uit de cursus ‘Voorspellingen‘ (hoofdstuk 9 ) – juni 1980
Profeten, zieners, auguren
Wie zich bezighoudt met de geschiedenis van bv. het joodse volk of met de profeten, auguren, de voorspellers van andere volkeren, zal worden geconfronteerd met een aantal eigenaardigheden. Het zijn deze eigenaardigheden die ik in verband met de mogelijkheden van voorspellingen vanavond met u wil doornemen.
Profeten zijn vaak eigenzinnig. De meesten zijn door hun gedragingen, voor zover die zijn geregistreerd, wispelturig, vaak dictatoriaal van aard en meestal ook zeer sterk van zichzelf overtuigd. Hoe komt dat?
De profeet heeft een zekerheid nodig. Je kunt niet werken als profeet, als voorspeller, je kunt geen augurie goed uitvoeren, als je geen vertrouwen in jezelf hebt. Gelijktijdig werk je in een wereld die niet helemaal de normale is. Je wordt dus geconfronteerd met strijdigheden. Wil je als profeet alleen zo nu en dan een profetie doen, ach, dan gaat dat wel. Dan kun je proberen in het normale leven te functioneren en daarin de evenwichtigheden die je in je werken bent kwijtgeraakt wel enigszins terugvinden. Maar wanneer je profeet wordt en als zodanig een publiek figuur (dat waren profeten vroeger), dan moet je dus de hele tijd de zekerheid handhaven die je tijdens de voorspelling (de profetie) wel bezit, maar die je daarna ontbreekt, anders beantwoord je niet meer aan het beeld dat men van je heeft. Het is deze eis die aansprakelijk is voor veel van de eigenaardigheden en onevenwichtigheden in het gedag van allen die zich met de voorspelling hebben beziggehouden.
U zult zeggen: het is toch niet zo erg als je een keer voor gek staat. Dat is misschien wel waar, maar er zijn heel wat profeten omgebracht omdat zij dat profeteerden wat hun zeer hoge cliënten niet wilden horen. In het verleden was dat levensgevaarlijk. Dat kan de verklaring vormen voor de wel wat wonderlijke wijze waarop de profeten in het Oude Testament zich vaak gedroegen. Het zal tevens de verklaring vormen voor de dubbelzinnigheid van vele orakelspreuken die in zich wel degelijk waarheid bevatten, maar waarbij men interpretatiemogelijkheid schiep, zodat de ontvanger van het bericht niet toornig zou worden voordat de profeet ver genoeg weg was.
Kijk nu naar uzelf. U kunt profeteren. Elke mens kan in meer of mindere mate aanvoelen wat er gaande is. Hij kan op grond van zijn gevoelens en zijn kennis van enkele feiten conclusies trekken, die ver vooruit lopen op al datgene wat op aarde kenbaar is.
Als u dat doet, dan komt u ook tot een conclusie. Verkondigt u die conclusie als de uwe en dat zal menig profeet ook doen of erger nog, zegt u dat het God Zelve is die u dit heeft verteld, dan moet u het waarmaken.
Op het ogenblik dat wij onze voorspellingen de een of andere gestalte gaan geven waardoor ze als een verplichting op ons rusten, kunnen we daar niet goed mee uit de weg; we lopen vast. Want de waarheid van ons wezen is een voortdurende afwisseling van de beperktheid die wij normaal kennen en dan dat flitsje van inzicht, dat tikje inspiratie waardoor we opeens even in de tijd verder kijken dan een normaal mens. Pas als wij onszelf aanvaarden zoals we zijn kunnen we verdergaan.
Wat deden de auguren? De auguren hadden een mooie methode om voorspellingen te doen. Zij deden dat op verschillende manieren. Wij hebben er ook verscheidene van genoemd, zoals het lezen in de darmen van een offersschaap of lam, of de vogelvoorspellingen, bv. de duivenvoorspelling die bij bepaalde godinnen behoorden o. a. Istar. Wij kennen verder nog de roes of de mediamieke voorspelling. Dit alles valt samen onder augurie, omdat het in wezen alleen gaat om het voorspellend element, andere effecten worden dus terzijde geschoven.
