Plus en min

image_pdf

uit de cursus ‘ De vernieuwing in deze tijd’ (hoofdstuk 9) – juni 1981

Plus en min.

Als we op het ogenblik de wereld beschouwen en ook alle invloeden die daarin een rol spelen, dan zijn we geneigd tot denkbeelden in mineur, want dit gaat niet goed en dat gaat slechter.

Als we kijken naar de totaliteit van werkingen die gaan optreden dan hebben we ook al datzelfde gevoel. Zeker, er zijn positieve mogelijkheden te melden op het gebied van wetenschap, mystiek, esoterie. Aan de andere kant echter ligt er als een vaste achtergrond een voortdurende rimpeling van hartstochtelijkheden en onredelijkheid. Dan wordt het tijd dat wij de begroting opmaken van de mogelijkheden zoals ze zijn. Om dit te doen moeten we natuurlijk wel verschillende zaken onder een hoofd samenbrengen. Dat wil ik dan vandaag graag proberen.

Geestelijke ontwikkeling.

Bij de geestelijke ontwikkeling, zoals ze zich tegenwoordig afspeelt, zien we heel wat verdwazing. Het aantal sekten neemt toe. De ongevoeligheid van mensen voor bepaalde menselijke en geestelijke invloeden schijnt eveneens toe te nemen. Overal in de wereld constateren we excessen. Op het eerste gezicht is alles aan de negatieve kant. Maar er staan verschillende andere punten tegenover:

Wij zien bij steeds meer mensen een grotere zelfstandigheid zich ontwikkelen, zij het dat dit voorlopig vooral een zelfstandigheid van denken is. Wij zien bij steeds meer mensen ook bepaalde gaven tot ontplooiing komen. Al maken ze daar nog niet al te veel gebruik van, toch leren ze leven met bepaalde waarden van geestelijke werelden. Ze leren ook leven met een beetje meer werkelijkheidsbesef omtrent zichzelf; en dat is een positieve waarde.

Wij zien verder dat er nogal wat ingewijden en kleine ingewijden zijn op aarde die zich bezighouden met het voorleggen aan de mensen van een werkelijkheidsbeeld dat voor de nieuwe tijd past. Zij zeggen dan; Mens, je leeft in deze wereld. Maar als je in deze wereld wilt leven, dan moet je eerst jezelf kunnen zijn, jezelf kunnen aanvaarden voordat je verder kan komen. De methoden die ze gebruiken kunnen erg afwisselend zijn. De ene ingewijde is een liefdesgoeroe, de andere houdt het juist weer op absolute onthouding. Maar ongeacht die leerstelligheden, die verbonden worden aan hun optreden, maken ze wel iets wakker. Heel veel mensen worden emotioneel gewekt tot het gevoel van eigen betekenis en de noodzaak om zichzelf te zijn: Ik geloof dat dat eveneens een heel gunstig punt is.

Daarnaast zien we vreemd genoeg ook het geweten wakker worden in verschillende wereldgodsdiensten. Een halve eeuw geleden was het nog ondenkbaar dat brahmanen in India zich zouden uitspreken over het onaanvaardbaar zijn van de uitstoting van de paria. Dit gebeurt nu. Christenen overwegen eindelijk eens hoe je ook buiten de bijbelspreuken om kunt komen tot een juiste weergave van de verplichting die een christen op zich neemt ten aanzien van de wereld. Ook hier zijn natuurlijk weer verschillende eigenaardigheden te constateren; dat zie je overal. Maar het komt toch naar voren dat steeds meer christenen denken, dat het beter is om als een christen te sterven dan in Christus’ naam als een heiden te leven. Ook dat is een heel gunstig punt.

Als ik de rekening opmaak zoals die op het ogenblik is, dan moet ik zeggen dat geestelijk gezien de geestelijke elementen eigenlijk een beetje sterker zijn. Nog niet veel, maar aan de andere kant mag ik er ook bijvoegen dat de vele negatieve factoren die zijn ontstaan voor het merendeel in feite modeverschijnselen zijn. Dat impliceert, dat hun belangrijkheid gaat afnemen, dat ze langzamerhand gaan verdwijnen. De positieve factoren daarentegen tonen een sterke groei. Dan mag worden aangenomen dat die groei nog enige tijd aanhoudt. Wat de geestelijke ontwikkeling betreft, de wereld heeft op het ogenblik werkelijk alle reden om verbetering te verwachten.

Economie.

Economisch is alles schijnbaar erg negatief. Als we echter die negativiteit ontleden, dan blijkt dat het merendeel van de negatieve economi­sche ontwikkelingen niet wordt veroorzaakt door feitelijke tekorten, maar eerder door speculatieve en staande tekorten. Dit houdt in dat er op de wereld voldoende is voor de mensheid om zich langzaam te ontwikkelen naar een nieuwe periode met nieuwe bronnen van energie, nieuwe methoden van structuur, van productie.

Dan kunt u zeggen Dat lijkt allemaal heel positief, maar wat doen we dan met de Internationals? De Internationals hebben op zakelijk gebied datgene gedaan wat de mensen op politiek, sociaal en menselijk gebied maar steeds niet tot stand kunnen brengen. Zij hebben namelijk de grenzen ontkracht; zij hebben de betekenis van de grenzen weggenomen. Hierdoor komt er juist een pressie te liggen op de mensen om ook hun eigen grenzen steeds opener te maken. Indien dat gebeurt, krijgen we een veel vrijer economisch beeld waardoor de invloed van Internationals en andere zaken veel minder wordt, omdat praktisch eenieder weer kan beschikken over de mogelijkheden die deze Internationals door manipulatie nu al hebben bv. het verschuiven van de productie naar landen van goedkope arbeid.

Als iedereen het kan doen, dan krijg je niet alleen het verschijnsel dat er nu is, dat men naar de landen met de hogere lonen en grotere sociale zekerheid toe trekt, maar dan krijg je ook dat de mens die werkelijk kan presteren, ontdekt dat hij beter wordt betaald en grotere mogelijkheden heeft juist in de landen waar die zekerheden en de lonen als gemiddelde waarschijnlijk lager liggen. Dus ook hier is een ontwikkeling aan de gang die in wezen positief is. Want wij moeten het nationalisme doorbreken, zeker wat betreft de economie. Een wereld, die als een eenheid moet functioneren kan dat alleen, indien er geen bindende grenzen zijn. Ik meen, dat dit wordt benaderd en ik reken dit als een zuiver pluspunt voor de vernieuwing.

Een ander punt in de economie is natuurlijk de strijd om de arbeidsplaats. Nu klinkt het erg aardig, maar in wezen is het probleem toch wel een beetje anders te omschrijven.

