13 juni 1977
Vanavond is er een gastspreker voor u, zoals gebruikelijk. Filosoof, humanist, geïnteresseerd in ethica en dat soort dingen. Een man die ongetwijfeld een zeker gevoel voor humor heeft. Daarnaast iemand die de mensheid en het menselijke leven op een bepaalde manier beschouwt. Ik heb eerst gedacht: Zou ik wat weergeven van de gesprekken die ik met hem heb gehad? Ik geloof dat dat weinig zin heeft. Ik zal proberen een samenhangend beeld te geven van hetgeen hij mij heeft verteld. Daarnaast zal ik mijn eigen kanttekeningen plaatsen.
In de eerste plaats dan dit: Mens-zijn betekent deel zijn van de mensheid. De mensheid als zodanig is een geheel dat tijdloos is, ook wanneer de stoffelijke verschijningsvorm aan de tijd gebonden is. Wanneer een mens leeft, moet hij uitgaan van de waarde en waardigheid van de mens. Er zijn verschillende benaderingen mogelijk, maar de beste benadering is altijd die waardoor elke mens volledige vrijheid heeft om zichzelf te zijn, mits hij daardoor anderen geen schade of leed berokkent.
Als we spreken over ethiek, datgene wat al of niet juist zou zijn, dan moeten we rekening houden met het feit dat de mens zichzelf vaak ontkent. Een groot gedeelte van hetgeen de mensen als ethisch beschouwen, is in feite in strijd met de aard en het wezen van de mens als zodanig. Als je regels stelt waaraan niemand zich kan houden, dan verliezen die regels als vanzelf hun werkelijke kracht; ze worden een komedie, een façade. Wil je komen tot een werkelijk humaan bestaan, dan zul je dus moeten uitgaan van die regels en richtlijnen welke passen bij de mens en die voor zijn karakter, zijn aard, zijn ontwikkeling passend zijn. Eigenlijk is de juiste uitdrukking meer in overeenstemming met de levenskracht die er in zit.
Als je probeert als mens te leven, zul je altijd geconfronteerd worden met mensen die anders denken. Een relativisme zou als zodanig deel moeten zijn van elke humane samenleving. Relativisme betekent: Iedereen heeft het recht om op zijn eigen wijze te leven, te denken, te geloven. Er kan geen bezwaar bestaan tegen welk geloof of denkrichting dan ook, evenmin tegen een bepaalde praktijk zolang deze niet probeert aan anderen normen of maatstaven op te leggen.
De ethiek is over het algemeen geënt op religieuze voorstellingen. Een religieuze voorstelling kan waar zijn, maar ze is niet bewijsbaar. Als zodanig is het geen menselijke waarde. Op niet menselijke waarden, die redelijk gezien veronderstellingen zijn, kun je nimmer een gezag of een macht baseren ten aanzien van anderen. Nu is het misschien wel aardig als je dat allemaal zo bekijkt. Toch zou ik van mijn kant wel een paar kanttekeningen willen plaatsen.
In de eerste plaats: Ik voel veel voor dit relativisme, maar wie moet dit relativisme handhaven? Degene die het handhaaft, zal in zichzelf ook een macht zijn. Deze macht zou van het relativisme wel eens een geloof kunnen maken en middels een Inquisitie elke overtuiging, die meerderen met elkaar delen, onderdrukken; en dat is natuurlijk ook niet juist.
De vraag of er wel of niet een God is, is een kwestie die elke mens voor zichzelf mag uitmaken. Elke mens mag voor zichzelf uitmaken op welke manier hij wil leven, maar hij mag niemand dwingen om met hem op die manier te leven, te geloven enz. De grote fout die je in de hele menselijke samenleving aantreft en die volgens mij een deel van de op zichzelf goede stellingen van onze gast ondergraaft, is dit: De meeste mensen willen geen vrijheid; ze willen zekerheid. Veel mensen zullen zich binden aan een geloof, alleen maar om zeker te zijn dat zij het weten, dus dat het hen later goed zal gaan. Het probleem van de dood, van sterven, van hiernamaals willen ze niet zelfstandig onder ogen zien. Ze willen zelf daarover geen oordeel vormen. Integendeel, ze zoeken de deskundige die hen verzekert dat alles in orde zal komen en die dan ook de maatstaven geeft volgens welke ze kunnen leven — of die maatstaven voor hen nu passend zijn of niet. De zekerheid waar een mens naar streeft, voert tot de meest vreemde verschijnselen in de wereld, dat weet u waarschijnlijk. We krijgen dan te maken met mensen die gewoon niet naar anderen willen luisteren. Ze hebben hun eigen visie en of die visie nu een sociale is of een andere, ze luisteren gewoon niet als een ander wil spreken. Argumenten zijn voor hen alleen aanvaardbaar, indien ze in overeenstemming zijn met hetgeen zij juist achten. Dat is misschien een heel gevaarlijk iets, maar de praktijk wijst uit dat elke maatschappij, elke gemeenschap die onder druk komt te staan en die grote onzekerheden kent, de neiging heeft te graviteren in de richting van wat wij dictatuur noemen. U kunt ook spreken over sterke mannen, maar dat komt eigenlijk op hetzelfde neer.