In de meeste gevallen is er sprake van een directe relatie tussen de voorspeller, degene die de voorspelling wenst en een bepaalde godheid of hogere geest. Hier was een mogelijkheid om de verantwoordelijkheid een beetje af te schuiven. Dat betekende als er tien deskundigen waren, deze tien, omdat ze dezelfde regels accepteerden, allemaal tot een vergelijkbaar beeld kwamen van hetgeen te voorspellen was. Ze konden het verder wel verschillend duiden, maar daar kon over gevochten worden. Het waren geen zekerheden meer en daardoor ontkwam men eigenlijk aan de dreiging, die van bepaalde voorspellingen dan toch wel placht uit te gaan.
Wil men nog verder gaan, dan zien we de z. g. astrologische voorspellingen ontstaan. In het begin is dat het lezen van het hemelschrift. Later wordt het steeds meer het berekenen van invloeden. In dit geval zijn de sterren aansprakelijk, de profeet zelf niet. De profeet kan de meest waarschijnlijke duiding geven, daaraan waarschuwingen verbinden en zeggen: maar het kan ook dit of dat betekenen. Hij kan een keuze-element introduceren waardoor zijn eigen aansprakelijkheid minder groot wordt. Dat ook dit de gedragingen van al deze mensen heeft beïnvloed zal u duidelijk zijn.
Als u te maken krijgt met paragnosten die voorspellingen doen, zoals de helderziende u komt vertellen dat een donkere man uw pad kruist of als u een man bent een blonde dame. Die voorspellers hebben een bepaald maniertje ontwikkeld. Het typerende is nu, deze mensen zijn nog steeds geneigd tot een dictatoriaal, betweterig optreden. Gelijktijdig proberen zij zich niet voor te doen als iets bijzonders, maar juist in hun niet normale leven tot het zeer normale terug te keren. Het is alsof men een afstand wil scheppen tussen de functie van het voorspellen en het normale bestaan. Wat kan dat voor ons betekenen?
In de eerste plaats moeten we de voorspelling nooit gebruiken als een podium voor onze persoonlijkheid. Als we dat doen, dan moeten we onmiddellijk van het podium afstappen zodra wij klaar zijn. U moogt grote indruk maken met uw voorspellingen op uw buren, maar stap er in hemelsnaam direct van af en presenteer ze onmiddellijk een kopje thee bijvoorbeeld. Word weer de gastheer of de gastvrouw.
Dat is begrijpelijk, want voor ons bestaat wel die andere wereld, maar we zijn er bang voor. Niet alleen dat we bang zijn voor voorspellingen die we zelf niet leuk vinden, maar vooral ook omdat we in de voorspellingen worden geconfronteerd met een vervreemding van onze normale omgeving, ons normale bestaan. Willen we profeteren, dan moeten we eerst trachten de voorspelling terug te brengen tot een normgedrag; iets wat past bij onze alledaagse persoonlijkheid waarop we ons niet laten voorstaan en wat we ook niet in het bijzonder op de voorgrond plaatsen, maar alleen dan gebruiken als het zin heeft.
Een profeet in het verleden moest profeteren. En als hij niets te profeteren had, profeteerde hij toch omdat het zonder profetie onmogelijk was verder te profiteren. Dat komt ervan, als je een bepaalde gedaante aanneemt; je wordt er het slachtoffer van.
Nu heb ik karaktereigenschappen genoemd. Misschien is het u ook opgevallen dat vele van deze beroemde figuren uit de bijbel en andere boeken, historische profeten en profetessen, over het algemeen niet helemaal kosher waren, als ik een Jiddische uitdrukking hier mag introduceren. Er is altijd wel wat mis. Waarom?
Wij verbinden aan het beeld van zo iemand een voorstelling van het hogere en verwachten dat de persoon dus het hogere uitdrukt. In feite is het hogere iets dat we definiëren en dat niets te maken heeft met de goddelijke werkelijkheid of wat daarmee in verband staat. Het resultaat is dus dat wij eisen gaan stellen aan die persoon waaraan hij niet kan beantwoorden. Het gevolg is dat die eisen dermate zwaar kunnen gaan drukken, dat die mens tot een tegengesteld actiepatroon overgaat, al is het maar om zich te verweren tegen de last die men hem probeert op te leggen.
U moet zich nooit een last laten opleggen. Profeteren is gemakkelijk genoeg. Dan kun je dingen zeggen waardoor de mensen een beetje eigenaardig zitten te kijken.