Dat de verbruiksmogelijkheden kleiner worden en dat dus de industrie al heel snel komt te functioneren op dat de van de Gauss-kromme waardoor haar industrialisatie en automatisering eigenlijk overbodig worden; een te zware belasting voor de omzet die ze kunnen maken. En dan komt er vanzelf weer werkgelegenheid.

Massaproductie is op het ogenblik algemeen. Het massaproduct kan echter alleen dan bevredigend werken, indien het ook voldoende wordt afgezet. Als u kijkt naar bv. de opkomst van de doe‑het‑zelvers, dan wordt duidelijk dat deze ontwikkeling eigelijk helemaal niet zo groot en intens is als men schijnt te denken. Er is geen sprake van een feitelijke normering van de smaak van het publiek. Er is alleen maar sprake van een ontduiking van de dwingende kracht van de economisch sterken doordat men zelf dingen gaat doen en dingen gaat maken. Helemaal kan men dat niet. Dat betekent dat er steeds meer ruimte komt voor mensen die men dan misschien klusjesmannen moet noemen, maar die daarmee dan wel een goede boterham kunnen verdienen die de industrie hun niet meer biedt.

Ik geloof inderdaad, dat we hier te maken hebben met een verschuiving in het economische patroon; maar dat deze verschuiving op zichzelf eerder de vernieuwing in de hand werkt dan afremt. Dientengevolge, ongeacht de vele bezwaren die ogenblikkelijk bestaan, beschouw ik het geheel van de economische ontwikkeling als gunstig voor de vernieuwing maar minder gunstig voor de hedendaagse mens, die zich nog aan het oude patroon probeert te conformeren.

Het sociale patroon.

Lief zijn voor elkaar. Solidair zijn met elkaar. Als je kijkt waar dat op neerkomt, dan is dat eenvoudig een illusie. De Engelsen hebben daarvoor een term: I’m all right, als het mij maar goed gaat. Dat heeft niets te maken met werkelijke solidariteit. Of het nu gaat om mensen die rellen maken omdat ze huizen kraken of om mensen die staken omdat ze meer loon willen hebben. Hier zien we in feite tekenen van sociale ontbinding. Want de oude samenhangen, het oude gevoel van werkelijk behoren bij een groep, ‑ wordt zwakker.

Steeds meer worden de mensen gemotiveerd door in feite egoïstische motieven: Als ze al idealen aanhangen, dan houden ze geen rekening met de werkelijkheid en de feiten. Zij propageren die idealen zelfs als ze in het tegendeel zouden uitwerken van hetgeen men ermee beoogt. Als zodanig is er sociaal een grote gisting; er zijn allerlei onzekerheden. Het is bijna onvermijdelijk dat er op sociaal vlak ook in de komende periode nogal wat conflicten zullen uitbreken.

Maar wat gebeurt er daardoor? Hierdoor worden de mensen geconfronteerd met hun eigen afhankelijkheid: de manier waarop zij zich te sterk hebben gebonden aan anderen: De tramstaking in Den Haag is daarvan een aardig voorbeeld. Maar als het de tram door de staking tijdelijk wat minder goed gaat, dan blijkt dat de fietsenmaker daarvan profiteert. Met andere woorden: er is een verschuiving. Heb je eenmaal een fiets, dan zul je misschien wat meer gaan fietser als het mooi weer is en wat minder van het openbaar vervoer gebruikmaken. Ook dat zit erin.

Wij zien op allerlei terreinen dat de gebeurtenissen van deze tijd, tot zelfs de toenemende geweldpleging, voeren tot een ander gedrag van een menigte die anders heel moeilijk in beweging is te brengen. Vanuit het standpunt van de vernieuwing geloof ik dat het prima is als alle vastgeroeste patronen eindelijk eens den doorbroken.

Negatieve punten in deze tijd; Heel veel mensen zullen met allerlei moeilijkheden en conflicten hebben af te rekenen. Zij zullen in hun eigen omgeving zelfs vaak voorbereid moeten zijn op plotseling opvlammende geschillen en zullen rekening moeten houden met een toenemende neiging tot gewelddadigheid in de gemeenschap waarin ze leven. Dat is een tijdelijk verschijnsel dat wel na ongeveer 3 à 4 jaar zal afnemen. Als dat gebeurt, zal blijken dat het doorbreken van gewoonten ook het vormen van nieuwe sociale patronen en samenhangen mogelijk heeft gemaakt. Wat dat betreft, gaan we met de vernieuwing dus wel de goede kant uit ook al is er op het ogenblik sociaal gezien nogal het een en ander fout.

Dat zijn dan drie hoofden. Ik kan er meer noemen, maar waarom zou ik dat doen? In al deze gevallen hebben we geconstateerd dat de vernieu­wende krachten van deze tijd wel degelijk aan het werk zijn. Maar dat ze in deze periode sterk worden geconfronteerd met afbraak‑ en ontbindings­verschijnselen, terwijl we nog niet begrijpen waartoe ze moeten leiden. Dan kunnen we de optelling maken en komen we zeer globaal tot de volgen­de conclusies.

Aan de ene kant positief: Geestelijke vernieuwingen dringen zich op. Mensen gaan zich intenser bezighouden met hun eigen situatie, hun ver­plichtingen en ook met hun mogelijkheden. Er komen steeds meer paranor­male gevoeligheden op de voorgrond. Het gebruik dat daarvan wordt ge­maakt ‑ hopelijk beheerst ‑ neemt eveneens toe. Als zodanig zijn het een paar grote plussen voor de vernieuwing, Gezien de invloeden die gaan optreden in het komende jaar meen ik zelfs een ruim overschot te consta­teren ten aanzien van de min‑fasen. De min‑fasen zijn de volgende; De patronen van zekerheid die beston­den moeten worden afgebroken. Denkbeelden van rechten die bestonden, zijn niet meer zo te handhaven. Economische samenhangen die als normaal golden blijken op het ogenblik eveneens niet te handhaven. Religieuze disciplines die een lange tijd de wereld in hun macht hebben gehad, beginnen hun gezag te verliezen en komen steeds meer in moeilijk­heden ook door interne verdeeldheid. Dat alles houdt in, dat er inderdaad heel veel verval zal zijn. In deze dagen zal dat verval misschien sterk blijken, maar als we zien dat er een overschot is aan positieve mogelijkheden en krachten, dat de min­-fasen tenslotte in de minderheid zijn, dan kunnen we alles bij elkaar toch wel zeggen. In ons sommetje ziet het er met de vernieuwing nog niet zo slecht uit.