Wij kunnen verder constateren dat elke samenhang van de gemeenschap die niet voor ongeveer 30 % van die gemeenschap aanvaardbaar is, moet voeren tot dwangmaatregelen. Anders gezegd: zekerheid, al is het maar door het onderdrukken van allen die anders denken. Dit onderdrukkingspatroon zie ik in de menselijke samenleving dermate sterk optreden, dat het volgens mij niet eens mogelijk is een werkelijk relativisme als maatschappelijke beschouwing te handhaven. Maar onze gast denkt daar kennelijk anders over.
Als je vraagt: Wat is goed en wat is kwaad? dan is het duidelijk dat iedereen die een beetje verstand heeft, zegt: Het ligt er maar aan. Wat goed is voor de meesten, dat is goed en wat kwaad is voor de meesten, dat is kwaad. Als één man zich rijk steelt, dan is dat kwaad, maar als een heel volk zich rijk steelt, dan is dat goed. Als een volk bestolen wordt door een ander volk, dan is dat kolonialistisch imperialisme. Als een volk dat zelf doet, dan is het een rechtvaardige ontwikkeling van onze juiste maatschappijvorm in een ander land. Het ligt er maar aan hoe je het ziet. Ik heb zo het gevoel dat we innerlijk ook met diezelfde problemen te maken hebben.
Als je namelijk de innerlijke bewustwording nastreeft – en dat doen we, anders zitten we niet in deze groep – dan kun je natuurlijk wel zeggen: Innerlijk ga ik het pad van de bewustwording Door mijn bewustwording word ik de meerdere van hen die niet bewust zijn en word ik aansprakelijk voor hen die mijn graad, mijn bewustzijn nog niet bereikt hebben. Maar dan zeg ik: Ho, dan kunt u niet met relativisme werken. Want wat u ziet als uw inwijding, kan voor een ander wel eens de laagste graad zijn omdat hij een andere richting kiest en daardoor alles wat voor u de hoogste bereiking is, lang geleden reeds achter zich heeft gelaten. Het is erg moeilijk om daaruit een conclusie te trekken.
Wanneer ik in mijzelf ga, dan kan ik nooit afgaan op mijn bereiking zoals ik die zelf beleef en doormaak. (Ik zal mij toch maar houden aan mijn eigen woorden. Er zitten argumenten in verweven, dat wil ik hier dan even onderstrepen, die stammen uit mijn discussie met onze gast.)
Wanneer ik in mij een weg als juist heb ervaren, zo moet ik deze weg zelf gaan, maar ik kan nimmer bepalen of het door mij bereikte voor een ander ooit werkelijk kan zijn. Dat wat ik in een hogere geestelijke wereld beleef, beleef ik op mijn wijze. Met andere woorden: ik zie daarin de waarden, de mogelijkheden, de krachten vanuit mijzelf en op basis van mijn eigen harmonische vermogens. Ik kan zeker die beleving met anderen delen, maar dan is het een kwestie van harmonie en niet meer een kwestie van juistheid. De juistheid valt weg, het kwaad valt eveneens weg, want wat voor de één kwaad is, kan voor de ander goed zijn. Als je gezond bent, is arsenicum vergif. Als je bepaalde kwalen hebt, is een dosis arseen op zijn tijd zelfs noodzakelijk om in leven te blijven. Als je dat gaat begrijpen, zul je geen algemene maatstaven meer zoeken. Je zult zoeken naar je persoonlijke optimale beleving en je optimale maatstaf.