Bijvoorbeeld. Er is een aardbeving geweest in Limburg. Dan kun je natuurlijk zeggen: dat gebeurt gemiddeld eens per 30 à 40 jaar. Voorlopig ben je er dus van af. Ik kan ook kijken naar de algehele toestand zoals die heden is. Dan zeg ik: binnen twee jaar is er weer een aardbeving en die zal ernstiger zijn en ook gebouwenschade veroorzaken. Het zal plaatsvinden in die omgeving, maar het zal ook betrekking hebben op gebieden tot aan de Eifel toe. Dat is niet zo moeilijk te voorzeggen; dat voel je gewoon aan.
Als u denkt over een bepaald probleem, dan weet u daar veel meer van dan u zo kunt zeggen. Door niet redelijk of logisch te beginnen, maar inspiratief een conclusie te trekken, komt u al een eindje verder. Nu heeft u een groot voordeel op al die oude profeten, zieners en auguren. Dezen moesten hun voorspelling inkleden in vaste termen. Dat hoorde zo. U niet. U kunt gewoon de conclusie trekken, daar een aantekening van maken en zeggen: ik zie wel wat ervan komt.
Dan heeft u nog een voordeel. Als u in deze tijd in een wereld met een grotere bevolkingsdichtheid denkt, dan bent u verbonden met een veel groter, direct actief menselijk denken dan u zich realiseert. Mensen beïnvloeden elkaar; daar is nu eenmaal niets aan te doen. Als u zit te rusten en er komt iemand in uw buurt die een innerlijke rusteloosheid uitstraalt, dan zit u, voordat het even verder is, ook op uw stoel te draaien.
U denkt aan een bepaalde zaak. Er zijn heel veel mensen die daar iets van af weten. Door uw concentratie bent u verbonden met alle uitstralingen die daarmee samenhangen. Het resultaat is dat u zelfs vanuit materieel standpunt langs een soort telepathische weg beschikt over een veel grotere hoeveelheid gegevens dan u normaal ooit zoudt kunnen krijgen. Uw conclusie kan dus al meer gedefinieerd zijn en ze kan wel degelijk veel meer rekening houden met de feitelijke gegevens dan een officiële profeet die alleen moet uitgaan van datgene wat is gepubliceerd en geopenbaard. Maar u bent meer, want u heeft nog een kans.
Op het ogenblik dat u zich bezighoudt met een vastgestelde ontwikkeling komt u, als u dat tenminste op de juiste manier doet, ook in contact met een patroon. Een patroon betekent niets anders dan een bepaald samenstel van feiten, het is een soort evenwicht. Als een factor van het evenwicht wordt verstoord, zullen alle andere factoren eveneens worden verstoord totdat de verstoringen elkaar compenseren en er een nieuw rustpunt ontstaat.
Dat patroon is er. Punten van dat patroon liggen in de toekomst, andere punten liggen misschien in het verleden. Op het ogenblik dat u zich ermee bezighoudt, gaat u het patroon aanvoelen. U kunt het niet verklaren, maar u voelt het aan. Het resultaat is dat u het heden onbewust misschien verbindt met beelden uit het verleden en op grond daarvan verstoringen aanvoelt in de toekomst. Dat beeld zal u nooit in staat stellen om een plaatselijke definitie te geven.
U kunt bv. stellen dat het zaterdagavond laat gaat donderen in Den Haag. Dat is nu een voorspelling die kan uitkomen. Maar ik kan daar eigenlijk niet veel van zeggen. Als ik zeg dat zeer waarschijnlijk binnen 3 à 4 dagen bliksemschade en zelfs hagel hier en daar op het land schade zullen aanrichten, dan zit ik dichter bij de waarheid. Dan heb ik niet gedefinieerd, ik heb alleen het verschijnsel genoemd. Het verschijnsel plaatsen in de tijd is in dit geval eenvoudiger dan het op plaats te definiëren.
Nu weet ik wel dat het u niet interesseert of het ergens in Brabant gaat hagelen. U denkt: als het hier maar niet hagelt, wanneer ik net een glaasje bier heb besteld op een terras. Dit kunt u op een langere termijn moeilijk vooruit zien. Realiseer u uw beperkingen. Als u de plaats kunt vinden waar de afwijking komt, dan is de kans heel erg klein dat u de invloed precies kunt bepalen, want dan hebben we een plaatspatroon. Een plaatspatroon bevat weer niet een definitie van invloeden. Een definitie van invloeden vormt het patroon, en dit geeft een algemene mogelijkheid aan die we dan misschien ongeveer kunnen thuisbrengen, maar nooit precies.
