9 mei 1986
Ja, u weet het allemaal waarschijnlijk al: we zijn niet alwetend of onfeilbaar. We stellen het erg op prijs wanneer u zelf nadenkt. Wat betreft het onderwerp: ik kan er zelf een kiezen, u kunt er een kiezen, u vertelt het maar.
- Paravisie
Ja, dat is dus het onzichtbaar maken van het paranormale, Een volksmenigte die een sensatie zoekt, die ze niet krijgen. Als je het paranormale bekijkt en je denkt dat het paranormaal is, is je reactie abnormaal. Het paranormale is nl. het normale dat in elke mens sluimert, maar dat bij sommige mensen toevallig wat meer wakker is geworden.
Er zijn heel wat verschillende mogelijkheden, ofschoon ik niet op de hoogte ben van deze door spookverschijnselen doortrokken manifestatie zullen we maar zeggen, neem ik aan dat u geconfronteerd zal worden met allerhande uitermate veelzeggende en interessante fenomenen, zoals het verkrachten van lepels, het genezen van al of niet aanwezige kwalen en verder natuurlijk alles wat samenhangt met het ongewone, vanaf de horoscoop tot zeer vermoedelijk de vliegende schotels toe.
Laten we ons een keer afvragen wat eigenlijk de zin is van iets dergelijks. Het is een fenomeen, goed dat ben ik met u eens, maar het is duidelijk dat dergelijke fenomenen, willen ze goed kunnen werken, een zekere beslotenheid vergen. Een mate van, ik zou haast zeggen, isolement. Wanneer je al die dingen op een hoop gooit dan krijg je natuurlijk een leuke vertoning. Maar wat kan er werkelijk getoond worden? Een helderziende kan waarnemen, goed, misschien ook wanneer er een hele menigte aanwezig is. De vraag is alleen maar: is die helderziende op dat ogenblik, wanneer iedereen naar sensatie hunkert, in staat om de achtergronden van hetgeen hij of zij waarneemt, duidelijk te begrijpen en dus ook weer te geven?
Trouwens, er zijn een hele hoop mensen die, wanneer ze ontdekken dat een helderziende inderdaad meer ziet dan normaal, onmiddellijk het vertrek verlaten. Die denken dan: ja, je weet nooit wat ze van mij nog achterhalen. Laten we de basis van het verschijnsel maar nemen, dan komen we misschien nog ergens terecht,
Elke mens heeft wat men noemt een geest. Die geest, zover ze een rol speelt, beïnvloedt voornamelijk het onderbewustzijn. De relatie tussen onbewuste en direct toegankelijke herinneringen wordt bepaald door een brug tussen de hersenen, een weefselbrug. We hebben verder twee lobben, frontale hersen lobben, waarin voornamelijk allerhande emoties zetelen, maar die hebben dan ook een grote invloed op de uitwisseling tussen het onbewuste en het bewuste.
Elke mens heeft levenskracht. Normalerwijze circuleert die in twee gescheiden banen, maar die levenskracht kan uit de omgeving worden opgenomen en ze zou kunnen worden gebruikt om o.a. een fijn soort materie te vormen en te richten. Gebeurt dat, dan spreken we van plasma of ectoplasma. Dat komt niet van de geest. Dat komt van een persoon die in staat is dat op enigerlei wijze naar buiten te brengen. Soms uit de neus en mond, soms ook gewoon uit een van de chakra’s, waarbij borst en buikchakra wel het meest voorkomend zijn. Wanneer je in staat bent om dat uit te stuwen, zijn er twee mogelijkheden: Het kan emotioneel gestuurd worden, dan weet je zelf niet wat er gebeurt en dan krijgen we vooral bv. bij pubers, vaak poltergeistverschijnselen. ‘t Is ook mogelijk dat je dat bewust, met je denken of met je emotie, kunt beheersen. In dat geval krijgen we effecten die men telekinese noemt.
Er zijn mogelijkheden om bv. de beweging van lucht te versnellen. In feite is dat een effect dat doet denken aan telekinese, maar waarbij de fijne materie een enorm snelle werveling aanneemt. Dergelijke mensen kunnen dan vuur doen ontstaan, ze kunnen brand stichten. Als je het weer op een andere manier gebruikt dan kun je, juist omdat die fijne materie zo fijn is dat ze elke vaste structuur doordringt, daar een aantal veranderingen aanbrengen.
Bv. moleculaire samenhang en in gevallen van zeer grote beheersing zelfs verandering van atomaire structuur, door hetzij toevoeging aan de kern, dat impliceert dat het aantal omloopbanen groter wordt, ofwel het wegnemen van een deel van de kern, wat impliceert dat de omloopbanen, van de elektronen dus, afnemen in aantal. Die uitwaseming, want zo zou je het kunnen noemen, is dus erg belangrijk voor een groot aantal van de effecten die we kennen. Ook beïnvloeding van elektrische stromen, beïnvloeding van kompasnaalden bv. is via deze uitstulping eenvoudig mogelijk.
Maar er is gelukkig nog een tweede mogelijkheid. Wij stralen gedachten uit, gedachten zijn een vorm van energie. Als we dat sterk geconcentreerd kunnen doen – en dat hoeft dan niet speciaal uit het hoofd te komen, het voorhoofdchakra bv., het kan ook uit de handen komen, of andere uitsteeksels, uit je neus ook bij wijze van spreken, – dan kun je daarmee magnetische veldstoringen veroorzaken. Daar zal een magneetnaald op reageren. Maar als je het beheerst, kun je ook bv. een elektrisch lampje laten branden. Het zijn allemaal dingen die u waarschijnlijk wel eens gehoord hebt. Het zijn allemaal verschijnselen die voor de leek erg indrukwekkend zijn. Interessanter wordt het wanneer we te maken krijgen met zogenaamde stemverschijnselen. Meest bekende is de directe stem. Bij directe stem wordt er echter meestal in een of andere trompet, roeper of buis, een membraam uit deze fijne materie tot stand gebracht. De trillingen van het membraam zijn dan voldoende om een stemgeluid te produceren, ongeveer zoals een ouderwetse luidspreker of koptelefoon dat deed.
Je kunt echter ook te maken hebben met een draaggolf. Neem bv. een radio, zet die op FM tussen twee stations of anders, als je dat niet hebt, op een lage golflengte, dus met betrekkelijk hoog trillingsgetal, zeg tussen de 200 en 250 meter. Wanneer je daar dan in die ruis zit, is het mogelijk die ruis te moduleren. Er is nl. energie en je kunt die energie een heel klein beetje veranderen, het is ook een magnetisch verschijnsel. Een geest kan dat wel, maar het beste gaat het toch wel wanneer iemand aanwezig is die zelf ook mediamieke kwaliteiten heeft. Wil je het een beetje versterken, dan kun je een apart slingertrapje maken met een diode er in en dan krijg je inderdaad een versterking van het verschijnsel en als je er een luchtcondensatortje inbrengt, bovendien de mogelijkheid om die stem duidelijker te maken en met een versterkingsfactor van ongeveer 5000 zeer duidelijk hoorbaar te maken.