Nu is het duidelijk dat, als je je bezighoudt met de wereld van van­daag, je met allerlei negatieve dingen te maken hebt. Bijvoorbeeld; Nederlands mogelijkheid om nog enige welvaart te behouden, schijnt te­genwoordig in woordenvloed en woordenstrijd verdronken te worden. Dat is nu eenmaal zo. Dan moeten we niet treurig zijn en zeggen: O, wat gaat ons nu boven het hoofd hangen? Zal het een tweede Kabinet Den Uyl of een tweede Kabinet Van Agt worden? Wordt het iets waarmee we helemaal geen raad weten? Dat zijn eigenlijk alleen maar nevenverschijnselen. Zolang u een stem uit­brengt op een christelijke of een liberale partij omdat u het altijd heeft gedaan, dan kan er geen verandering komen op dat terrein. Naarmate het evenwicht van macht tussen die partijen groter wordt, zal de neiging ook groter worden om elkaar verbale vliegen af te vangen, zelfs als dat be­tekent dat er eigenlijk niets wordt gedaan. Als we ons dat realiseren, dan moeten we dat maar accepteren.

Er zijn veel negatieve dingen, natuurlijk. Als we ons bezighouden met de moeilijkheden op de arbeidsmarkt, dan wil ik u er allen op wijzen dat er niet alleen maar sprake is van een staking. Dat er op dit ogenblik al spra­ke is van een 20‑tal acties. Alle hebben in feite te maken met de beloning van arbeid: Realiseer u dat gewoon en zeg dan niet tegen uzelf: Dat is al­leen negatief. Zeg tegen uzelf. Hierdoor wordt duidelijk dat men eindelijk met de feiten wordt geconfronteerd, maar men wil ze nog niet aanvaarden.

Hoe kun je met een vernieuwing verder gaan, als de feiten niet eerst kenbaar worden? Je kunt eenvoudig niet een doekje voor het bloeden gebruiken en net doen of er niets aan de hand is totdat eindelijk de nieuwe tijd, dat Duizendjarig Rijk, of hoe je het noemen wilt, zal aanbreken. Wij moeten wel degelijk rekening houden met conflicten, want die zijn nodig om de vernieuwing zichtbaar te maken, zelfs maar om duidelijk te maken waarmee je te worstelen hebt.

Er zullen heel wat mensen zijn die zeggen: Waar komen we geestelijk tenslotte terecht? Nu ja, de laatste paus begint langzaam in zicht te komen. Het moderamen ontwikkelt zich zo nu en dan meer tot een modderramen dan een moderamen. Er wordt wat aangemodderd.

Ook elders zien we grote moeilijkheden, zoals bv. verdeeldheid in de moslimwereld. De grote verdeeldheid en strijd ook op religieus terrein in de hindoewereld. Het herleven van bepaalde filosofieën in China. De moeilijkheden t.a.v. het denken, de filosofie en het geestelijk denken in Japan. Dan praat ik niet eens over Amerika. Amerika vertelt zichzelf met veel bluf dat het ook niet weet waar het aan toe is. Als wij ons die dingen gewoon realiseren, dan lijkt het allemaal verwarrend. Maar als wij de oude waarden willen vasthouden totdat wij iets beters hebben, dan krijgen wij het betere niet. Er moet werkelijk het een en ander gaan veranderen.

Wij hebben niets aan een christendom dat een lipbelijdenis is. Dan beter minder christenen maar mensen die werkelijk leven naar hetgeen ze geloven en prediken.

Wij hebben geen behoefte aan mensen die voortdurend de heilige oorlog proclameren als het om hun eigen macht gaat en voor de rest eigenlijk maar vergeten wat er in de koran staat.

Wij hebben mensen nodig die bereid zijn de consequenties van hun geloof volledig te aanvaarden, zelfs als dat betekent dat ze respect moeten hebben voor joden en christenen. In de koran staat inderdaad de opmerking, dat allen die het Boek (daarmee wordt het Oude Testament bedoeld) aanhangen gerespecteerd moeten worden door de moslimwereld.

Dan kijken we ook naar de hindoewereld. Natuurlijk, het is erg belangrijk, als je met verschillende goden te maken hebt dat je eigen God ook een beetje op de voorgrond komt. Maar waarom eigenlijk? Is het niet veel belangrijker dat je een begrip krijgt van de kracht die door de goden wordt verbeeld, die in de mensheid en in de mens bestaan en dat je die kracht leert gebruiken?

Het is opvallend hoeveel technieken, die in deze tijd overal worden gedoceerd, in feite een filosofische achtergrond hebben. Judo, jiu jitsu, karate, kung fu. Allemaal systemen die samenhangen met filosofische waarden, met geestelijke discipline en niet alleen maar met lichamelijke beheersing. Op het ogenblik doet men er misschien nog niet zoveel aan. Maar wil men echter werkelijk iets ermee bereiken, dan moet men zich met geestelijke zaken bezighouden.

Datzelfde vinden we bij heel veel groepen die zich bezighouden met systemen als yoga. Natuurlijk, ochtendgymnastiek op z’n oosters is erg leuk. Maar als men daar niet een filosofische en geestelijke achtergrond bij vindt, dan is de betekenis practisch nil.

Het is heel leuk om boeddhist te zijn in Nederland of waar ook op de wereld, maar het betekent toch ook dat je een nieuw begrip moet krijgen voor de betekenis van het Achtvoudige Pad. Dat het niet alleen gaat om het geloof en het vereren van degenen die bereikt hebben, maar dat het juist gaat om het zien van de mogelijkheden die er zijn om iets te bereiken. Die dingen manifesteren zich steeds.

Op dit moment lijkt het of er daardoor een afbreuk ontstaat. Zo nu en dan komen er weer bepaalde waardigheidsbekleders in een negatief licht te staan. Nu is het een Nederlandse bisschop. Over tien dagen is het een Italiaanse kardinaal bij wijze van spreken. Dan zegt men; Dat is toch eigen­lijk fout. Maar dat is gewoon het oude dat nog spreekt. Het is goed dat zichtbaar wordt wat dat oude is, want pas daardoor kun je begrijpen wat het nieuwe betekent.

Zeker, het is een optelsom in deze tijd. In het begin lijkt het erg ongunstig als je alle negatieve posten afzonderlijk aanvoert. Maar als je alle positieve posten even afzonderlijk neerzet, kom je toch tot een tegoed aan positieve waarden. Er is een reserve.

Deze wereld kan verder gaan op een zeer positieve manier. Men kan absoluut heel veel zaken bereiken ook in deze tijd, indien men maar een klein beetje afstand neemt van zijn eigen gelijkhebberij, van de gewende methode, van de nu eenmaal bestaande structuur. Ik denk, dat wat het laatste betreft u zelfs dit jaar al voor verrassingen komt te staan.