Dit patroon ontvangen gaat ook weer een beetje terug naar de oudheid. In de oudheid had men de gewoonte om bepaalde dingen te bekijken en daaruit conclusies te trekken. De vlucht van de vogels bijvoorbeeld. Daarop werden de auguriën gebouwd. Aangezien dit een kwestie was van normaal gedrag van dieren dat onder de omstandigheden voor het dier logisch was, maar voor een mens onbegrijpelijk, kon aan de hand van de waarneming van het dier een patroon worden aangevoeld dat ook voor de mens kon gelden. Een ander voorbeeld, het omgekeerde bijna. Als ik kijk naar afwijkingen van de lever, de milt, eventueel de darmen (die waren vroeger erg belangrijk als organen bij de auguriën), dan zeg ik: waar hier die afwijkingen zijn, moeten ze elders ook bestaan. Ik trek dus een parallel. Ik stem mij af. Als er een patroon is dat deze specifieke afwijkingen verbindt met een groot aantal andere onevenwichtigheden, dan zal dat patroon mij kunnen bereiken en vanuit dat patroon kom ik dan tot een verwachting.
Nu weten wij ook dat men de neiging heeft om het voorspellen op de een of andere manier een ritus te maken. Zodra men een ritueel gebruikt, wordt men afhankelijk van dat ritueel. Het ritueel op zichzelf namelijk is ook een vast patroon. De wijze waarop ik het patroon uitvoer bepaalt dus welke mogelijkheden ik heb om mij te concentreren op bestaande patronen waarvan een deel in de toekomst ligt. Dat geldt trouwens ook als het gaat om geestelijke krachten.
U kent allemaal wel het verhaal van de man die magisch heel bekwaam was. Hij trok een schitterend pentagram met de beschermende cirkels. Hij deed de grote oproep en inderdaad, de duivel verscheen en vrat hem op. De man had een letter verkeerd geschreven. Het is natuurlijk maar een verhaaltje. De duivel heeft geen trek in mensenvlees. U houdt ook niet van iedere dag tartaar. Een sappig zieltje is veel aangenamer voor een boze geest.
Als wij een ritueel patroon maken, dan is dit zodanig afgestemd op onze verwachtingen dat elke afwijking van het patroon betekent dat wij voor het onverwachte komen te staan en daardoor niet meer normaal kunnen functioneren. Juist als je bezig bent met riten (van welke aard dan ook) is je evenwicht ergens een tikje gestoord. Er zijn bovenzinnelijke of geestelijke invloeden die ineens doordringen en een rol gaan spelen. Je eigen werkelijkheidsbesef wordt enigszins verschoven; je bent dus niet meer normaal. Als je dan in die toestand van toch al bestaande onevenwichtigheid nog eens wordt geconfronteerd met geheel onverwachte of misschien aan de verwachting tegengestelde effecten, dan is de kans groot dat je eronder door gaat. Dus geen bezweringen en zo weinig mogelijk riten. En als je een rite gebruikt, onverschillig waarvoor en hoe, probeer die rite zo nauwkeurig mogelijk te volgen en uit te voeren, want anders kom je altijd verkeerd terecht.
Wat doet nu een profeet? Hoe werkt hij?
De profeet is over het algemeen bezig met iets dat sterk afwijkt van de boodschap die hij doorkrijgt. De een is bezig schapen te hoeden. De tweede zit net zijn vrouw uit te foeteren. De derde zit net ruzie te maken met de politieke tegenstander. Ineens komt dan de profetie en zij zeggen het. Dan zeggen ze er waarschijnlijk bij: zo spreekt de Here onze God. Maar dat is gewoon de formulering van de profeet. Wat hij doet is reageren op een plotselinge verandering in hem.
U heeft dat ook wel eens. U kent misschien wel van die dagen dat u opstaat heel blijmoedig en zonder dat er een reden voor is, is het opeens alsof iemand de knop heeft omgedraaid. Tot half elf was het goed, vijf over half elf overvalt u ineens een somberheid en u heeft er de pest in. U weet niet waarom. U kunt zelfs de buren niet de schuld geven en verder is er bij u niemand thuis. Hoe komt dat? U bent op dat ogenblik getroffen door een invloed.
Wat doet de profeet nu? De profeet absorbeert die invloed niet als een stemming, maar hij probeert in zich een soort mystiek, dus de verklaring te vinden. In zijn zoeken naar de verklaring ontstaat er een formulering. Die formulering is niet alleen een profetie, het is gelijktijdig een ontlading van de spanning. Hij keert dus weer terug naar zijn vorige toestand, omdat hij de kracht die op hem rustte heeft kunnen afwerpen.