Zijn het geesten die hier spreken, wanneer je op die manier een stem opneemt? (Je doet het vaak met bandopname) Het antwoord is: het kan, maar het hoeft niet. Want wat is het geval? Wanneer u denkt, straalt u kracht uit. Als u geconcentreerd bent op de opname, kunt u denkbeelden die u hebt, of voorstellingen die bij u leven, als het ware omzetten in klanken. Het worden dan woorden die uit u voortkomen. Zou er ergens in de buurt een bijeenkomst zijn waar men ook druk bezig is met iets, laten we zeggen een religieuze bijeenkomst, waarbij de religieuze ferveur om niet te zeggen hysterie, zo ver oplaait dat iedereen zit te denken: Jezus, Jezus, Jezus, dan zegt die band van u: Jezus, Jezus, Jezus.
En een geest kan het inderdaad ook. Maar die geest kan niet – en dat is het jammere – een betoog houden, Het is in zekere mate een toeval product. Je probeert iemand te bereiken en daar komt bv. door “Dit is Koos, het gaat me goed”. Je weet niet welke Koos, je weet niet wat die goed vindt. Maar ja, het staat er op, het is een fenomeen. Op deze manier kun je, een enkele keer, een herkenbare mededeling krijgen. 9 van de 10 gevallen krijg je dus onbelangrijke dingen, wat wartaal e.d. Er is één geval bekend waarin stukjes werden herhaald van een ondertussen overleden komiek, een Amerikaanse komiek. Die man was kennelijk bezig om zich te herinneren hoe het op aarde was, toevallig stond er zo’n ding aan en die had dus een uitzending, ik meen uit 1920 of zoiets, of 1930. Erg interessant, een leuk fenomeen, het bewijst dat er iets is. Maar wat verder?
Een mediamieke prestatie, zoals we dat vanavond hier ook proberen te geven, vraagt over het algemeen toch wel een mate van rust. Ik denk niet dat je dat in zo’n geroezemoes gemakkelijk tot stand kunt brengen. Wanneer je het tot stand brengt, vraag ik me af of je werkelijk veel tot stand kunt brengen. Want het is niet alleen een kwestie van praten. Terwijl ik hier zit te praten over iets wat me eerlijk gezegd geen steek interesseert, probeer ik ondertussen u het een en ander bij te brengen over datgene waar ik wel iets over weet, nl. het functioneren van bepaalde paranormale gaven. En daarmee geef ik dan een inhoud aan iets dat zonder meer, volgens mij, niet zoveel inhoud heeft. Maar ja, dat is een oordeel uit de geest, en u kunt begrijpen, nietwaar – bij ons zijn gedachten scheppende krachten – dus we zitten voortdurend in de wonderen en de verbazing. Als je dan ziet wat ze op aarde knoeien, dan denk je: nu ja, jongens, dat is gewoon zandtaartjes bakken in de kleutertuin, en dan nog net doen dat ze nog lekker zijn om op te eten ook.
Een medium dat bv. helderhorend, helderziend is, zou in een dergelijke gelegenheid weer wel redelijk goed kunnen functioneren. En waarom? Groot aantal mensen, afstemming van deze mensen op het fenomeen, we krijgen een emotioneel verwachtingsaspect. Hierdoor is er een kracht ontstaan, die gemakkelijk manipuleerbaar is, punt 1. Punt 2, de gevoelige persoon is gewend dergelijke indrukken te vertalen in hetzij visuele, hetzij auditieve beelden.
De persoon hoort dus veel, maar verwarrend, want er zijn te veel indrukken. Dat is heel begrijpelijk, nietwaar? Er is een helderziende waarnemingen aan het doen. Er zit een heel stel mensen om hem heen. Hij zegt: ja, ik zie bij u een dame, ouderwets gekleed, een soort geruit schortje voor eh, ja, ze heeft ook nog een soort gouden broche. Dan zegt An “dat is tante Toos, m’n oudtante”. Dan denkt iemand: God, wat heeft die nu aan een oudtante? Laten ze mijn overleden kind, zus, man, vrouw, opa, noem maar op, vader, moeder, laten ze die eens een keer zien. En als je er aan denkt, hup, dan staat het er al. Dus, moeilijk hè.
En auditief ook: boodschappen. Ja, je krijgt ze waarschijnlijk wel door, maar de kans dat er twee of drie door elkaar lopen, is betrekkelijk groot. De meeste mensen merken dat dan niet en denken: ach dat zal wel goed zijn. Maar stelt u zich nu eens voor dat u bezig bent om erwtensoep te maken, terwijl er iemand gelijktijdig staat te praten over salade en een derde over pudding. Dan krijgt u erwtensoep met azijn en suiker. Eet smakelijk. Dat proeft u en het is controleerbaar. Wanneer ik al die fenomenen bekijk, dan zeg ik: ja mensen, eigenlijk gaat het om dingen die u zelf hebt, dingen die u zelf kunt. Maar u bent er niet op gericht; wat kan gebeuren, vaak door een schok, soms door een geboortetrauma zelfs.
Neem bv. het bekende “geboren worden met de helm”. Het is in feite gewoon een vlies, dat moet snel verwijderd worden anders is het kind al over voor dat het aan is. Dus, een ademnood, een benauwdheid, een tamelijk vreemde en onaangename ervaring. Ja, dan is het geen wonder dat zo iemand door die schok toch een beetje anders reageert, andere emoties heeft vooral. Die andere emoties, vaak nog gepaard gaande met een zekere instabiliteit van gedrag, karakter, enz., zorgen er dan voor dat zo iemand gemakkelijker indrukken opvangt.
Het kan zijn dat niemand er op let, dan gaat het vanzelf over, Maar het kan ook zijn dat iemand er aandacht voor heeft. Op dat ogenblik wordt het een manier om jezelf te demonstreren, om jezelf te bevestigen. Dan ga je dus kijken of er meer is en dat komt dan ook. Op die manier ontwikkelen de meeste mediums zich eigenlijk. Hetzij uit een schoktoestand, hetzij door een enorme behoefte om toch ook iets te betekenen, maar wel met een lichte gevoeligheid of begaafdheid aan het begin.
Een van de eenvoudigste dingen is de paranormale genezing. Dat kent u allemaal? Onze vriend Henri had er een mooi woord voor: wimpel de wampel. Nu is dat eigenlijk heel eenvoudig. U denkt, gedachten hebben kracht, hebben een betekenis ook buiten u, zelfs wanneer ze niet verder worden vertaald. Wanneer u geconcentreerd denkt aan een ander en u probeert een kwaal op te heffen, dan geeft u, zelfs wanneer er geen enkele verdere contactpoging is, toch al een suggestieve impuls. U suggereert het lichaam dat het actiever moet worden. De kans dat het dat inderdaad wordt, is groot, het gevolg is dat de kwaal minder wordt, want ze wordt beter bestreden.
