nu komt Karma in het geding. Want karma is eigenlijk het rad, het rad der zich altijd herhalende ontwikkelingen die voortgaan als de jaargetijden, steeds zonder pauze opvolgend.
Karma is de spiraal die steeds dezelfde punten beroert maar waarlangs de mens zich langzaam maar zeker, naar het middelpunt beweegt waar hij een gelijktijdig overzicht van alle werelden kan verwerven. Dit karma voor te stellen als een dwang in uw persoonlijk leven nu, is dus niet geheel juist. Want er is geen dwang van het karma. Geen karmische plicht a.h.w., neen er is een eigen ontwikkeling, een ontwikkeling die zich voortzet, en een ontwikkeling die de ontplooiing van eigen persoonlijkheid, en om zelfs van talenten in de stof bepaalt. Hoe men daarvan gebruik maakt wat men in zijn leven verder al dan niet vindt aan evenwichtigheden, aan geestelijke vooruitgang, is altijd afhankelijk van dit bestaan en geen ander. Om terug te keren nu tot hetgeen ik reeds aanstipte omtrent groepsreïncarnatie: Wanneer een groep op aarde komt die bv. stamt uit de eerste periode van Brahma-verering, dan zal deze groep daar eigen opvattingen dus in zich dragen als een soort instinct bij het zoeken naar een geestelijk houvast, naar een bewustzijnsvorm en geloof, ja zelfs naar een wijze van leven, speelt die vroegere ervaring een rol. De mens voelt zich aangetrokken naar bepaalde landen maar ook naar bepaalde stellingen en dat betekent ook dat hij geneigd is om de vroegere praktijken dus en de vroegere mogelijkheden in dit bestaan te doen herleven. Zolang wij te maken hebben met een persoon die te midden van vele andere groepen incarneert, zal dit zich niet sterk kunnen ontwikkelen. Want in dat geval krijgt men uiteindelijk te maken met gewoonten, met milieu, die domineren. De mens kan zich niet aan al wat hij heeft geleerd, aan zijn eigen godsdienstige inzichten van deze tijd ontworstelen en terugkeren tot het begrip van zijn innerlijke waarheid. Wanneer er echter een groep is, dan ontstaat er iets anders. De groep nl. heeft, al zal men dit naar buiten toe misschien niet altijd uiten, ongeveer gelijke ideeën, opvattingen en gevoelens. Want men heeft nu eenmaal een gezamenlijke achtergrond die aan het leven in deze tijd en in de wereld van het heden, dus aan alles een zekere tint geeft, een kleur. Het is dan die kleur die de mensen onbewust samenbrengt. Zij vormen groeperingen. In vele gevallen scheppen zij een milieu waarin incarnaties van harmonisch denken hen gemakkelijk mogelijk zijn, zij scheppen boven alles voor zich de mogelijkheid. Let wel, alleen de mogelijkheid om het oude in de nieuwe vorm in de nieuwe tijd en volgens de nu ook gerealiseerde bewustzijnswaarden tot uiting te brengen.
Dan komt een volgend punt dat in deze dagen van buitengewoon belang is. Wanneer een innerlijke ontwikkeling strijdig is met het uiterlijk heersend patroon op aarde, ontstaat een strijdigheid in de persoonlijkheid. Wanneer je alleen bent, dan denk je van jezelf dat je wat slechter of wat zondiger bent dan een ander. Wanneer je in een groep bent dan tracht je gezamenlijk een aanpassing te vinden. Maar die aanpassing zoek je zelden of nooit in een bewust begrijpen van de oude waarheid die in je leeft. Neen, je zoekt naar een aanpassing van die innerlijke gedachten op een wijze die het heden onaangetast laat.
Juist dit is onmogelijk. Het resultaat is dat deze groep haar innerlijke onvrede alleen kan gaan uiten door ten opzichte van anderen op te treden als een pressiegroep. Hoe meer van dergelijke groepen gelijktijdig op aarde gereïncarneerd zijn en aan hetzelfde euvel mank gaan, hoe sterker bepaalde chaotische verhoudingen zich ontwikkelen. En als ik deze opmerking hier al mag plaatsen: In uw dagen is dat inderdaad wel het geval. Men weigert te erkennen dat in eigen inzichten en leefwijzen bepaalde fouten schuilen. Toch weet men innerlijk dat eigen leven, denkwijze, de eigen handelswijze in deze dagen niet juist en niet voldoende is. Het vergelijk is onmogelijk dus strijdt men tegen anderen.