U kent allemaal ook van die momenten. Wat doet u ermee? U loopt waarschijnlijk mopperend rond te sloffen. U zegt dat het ineens helemaal niet prettig meer is in dit leven op de wereld en dat men daar hoognodig iets aan zou moeten doen. Het enige dat u niet doet is u afvragen: wat beïnvloedt mij? Concentreer u daar eens op wanneer het weer gebeurt. U zult zien dat net als bij de profeten in u een beeld ontstaat.
Dat beeld kan een krankzinnige zijn, want het is niet redelijk. Dat beeld is dan het patroon waardoor u bent beroerd. Als u maar eerst dat patroon zo goed mogelijk weergeeft, is het mogelijk om aan de hand daarvan conclusies te trekken. Het is dus eigenlijk eenvoudig genoeg.
Wanneer er impulsieve verandering plaatsvinden die niet redelijk of uit de omstandigheden verklaarbaar zijn, probeer na te gaan welke innerlijke beïnvloeding u heeft ondergaan en probeer vooral dat in u te laten opkomen als woorden, als een kreet, als een voorstelling. Dan heeft u hetzelfde bereikt dat de profeet bereikt.
De ziener is weer een beetje anders. De ziener komt veel dichter bij wat wij tegenwoordig als helderziende omschrijven. Het is iemand die alle beelden als voorstellingen omschrijft.
Wat is het typerende voor de ziener? De ziener zal altijd een object nodig hebben. De profeet kan de stemming meteen oppakken. Het is iets wat hem persoonlijk beroert; hij is op welke manier dan ook daar zelf bij betrokken. De ziener niet. De ziener heeft een inductor nodig. Die inductor kan een persoon zijn, het kan een gebouw zijn, het kan een klein voorwerp zijn, denk maar eens aan de psychometrie. Daardoor ontstaat er een beeld. Dit beeld is dan het patroon waartoe de ander of het andere ( het voorwerp, de persoon, het gebouw enz.) behoort. Ook hier is het weer zo dat het patroon op zichzelf verwarrend kan zijn, omdat het zowel in het verleden bepaalde lijnen heeft als in de toekomst. Het zijn echter altijd gesloten lijnen.
Wie een patroon van gebeuren overziet, kan het misschien het best vergelijken met de vorm van een kristal. Een kristal kan tamelijk eenvoudig zijn (bv. suiker) of zeer complex in haar structuur, maar ongeacht de complexiteit is het altijd een afgerond beeld; er blijven nooit lijnen open.
De ziener ziet een beeld. De kunst van de ziener is nu uit dat beeld het verleden weg te ziften, wat volgens hem tot het heden behoort te controleren en het overblijvende als toekomst te projecteren.
U zult zeggen: moeten wij dan allemaal de helderziende gaan spelen? Als u het spelen wilt, kan ik u wel helpen. U zet een glazen bol of zoiets als een aquarium (zonder goudvis) voor u op tafel. U kijkt erin en u zegt: ik zie (als u het met genoeg nadruk zegt, dan komen de beelden vanzelf). U ziet het wel niet in de bol, maar het komt vanzelf. Waarom? Omdat u zelf suggestief beelden oproept. Of die beelden juist zijn, weet u niet. Maar als u nu niet de helderziende wilt ‘spelen’, maar u wilt gewoon gebruikmaken van dit getroffen worden door het patroon in een ander, dan zijn de volgende punten voor u van belang
Alles wat tot het verleden kan behoren wordt als zodanig geklasseerd. We schuiven het gewoon opzij. Desnoods kunnen we een of twee saillante punten even controleren, maar belangrijk is dat eigenlijk niet.
Dan kijken we naar de persoon in kwestie, naar het heden. Welke invloeden en werkingen zijn volgens ons bij die persoon op dit ogenblik sterk? Dat is het heden en daar hebben wij niets mee te maken. De overblijvende delen van de voorstelling zijn het symbool van een toekomstig patroon van gebeurtenissen. Dat toekomstige patroon wordt waar, aangezien de persoon zelf daarbij betrokken is, waarschijnlijk in een of meer punten voor de persoon in kwestie. In ieder geval is het beeld dat wij hebben opgevangen een werkelijkheid die zich in de toekomst zal manifesteren. Hier heeft u dan de mogelijkheid om meer afstand te nemen.