Men is al achter de wijze gekomen waarop de overheid in feite elk particulier initiatief bestraft door daaraan allerlei eisen te stellen zonder daar iets tegenover te zetten; bv. tijd te eisen die misschien degene die iets ondernemen wil niet heeft. Daar moet men wat aan gaan doen. Dan is er alweer een positieve ontwikkeling die uit het negatie­ve voortkomt. Als de bureaucratie niet zo ver werd doorgevoerd in sommige geval­len, zou het minder opvallen dat juist daardoor economische moeilijkhe­den ontstaan. Maar dan wordt het ook duidelijk dat al die gelijkhebbers in hun groepen een keer juist tot excessen moeten overgaan, dat ze het te gek maken, al is het alleen maar om anderen te laten beseffen wat de werkelijke toestand, de werkelijke mogelijkheden zijn.

Als je dat allemaal optelt, dan ben je op het ogenblik werkelijk in staat te zeggen: Mensen, maak je niet zo druk. Het is een donkere hemel, maar de opklaring zien we in de verte al aankomen. Ik geloof dat dat een gunstig bericht is, als we de innerlijke vernieuwing daar­bij willen betrekken.

Zeker, u kunt allerlei externe zaken niet voldoende beheersen. U bent zelfs niet in staat om de gevolgen van het verleden in uw per­soon geheel teniet te doen. U zult het hier en daar moeten uitzweten. Maar innerlijk heeft u bewustzijn gekregen van kracht. Innerlijk krijgt u een gevoeligheid die steeds verder gaat. Hoe u dat nu uitdrukt en of u er reclame voor maakt of niet dat is uw zaak. U heeft die mogelijkheid. Dan is de grote pluskant die we moeten noemen, niet alleen in deze kring maar ook in vele kringen op aarde: het nieuwe besef van de innerlijke kracht, het vermogen om meer te verdragen, maar ook de mogelijkheid om meer tot stand te brengen.

Er is licht, er is leven, er is kracht in elke mens. In elke mens bestaat een verbinding met het Goddelijke. Ik weet het, het is een mooie theorie. Voor jezelf kun je het soms aanvoelen. Dan weet je even dat het eigenlijk niet gaat om wat er op aarde is, maar dat er iets anders is, iets lichters, ook al heb je daar eigenlijk geen voldoende voorstel­ling van. Als je je op dat lichte, dat goede blijft beroepen ‑ ook op aarde, ook als de omstandigheden op aarde misschien wat negatief lijken – dan zul je tot je verbazing merken dat je toch nog in staat bent er het beste van te maken.

Je kunt de loop van de wereld en de feiten niet zonder meer veran­deren, maar je kunt de betekenis veranderen. Je kunt van het sterven van een beminde in plaats van een enorme strijd een afscheid, misschien een vredig heengaan maken met een blijvende verbinding. Je kunt misschien een zieke niet onmiddellijk genezen, maar je, kunt de zieke iets van de veerkracht geven waardoor hij zichzelf terugvindt. Je kunt iemand, die in de ellende zit en niet meer weet waar hij naartoe moet, heus niet ineens voorzien van een huis, een baan en een kapitaal (ook niet met geestelijke kracht), maar je kunt hem misschien wel duidelijk maken dat er in hem mogelijkheden zijn om ook in dit opzicht zijn problemen opnieuw te benaderen en toch een oplossing voor te vinden. Je kunt de mensen weer hoop geven. Dat kan iedereen in deze dagen. Helaas zijn er velen die het nog niet doen, maar het kan.

Mogen we dan niet zeggen dat deze tijd van vernieuwing en verandering zich steeds sterker aankondigt in de mogelijkheden van de enkele mens? En mogen we daar dan niet de conclusie aan verbinden dat juist de mensen, die innerlijk voor en vanuit zichzelf die kracht erkennen en gebruiken daardoor die kracht steeds meer kenbaar maken in de wereld en zo de nadruk van het zuiver materiële weer langzaam doen vervloeien in de richting van het meer geestelijke. Dat is toch wel een pluspunt:

De wereld is vol negatieve zaken. Maar die negatieve zaken zijn allemaal tijdelijk, voorbijgaand en beperkt. De positieve waarden, die wakker worden in deze tijd daarentegen, zijn kennelijk niet zo begrensd. Ze bevinden zich in een voortdurend verdergaande ontwikkeling. Daarom is mijn conclusie aan het eind van deze poging u althans enigszins een overzicht van deze dagen voor te leggen: Wij bevinden ons vooral mentaal en geestelijk in een zeer sterke verandering van innerlijk leven. Als gevolg hiervan kan de vernieuwing ook in de materie steeds duidelijker manifest worden.

Noot.

Wij hebben zeker nog geen uitslag van het Wessac-feest. Wij weten alleen een klein beetje wat waarschijnlijk de conclusie van de Raad zal zijn. Die conclusie is dan voor dit jaar erg roerig en rumoerig. Vergeet echter één ding niet;

Er was een fel wit licht. Er was het levenbrengende gouden of gele licht. Er was, al was het wat spiraalachtig, het licht van de rede (blauw) en het licht van de mystieke beleving (purper), van het diep innerlijke geloven ook (violet).

O zeker, er waren wat schichten van gelijkhebberij, ook in geloofszin. Er waren achtergronden die doen denken dat het allemaal toch wel een beetje erg emotioneel kan toegaan. Maar wij weten dat de positieve krachten het sterkst op de voorgrond zijn gekomen. De rest is achtergrondgeruis.

Als we zelf positief zijn en al kost het moeite toch positief blijven, dan zullen we volgens mij in staat zijn in deze nieuwe periode zoveel licht en kracht op te doen van het witte licht, van het gouden licht en zoveel inspiratie te ontvangen zowel in mystieke als in zuiver wetenschappelijke en mentale zin dat we daardoor alleen al komen tot een verbetering van onze persoonlijkheid in deze tijd.

Dan kunt u zeggen: Als ik dan nog verder moet leven, kun je mijn portie aan Fikkie geven. Maar Fikkie is er nog niet. Dus houdt u nog even vol en u zult misschien ook tot de conclusie komen dat het resultaat van al deze schijnbare ellende of eentonigheid innerlijk zozeer de moeite waard is dat u zegt: Fikkie, neem mij maar mee, maar laat mij houden wat ik heb, al zit er zoveel ellende bij waarmee ik dan even geen raad wist.

Kijk, als je dat nu maar even onthoudt, dan denk ik dat u ook in deze dagen steeds weer die innerlijke kracht zult vinden, omdat u het gevoel heeft: ergens, was het noodzakelijke onvermijdelijk en toch goed.

Ondergang.

Een bekend schrijver heeft gezegd “De wereld gaat aan vlijt ten onder.” Dat vind ik heel erg mooi, want alleen op grond van dit gezegde: kun je dus aannemen dat Nederland steeds bezig is zich een langer bestaan te verzekeren.