Hier vrienden, zou het karma ongetwijfeld kunnen voeren tot een toch nog erkennen van die oude waarheid want men wordt ermee in contact gebracht. En vergeet daarbij niet dat vele wijzen om de waarheid te omschrijven verouderd kunnen zijn, maar dat die waarheid zelf door alle eeuwen heen dezelfde is. U zou dus kunnen zeggen: De mogelijkheid is er. Maar zij wordt zelden volledig gebruikt. De mens die op aarde leeft, ziet zichzelf niet als een geheel. Hij beseft, zelfs indien hij in reïncarnatie gelooft, maar zeer ten dele hoe hij is geworden, wat hij is. En hij kan zich niet voorstellen dat zijn einddoel, zowel geestelijk als ook wel zijn lichamelijke betekenis voor de wereld in arbeid en dergelijke, een andere kan zijn dan men (en dan komt dus weer die algemeen aanvaarde waarde op de voorgrond) zich voorstelt. Het resultaat hiervan is dan wat men noemt karma, noodlotsdwang. Want nu heeft men zich zozeer verward in zijn eigen wezen, zijn motiveringen, ja zelfs in zijn bereikingsmogelijkheden dat men in conflict komt met de wereld, de ware wereld. Niet de wereld die de mens zich denkt, en gelijktijdig in conflict komt meestal met andere mensen. Het resultaat ontplooit zich. Sommigen worden ziek, anderen zijn bijzonder sterk betrokken bij elk ongeluk dat maar mogelijk is. Er zijn mensen die een kamer niet kunnen betreden zonder wat te breken, anderen kunnen dansen in een etalage van een porseleinwinkel zonder iets te breken. Dat is niet een onhandigheid alleen. Dat is een onzekerheid, een onzekerheid die in feite een conflict is. Nu kan de mens die gelooft misschien in karma en reïncarnatie maar zich niet los kan maken van de nu heersende opvattingen of stelling dus ook niet meer begrijpen wat gebeurt. Hij zegt het noodlot achtervolgt mij en in het gunstigste geval zegt hij: Het heeft zo moeten zijn, maar dit is slechts een uitvlucht, het had anders kunnen zijn.
Nu wil ik trachten u iets te schetsen van de hoofdwegen van ontwikkeling die op het ogenblik op aarde leven. Wij hebben ten eerste een groot aantal mensen die eens wat wij noemen, de wet of het recht hebben gekozen. Het zijn de rechtvaardigen. Zij zijn overtuigd van hun eigen weten. Zij willen alles zien uitgedrukt in een regel, in een wet. Voor hen is God geen schoonheid maar Hij is a.h.w. een wetboek waarin je kunt bladeren en waaruit je een verklaring kunt vinden voor al wat er gebeurt. Deze ontwikkeling is goed zolang de mens God toelaat om zijn eigen wet te schrijven. En daarom kan een mens, ook door eenvoudige studie, door wetenschap, door het scheppen van een wet of een regelmaat voor zichzelf, lichamelijk en geestelijk een discipline, veel bereiken. Maar heel vaak gebeurt het volgende: zij maken zich niet vrij van alles wat nu gesteld is, om terug te keren tot de wezenlijke wetten die het Al regeren. Maar zij gaan de wetten van het heden beschouwen als alleenzaligmakend. Het resultaat is dat er een soort dogmatisme wordt geboren dat geen uitzonderingen kent. Men verwacht dat de gehele wereld zal beantwoorden aan dezelfde regels, men stelt een bepaalde methode van redeneren of van geloven als juist en alle anderen als onjuist. Deze wetsmensen zullen in de huidige reïncarnatie over het algemeen de mensen zijn die alles willen vastleggen. Zij denken dat de wereld geregistreerd kan worden met traktaten, met systemen, met in studeervertrekken ontworpen economische verhoudingen, regels en wetten, zonder te beseffen dat de wereld zelf doordraait. Het resultaat is dat zij zich isoleren van die werkelijkheid. Hun resultaten zijn nihil. Gelijktijdig wensen zij resultaten en eigenen zich dus dingen toe die niet hun eigen werk zijn bv.: Het is toevallig een vruchtbaar jaar en wie dit toevallig economisch berekend heeft hoe men dat land zou moeten bewerken zegt: Zie dat heb ik gedaan. En hij vergeet helemaal dat de zon en de wind en de regen daar ook iets mee te doen hadden. Deze mensen zijn, wanneer ze innerlijk waar zijn en dus niet vallen voor de uiterlijkheden, de gedachten van uiterlijk bestaan, uiterlijke prestige, van dogmatisme a.h.w., zeer belangrijke en goede mensen. Want zij kunnen nl. door het erkennen van de innerlijke wet de werkelijkheid van hun wereld soms gemakkelijker begrijpen dan de mensen die dromen. Wanneer we natuurlijk weigeren om de werkelijkheid te zien dan vallen er scherven. Maar zien ze die werkelijkheid dan zijn zij degenen die de mensheid niet het systeem aanbieden maar een volgend doel.