Als je een goed helderziende bent, dan doe je die controle intuïtief. D.w.z. dat je eigenlijk telepathisch nagaat welke reactie je krijgt. Ben je een beetje minder goed, dan let je op de onwillekeurige bewegingen van de mensen. Zolang ze knikken, heb je het over dingen die ze kennen, al het andere is dan toekomst. Als je zelfs die ervaring niet hebt, kijk dan naar de centrale beelden die opkomen. Dat kan een mens zijn, een plaat, een naam desnoods. Gooi dat beeld gewoon als een lokaas naar degene voor wie je op dat ogenblik ziet of naar iemand die voldoende weet over die persoon. De reactie daarop maakt het je weer mogelijk te ziften. Alles wat mogelijk met dit centrale begrip te maken heeft zal bij het heden behoren, zolang het maar erkend is. Is dit niet het geval, dan heeft het met de toekomst te maken en moet je een ander saillant punt vinden om van daaruit te gaan.
De auguren zullen we maar overslaan. Dat is zo’n ongure geschiedenis. Ik zie u allen al konijnen slachten om de toekomst te kennen. Dat is niet leuk en bovendien niet nuttig, want je kunt het zonder dat ook wel.
Wanneer ik bezig ben met voorspellingen bouw ik onwillekeurig een systeem op. Neem bv. de boeken van de stad Rome. Dat is een voorbeeld van een dergelijk profetisch systeem. De mensen denken: de meeste voorspellingen stonden er al in. Dat was niet waar. Het gaf een aantal vaste richtlijnen waarmee aangeduid werd: wanneer dit gebeurt, moet dat gebeuren. Maar als dat zo gebeurt, dan wordt het weer anders. Men kon steeds aan de hand van het heden de meest waarschijnlijke ontwikkelingen aflezen, omdat deze boeken inderdaad ook in patronen waren geschreven.
Nu zult u dat waarschijnlijk in het begin niet doen. Maar als u toevallig een dagboek heeft (u kunt het ook op een blocnote schrijven en het later gemakkelijker weggooien) en u heeft een paar van die visioenen of profetieën, schrijf ze eens op. Kijk dan wat de samenhang is tussen de verschillende beelden. U wordt dan geconfronteerd met uw eigen obsessies altijd weer. Want datgene wat u in het bijzonder raakt is kenmerkend voor de afstemming die u heeft ten aanzien van de wereld, ook de onzienlijke wereld.
Als u verdergaat, zegt u: kijk, ik ben dus afgestemd op die gebeurtenissen. Alles wat daarmee samenhangt zal ik dus met een bijzondere nadruk vermelden. Maar eigenlijk zijn de andere punten die daarbij ook een rol spelen net zo belangrijk. Dus als u zo n lijstje heeft, hou rekening met de zaken die u als bijkomstig beschouwt. Zorg er daarom voor dat u ook details van een dergelijke droom of opvatting zo goed mogelijk vastlegt, want daaruit kunt u dan zien door welke patronen van werkelijkheid u wordt beroerd.
Als we kijken naar kristalvormen, dan blijkt dat we de lijnen altijd weer kunnen vastleggen in mathematische figuren. U kunt dus altijd meetkundige constructies gebruiken om het kristal weer te geven. Datzelfde geldt voor ons werkelijkheidspatroon. Er zijn namelijk een aantal wetmatigheden waardoor er bv. nooit een driehoek kan bestaan waarvan de hoeken meer waard zijn dan 360 graden. Meestal kom je niet hoger dan 180 graden en dan heb je het juiste.
Kijk nu eens naar uw eigen wezen en leven. Er zijn in uw leven bepaalde getallen die een rol spelen. Die getallen zeggen iets, want ze zijn als het ware een deel van uw levenspatroon. Wanneer die getallen een rol spelen, dan moeten daartegenover andere getallen staan die een evenwicht geven. Als u bv. altijd heeft gewoond in een huis met een getalwaarde (huisnummer) van 3 en u bent daarin stoffelijk zeer gelukkig, dan moet u zich toch wel afvragen wat er toen gebeurd is toen u woonde in een huis met het nummer 6 bijvoorbeeld. Wat was er ook weer in dat huis? 0 ja, toen was er toch wel wat ellende. In die tijd ben ik ook innerlijk veranderd. Door die dingen na te gaan krijgt u een beeld van wat er voor u een rol bij speelt. Leeftijden, data, ga ze maar eens na in uw leven.