Anderen hebben gezegd; wij zijn ongehoorzaam aan de Heer en het Oordeel zal komen. Nou, het werd tijd, dan zijn we eindelijk ook dat kwijt. U vindt het misschien vreemd dat ik het zo zeg. Maar als een wereld is vervuld van ondergangsgedachten en van voorspellingen van het nabije einde van de wereld, dan hebben we eigenlijk te maken met een hoop mensen die geen raad weten met zichzelf, omdat ze menen dat anderen hun gelijk moeten erkennen en ze kunnen het maar niet krijgen. Wat dat betreft, er is iemand geweest die heeft uitgeroepen: “Zonder mij gaat een staat te gronde!” (Giscard).

Ik kan dat begrijpen van die man. Hij ziet de ondergang van het glorierijke vaderland nabij, tenzij men hem terughaalt. Aan de andere kant, toen hij er was, was het land aan het afglijden. Dus misschien is het voor het land beter, als hij voorlopig een slippertje maakt.

Zo gezien is de ondergangsgedachte eigenkijk iets dat de mensheid eigen is.

Wij zien het einde der tijden komen op het ogenblik, dat we zelf menen dat we geen tijd meer hebben. Wij zien alles ten onder gaan op het ogenblik dat ons eigen bedrijf in gevaar komt. Wij menen dat de sociale samenhang en structuur in elkaar moeten vallen op het moment dat we zelf geen werk meer hebben. Dat is natuurlijk heel begrijpelijk, maar waarom die ondergang? Waarom voortdurend die onheilsprofeten?

U denkt misschien dat de eerste voorspelling van het einde der wereld ligt in het Boek der Openbaringen? Vergeet dat maar rustig. Er zijn vóór die tijd al mensen geweest die het einde van de wereld hebben verkondigd. o.a. in China, in India, in Babylon, later in Perzië. Overal zijn mensen geweest die hebben uitgeroepen: De laatste strijd tussen goed en kwaad gaat uitbreken! Net of het een epidemie van mazelen is. Die mensen hebben dat altijd weer gedaan, omdat ze het gevoel hadden dat het goede dat zij zagen nooit lang op aarde zou kunnen bestaan. Dat al het slechte dat zij op aarde meenden te constateren als vanzelf de hele wereld naar de hel zou werken. Ik kan ze begrijpen. En als er nadien ook zeer veel voorspellingen zijn geweest van het einde der wereld, dan vind ik altijd weer een soortgelijke oorzaak. Waarom ondergang?

Ondergang komt voort uit het onvermogen om je voortgang voor te stellen. Zo eenvoudig is dat. Wij zijn voortdurend bezig te veranderen. Elk ogenblik worden er nieuwe mensen geboren en gaan er oude mensen dood. Elk ogenblik worden er nieuwe denkbeelden gelanceerd en worden oude waarheden ontmaskerd of minder belangrijk gemaakt. In zo’n veranderende wereld is het niet gemakkelijk te leven. Maar als we geconfronteerd worden met de werkelijkheid, dan zouden we ook zelf moeten veranderen.

Wij doen dat natuurlijk. Elke dag worden we een dag ouder. Elke dag verliezen we iets van een ideaal en hervinden we misschien iets van een kleine droom. Elke dag raken we iets kwijt dat we meenden zo goed te hebben gedaan en vinden we toch iets anders waarin we misschien beter kunnen zijn. Als we blijven kleven aan het verleden, dan gaan we te gronde. De ondergang van de wereld wordt altijd verkondigd door mensen die terugkijken; nooit door mensen die vooruitkijken.

Heeft u weleens in de trein gezeten? Als u met uw rug in de rijrichting zit, dan ziet u het station niet aankomen. Dan kunt u zeggen Binnenkort zal deze rit ten einde zijn. Maar u kunt zich gemakkelijk een kwartiertje vergissen of u moet de weg wel heel goed kennen. Dat zien we nu in het leven ook.

Iedereen die steeds terugkijkt is bezig het einde van de rit voor zich en eventueel voor anderen aan te kondigen zonder te weten of het waar is. Degene die vooruitkijkt ziet alleen de nieuwe mogelijkheden, het nieuwe gebeuren. Hij is al bezig om zich voor te bereiden over te stappen, terwijl de anderen nog zitten na te denken over het feit dat de reis toch eigenlijk wel lang duurt.

Ondergang? Nou ja, laten we eerlijk zijd. Ondergang is altijd datgene wat een oplossing betekent, als je niet ziet wat er gaat komen. Er zijn natuurlijk wel mensen, die zien wat er gaat komen, maar die kunnen dat weer niet vertalen in een zelfstandig bestaan. Zij kunnen helemaal niet zeggen: Ik zie daar een Duizendjarig Rijk, dat zal wel 4 tot 6 jaar duren. Neen, die mensen zeggen gewoon; Ik zie daar een Duizendjarig Rijk en dat kan alleen vanuit God komen enz., omdat zij proberen de toekomst te vertalen in de termen van het verleden.

Als u van Den Haag naar Amsterdam gaat en u wilt in Amsterdam de weg vinden met de stratengids van Den Haag, dan komt u altijd verkeerd terecht. En dat is nu juist wat menigeen, die zich bezighoudt met visioenen en openbaringen doet.

Wij weten dat binnenkort deze aarde door Gods toorn zal vergaan, want wij hebben dat in de bijbel gelezen. Een verschrikkelijke ramp zal de wereld treffen. Ja, welke? Misschien dat de man bekend wordt die dat zegt. Wat heeft hij eigenlijk in de Schrift gelezen? Niet dat het einde van de wereld nabij is. Dat staat er helemaal niet in. Maar er staat, dat er tekenen zullen zijn. Dan zeg je; Kan ik een paar tekenen vinden? Ik zie wel iets dat een teken zou kunnen zijn, dus komt het einde van de wereld. Wat is het werkelijke visioen van de toekomst? Heeft u daar weleens over nagedacht? Heel veel mensen stellen zich de wereld voor als voortdurend in vrede. Overal is vrede op aarde. Op de maan kun je dan wakker worden van het gesnurk van alle wereldburgers die in hun eindeloze verveling moeten wegvluchten in dromen, omdat de werkelijkheid niets meer betekent. Vrede op aarde op die manier kan niet bestaan. Innerlijke vrede wel. Maar een vrede, zoals de mensen zich voorstellen van de toekomst, is eigenlijk niets anders dan stilstand.

Natuurlijk, er moet steeds weer iets gebeuren. En als het gebeurt, dan is het weer een stimulans voor een verdere ontwikkeling. Elke ontwikkeling betekent afscheid nemen van het ene en hallo zeggen tegen het andere. Dat is geen ondergang, dat is geen Laatste Oordeel. Dat is gewoon de gang van zaken.