Want de wet bestaat uit het steeds weer bereiken van een nieuw doel, waarbij door een vereenvoudiging a.h.w. van stelregels en leefregels van ideeën en filosofieën, men steeds dichter komt bij de werkelijkheid en deze steeds beter kan begrijpen. U zult begrijpen dat het dus jammer is dat zovelen niet zoeken naar de waarheid die in hen woont maar naar zichzelf. En wat dit betreft wil ik u wel één kleine richtlijn geven. De mensen in deze tijd op aarde, die alles zo precies nauwkeurig weten te formuleren dat geen enkele twijfel of vaagheid overblijft, zijn over het algemeen niet degenen die bewustzijn vinden. Want zij laten buiten beschouwing dat in de oneindigheid meer mogelijkheden bestaan dan zij in hun systeem kunnen vangen, dat uitzonderingen mogelijk zijn op elke regel, dat elke waarheid meer omvat dan een menselijk weten zelfs kan vermoeden, laat staan formuleren.
De tweede weg zouden wij de weg kunnen noemen van de schoonheid. Degenen die daarin leven, hebben steeds meer gezocht naar een bepaalde harmonie en harmonisch verband met de uitingen van de Schepping. Voor hen is van het begin van het leven af, a.h.w. de wereld een wonder geweest. Ze gaan er door als kinderen die voortdurend nieuwe schoonheid ontdekken. Voor hen is een bloem belangrijker dan een mens en een wolk die voorbij drijft soms verder en groter dan een eeuwig werk van mensenhanden. Ook zij kunnen soms zeer dicht bij de waarheid komen want indien de schoonheid de mens voldoende beroert, wordt hij in zich een mysticus. Ontrukt aan de werkelijkheid staat hij bv. onder een herfsthemel waar het late licht doorschemert als door een licht beschilderde eierdop. Hij ademt de wind die de zoete geur brengt van vruchten die rijpen. Hij ziet het leven en hij beleeft iets dat ver buiten dit alles ligt. Hij vindt harmonie.
Zo hij deze harmonie in zichzelf draagt en vindt dan wordt het tot een ritme waarin hij leeft, een melodie die alles wat hij doet beheerst. Degenen die goed zijn, die die weg werkelijk volgen zijn misschien volgens de meeste mensen van deze tijd een beetje onverschillig, een beetje vreemd, en ze houden zich helemaal niet bezig met commerce zoals dat zou horen. Ze hebben helemaal geen respect voor burgerlijk fatsoen, voor de regeltjes die anderen zetten, ze lopen rustig in terreinen waar ze niet mogen zijn, maar ze vinden in zich waarheid. En die sereniteit die zij bezitten, kunnen zij mededelen aan de medemens. Zij zijn in staat om door iets wat voor hen een emotie is, een gevoel en niet een wetenschap in menselijke zin, aan anderen hun vreugde overdragen en hun licht en rust die men niet kent.
Er zijn er ook anderen, anderen die deze weg zijn gegaan en de schoonheid niet meer zien als een beleving, waarachter het doel verscholen ligt. Maar die de schoonheid gaan zien als een doel in zichzelf. Zij zijn het die vaak uitermate cultureel zij. Zij verwachten van eenieder dat hij flauwvalt van ontzag bij het horen van namen als Beethoven en Bach. En kijk, deze mensen grijpen niet meer naar een schoonheid die in hen leeft, maar zij willen vanuit zich hun schoonheid tot leven brengen. Ook dezen zoeken dus hun eigen beeld en niet de werkelijkheid. Zij vervreemden van dat wat is en zij begrijpen niet dat men niets kan reglementeren wanneer men de schoonheid beleeft en vooral niet kan beredeneren. Ze lopen daarin vast.
Ook van dezen zijn er velen in de wereld. Sommigen onder hen worden tot idealisten die u idealen aan de wand schilderen die nooit kunnen bestaan. Dromen waarvoor ze zichzelf en de wereld zouden willen opofferen, zonder te begrijpen wat ze betekenen. Ook militairen behoren heel vaak tot deze richting. Sommigen behoren tot de andere groep, die van de wet, zeker, maar er zijn er zeer velen die getroffen zijn door de schoonheid en de schoonheid willen zien in het systeem. Voor hen is het marcheren van de troep schoonheid en leven, voor hen is het strategisch probleem belangrijker als voor de schilder zijn beste doek, voor de musicus zijn beste compositie. Ze zoeken schoonheid, maar ze beseffen de achtergronden niet van wat zij scheppen en doen. Zij zijn gevaarlijk omdat zij, als alle zoekers naar schoonheid een compromis niet willen kennen en gelijktijdig vergeten dat de schoonheid die bestaat, geschapen is en dat de mens haar kan herscheppen, niet verbeteren.