U zult komen tot bepaalde ritmen. U zult zien dat bij sommige mensen om de 4 jaar veranderingen optreden. Bij een ander om de 7 jaar en dat die veranderingen meestal wel vergelijkbaar zijn, al zijn ze niet identiek. Leer het patroon van uw leven kennen. Niet alleen dat u daardoor uw toekomstverwachtingen gemakkelijker kunt omschrijven, want datgene wat is dat blijft bestaan, maar het wil zeggen dat al wat eruit voortkomt een ontwikkeling moet zijn van het bestaande.
Als u dat al heeft gedaan, probeer u dan eens voor te stellen hoeveel van die invloeden u kunt vinden. Zijn het er vijf, kies dan datgene wat u innerlijk als het meest juiste beschouwt. Zet dat punt bovenaan, zet de andere punten uit en u kunt door die punten te verbinden een vijfpuntige ster trekken.
Wat ziet u dan? Bij die vijfpuntige ster ziet u een middenvlak, wederom een vijfvlak. Dit vijfvlak omvat iets van alle elementen. Dat is uw werkelijk leven. De voorstellingen waarmee u bezig bent geweest waren de extremen; de gewone dingen herinnert u zich niet. De extremen zijn de punten. Op het ogenblik dat u van diep binnenuit werkt, kunt u elke invloed die in een van die punten is gelegen, ervaren als een toekomstgebeuren.
Probeer nooit het geheel tegelijk te overzien, dat lukt u niet. Als u een lang ritme heeft (uw levensritme loopt bv. met tijden van meer dan 7 jaar, 9 jaar, sommige 11 of zelfs 12 jaar, ga dan uit van het standpunt dat elke erkenning die ontstaat door uw concentratie vanuit een punt op de toekomst eveneens een lange periode zal omvatten.
U heeft een 12 jaar ritme bij uzelf geconstateerd. U kijkt naar een geestelijk of stoffelijk voor u interessant punt en u zegt: ik zie daarin die ontwikkeling. Dan rekent u uit: als het voor een ander een dag is, dan is het voor mij altijd 12 dagen. Daar ik reken in de algemene termen, moet ik dus de tijd waarin mijn verwachting waar wordt verveelvoudigen; het duurt dus langer. Heeft u echter een 3 jaar ritme, dan denkt u misschien: over een paar weken zal dit of dat gebeuren. In de praktijk blijkt dan dat het veel korter is, misschien een paar dagen. Uw eigen levensritme heeft te maken met de tijd in de toekomst die u definieert. Door kennis te hebben van uw levensritme kunt u dus gemakkelijker in de tijd het juiste punt bepalen.
Wat plaatsen betreft is het moeilijker. Sommige mensen zijn plaatsgebonden, de meesten niet. Bent u plaatsgebonden, dan heeft u het volgende: u wordt bijzonder aangetrokken door zeer bepaalde gegevens. Er zijn mensen die dol zijn op bv. archeologie, maar eigenlijk alleen als het gaat over Peru, Mexico. Anderen hebben het weer op Egypte of India begrepen. Er zijn ook mensen die het veel leuker vinden om na te denken over de Germanen, de Batavieren en wat daar allemaal aan vooraf ging.
Dat bepaalt al een beetje uw gerichtheid buiten de tijd. Want u zult meestal in uw belangstelling worden aangetrokken tot die punten, die op welke wijze dan ook in het verleden voor u belangrijk waren. En dat betekent meestal dat u daar direct of indirect mee te maken heeft gehad.
Er zijn mensen die dol zijn op Italië. Als je hun nu vraagt welk deel van Italië, dan blijkt dat sommigen helemaal naar het zuiden willen tot Sicilië, anderen voelen veel voor Rome, Napels of zouden veel liever de richting van Venetië of Turijn uitgaan. Als u een dergelijke preferentie in uw belangstelling heeft (dus niet alleen; o, wat leuk die stad, maar de geschiedenis interesseert mij, ik voel mij met het land verbonden, de taal spreekt mij aan), dan kunt u er zeker van zijn dat dit een punt is uit uw verleden. Dit betekent dat door uw verbonden zijn met deze plaatsen u in het geheel van uw ontwikkeling emotioneel, geestelijk en ook plaatsbepalend altijd verbonden zult zijn met deze oerbasis.