Maar als je nu niet wilt afscheid nemen? Als je niet wilt erkennen dat er een einde komt aan de belangrijkheid van bepaalde gedachten, technieken, structuren en belangrijkheden, dan moet je toch wel zeggen dat het einde van de wereld komt. Want dat is zo belangrijk. Alleen wanneer het einde van de wereld komt, is het verantwoord om daarmee te stoppen.

Ik kan mij voorstellen dat er in Nederland een minister‑president is die er zo over denkt. Hij denkt: Het einde van de wereld komt, wanneer ik er niet meer ben, want ik ben zo belangrijk.

Dan kan ik mij voorstellen dat er iemand is die een geloof verkondigt. Hij denkt; Ik heb heel veel verteld, maar hoe lang zal ik dat kunnen handhaven? Hoe lang zal ik nog in staat zijn om de mensen die waarheid bij te brengen zonder dat ik met bewijzen op tafel moet komen? Dan denkt hij; Ik ben zo belangrijk, dus moet het einde van de wereld wel nabij zijn.

Het is gemakkelijk genoeg te zeggen: Ik predik u het Koninkrijk Gods. Maar als je nooit een douanier tegenkomt en er geen engel in verschijning treedt, dan zit je toch wel een beetje omhoog. Dus zeg je: Het einde is nabij.

Deze denkbeelden en profetieën vinden we overal. Er zijn zekere presidenten van staatsbanken die ook voortdurend roepen dat het einde nabij is, tenzij wij ons onmiddellijk bekeren. Zijlstra doet me denken aan Jona, die onder de verdorrende boom zat vol wanhoop kijkend naar Niniveh dat niet ten onder ging. Ik neem het de man niet kwalijk, maar hij wilde het op zijn manier, met zijn systeem, met zijn waarheid. Dat de wereld zich zou kunnen aanpassen is iets waar hij niet op rekende en wat hij ook niet wenselijk achtte. Zijlstra is overigens een heel goede man. Hij is normaal. Een normaal mens is iemand, die net niet kwaad is.

Wij zitten in een wereld waar in elke dag niet alleen iets verandert, maar in elke dag veel veranderd. Wij hebben het alleen niet in de gaten. Wij letten er niet op. Wij kijken naar de constante waarde en niet naar de verandering: Daardoor zitten we steeds aan te hikken tegen zaken waarmee we geen raad weten. Wij begrijpen niet dat morgen voortkomt uit vandaag, want wij zien vandaag niet zoals het is. Wij zien vandaag als eergisteren. Dat kan nu eenmaal niet.

Als ik bezig ben te spreken over geestelijke krachten, dan kan ik zeggen: Wij moeten wonderen zien. Die wonderen kunnen alleen in de kerk gebeuren. En als ze daar gebeuren, kan dat alleen met kerkelijke goedkeuring, dientengevolge zijn de duivels losgebroken, want er gebeuren een hoop dingen die we niet kunnen verklaren. Denkt u dat het voorgaande van mij is? Het is een parafrase op een uitspraak van een kerkelijke hoogwaardigheidsbekleder die zich daarmee uitliet over o.m. paranormale genezing en helderziende waarnemingen.

De Paus mag een visioen hebben, de gewone burger niet. In een klooster mag dat misschien, maar dan moet het klooster het goedgekeurd hebben. Dan moet het worden voorgelegd aan de raad voor behoud van het geloof. Als die er iets in ziet, dan wordt het nog gepubliceerd imprimatuur (in druk).

Is dat de werkelijkheid wel. Moeten wij voortdurend bezig blijven met wat was en niet met wat is? Alleen als we bezig zijn met datgene wat er werkelijk is, kunnen we ons voorbereiden op dat wat gaat komen. Wij moeten elke dag mee veranderen. Wat meer is, we moeten elke dag beter begrijpen wat onze mogelijkheden vandaag zijn, want pas daarmee kunnen we de mogelijkheden morgen waarmaken en ons weer aanpassen.

Stilstand is het meest gevaarlijke dat er bestaat. Vrede op aarde is een onmogelijkheid, want ontwikkeling is nu eenmaal verandering; en verandering betekent voor velen strijd.

Dan zeggen ze; Dat Rijk zal geregeerd worden door God. Maar God heeft de wereld geschapen, lieve mensen. Er kan dus niets bestaan dat God niet wil. Als God zegt: Dat mag niet. Dan is het er niet. Dat is natuurlijk erg lastig voor degenen die komen aanzetten met de Tien Geboden. Maar de mogelijkheid die bestaat om de Tien Geboden te overschrijden, betekent dat God op z’n minst genomen duldt of aanvaardt dat die overschrijding mogelijk is. Dan is dat geen absolute leiding. Denkt u dat, wanneer God komt in dat Duizendjarig Rijk waarvan ze dromen of op de vergadering van de 144.000 uitverkorenen, God dan precies zal zeggen: Zo moet het. Hij heeft dat toch nooit gedaan. Zou Hij het nu dan wel doen?

Er komt geen absolute leiding om de doodeenvoudige reden dat het leven niet iets is dat een absolute leiding heeft; het functioneert binnen wetten. In elk van die wetten zitten de mogelijkheden opgesloten. Je kunt niet alles. Door die wetten word je bepaald in je mogelijkheden. Met die mogelijkheden kun je dan zelf iets doen of je kunt niets doen.

De meeste mensen denken: God zal het wel doen en die zitten dus te wachten. Daardoor doen ze niets met de mogelijkheden die ze bezitten en falen ze t.a.v. de werkelijkheid en de Schepper. Die mensen hopen op de ondergang. Zij hopen dat er iemand komt die zegt: Nu moet u voortaan drie keer per dag groene thee drinken, Sennapeulen nemen voor de verde­re stofwisseling en dan in de tijd die u overhoudt voortdurend bidden om heiliging. Als u dat doet dan gaat het Koninkrijk Gods en het Rijk der Hemelen voor u open. Nu ja, als je zo simpel wilt zijn, dan kun je dat denken en zeg je: Ik hoop, dat het einde nu komt.

Maar ben je wel klaar voor een einde? Wat moeten al die predikers van een onveranderlijke waarheid, als ze worden geconfronteerd met de werkelijkheid van een geestelijk bestaan, van een waarheid die niet zo beperkt eenzijdig is als die welke zij proberen te verkondigen? Ik hoop voor hen dat het einde van de wereld dat zij aankondigen niet snel komt. Want werkelijk, zij zouden zichzelf in de hel wanen zelfs te midden van de meest hemelse krachten omdat ze hun gelijk hoger stellen dan hun innerlijke aanvaarding van de God waarover ze spreken.