Je kunt zelfs zover gaan – maar dan moet je tamelijk bekwaam zijn – dat je groei-impulsen geeft. Want heus, uw cellen hebben ongeveer een leven van 4 tot 7 jaar, en worden voortdurend door nieuwe vervangen. En als er nu toevallig ergens iets ontbreekt, dan kunt u zich instellen op groeien, dan worden die nieuwe cellen sneller volledig, gaan dus functioneren en er komen waarschijnlijk meer nieuwe cellen. Ja, dan kan een weefsel snel genezen, maar het is ook mogelijk dat u bv. een te korte spier als het ware rekt op die manier.
Dan zeggen de mensen: ja, hoe zit dat ook weer met kanker?
Dat is een hele tijd reuzeleuk geweest, hè. Iedereen vroeg zich af of je paranormaal kanker kon genezen. Nu, de ziekte gaat wel, maar de Nederlandse grondeigenschap niet. Waar heb je mee te maken? Cel woekering. Dat wil zeggen: een cel, die niet meer op de normale wijze tot deling komt, en waarbij de kern, die de eigenschappen bepaalt, beschadigd is. Daar komt het eigenlijk op neer. Wanneer je nu dergelijke cellen van hun omgeving afsluit, kunnen ze niet verder groeien. Het verschijnsel wordt inkapseling genoemd. Dat is paranormaal tot stand te brengen. Is de kanker sterk uitgezaaid, dan wordt het erg moeilijk. En bovendien heb je dan, dacht ik, toch wel een beetje de medewerking van de patiënt nodig, die moet nl. ook geloven dat het mogelijk is. In andere gevallen komt het er niet zo erg op aan.
Maar hier hebben we dan te maken met iets dat zo omvangrijk is, dat alleen wanneer de patiënt zelf meewerkt, het lichaam in staat is om zelf een aantal inkapselingen, meestal van kleinere gezwellen, tot stand te brengen, terwijl de genezer probeert die afscherming, dat inkapselen van het hoofdgezwel of moedergezwel tot stand te brengen. Ja, en cellen zijn net als mensen, als ze niet te eten krijgen worden ze mager, dus ze verschrompelen. Dan kan dat na een aantal jaren gewoon afgebroken zijn, dan blijft er niets over. Dat kan.
Er zijn ook nog paranormale operaties. U weet het wel, de man die met zijn hand heen en weer wrijft over de buik van een of andere dame die last heeft; en dan ineens grijpt, en zegt: “ik heb het” en een stuk kipingewand met bloed er uit trekt, waarop de dame geneest. Of anders; een geest grijpt in. Ja, dat kan.
Natuurlijk, ongeacht de zwendeltjes en de suggestieve poespas die er bij verkocht wordt, kan het. Waarom? In de eerste plaats: een geest, en ook uw eigen krachten – want wat dat betreft staat u ongeveer op het zelfde niveau als een geest – kunnen een weefsel doordringen zonder het te beschadigen. Maar u kunt ook zoals u – wat ik daarnet heb verteld – moleculaire samenhangen kunt veranderen, of zelfs de structuur van een atoom kunt wijzigen, zo kunt u ook een celstructuur veranderen. De feitelijke operatie is dan niet dat er bv. een galsteen wordt weggehaald op paranormale manier. ’t Zou misschien kunnen, ja, als iemand dan ook telekinese plus de kunst van transport kent, dan zou het gaan. Dan heb je het duivenei naast je liggen, maar in negen van de tien gevallen kun je wel voorkomen dat het verder aanzet. Je kunt het als het ware in schilfers uit elkaar laten vallen – daarbij is de druk voor een groot gedeelte weg – en de zaak verder vergruizen. Dan kun je bij een galsteen niet de gehele fout weghalen, wel bij een niersteen, omdat daar de doorspoeling aanmerkelijk groter is.
Maar wat je doet, is eigenlijk gewoon vergruizen. Gruizelen, tot stof maken. Als je dat bij een niersteen doet, en je doet het wat onvoorzichtig , blijven er schilfertjes over en dat wil zeggen dat de persoon in kwestie erg veel moet drinken, en als het dan afgevoerd wordt, zo nu en dan au, au kan roepen. Maar het kan.
Je kunt zelfs opereren met een mesje dat helemaal niet ontsmet is en niet eens erg scherp, en zorgen dat de bloeding ophoudt, maar dat is een soort telekinese, je knijpt als het ware zelf de bloedvaten dicht. En daarnaast kun je er voor zorgen dat het zuiver is doordat de eigen trilling het bestaan of neerslaan van bacteriën die de infectie veroorzaken, onmogelijk maakt. Er zijn mensen die op die manier heel wat operaties hebben verricht.
Alles bij elkaar genomen kunnen we zeggen: er zijn dus heel wat fenomenen. Een groot gedeelte daarvan vergt oefening. Je moet het eerst in de praktijk heel veel keren geprobeerd hebben, voordat je leert hoe het moet gaan. Er bestaat ook geen vaste handleiding voor.
Als u naar uw Paravisie toegaat en vraagt: hoe doe je dit en hoe doe je dat, dan is de kans dat u gelijke antwoorden krijgt, misschien één op duizend. Waarschijnlijk één op tienduizend zelfs. Elke mens is een eigen wezen, heeft een eigen gedachtenwereldje, heeft een eigen verklaring voor hetgeen er gebeurt. Dat is niet reëel, maar voor de persoon is het nodig om de zaak te kunnen aanvaarden. Het resultaat is dus dat er nogal wat afwijkende omschrijvingen zijn. En komen er gelijkluidende beschrijvingen, dan moet u toch even informeren welk boek ze allemaal gelezen hebben.
Het wil dus niet zeggen, dat u naar zo’n tentoonstelling van abnormaliteiten op paranormaal gebied kunt gaan en dan zeggen: nu heb ik gezien dat het bij anderen kan. U moet tegen uzelf zeggen: wat die anderen kunnen, kan ik ook. Laat ik het eens proberen, heel voorzichtig, als u dat doet, dan zult u met verbazing constateren dat u heel wat meer kunt dan u dacht. Dat is het belangrijke. De belangstelling vind ik mooi, maar uw hele Paravisie ‘86 kan me gestolen worden wanneer het alleen maar gaat om lekker te kijken naar de sensatie die wordt gepresenteerd.
Het gaat er om dat je weet wat je doet, hoe je het doet. Dat je leert je bewustzijn te projecteren, dat je leert waar te nemen buiten je eigen lichaam, dat je leert aan te voelen. Daarvoor moet je rekening houden met alle eenvoudige aspecten die op je afkomen. Het begint bij de meeste mensen met intuïtie. Op een gegeven ogenblik weten ze ineens, of voelen ze: ja, dat moet ik nu toch eens een keer niet doen. Ja, laat ik die kant eens uitgaan. En meestal klopt dat dan. Maar als je er over nadenkt of het verstandig is, is het al voorbij, gaat het al verkeerd. Merk je dat je die intuïtie hebt, ga dan een eindje verder. Als je denkt: god, die heeft hoofdpijn; vraag je af: kan ik genezen? Zegt die intuïtie ja of nee? Zegt ze nee, ga voorbij, zegt ze ja, probeer er iets aan te doen.