Blijft de derde weg van reïncarnatie die op het ogenblik tamelijk sterk is nl. de weg die we het best deze van de liefde kunnen noemen. Een veel misbruikt woord, maar de enige andere oplossing die ik zou kunnen geven is deze weg een Christusweg te noemen. God openbaart zich in zijn schoonheid, maar de mens die deze weg heeft gekozen, heeft in het begin beseft dat het ondergaan van de schoonheid, het ondergaan in die schoonheid op zichzelf niet voldoende is. Hij wil de schoonheid erkennen en hij zoekt de regels waarin zij zich uitdrukt. Zo wordt voor hem de schoonheid langzaam maar zeker de persoonlijke relatie tot de schepping en niet, zoals de schoonheid-zoeker, de relatie van de schepping tot hem, hij gaat van zichzelf uit. Hij zoekt zijn eigen harmonie uit te dragen en heeft daarbij, vooral in het begin, vaak behoord tot bepaalde priesterkasten, esoterische scholen e.d. Maar zal daarnaast geneigd zijn om in de volgende levens voortdurend te zoeken naar een intens beleven van de medemens en het vinden van een gezamenlijke harmonie. Waardoor hij a.h.w. het ongeziene, het onbekende, dat de schoonheid pas volledig maakt tot uiting kan brengen. Hij zoekt daarbij natuurlijk ook naar de wet, naar de regel die het hem mogelijk maakt het onzienlijke en het zienbare met elkaar te verenigen, zodat ze tot één permanent geheel worden en Gods grootheid a.h.w. beleefbaar maken, dat hij, de wereld inschrijdende, God kan vinden. Het is niet voor niets dat Jezus op een gegeven ogenblik zegt: Wat ge de minsten dezer doet dat hebt ge mij gedaan. Hij zegt dat niet om de mens aan te sporen tot edelmoedigheid. Dat had Hij op een ander manier veel beter kunnen doen. Maar ook Hij is een deel van deze weg en ik mag wel zeggen dat Hij de belangrijkste exponent van deze weg is in de laatste 2500 Jaar. Wat Hij tracht aan de mens te leren is dit: de Vader, het licht, is in iedere mens, er is geen onderscheid, er is de schoonheid van mijn persoonlijk beleven dat de schepping ondergaat en intredende in de schepping, er bewust deel van wordt.
Ik wil daarop niet te ver doorgaan anders zou ik van het onderwerp afwijken. U zult uit deze drie hoofdrichtingen die elk een zeer groot aantal vertakkingen kennen natuurlijk toch wel kunnen begrijpen, dat in de wereld van vandaag een drietal richtingen bestaan die wel hetzelfde doel hebben, maar wier benadering van dit doel een geheel andere is. En hier speelt ook nu weer karma een rol. Men beseft niet hoezeer men in zijn streven verwant is met anderen, en men kan niet begrijpen dat die weg van die andere goed is. Bv. de musicus, de schilder de schrijver kan niet begrijpen wat de klerk, de boekhouder, de rechter zelfs de wetenschapsmens eigenlijk zoeken. Hij vraagt zich af wat er nu eigenlijk aan dat leven aan is. Hij begrijpt niet dat zij zoeken naar een wet die in feite het wezen is van de schoonheid die je zelf zoekt. Degene die de liefde zoekt, die Christus zoekt, die doet dat over het algemeen ook niet zonder meer. U zou kunnen zeggen: Hij kan erin opgaan, maar menigeen zoekt in feite zichzelf. Hij verwacht dat de Schepping zijn meerderheid, zijn uitverkoren zijn, zal bevestigen, en wanneer dat niet gebeurt dan is hij geneigd om die schepping te haten. Haat is zoals u weet, de keerzijde van de munt die wij liefde noemen. Veel mensen lijden daaraan in deze dagen. Zo komen zij in strijd met zichzelf, met hun ontwikkeling dus die tot dusver bestond, en met elkaar. En zo ontstaat een strijd die misschien de menselijke wereld verteert. U spreekt over een zenuwenoorlog, wel die zenuwenoorlog is een uiting van een dergelijk misverstand. Nu kunt u zeggen: Ja het is mijn karma dat ik deze dingen rond mij moet dragen. Neen, het is uw “niet begrijpen” van uw eigen wezen en niet van het wezen van degenen die rond u zijn.