U heeft misschien gedacht, dat ik het einde van de wereld anders zou zien. Een regen van atoombommen die neerdaalt. De mensheid, die in gaswolkjes opstijgt naar de eeuwigheid. Weet u, zolang het gaat om wapens waardoor generaals en staatslieden niet kunnen worden getroffen, worden ze misschien wel een keer gebruikt. Maar als het gevaarlijk begint te worden, als generaals en staatslieden ook kunnen worden getroffen, dan is het veel minder waarschijnlijk dat dergelijke wapens zullen worden gebruikt. Met andere woorden: uw atoomraketten bv. zijn in feite een winstobject en een prestigeobject maar het zijn geen wapens die men zal gebruiken, tenzij men bereid is om zelf ten onder te gaan. En voordat men zo wanhopig is, duurt het wel even.

Neen, geen einde van de wereld in vuur en vlammen, zoals de oude profeten dat hebben verkondigd. O, er zijn er wel die hebben uitgeroepen: “Ik zie het vuur uit de hemel vallen.” Nou, dat is allang gebeurd.

 “Er zal een vloed van bloed zijn die gaat van …….. en dan noemt hij een paar plaatsen. Dat is eigenlijk ook al gebeurd. “En dan komt het einde.” Als wij nu bezig zijn met het einde, dan ziet het er heel gezellig uit, vindt u ook niet. Verkondig het einde van de wereld maar niet te hard.

U zit in een heden dat voortdurend verandert. U zit in een wereld die steeds verder gaat. U zit in een leven dat niet ophoudt bij de dood. U zit in een progressie van mogelijkheden, maar gelijktijdig in een voortdurende noodzaak om zelf te zijn en zelf te kiezen. Laat u maar niet bezighouden door degenen die alles wat u leuk vindt zondig noemen, al wat u lust ongezond noemen en u dan in de ellende die overblijft bovendien nog verblijden met de mededeling dat de Heer wel zal beslissen of u goed bent. Dat is om niet goed van te worden! Dat is allemaal niet nodig.

Heus, de ondergangsgedachte is erg gemakkelijk en je kunt er heel veel prestige aan ontlenen. Er zal binnenkort wel weer iemand komen die vertelt dat margarine schadelijk is voor de gezondheid. Aardbeien zijn bevorderlijk voor een maagzweer als je een enigszins gevoelige spijsvertering hebt door de pitjes die erop zitten. Je moet vooral niet te veel druiven eten, want in druiven zit de laatsite tijd een variant van schimmel die niet al te gezond is. Daarom moet je ook erg voorzichtig zijn met de wijnen die je drinkt. Dit zijn geen dingen van mij. Ik citeer stellingen waarmee men op het ogenblik bezig is.

Het lijkt wel, of het enige dat in deze wereld belangrijk is, is iets afbreken. Dan bedoel ik niet afbreken om te laten zien dat er wat anders is, maar gewoon zeggen; Dat is verkeerd, dit is zondig, dat is ongezond. Als je dat zegt, heb je prestige. Trek je er maar niets van aan. Al die dingen die voor jullie zo ongezond zijn, waren het hoofddieet van je voorouders. Als het zo ongezond is geweest, had je hier niet gezeten!

Iedereen spreekt over de noodzaak om ons aan te passen. Wij moeten dit en wij moeten dat. Wij moeten de natuur sparen. Wij moeten onszelf sparen: Kortom, we moeten alles sparen en vooral ons geld. Maar waarom?

Zeker, er moet een bepaald ecologisch evenwicht zijn. Maar als het zich verstoort, dan zal het zich heus wel herstellen. Maakt u zich daarover geen zorgen. Wij moeten niet uitroepen dat we de natuur niet moeten vernietigen. Wij moeten uitroepen dat we onszelf in stand moeten houden nu we op aarde zijn. Dan komen we misschien verder. Wij moeten niet terugkijken naar wat was, want dat komt nooit weer. Wij moeten vooruitkijken naar wat mogelijk is, dan zien we geen ondergang. De ondergang zien we alleen, indien we blijven terugkijken naar alles wat er niet meer is.

Als je ziet waartoe Nederland is gekomen. Weet u dat Nederland eens bijna één groot oerwoud was, begrensd door wat duingebieden met moerassen. Realiseert u zich hoe goed de wildstand daarin was? Zelfs de oeros liep daar nog rond. Daar kon je wonen, daar kon je leven, daar was je vrij. Geen rumoer. Er waren geen t.v.‑uitzendingen; dus als je in slaap viel, was dat door natuurlijke oorzaken. Daar was geen radio; dus je werd niet wakker gehouden door het gewauwel van discjockeys. Al die dingen waren er niet. Wat was het leven toen goed:

Jazeker, toen was het goed. Maar er was geen waterleiding, geen elektra, geen gas. Er waren geen wegen. Als je hoogstens 20 km van je huis af was, dan was je een reiziger, dan was je ver weg geweest. Als je niet goed kon jagen, kon je hongerlijden. Dan was er geen instantie die je onmiddellijk voorzag van de nodige middelen om voort te leven. Er was geen wetenschap. Er was alleen maar rook en duister, een beetje bluf en een beetje vechten. Is dat zo mooi? Ja, dat is heel anders dan tegenwoordig.

Als we kijken naar al de giftige stoffen die op het ogenblik worden afgescheiden, dan gaat de wereld toch te gronde. Kijk naar de Rijn. De Rijn is soms net zo zout als de Dode Zee. Dat is dan het enige dat de mensen kunnen doen om de economie drijvende te houden. Alles gewent zich, alles regelt zich. Waar het ene wegvalt, daar komt het andere.

Veranderingen, zeker. Maar dan moeten we niet kijken hoe kunnen we het oude behouden. Wij moeten kijken hoe kunnen we het nieuwe aanpassen. Hoe kunnen we onszelf, de wereld en het leven aanpassen aan de mogelijkheden die in het nieuwe zijn gelegen. Dan hebben we geen einde van de wereld nodig, geen ondergang, geen verval.

Zo gaat het met uw eigen leven ook. Als u zich voortdurend alleen maar bezighoudt met de slechte dingen die er zijn, dan zou u zeggen: Ach, was ik maar dood. U kunt het ook anders bekijken: Vandaag is het misschien vervelend, maar misschien dat er morgen weer een plezierig ogenblik komt.

Kijk gewoon naar de lichtpunten van de toekomst. Kijk naar de mogelijkheden die je nu al vasthebt om naar die lichtpunten toe te leven, dan ben je ineens niet meer geneigd te spreken over het einde der wereld. Dan voel je je niet meer genoopt in sombere profetieën uit te barsten.

Zeker, het einde van de wereld komt. Het zal nog wel een klein miljard jaren duren. Daarom behoeft u zich daarover nog niet op te winden. Het einde van de mensheid is nabij. Wat noem je nabij? Het zal nog wel een aantal miljoenen jaren duren voordat de mens zover geëvolueerd is dat je hem geen mens meer kunt noemen, ofschoon ik soms mijn gedachten daarover wel heb in deze tijd. Dat ik mij afvraag: Is dat nu een mens of is een schijnvorm?