Kent u de persoon, dan is het bekende gebaar, zo (maakt overdreven strijkgebaren), dat werkt altijd. U lacht er om, maar het is inderdaad een lichte parodie op iets wat zeer velen doen. Maar als u nu die persoon niet kent en u hebt toch dat gevoel? Dan gaat u zich heel sterk concentreren, u probeert als het ware de persoon in uw hoofd te zien, en u zegt: die hoofdpijn moet weg. Gewoon: je hoofdpijn moet weg, verder niets. Als u dan kijkt dan zult u zien dat de persoon eens eventjes zucht, en als die dat doet, dan gaat het meestal wel goed, dan zult u ook zien dat die persoon even later veel opgewekter uit zijn ogen kijkt. Het zijn eenvoudige dingen, je moet ze proberen maar je kunt ze doen.
Als je dan zo’n twintig hoofdpijntjes zonder moeite hebt verwijderd, en er komt iemand met: “au, au, ik heb zo’n pijn aan mijn schouder”, dan leg je er eens een lekker warm handje op, zo van: ik haal het wel even weg, voel je het?.” En dan neem je nog een andere hand beet, zodat de doorstroming een beetje beter is misschien. Dan zeg je: “merk je het?” Nu ja, de meeste personen beginnen dan te zeggen, als ze suggestibel zijn: “ja, ik merk het.” Of: “Ik merk geen pest.” Of: “hé, het prikkelt een beetje, dat is interessant”, of: “hé, wat is je hand warm” Die laatste dingen zijn tekenen dat er iets gebeurt. Dus niet als die persoon zegt: “O , wat voel ik me ineens prettig”, en als je de deur uit bent, “was hij er maar afgebleven”. Je moet het heel gewoon, heel nuchter doen.
Als u op een gegeven ogenblik het idee hebt dat u iets ziet, al is het maar gewoon een woord, het is niet eens een visuele waarneming, maar gewoon ineens een denkbeeld, een tamelijk complex denkbeeld dat ontstaat, vraag u eens een keer af: wat betekent het? En let op of iets wat er mee samenhangt, misschien gebeurt. Als u dat regelmatig doet, zult u ontdekken dat u een soort ingebouwde waarschuwing hebt, waarbij u van tevoren bepaalde dingen als het ware voorziet, weet, of bepaalde ontwikkelingsmogelijkheden van tevoren weet, en daardoor uw eigen gedrag beter kunt bepalen. Kijk, dat is de moeite waard. Alle demonstraties zijn leuk, om de mensen duidelijk te maken dat er iets is. Maar pas wanneer ze er zelf mee gaan werken kan het iets betekenen.
Ik dacht dat ik daarmee eigenlijk het voornaamste over het onderwerp wel gezegd zal hebben. U kunt er anders over denken, vertelt u het maar.
- Een aantal paragnosten op die Paravisie—manifestatie waarschuwen de mensen tegen het gebruik van het zogeheten ouija—bord of: glaasje draaien.
Ja, dat kan ik begrijpen.
- Het frappante is overigens dat hetzelfde bord als gezelschapsspel elders op de manifestatie te koop is. Kunt u zeggen in hoeverre de gevaren waarop die paragnosten wijzen, reëel zijn?
Nu, al die gevaren, wanneer ze denken aan bezetenheden, enz. iemand die daar vatbaar voor is, krijgt toch wel een aanhechting hoor. Dus dat zegt niets. Maar de moeilijkheid is dit, wanneer je werkelijk een paar keer resultaat hebt gehaald met dat “spel” dan ga je er in geloven. Als je er in gaat geloven dan wil je als het ware bepaalde antwoorden hebben en de kans is groot dat je ze aan jezelf geeft door onbewust druk uit te oefenen. Dat is een van de verschijnselen. Kruis en bord precies hetzelfde.
Verder, je kunt niet controleren wie er door komt. Er kan wel iemand komen die zegt: ik ben je grootmoeder. O ja, oma. Is reuze leuk. Wat moeten we doen? Ga morgen naar Katendrecht. En dan sta je op Katendrecht, in de regen. Gezellig. En er gebeurt niets.
Ik bedoel maar, dergelijke dingen komen te veel voor. Elke entiteit kan gebruik maken van zo’n ouija-bord, van zo’n kruis en bord situatie. Omdat niemand kan controleren, maar wel een veld van energie door de aanzittenden wordt opgebracht, waardoor dat geval kan bewegen. Het besturen daarvan is net zoiets als een bus, je denkt dat je het traject kent, maar je hebt misschien niet op het nummer gelet. En dan denk je dat je naar Scheveningen gaat en waar kom je terecht? In Zoetermeer. Je kunt niet controleren, je weet niet wie de bestuurder is. Je geeft je over aan het fenomeen. Op den duur krijg je dan mensen die zover komen, – neem me niet kwalijk, ik maak het iets belachelijk, maar om u een beeld te geven – die zeggen: “Jan kom eens even hier. Gauw even aanzitten. Ik moet naar de wc en wil weten of het mag”. Ja, en dan is het al te laat. Ik overdrijf, maar je moet je leven door dergelijk dingen niet laten beheersen.
En wat dat betreft ook niet door geesten die doorkomen, zoals ik, zelfs als het een heel goed medium is. Ja, wat die geesten zeggen kan zinvol zijn, misschien heb je er iets aan. Maar denk er over na en neem je eigen besluiten. Het gevaar ligt er in dat de mensen verslaafd worden aan een reëel of niet-reëel bestaand gezag. En zich daar zodanig ondergeschikt aan maken, dat ze hun zelfstandigheid en daarmee hun eigen mogelijkheid tot ontwikkeling verliezen. In dat opzicht hebben die paragnosten gelijk.
Als ik het goed begrijp, zit dus voor een deel hetzelfde gevaar in alle orakelvormen, zoals pendels, tarotkaarten en wat er allemaal meer op dit gebied bestaat?
Ja. Bij het pendelen, als je pendelt om de toekomst te kennen, is dat gevaar inderdaad aanwezig. Wanneer je echter pendelt op ja-nee kwesties, dan gaat het over het algemeen wat beter, omdat de pendel uiteindelijk een uitdrukking is, via onbewuste trillingen, van het eigen onderbewustzijn. Je brengt dan bepaalde dingen die je al weet eigenlijk naar buiten toe. Ik denk dat dat niet zo gevaarlijk is. Wat betreft tarotkaarten, enz., als je het heel erg serieus neemt, zijn ze gevaarlijk zodra je er mee wilt voorspellen.
Maar hoe gaat het? De mensen kopen van de zigeunerin, of hoe heten ze? Madame zus of zo; kopen ze waarzegkaarten. Dan leggen ze de kaarten precies op het lijstje. “Oh, dat betekent dat? Dat is niet leuk, nog een keer leggen. Kijk, dat is niet gevaarlijk meer.” Maar juist dat ouija-bord heeft dus een eigenaardigheid, het automatisch schrijven heeft dat ook in zekere zin, vooral planchette werk. Daar wordt je geconfronteerd met iets wat zo geheimzinnig en oncontroleerbaar is en waarbij je eigen bewuste invloed zo gering is dat je juist daardoor eigenlijk een gezag boven je zelf gaat creëren en dat is gevaarlijk.