Wanneer u ze zou kunnen begrijpen dan zou u ongetwijfeld kunnen zeggen: Ja, dat past niet bij mij, deze weg kan ik niet gaan. Maar u zou nooit zeggen: Die ander is fout, die ander is slecht. Een van de gevaarlijkste aspecten van deze tijd is het groeiend aantal betweters die iedereen trachten naar eigen hand te zetten. Hier hebben we dus een reeks van ontwikkelingen die helemaal niet noodzakelijk tot rampen, of oorlogen, of ellende, of strijd behoeven te voeren of tot ziekten en dood. Helemaal niet, maar het is de strijdigheid met eigen innerlijk wezen en daardoor met de waarheid van de Schepping. Het is de poging om zichzelf a.h.w. afzonderlijk te stellen van de rest van de wereld die, die gevolgen doet ontstaan, en de gehele wereld heeft daaraan op het ogenblik deel. U zou dus kunnen zeggen dat het in zekere zin karma is voor deze wereld, dat ze in een voortdurende wisseling tussen oorlog of bijna oorlog, en vrede of bijna vrede, heen en weer gaat zonder ooit datgene te bereiken wat ze feitelijk zoekt. Niet de welvaartstaat, maar de staat waarin de mens kan zijn, een vrij en gelukkig mens.
Wanneer een bewuste echter in een grote groep van onbewusten begint te werken, dan wordt hij ook geconfronteerd met deze schijnbare karma-werkingen. De mensen immers die niet beseffen wat ze geweest zijn, hoe ze geleefd hebben, die niet beseffen hoe zij aan de hand van wat zij nu bereiken later eventueel weer in de stof of in leder geval in een sfeer een taak zullen moeten vervullen, die gaan zeggen wij hebben ons veilig geheel gesteld. De mens is een instinct-wezen, een gewoontewezen. Hij is conservatief, hij wil zeker alleen vernieuwen als het oude daarvoor maar niet terzijde behoeft te worden gelegd, wanneer hij maar niet iets behoeft achter te laten van wat hij vermeend of werkelijk voor zich heeft vergaard.
Zeer belangrijk is daarbij dat bijna niemand beseft dat geestelijke en stoffelijke waarden juist dankzij deze reïncarnatie, één onverbrekelijk geheel vormen zolang je op aarde leeft. En dat houdt dus in dat zij met hun wetten met hun opvattingen trachten de feitelijke ontwikkeling tegen te houden. Een ontwikkeling waarin wij persoonlijk misschien in moeten geloven maar die we uitermate moeilijk kunnen verwezenlijken want, wij kunnen nu wel zeggen dat het voor iedereen goed is om tarwebrood of gerstebrood te eten, maar als iedereen alleen maar verlangt naar het brood van het meest uitgemalen en witste meel, dan zult u niemand daarvan kunnen overtuigen. Ja, dan ga je je afvragen: heb ik nu wel gelijk dat ik gerstebrood, tarwebrood of roggebrood wil eten. Daar ligt nu het grote gevaar. De suggestie van een wereld die schijnbaar vaste normen gebruikt. Dan gaan we van hieruit verder en het wordt eenvoudig.
Of u nu vandaag sterft of over tien eeuwen, wanneer u niet een voldoende harmonie hebt bereikt met de Schepping, onverschillig langs welke weg, zult u op aarde moeten reïncarneren, omdat het gebrek aan harmonie, en zuiver geestelijk stijgen verder onmogelijk wordt. Er is dus in feite niets verloren. Wanneer de mensheid in deze wereld niet slaagt en deze wereld wordt een donkere brok rots, die rond een uitgedoofde rots nog een tijdje wervelt totdat ze in een stofwolk wordt opgeslorpt. Nu ja, goed, dan is er niets verloren. Dan is er een andere wereld, een nieuwe mensheid. Maar wat erger is: de mens die op deze wijze faalt, verliest de innerlijke harmonie. Hoe meer hij die innerlijke harmonie verliest, hoe groter de kans is dat hij bij een volgende incarnatie een meer chaotisch bestaan kiest. Zoekende naar een regelmaat bv., waarin hij zich kan bergen, zoekt hij in feite naar een regel die het hem onmogelijk maakt te leven zoals hij is. Daardoor wordt minder waarde aan bewustwording opgedaan dan noodzakelijk is en volgt soms al te snel een tweede incarnatie en misschien een derde en een vierde.