Wat ik probeer te zeggen en duidelijk te maken is, dat wij door ons voortdurend te baseren op wat er vandaag is, te leven met de kracht die er vandaag is, uit te gaan van de mogelijkheden die er vandaag zijn, een toekomst vormen die altijd beheersbaar is. Een ondergang, een einde van de wereld is niet nodig. Wat meer is, het is niet waarschijnlijk. Daarop hopen of je daarop voorbereiden is alleen maar een bang zijn voor het heden, omdat je voortdurend teruggrijpt naar het verleden.

Er zijn openbaringen. Er zijn boodschappen. Er zijn visioenen. Maar al die boodschappen en visioenen moeten we goed begrijpen. Wanneer de Ruiters uitgaan, dan moeten we ons eens even realiseren waar dat eigenlijk voor staat; het is een beeld voor snelvervoer, voor snelheid uit de oude tijd. Snelheid is er tegenwoordig genoeg. Wat brengen die Ruiters? Ziekte, hongersnood enz. Dat is er nu ook op de wereld, maar we hebben de middelen om daar tegenin te gaan.

Als de engelen komen met hun plagen, dan zeggen we gewoon; Wij, levend uit de kracht die in ons is, wij vinden gezamenlijk de middelen om jullie macht te beperken, want de ondergang is niet noodzakelijk. Het leven zelf en de kracht van het leven die in ons is, geeft ons een macht die verder gaat dan die van engelen, laat staan van de Vier Ruiters.

Door zo te denken betekent dat het visioen ombouwen, het maken tot een aansporing in plaats van tot een fatalistisch wachten op het einde. Dat geldt voor de maatschappij precies hetzelfde. Dat geldt voor je eigen geestelijk bestaan ook.

Als jullie hier bij elkaar zitten, er zijn er nogal wat zondaars tussen. Tsjonge, tsjonge, zo nu en dan word er wel een scheve schaats gereden. U heeft heus wel een paar dingen gedaan die u wel anders had kunnen doen. Trek u er maar niets van aan. Daardoor bent u geworden tot wat u nu bent. Daardoor heeft u misschien een besef gekregen dat u anders nooit gekregen zou hebben.

Zeg niet; Ik ben een zondaar. Zeg: Ik heb het besef gekregen waarmee ik het goede kan vinden. Zeg niet; Ik heb mijzelf afgesloten van het licht. Zeg: door het besef dat ik heb gekregen, kan ik het duister beter bestrijden, het licht in mij groter maken. Ik kan de sleutel a.h.w. vinden tot de nieuwe wereld van werkelijkheid en licht waarin een einde alleen maar een vergane illusie is van mensen die nog leven in de tijd.

Jullie zijn eindig, natuurlijk, in je eigen wereldje. Jullie zijn ook oneindig in de goddelijke wereld. Waarom dan spreken over ondergang? Dat wat werkelijk waardevol is, vergaat niet. Dat wat werkelijk leven is, zal altijd leven. Dat wat werkelijk betekenis heeft, is onvergankelijk. Waarom je dan bezighouden met je zonden en je deugden? Houd je gewoon bezig met het licht dat in je leeft. Waarom nog spreken over ondergang, verderf? Waarom elke prognose, elke voorspelling, elke uitspraak alleen maar zien als komende van de duisternis? Leef het licht dat in je is.

Denk niet, dat ik dit hele betoog zomaar hou. We zullen binnen afzienbare tijd weer heel wat ondergangsgedachten te horen krijgen. De ondergang van het Westen. De ondergang van de wereld. De ondergang van de Nederlandse economie. De ondergang van het Engelse koningshuis. Ze zullen ons daarmee doodgooien als we willen luisteren. Zeker u hier op aarde. Wij hebben in ieder geval nog geen t.v., geen radio, wij behoeven geen kranten te lezen.

Als u met al die negatieve uitspraken wordt geconfronteerd, zeg dan tegen uzelf: Ik heb licht, ik heb leven. Ik kan verder. Als ik van­daag voldoende besef en beleef, dan kan ik morgen lichtender maken, ster­ker, beter. En als u dan ooit zo’n profeet tegenkomt die u aankijkt, zijn schild heft, de klok luidt en roept; Het einde is nabij. Zeg dan: Ja, als jij je mond houdt, dan is er al een eind aan een hoop ellende.

Ik hoop dat u zo zult reageren op alle onheilsvoorspellingen die u treffen. De feiten moeten we erkennen, die zijn niet altijd even prettig. Wij hebben positieve mogelijkheden. Laten wij ons daarop specialiseren.

Een mens die wil leven naar het licht toe, vindt de weg naar het licht. Een mens die wacht totdat het licht zijn duisternis komt verdrijven, zit altijd in de schaduw. Dat is voor de geest precies hetzelfde.

Aanvaard jezelf, aanvaard het leven, aanvaard het licht. Dan blijkt ondergang alleen maar een hol woord, een illusie die verwaait met alle denkbeelden aan gebondenheid en tijd.

Geduld.

Geduld lijkt een zitten wachten. Wachten tot in de oneindigheid, tot eindelijk iets zal gaan gebeuren, vervuld te worden de wensen of misschien de tijd eindelijk veranderen zal. Maar is geduld dan wachten?

Geduld is aanvaarden wat er is. Een steeds maar weer begrijpen dat je niet veranderen kunt wat is gebeurd, wat bestaat. Maar het is wel degelijk ook voortdurend in en aan jezelf werken, opdat dat wat je droomt voor zover het mogelijk is, ontstaat.

Geduld is niet gelaten dragen de lasten van een onbeheerste tijd totdat je eens wordt opgenomen in Gods heerlijkheid en eeuwigheid. Het is beseffen: in deze dagen ben ik mijzelf en anders niet. En slechts door mij en uit mijzelf is het mogelijk voort te brengen iets waardoor mijn eigen wezen meer van licht en waarheid ziet.

Geduld is niet alleen maar wachten. Het is werken naar je beste kracht. Niet om een ander te veranderen, maar om iets dat in je bestaat een vorm te geven die eindelijk tot uiting wordt gebracht.

Geduld is niet de dagen tellen. Het is het leven uit het heden, het leven uit de werkelijkheid waarmee je zonder ooit te vragen van anderen, van het zijn jezelf voorbereidt op beter zijn of beter dragen van dat wat er nog te dragen is.

Het is het stelpen van tekorten en van een diep gevoeld gemis, totdat je jezelf bent en voort kunt gaan tevreden met je leven en toch worstelend met het bestaan

image_pdf