Mag ik nog een vraag stellen? U hebt even aangeraakt dat cellen zich eens in de zeven jaar vernieuwen.
Ongeveer
Is dat ook het geval met hersencellen en met zenuwcellen van het ruggenmerg?
Ruggenmergcellen vernieuwen zichzelf wel. Hersencellen vernieuwen zichzelf veel trager. Dat is een cyclus die bijna 27 jaar neemt, en het opvallende is dat de vernieuwing hierbij alleen tot stand komt door een deling van de oude cel, waarbij de oude cel begint te verkommeren, terwijl de nieuwe cel met gelijke inhoud dus, doorgroeit. We krijgen dan in de periode dat dat gebeurt, op de in die ene cel opgeslagen signalen, inderdaad een tijdelijke verzwakking.
Hoe moet je dan aan extra hersencellen komen?
Extra hersencellen, ach, die heb je eigenlijk niet nodig. Je hebt er al zoveel die je niet gebruikt…
Als ik het goed begrijp, komen er nieuwe cellen, maar kunnen die ook indrukken overnemen van de oude cel?
Ze nemen de kern over, de structuur. Dat heb je met deling, bij celdeling krijg je dus een insnoering zoals u weet en een verdubbeling van de kernwaardes, die gaat er aan vooraf. Er zit een soort spiraalvormig geheel in en dat dupliceert zichzelf, daarna komt er een insnoering en die insnoering wordt steeds vollediger, zodat we eigenlijk twee cellen hebben die nog een beetje aan elkaar vastzitten en precies gelijk zijn, ook qua reactie, alles. Dat houdt in dat de inliggende signalen van de oude cel in de nieuwe cel als het ware worden opgenomen.
Nu is er één verschil bij de nieuwe cel ontstaat een nieuwe celwand en die nieuwe celwand wordt voor een deel uit interne cel materie gemaakt en heeft weer een volledige uitwisselingsmogelijkheid, ademt dus als het ware beter, terwijl de oude huid als het ware achter blijft bij het oude cel gedeelte. Dat heeft minder voedingsmogelijkheden, heeft ook nog een deel van zijn innerlijke materie aan die nieuwe cel moeten afgeven, heeft daardoor geen voldoende stofwisselingmogelijkheid meer en sterft dus af.
De permeabiliteit van de nieuwe cel is dus groter?
Ze is identiek, maar ze heeft over het algemeen wel een groter opnamevermogen, voor zover niet alle doorlaatfactoren, impulsfactoren, moet ik eigenlijk zeggen, reeds in de oude cel volledig gevuld waren. Wel krijgen we dat die cel dan beter gaat functioneren.
Dan kun je daar aan toevoegen; op het ogenblik dat bloedsomloop, oxygen huishouding e.d. afnemen, wat we bij verouderende organisme dus langzaam maar zeker zien, zal ook de mogelijkheid tot het opnemen van nieuw materiaal minder worden. Vandaar dat oude mensen veel meer in het verleden leven dan jonge mensen.
Er is nog altijd zo’n paniek over wat er in Rusland is gebeurd. Hoe staan we daar eigenlijk, vanuit u gezien, voor?
We hebben dat betrekkelijk uitvoerig behandeld tijdens een cursusbijeenkomst, maar ik wil er wel in het kort iets over zeggen. En dan ga ik alleen uit van de huidige toestand.
Op dit ogenblik is de versmolten kern nog steeds actief en zakt verder door. De gemiddelde temperatuur is aanmerkelijk gedaald en ligt waarschijnlijk op het ogenblik tussen de 500 en 400 graden Celsius. Dit impliceert dat een besmetting van het grondwater onwaarschijnlijk wordt, maar dat er toch nog we] het een en ander zou kunnen gebeuren en enige extra radioactiviteit vrij zou kunnen komen. De andere reactoren, waarvan er een was aangetast, zijn op het ogenblik volledig beheerst en stilgelegd. De aangebrachte doofmantel uit zand en klei houdt op het ogenblik ongeveer 93 à 94% van de uitstraling terug, zodat dus een grote verontreiniging op dit ogenblik niet verder verwacht behoeft te worden, tenzij de kern, niet geblust, uiteindelijk toch nog een zekere explosieve reactie zou vertonen. Dat zijn de punten dus ten aanzien van Tsjernobyl.
In de tweede plaats, de stralingsbesmetting omvat een gebied van 25 tot 30 mijl, dus zeg maar een cirkel met een doorsnee van ruim 50 kilometer. Hier is de aarde zodanig besmet dat ze voorlopig niet bruikbaar is. Hetzelfde geldt voor vele materialen die zich daar bevinden, ze zijn gelukkig grotendeels door radioactieve deeltjes met een betrekkelijk kort half-leven, hier en daar doordrongen. Het aantal slachtoffers is aanmerkelijk groter dan nu nog wordt toegegeven, we kunnen het aantal mensen dat dodelijk besmet of gedood is tezamen tussen de 1000 en de 1200 rekenen.
Wat betreft de atmosferische besmetting: er is inderdaad een verhoging van radioactiviteit in zeer vele landen, zelfs is het mogelijk dat een tijdelijke verhoging bv. geconstateerd wordt in Canada en de Ver. Staten. Maar deze besmettingen zijn over het algemeen betrekkelijk gering. Er zijn enkele deeltjes bij, dat geef ik toe, die wanneer ze met neerslag vallen, inderdaad enige tijd de zaak een beetje onaangenaam kunnen maken. Laat ik het zo zeggen: u mag momenteel geen spinazie eten, maar wanneer u die spinazie in normale portie, en niet elke dag zou nuttigen, zou de schade daarvan nihil zijn. Alleen wanneer u drie weken achter elkaar elke dag per man een pond spinazie eet, dan is de kans dat bepaalde stoffen, waaronder radioactief jood en met ijzer verwante radioactieve deeltjes, inderdaad enige schade zouden aanrichten. Van een werkelijke stralingsziekte is dan echter nog geen sprake.
De verontreiniging van grondwater en oppervlaktewateren heeft ongeveer dezelfde betekenis. Het is er wel, maar het is zeker op dit ogenblik niet kritiek. Dat men zegt: ja, we willen de melk zuiver houden, dan zeg ik: ja, veel zuigelingen worden er mee gevoed en gezien het groeiproces daarin, zouden een paar radioactieve deeltjes inderdaad schade kunnen aanrichten. Kans ongeveer 1 op 70. Dus ja, dat vind ik dan wel reëel.
Grotere hoeveelheden millirem zijn geconstateerd o.a. in Polen daarnaast in een paar andere Oostbloklanden en op twee plaatsen in de Bondsrepubliek Duitsland. In deze gevallen gaat het niet om werkelijk schadelijke besmettingen. Maar in Polen zijn twee gebieden waar een langdurig verblijf inderdaad de kankermogelijkheid vergroot. In Rusland daarentegen is er een gebied van ruim 500 vierkante kilometer waar dat gevaar inderdaad bestaat en naar ik aanneem de eerste 10 jaar zal blijven bestaan.