Wij mogen dus stellen dat kosmisch gezien deze zaak misschien niet belangrijk is, maar voor ons wel, want wij wensen toch niet, neem ik aan, voortdurend maar op aarde terug te komen, zo’n paradijs is deze wereld niet. En voor allen die de sferen eenmaal geproefd hebben, die in de doorschijnende lichte kleuren van een lichtende wereld, ontdekt hebben hoe de grootheid en de hoogheid van het licht zich openbaart op elk vlak, die verlangt niet terug naar een stoffelijk bestaan. En daarom moeten wij trachten juist in deze dagen en in deze tijd iets van onszelf te begrijpen en dat geldt wel het sterkst voor allen die op het ogenblik in de stof leven.
En daarbij geef ik nu enkele eenvoudige punten, die niet met het onderwerp direct samenhangen, maar die het overwegen toch wel waard zijn naar ik meen:
- Datgene wat volgens uzelf niet aanvaardbaar is, is in vele gevallen voor u niet aanvaardbaar omdat u innerlijk bang bent. Niet omdat het niet bij u past. Datgene wat werkelijk niet bij u past bij de weg die u volgt, is voor u niet bestaanbaar. Dat kunt u eenvoudig niet. U kunt het simuleren, maar u kunt het nooit werkelijk beleven. U kunt het geen werkelijk deel van uw leven maken. Dus overweeg eens in hoeverre uw innerlijk leven en denken verschilt van de uiterlijkheid en vraag u eens af of er misschien in u een angst steekt. Een zeer menselijke angst misschien om bv. buiten de maatschappij te staan of om iets te scheppen, een precedent bv. waardoor u anderen onrecht zou doen. Want als u deze dingen goed overweegt dan zult u al vlug ontdekken, volgens mij althans, dat bepaalde delen in uw leven in feite geen betekenis hebben. Ze zijn een formule, ze zijn niet zoals de gedachteloze beleefdheid waarmee men elkander begroet, de hoed lichtend, of waarmee de dames elkaar hatelijk kussen ook al zullen ze elkaar dadelijk misschien weer doorboren met roddelpraat. Dat is een gewoonte. Deze gewoonte-elementen zijn gevaarlijk, want deze gewoonte-elementen stammen uit de tijd waarin u leeft. Ze zijn een deel van een norm, die door mensen werd gesteld en die voortvloeit meestal uit de negatieve ontwikkeling van de door mij genoemde richting. Degene die werkelijk lichtend is, zal u misschien zeggen dit is mijn weg en wilt ge met mij gaan zo is dit de enige weg. Maar hij zal u niet zeggen: Er zijn geen andere wegen die gij moogt of kunt gaan. Hij bindt u niet. Maar de minder bewuste probeert u een regel te scheppen waaraan u ten koste van alles, en te allen tijde gebonden bent. Hij bedreigt u daarbij, naargelang zijn regel is, met stoffelijke nadelen of met geestelijke nadelen, eeuwige verdoemenis, hel. Ze zijn altijd gauw bij de hand als u iemand wil dwingen door angst, jouw weg te volgen. Kijk wanneer je je realiseert wat je tegenhoudt. Het waarom, waarbij je realiseert dat je niets werkelijk kunt overwegen, wanneer het niet een deel is van je weg en je wezen. Ben je al een stap verder, dan sta je dichter bij je werkelijke persoonlijkheid die je zo dadelijk in de sferen terug kunt vinden.
- Je moet goed begrijpen dat elke mens op zijn wijze moet zoeken naar harmonie. Harmonie is een mooi woord. In feite betekent het echter een: een zijn van leven en streven, het bereiken van een samengaan van bestreving en denken met anderen. Onthoudt dit: datgene waarmee u geen harmonie kunt verkrijgen past niet in uw leven, dat kunt u beter terzijde laten. Datgene waarmee u harmonie kunt vinden echter, is voor u de sleutel waarmee u uw innerlijk bewustzijn en vaak uw herinnering van het verleden zelfs erbij kunt binnenlaten in uw stoffelijk bestaan.
- Realiseer u dat er geen enkele karmische wet bestaat die u kan dwingen. Slechts wanneer u zelf niet bewust bent of u tegen een erkende of innerlijke vermoede waarheid blijft verzetten, schept u een zodanige discrepantie tussen uzelf en het werkelijk leven, de werkelijke wereld (niet de wereld die de mensen denken of zien) maar de werkelijke wereld zoal ze bestaat. Dat u daardoor de wet van oorzaak en gevolg in werking stelt. Wanneer u dus vele dingen overkomen, waarvan u de zin niet begrijpt, moet u niet gaan zoeken naar de reden van die gebeurtenissen. Zoek naar de disharmonie die in uzelf bestaat. Vraag u af waar u niet uw eigen wezen volgt naar beste weten en in de grootst mogelijke harmonie met al hetgeen rond u is. Op dat ogenblik vindt u weer iets terug van de oude wet, de oude wet van de oude waarheid die is uiteindelijk de eeuwige waarheid, de werkelijkheid van alle leven.