Als u dus weet, ik heb een dergelijke belangstelling en ik kom tot een vage definitie in tijd van iets, dan richt ik mij op de gebruiken, op de plaatsverhoudingen van die stad of van dat land waartoe ik mij bijzonder voel aangetrokken en specifiek ook nog tot de voorstellingen daarvan die voor mij de grootste rol spelen. Als ik zoek naar een parallel daarvan in mijn tijd en omgeving, dan kan ik de plaats bepalen waar mijn verwachting met de grootste waarschijnlijkheid wordt verwezenlijkt
Het is allemaal niet zo moeilijk. Het lijkt erg ingewikkeld, maar als u zich een beetje bezighoudt met uzelf, uw denken, uw achtergrond, datgene wat voor u belangrijk is, dan weet u iets over uw verleden, ook al kunt u dat dan niet precies als een vorige incarnatie uitleggen.
Omdat u dit verleden kent, omdat u uw ritme kent, is het mogelijk om bij elk bij u opkomend beeld, zoals vooromschreven, te analyseren welke invloeden daarin sterk zijn. Als daarin ook nog een tijdsbepalende invloed werkt, dan moet u die tijdsbepaling herleiden tot een persoonlijke ervaring, omgezet in de algemene tijdservaring van anderen. U komt dan tot een veel juistere definitie van tijd. U komt tot een gemakkelijker plaatsen van een gebeuren in de ruimte (ook al zult u dat nooit helemaal precies kunnen doen) en u zult daardoor aan uzelf de juistheid van uw gave bewijzen. Hierdoor zult zelfverzekerder zijn, u zult spontaner reageren. Het is deze spontaneïteit die veel meer goede resultaten op dit gebied levert dan welk ritueel, welke bezweringsmagie of welke techniek dan ook.
Technieken zijn hulpmiddelen. De inspiratie, de spontaneïteit is bij elke profetie, bij elke uitleg van voortekenen, bij elk zien in de toekomst de werkelijk belangrijke factor. En als u al datgene wat er gezegd is, over het zelf eens proberen te voorspellen, nu vergelijkt met de gegevens die u vandaag heeft gekregen, dan zit daar voor u nog steeds de mogelijkheid in om met een klein beetje training steeds meer delen van de toekomst aan te voelen.
Kunt u de methode met de vijfpuntige ster nader uitleggen?
Bij de vijfpuntige ster gaan wij uit van de mens. Het is een beetje het teken van de mens. Als ik nu vijf punten heb, dan is dat een van de mogelijkheden. Heb ik er vier, dan kom ik bij het vierkant terecht. Als ik er vijf heb, dan kan ik die uitzetten. Ik neem dan altijd het punt dat geestelijk het edelst lijkt en zet dat bovenaan. De daarbij minder belangrijke punten rechts links boven en rechts links beneden.
Als we nu de punten door lijnen verbinden en steeds weer van het bovenste naar het onderste en vandaar naar het hoogste nog niet bereikte punt gaan tot we in alles een dubbellijn hebben, dan ontstaat vanzelf het pentagram. Nu heeft u een aantal invloeden. Kunt u die vijf uitsteeksel benoemen, dan weet u: dit zijn percepties. Dat ligt buiten mijn normaal leven en wordt door het vijfvlak bepaald dat in het midden is ontstaan. Als ik te maken heb met een van deze factoren en ik isoleer die, dan moet ik die altijd interpreteren in het vijfvlak, dus in een beperkte werking van de vier andere factoren. Naar buiten toe moet ik er echter rekening mee houden dat het juist extreem is buiten mijn normaal bestaan. U moet het maar eens nalezen en uittekenen.
Onthoudt dus u kunt de driehoek hebben. U kunt zelfs, als het goed is, gaan tot de 14 puntige ster, maar dan moet u zo ontzettend veel dingen uit elkaar kunnen houden. De doorsnee mens begint meestal met een gewone, meestal gelijkzijdige driehoek als symbool, omdat hij zegt: hier heb ik het geestelijk belangrijke en die punten zijn belangrijk. Dan krijg ik een driehoek en zit dus niet met uitsteeksels waarvan ik kan zeggen: er is een extreme invloed in mij waarvan ik gebruik kan maken. Dan kunt u alleen gebruikmaken van de aangrenzende vlakken en wel door de verbinding tussen twee punten te zien als iets waaruit een nieuwe driehoek, maar nu buiten u liggend, te voorschijn komt. Die projectie geeft dan de drie velden aan waarmee u verbonden bent.
U ziet, het is ingewikkelder als je er verder op doorgaat, daarom heb ik de vijfpuntige ster gegeven als een voorbeeld, vooral omdat het voor de meeste mensen een haalbaar voorbeeld is.