Ik zeg het precies zoals het er voor ligt. Maak u niet te veel zorgen daarover. Onthoud u maar één ding: er zijn verhogingen van natuurlijke radioactiviteit en straling, bv. in een periode met erg veel zonnevlekken, die ongeveer zoveel produceren als nu in Nederland valt. Het enige is, er valt geen neerslag van deeltjes bij. Maar de werkelijke oppervlakte-radioactiviteit is op het ogenblik inderdaad ook zoveel groter. Dus ik zou zeggen, maak u niet te zeer bezorgd, tenzij over deze ene vraag: als elke geleerde beweert dat de kans op een ongeval, ligt eens in de 10.000 jaar, is het wel opvallend dat zoveel van die centrales een dergelijk ongeval al hebben in de eerste 20 jaar van hun bestaan. Is dat reëel wat ze zeggen of is het een zoethoudertje? En als het een zoethoudertje is, waarom? En dan is het antwoord zeer waarschijnlijk omdat geleerden de technische zaken goed kunnen berekenen, maar menselijk falen niet.
En rekening houdend met menselijk falen zijn inderdaad atoomcentrales, atoomkracht-gedreven voertuigen en dergelijke op dit ogenblik erg riskant, omdat men nog niet beschikt over de mogelijkheid deze automatisch en met voldoende zekerheid te doen regelen.
Is het ook inderdaad waar – dat was een bericht uit Rusland – dat deze catastrofe is voortgekomen uit menselijk falen?
Ja, natuurlijk.
Maar er wordt daarop gezegd: daarom kunnen we het doorzetten omdat het dan in het vervolg niet zal gebeuren door menselijk falen.
Ja, dat vindt ik dus de grote stommiteit. Sedert dat er de mens op aarde is gekomen, heeft die falen tot een van zijn specialiteiten gemaakt. En dus te zeggen dat zoiets nooit meer zal voorkomen is onzin. Alleen wanneer je zoveel veiligheden inbouwt, dat een menselijk falen automatisch ontdekt wordt, kun je zeggen, ja, dat gevaar is dan gering geworden. Maar zelfs bij de modernste centrales is dat tot op heden toe niet het geval.
Dan kan je kiezen voor ja, wat is het beste systeem, enz. Dan voel ik uiteindelijk nog meer voor het Zweedse systeem, of wat dat betreft evt. het Canadese systeem, dan het USA- of het USSR-systeem. Beide laatste systemen zijn nl. te veel met economische gedachten in het hoofd opgezet.
Dus het antwoord is heel eenvoudig: als men zegt het is menselijk falen geweest en dus komt het niet meer voor, dan wijst u op wat er in Engeland gebeurt is, wat er al vier keer in de Ver. Staten gebeurt is, al zijn er dan geen grote rampen bij. Dan wijst u er op dat ook in Nederland door menselijk falen enkele keren iets is gebeurd waardoor een centrale tijdelijk stil moest worden gelegd. Het aantal keren dat dit menselijk falen optreedt, is kennelijk veel groter dan het aantal malen dat er inderdaad fatale gevolgen zijn. En als men daaruit de conclusie trekt dat dat niet erg is, dan zeg ik, dan moet u maar toelaten dat iemand 200 kilometer per uur rijdt, ook in de stad, er kunnen doden vallen, maar als ze uitkijken gebeurt dat niet.
Hoe is de emotionele reactie van de Russische bevolking in de omgeving, vergeleken met de reacties in de westerse landen, waar de informatie veel uitgebreider is?
Kijk, wanneer het in het westen gebeurt, dan ontstaat er een soort stampede. Dan is iedereen ineens helemaal door het dolle heen. In de USRR gebeurt dat dus niet. Het komt langzaam op. Het is een onbehagen dat sterker wordt, sterker wordt, dan komen er feiten, plus kletspraat evt. overal naar voren, en op een gegeven ogenblik voelt men zich inderdaad onveilig. Maar hier zou u kunnen zeggen: Dodewaard bevalt me niet, ik ga in Den Helder wonen, tot de tijd dat ze daar ook zo’n ding neerzetten natuurlijk.
Maar in Rusland kun je niet zeggen: Oh, ik woon in Kiev en ik zou nu naar de Rode-Oktober of iets dergelijks willen verhuizen. Dan zeggen ze: ja maar, je hebt hier je werk, hier ben je ingedeeld, je hoort hier thuis, dat staat in je pas. Je mag dus niet weg. Je kunt wel weggaan, maar tenzij ze zeggen dat je weg moet gaan, verbeur je daarmee alle rechten die je hebt, inclusief die van medische verzorging, voeding, onderdak, werkgelegenheid. Dat is dus een dwang waardoor de mensen blijven. Ze zullen de kinderen wegsturen bij wijze van spreken en zelf blijven en dan zeggen: ja goed, misschien gaan we er dood aan, maar laten we het dan in ieder geval nog maar zo prettig mogelijk doen, Want we kunnen niet anders.
U moet er nl. rekening mee houden dat we hier te maken hebben met een volk waarbij het merendeel van de bevolking stamt uit voorouders, die in feite gedurende meer dan 1200 jaren een slavenbestaan hebben gevoerd. Dat slavenbestaan bestond zelfs nog in de jaren 1916-1917 toen de revolutie uitbrak. Pas daarna heeft men een zekere vrijheid zich verworven, heeft men zich meer mogelijkheden verworven, Maar een dergelijke ingewoekerde onderwerping, gezag-aanvaarding die kun je niet een-twee-drie ongedaan maken.
Dat is ook in Duitsland bewezen, waar ook de autoriteit als het ware gezien werd als absoluut, iets wat boven ons staat, en waaraan we ons hebben te onderwerpen. Of het nu de Keizer was of een mislukte schilder met snor, dat maakte geen verschil uit. Dat was de baas, wat die zei was waar, die moest je gehoorzamen. Dan kunnen ze later wel zeggen: ja maar, we hebben het niet van harte gedaan, maar het was er wel, Hetzelfde ziet u in Rusland.
Gelooft u mij, de onrust is in de omgeving van deze reactor op dit ogenblik angstig. Men is werkelijk bang. Alleen, gezien het systeem kan men geen andere keuze maken dan verdergaan en er het beste van hopen.
Wordt er dan niet geëvacueerd?
Er is inderdaad geëvacueerd. Zover ik weet zijn er tot op dit ogenblik 58.000 personen geëvacueerd. Daarnaast zijn kinderen geëvacueerd in een totaal van een kleine 30000. Die laatsten zijn voornamelijk overgebracht naar grotere plaatsen elders zoals Moskou, Leningrad e.d. Dus: er is geëvacueerd, er is echter een aantal mensen met stralingsziekte en ziekteverschijnselen. Totaal aantal tussen de 3000 en 5500, die niet geëvacueerd worden totdat men een voldoende behandelingscentrum heeft opgezet – er zijn er op het ogenblik zeven, waarbij internationale mensen betrokken zijn, internationale experts – en daar worden ze naar toegevoerd op het ogenblik dat de behandelingsmogelijkheid schijnt te bestaan. Dus deze mensen mogen niet weg uit hun omgeving die in feite hun kwaal vergroot, omdat men niet weet waar men met ze naar toe moet.