- U moet goed begrijpen dat, wat de mens kennis noemt, nimmer in direct verband kan staan met reïncarnatie of met karma. Want de kennis van de mens is een formulering volgens de redelijke normen van zijn wereld en de aanvaarde waarderingen van de menigte in zijn tijd. Slechts degene die openbaart, maakt hierop een uitzondering. Dus vrienden: wat wij werkelijk weten moet altijd zijn, onze waarheid, ons deel zijn van een onveranderlijke werkelijkheid. Op geen enkele andere wijze kunnen wij beantwoorden aan het eeuwig wezen dat wij zijn, ook wanneer we tijdelijk een stoffelijke verschijningsvorm hebben die wel eindig is.
Zelfs wanneer u alles weet wat u vroeger geweest bent, weet u niets. Het is mogelijk om dat te weten. Het is zelfs mogelijk om waarschijnlijke incarnaties (nooit zekere) te berekenen. Maar wat van belang is, is niet de vorm waarin u hebt geleefd, Of u een Romeins krijgsman bent geweest, een Syrische priesteres enz. is niet belangrijk. Belangrijk is wat u daar aan geestelijke waarde, dus benadering van de Goddelijke waarheid gevonden hebt. Het is dit element dat u beheerst, het is dit element dat verdere incarnaties bepaalt. Het is dit element wat in feite alle “oorzaak en gevolg” werking bepaalt die u karma noemt. Natuurlijk zullen diegenen die met elkaar verbonden zijn door krachten die een geestelijke waarde hebben, vaak elkaar ontmoeten in een ander leven, in een volgend bestaan. Ze zullen in elkaars nabijheid kunnen incarneren, ze zullen soms elkaar ontmoeten of soms alleen maar dromen van elkaars bestaan. Datgene, wat buiten u lag, minder aantasten, en dan, u misschien zonder dat de omstandigheden zich wijzigen, zelf gelukkig leven. Gelukkig, omdat je het van binnen hebt. Wanneer u eenmaal in uzelf die vrede, dat geluk, die harmonie gevonden hebt, dan zult u ook ontdekken dat vele dingen, waarvoor u bang bent geweest of die u onaangenaam vond, uiteindelijk heel gewoon zijn en eerder bijdragen tot de harmonie van je leven dan – zoals je dacht – ze verstoort. Leer leven met jezelf, dat is eigenlijk het antwoord.
De vroegere spreker eindigde met: ofwel hebt u de inhoud begrepen ofwel ziet u het belang niet in van uw dagelijks bestaan, in verband met de eeuwigheid. Kunt u wat uitweiden over dit belang?
In de eeuwigheid hebben we niet te maken met tijd, want zij in tijdloos. In de eeuwigheid bestaat dus de schepping. De schepping kunt u zich het beste voorstellen als een soort doolhof. Een grote bol waarin allerlei radialen lopen. Nu bent u bezig om u te realiseren welk deel van die bol u bent, u bent het dus al. Maar het gekke is dat, zolang je niet beseft wát je bent, je probeert in te gaan tegen de bestemming die je in de eeuwige schepping hebt. En daaruit ontstaat dan een conflict. Door het conflict wordt je genoodzaakt om je eigen beperkingen te erkennen. Want je kunt niet het hele heelal zijn, je kunt in jezelf een miniatuur ervan scheppen, maar in het grote geheel ben je een vaste functie. Zo zou je dus zeggen: in de eeuwigheid is het buitengewoon belangrijk dat wij zoveel mogelijk harmonisch zijn met het wezen van ons ik, van het ego. Want alleen daardoor leef je bij de werkelijkheid, alleen daardoor hebben we direct contact, niet alleen met God, maar we voegen in, in zijn schepping.
Is karma noodzakelijk een noodlotsgedachte, is het niet dat men onder een droevig gesternte is geboren?