Is het zo dat bij verschillende mensen al een beenmergtransplantatie heeft plaats gevonden? En zijn er nog ergere gevallen geweest?
Dat zijn gevallen geweest waarbij beendermergaantasting plaats vond of waarschijnlijk was, en waarbij men de gezondste personen natuurlijk heeft genomen, de meest weerstand bezittende personen om deze transplanten te doen. Dus het is zo, dat er een aantal mensen zijn die niet te redden zijn. Wij schatten dat het aantal slachtoffers, die er niet bovenop komen, ligt tussen de 1000 en de 1500, De anderen hebben op het ogenblik nog genezingskansen. De kans op kanker na 10 jaar is aanmerkelijk groter. Dat zal waarschijnlijk 25.000 personen, misschien meer bedragen. Dus als je het zo bekijkt is het eigenlijk nog niet zo erg.
Ja, in een oorlog gaan er ook duizenden mensen. Hoeveel mensen worden er per dag dood gereden in het verkeer? Wij zien het, wij krijgen de drukte elke keer. U kijkt er over heen. Alleen in Nederland vallen er gemiddeld 5 verkeersdoden per dag. In Duitsland vallen er ongeveer 70 tot 80. In de Ver. Staten, een veel groter land, veel meer verkeer, daar is het aantal verkeersdoden per dag vermoedelijk tussen de 2.000 en de 3.000. Dus als u dat optelt zijn de aantallen die ik noem toch niet zo groot. Alleen, ja, het is iets bijzonders.
Kijk, als er een treinramp of vliegtuigramp is, en er zijn 100 slachtoffers, roept iedereen ach en wee. Maar als je kijkt hoeveel mensen die in de mijnen hebben gewerkt, aan silicose zijn gestorven, dan is hun aantal in verhouding zoveel groter geweest, dat zo’n enkel vliegtuig dan in puin valt, dat maakt niet uit. Alleen, het is spectaculair. De dood die met veel lawaai komt, is altijd interessant. De geleidelijke dood wordt vergeten. Zo zijn mensen. Dat is geen cynisme, het is alleen maar het vaststellen van iets dat u zou kunnen weten wanneer u nadacht. Verder nog iets?
Nu kennelijk bent u uitgeput, en voordat het medium uitgeput raakt zal ik dan ophouden met te putten uit al datgene wat ik meen te weten, afscheid van u nemen en u verder een gezegende en aangename bijeenkomst toewensen.
De mens.
In dit tweede gedeelte zou ik toch graag een wat andere weg inslaan dan uw paranormaal begin. Ik zou het één en ander willen zeggen over de mens. U herinnert zich misschien hoe Goethe, Mefistofeles karakteriseert: Der geist der stets verneint und doch das gute schaft. De geest die altijd ontkent en toch het goede tot stand brengt. Soms vraag ik me af of hij daarmee de mens niet heeft bedoelt, maar dan in omgekeerde volgorde: Der mensch der stets das gute meint, doch das schlechte schaft.
Want de mens leeft met dromen van welvaart van goedheid, van goedwillendheid, van overvloed, van liefde, en wat hij in feite produceert is vaak het tegenovergestelde. Misschien heeft hij niet begrepen dat de werkelijkheid in jezelf ligt. Uw werkelijkheid woont in uw wezen. U kijkt naar de wereld, maar kijkt met uw ogen, u luistert met uw oren en u verwerkt het met uw hersenen. Wat u rond u meent waar te nemen, is niet alleen maar een reeks van feiten, het is de interpretatie die u zelf er aan geeft.
Wanneer u innerlijk de kracht weet te vinden om al die illusies opzij te zetten, om voor een ogenblik alleen naar de werkelijkheid te kijken, dan bent u veel minder geneigd om in te grijpen. Want dan erkent u: de werkelijkheid is een vastgelegd plan dat in zichzelf volkomen logisch en volkomen zinvol is. Maar de menselijke gedachten maken er een doolhof van, waarbij je voortdurend weer verdwaalt op weg, naar iets waarvan je aanvoelt dat het er moet zijn, zonder te beseffen dat je het alleen kunt vinden in jezelf en wel door afstand te nemen van je eigen beleving en interpretatie van alles om je heen.
Het zijn zaken waar mensen vaak moeilijkheden mee hebben. Ze zeggen dit is waar: dus moet ‘jij’ de juiste benadering zou zijn. Dit is waar voor mij, dus zo moet ‘ik’. Het verschil tussen deze beiden kentekent eigenlijk de gehele opbouw van menselijke religie, van menselijke maatschappij, van menselijke geschillen en menselijke samenwerkingen.
Wij dragen in onszelf de enige kracht die telt. Jezus heeft er over gesproken toen hij het had over het Koninkrijk Gods, dat is in u lieden. In u ligt de werkelijkheid. In u ligt de goddelijke waarheid. In u ligt de zinvolheid van het bestaan en nergens anders. Wij zoeken in onszelf te veel de wereld terug te vinden die we buiten onszelf vinden. Wij realiseren ons niet wat we zelf doen, we zijn bezig met zaken die voor ons belangrijk zijn. En een ander heeft zich daar maar bij neer te leggen. Wij zijn voortdurend bezig met het goede te zoeken en dus hebben anderen zich maar te voegen. Wij begrijpen niet dat ons hele zijn, ons hele wezen is opgebouwd op de relatie die we hebben met alle dingen en daarnaast met de kracht waaruit alles bestaat.
Daarom moeten we niet kijken vanuit onze denkbeelden. We moeten kijken vanuit de werkelijkheid die we zijn. Niet kijken naar de beoordelingen van de wereld, want die zeggen niets, ze zijn ook illusie, maar kijken naar datgene wat wezenlijk tot stand wordt gebracht en datgene wat we wezenlijk niet bereiken. Je ontdekt dan al heel snel dat zovele zaken die je nastrevenswaard hebt gevonden eigenlijk waardeloos zijn. En dat dingen die je terloops hebt beschouwd als: “nu ja, ‘t is ook misschien wel aardig”, de hoofdzaak vormen van al datgene wat je bent en wat je doet.
De mens is een wezen, dat zelfs in zijn stoffelijke beperkingen, verwant is en blijft met een totaliteit, die alle tijd, alle ruimte, alle mogelijkheid omvat. In hem is een honger naar deze totaliteit, naar deze vervuldheid, maar hij kan ze niet waarmaken. Want hij kan zichzelf niet aanvaarden zoals hij is. Hij kan zichzelf niet beleven, zoals hij feitelijk is. Hij kan zijn wereld niet zien voor wat ze in wezen is. En daardoor gaat de mens vaak aan zichzelf ten gronde.
Laten we proberen voor een kort ogenblik, want ik heb niet veel tijd, iets te vinden van werkelijkheid. De werkelijkheid die in de mens ligt.