Welk gesternte is droevig? Men maakt fouten. De stoffelijke condities die worden beïnvloed door de sterren, inderdaad. En je kunt soms aan de hand van de sterren bij de geboorte zeggen, die mens heeft aanleg voor die ziekte, hij zal deze begaafdheid bezitten, maar over de geest wordt niets beslist. De geest is zichzelf. Wanneer de mens weet dat hij zwakke punten heeft, dan kan hij die ongunstige elementen omzeilen. Dus het gesternte doet er niet toe. Wanneer je in een vorige incarnatie bv. een bewustzijn hebt opgedaan dat niet die mogelijkheid van zelfbeheersing, zelfbeperking, enz. die noodzakelijk is, wanneer je die nou niet hebt gekregen, dan ben je dus niet in staat om tot de geesteshouding te komen die noodzakelijk is om die stof tot een compenseren van die onaangenaamheden te brengen. Het is het bewustzijn dat bepaalt, en wat dat betreft, gaat u op de wegen kijken. Er zijn chauffeurs die met een oude rammelkast beter en safer rijden dan iemand met een grootse slee. Het ligt niet aan de auto maar aan de chauffeur. De geest is de kracht die de stof uiteindelijk moet besturen. Wanneer de geest met haar bewustzijn en ervaring tekort schiet, dan wordt de stof het slachtoffer van de omstandigheden. Wanneer de geest in zich de harmonie draagt, dan heeft zij voldoende beheersing om de onaangename invloeden te nivelleren en zo in zich, ondanks alle ongelukkig gesternte, een gelukkig leven en een steeds groeiend geestelijk bewustzijn te bereiken.
Narede:
Rond u zijn in deze dagen grote en machtige invloeden werkzaam. Krachten van Licht, maar ook restanten van duister die nog met de mens verknoopt zijn.
Wanneer gij in deze dagen uw eigen spanning, uw eigen lasten niet weet op te lossen door een erkenning van de grote lichtende krachten en streven naar werkelijke eenheid en harmonie met de bron van al het levende, zult gij niets bereiken en gebonden zijn aan die laatste resten van duister die vooral in de gedachten van de mensen vaak nog woning hebben.
Als gij echter gelooft aan de Krachten van Licht, indien gij gelooft aan een God die deel is van ons aller leven, in Meesters en Gezondenen die de Krachten Gods dragende de mensheid mogen voeren, zo kunt gij putten uit die Kracht zonder beperking, Alles wat aan levende Krachten in en rond deze wereld is, moet en zal spreken door de mens. Want ziet de mensheid betreedt een nieuwe fase. Uit de verwarring van het heden wordt de mens geboren die een tijd lang de verlichte geest op aarde dragen kan.
En daarom zeg ik u: Besef de Kracht die u gegeven wordt. Aanvaard het licht dat u gegeven wordt en zoekt in uzelf de weg om deze Krachten waardig te zijn.
Alle erkennen van het Hogere vergt een offer. Een offer dat misschien klein is in uw ogen, maar belangrijk. Het offer van eigen vooroordeel, van eigen afwijzing van Kracht en Hogere Kracht. Daarnaast vraagt het een vertrouwen op de God van Licht en Liefde, die u allen ook in deze tijd Zijn Licht en leven zendt. Het is in de Naam van die God en in de Naam van de broederschap die werkt vanuit Zijn Kracht en Wezen, dat ik u vraag: zoek in uzelf het Licht, aanvaardt de Kracht u gegeven en gebruik haar om de gedachten te doen uitgaan over deze wereld als gedachten van vrede. Laat uw leven een leven zijn waarin de ware liefde voor de naaste en voor alle leven steeds weer tot uiting komt.
Openbaar in uzelf al nu waardig te zijn het erfdeel dat u wacht in Licht en uit de Kracht van Licht. In God en uit de Kracht van God rijzen het bewustzijn en de vlam ontmoetend het neerdalend Licht der zeven stralen opdat de mensheid in zich de Kracht gewint, geweld en onvrede bant; vreugde te scheppen waar lijden heerst en God te doen heersen waar de gedachten der mensen chaos hebben geschapen.
Als gij wenst, zo zij u deze Kracht en licht hernieuwd en bevestigd gegeven. Luister naar de stem van de Meester die tot u spreekt in Uzelf. Luister naar de kracht die als een melodie spreekt in uw wezen en leven en bevestig in uzelf en in uw leven uw behoren tot het Licht, opdat het Licht moge zegevieren op de verwarring der mensheid.
De gebeurtenissen van deze dagen zullen u tonen hoezeer dit uitstijgen boven menselijk denken en putten uit meer dan menselijke kracht noodzakelijk is, ook voor u.
Met de wens dat gij deze gave zult mogen aanvaarden, dragen in uzelve en tot vruchtbaarheid brengen op deze wereld, neem ik afscheid van u.
Ik wens u allen een zegenrijk werk in de tuinen Gods die worden voorbereid voor zijn komst.