Er is een bestaan, het bestaan kan niet omschreven worden, wij kunnen ten hoogste een optelsom maken van de ogenblikken die wij bewust hebben doorgemaakt. Maar we zijn een geheel. En elk ogenblik dat we leven, vertegenwoordigen we dit geheel. Wij zijn niet alleen een enkel ogenblik in contact met hogere waarden, of een enkel ogenblik sterk en in staat om te helpen of in staat om te doorzien. We zijn het altijd, maar we laten ons zelf niet toe dit voortdurend te beseffen.
Eenheid is de werkelijke macht. De eenheid die schuilt achter de verscheidenheid. De verscheidenheid is slechts de mogelijkheid om het geheel althans enigszins te benaderen en te kennen. De mens is geroepen tot het kennen van dit geheel. Hij is niet geroepen tot een hemelrijk of verdoemd tot een hel. Hij zal uit zijn waan moeten ontwaken en de werkelijkheid doormaken en beleven die in hem zelf bestaat. Hij zal moeten beseffen dat de kracht die in hem woont, de kracht is die in alle dingen woont. En hij moet leren om die kracht aan te spreken, opdat hij zichzelf, buiten de beperkingen om, voor een ogenblik waarmaakt, zelfs in eigen gevoelen en denken. Er zijn de mens geen grenzen gesteld buiten de grenzen die hij zelf zich stelt. Maar wanneer wij de beperking terzijde werpen, kunnen wij nog niet afstand doen van datgene wat wij mede zijn.
Zelfs in de hoogste geestelijke bewustwording bent en blijft u ook de mens in de stof, de mens met honger, de mens die ademen moet, de mens in wiens aderen het bloed pulseert. De mens die zijn wegen moet gaan omdat hij behoort bij de mensheid. Maar wanneer je dit ziet als een deel van je wezen en niet als het dominerende en meest belangrijke ervan, dan kun je de rust en de vrede vinden om zelfs in die stoffelijke vorm op de juiste manier te leven, om op de juiste manier te uiten.
Het is aardig om te dromen, het is fantastisch fijn om een ideaal te hebben, om een geloof te bouwen, waarin je zo zeker bent dat je niet meer naar de waarheid hoeft te kijken. Maar jij bent deel van een waarheid, niet van een geloof, niet van een droom, van een ideologie. Je bent deel van een oneindigheid die voor een ogenblik met één enkel punt iets beroert van beweging wat hij tijd noemt. Het is de absolute vrijheid en gewichtloosheid, voor een ogen blik in een induiking van de ruimte gevangen, en rondtollend en zeggen: dit is de tijd en dit is de werkelijkheid, vergetende dat het rubber zich zal herstellen, de plaat vlak wordt en dat de wereld en de tijd zullen verdwijnen.
Het is een moeilijke zaak om tot je zelf door te dringen en moeilijker nog is het om te beseffen dat dat wat je innerlijk bent de waarheid is, de kracht is, de werkelijkheid is waarmee je moet leven. Maar het is mogelijk. Wanneer u bang bent in uw wereld, bevreesd misschien vanwege wat atoomstraling, bang misschien voor een oorlog die zou dreigen, wanneer u bang bent dat u niet zult kunnen voldoen aan datgene wat anderen van u verwachten, keer tot u zelf en zeg niet meer: “dat zou ik moeten zijn” maar: “dat ben ik”. En wat ik ben dat laat ik van mijn wezen uitgaan, dat straal ik uit. Niet om die wereld iets te geven, maar om voor mij zelf en al het zijnde te wekken wat in mij bestaat.
De kracht van een god. De tijdloosheid, die eeuwigheid overtreft. De verbondenheid die alle dingen samenvoegt tot één waarheid. Ik zou veel meer kunnen zeggen over die mens, maar waarom zou ik? Wat kan belangrijker zijn dan dit ene. Gescheiden Zijn dat we steeds weer ervaren, is illusie. De verbondenheid die we diep in onszelf herkennen of erkennen, is een waarheid. Al wat wij zien als mooi en lelijk is illusie. Maar wat wij beleven in onszelf is waarheid. Laat de mens de waarheid proeven die in zijn wezen woont en hij zal waarlijk de jaloezie van een Lucifer rechtvaardigen. In het oude verhaal komt Lucifer in opstand omdat hij zegt: de mens is meer God gelijk dan ik. Een mens is deel van God. Niet een deel-kracht, maar een deel van. Dit beleven, dit beseffen, is de eerste stap die je kunt doen naar een werkelijkheid waarin mens-zijn niet meer is een voortdurende strijd, een hulpeloos voortdurend ingaan tegen al datgene wat je zelf zou willen en zou dromen. Het is de eerste stap op weg naar waarheid waarin het bestaan in al zijn onbegrensdheid vanuit menselijk standpunt één waarheid is en daardoor één bevestiging van al wat je bent al wat je zult zijn, al wat je erkent.
En het is die eenheid die meer is dan geluk, of vreugde. Ze is de absolute vervulling die elke mens ter enigerlei tijd zal beleven en ervaren. Niet in stoffelijke vorm, daar kun je soms alleen maar iets ervan proeven. Maar wanneer hij terugkeert tot zijn werkelijke vorm, en al zijn grenzen en wereldlijke gedachte achterlaat, dan is hij waarlijk mens. De mensheid die de mens is. En de mens die alleen deel is van het totaal van uiting wat is voortgekomen uit één oorzaak.
Daarbij wil ik het laten. We zullen als gebruikelijk besluiten met een korte improvisatie. U kunt mij daarvoor een drietal woorden toeroepen.
Daglicht – aarde – vervulling
Het daglicht beroert de aarde maar het is de nacht die de vervulling brengt en de dag zijn waarde geeft.
De zon, de God der oudheid draagt in zijn licht en stralen zowel het leven als de dood en als hij af wil dalen tot aan een einder en de nacht begint dan is het of het zijn zichzelf bezint, op leven en in de schijn van rust zichzelf de vervulling leert te geven van nieuwe kracht en verder gaan tot dat er weer een dag ontwaakt en weer het daglicht samensmelt met al wat nacht gewraakt, ontkent of stil vergeten heeft. Het is één macht, het is één kracht, het is de zon die leeft, de aarde die haar banen trekt en wentelend schept de nacht, de dag.
Maar zon is werkelijkheid niet gedeeld in uren, maar voor totale tijd. Ze is de kracht van licht, die in ons wezen woont. Ze is voor ons de kracht, die in ons diepste troont. Ze is voor ons de werkelijkheid die altijd met ons gaat, ook als er door ons wentelend gaan, een schijn van dag en nacht ontstaat. Het werkelijk licht zal niet vergaan. Het is de werkelijkheid maar zullen wij dit reeds verstaan voor het einde, dat vervulling is het einde van de tijd.
Ik hoop dat ik daarmee, ook op basis van deze woorden u nog een gedachte heb kunnen nalaten. Rest mij alleen u nog te danken voor uw aanwezigheid, voor uw aandacht. U een goede huisweg en een gezegende nachtrust toe te wensen, zover althans niet uw geest dag en nacht doet samensmelten en voor een ogenblik door vele werelden van schijn iets van een grotere werkelijkheid mag proeven.