Het innerlijk van elke mens bevat het geheel van zijn geestelijke voertuigen. Elk voertuig kent een eigen wereld. Elke wereld heeft haar eigen mogelijkheden en belevingen, maar ook in elke wereld neemt een ego een eigen, zeer bepaald standpunt in. Je kunt dus niet zeggen: In de ene wereld ben ik zus en in de andere wereld ben ik zo. Je kunt alleen maar zeggen: In elke geestelijke wereld ben en blijf ik mijzelf en daardoor is mijn plaats te midden van die wereld bepaald en mede mijn belevingsmogelijkheid en mijn interpretatie van die wereld.
Dan moet ik nog een stap verder gaan en kom zelf ook een klein beetje aan het woord.
Elke kracht die ik bezit, zal ik op mijn persoonlijke wijze moeten hanteren. Niet mijn denkbeelden omtrent de wenselijkheden zijn hier bepalend, maar mijn besef van mijn kracht en van mijn bestaande mogelijkheden. Ik kan nooit een mogelijkheid baseren op anderen, alleen op mijzelf. Dat betekent, dat we in de bewustwording wel zeer relativistisch moeten denken, als we een beeld willen krijgen van de werkelijkheid. Dan zijn er zeker dingen waarvan je zegt: die zijn voor alle mensen wel hetzelfde, want het is een deel van de mensheid en dat overheerst in de mensheid. Maar aangezien je de zekerheid nooit helemaal krijgt, zul je altijd onder voorbehoud, ook ten aanzien van je innerlijke bereikingen, je beleving, waarneming en krachten moeten werken. Voor mij is het zo. Voor mij bestaat deze mogelijkheid. Van mij uit ziet het er zo uit. Ik meen dat dit verhelderend zou kunnen zijn.
Wanneer we namelijk bereid zijn (dat is nog steeds mijn visie) te aanvaarden dat een ander in zijn bewustwording andere maatstaven, waarden en mogelijkheden kent, dat hij goed en kwaad op een andere wijze interpreteert, dat hij zelfs licht en duister op een wat andere manier rangschikt dan wij doen, dan kunnen wij ook accepteren dat onze harmonie nooit op gelijkheid gebaseerd kan zijn, maar slechts op een wederkerige erkenning, op een bepaald punt van ons bestaan.
Dus als je het heel eenvoudig wilt zeggen: Als mensen het helemaal met elkaar eens zijn, dan is de vraag in hoeverre ze beseffen waarover ze het eens zijn. Maar als mensen van mening verschillen en trachten de mening van de ander te doorgronden, dan definiëren ze hun eigen waarheid en zullen daardoor innerlijk tot een hogere bereiking komen. Dat vond ik zelf een heel mooie verheldering.
Ik geloof ook dat je onze werelden en de situaties die je er kunt aantreffen, nooit mag interpreteren als een algehele zekerheid, hoezeer een mens daar ook naar verlangt. Je kunt natuurlijk wel zeggen: “Dit is Zomerland en dat ziet er zo en zo uit.” Voor vele mensen zal dat waar zijn, maar niet voor allemaal. Je kunt zeggen: “Na de dood word je afgehaald en dan word je op deze en gene wijze geholpen.” Dat zal voor velen kloppen, maar niet voor allemaal. Er zijn geen zekerheden, omdat elk van ons in het geheel van de schepping toch in zekere zin uniek is. En juist daarom moeten wij onze eigen weg gaan. We moeten onze eigen wijze van leven vinden, maar vooral onze innerlijke wijze van geestelijk beleven. We moeten ons niet beroepen op andere krachten. We moeten in harmonie met andere krachten werken indien dat mogelijk is, maar daarnaast wel degelijk vanuit onszelf werken en waarnemen.
Wij zijn het die aansprakelijk zijn voor onszelf. We zijn niet aansprakelijk voor de wereld, maar voor onszelf. Voor de wereld kan onze aansprakelijkheid slechts bestaan in de wijze waarop wij functioneren te midden van die wereld; dat geldt zo goed voor het hoogste licht als voor het diepste duister en de menselijke wereld. Zelf ben je de maatstaf.
Ethiek is: op de juiste wijze volgens je hoogste besef reageren.
Waarheid is: datgene van die totaliteit wat je zelf krachtens je bereiking en door je wijze van leven en denken meent te zien van dit geheel; want je ziet niet het geheel en je interpreteert het teveel.
Misschien dat het nu ook mogelijk wordt een beetje magisch te denken, want magie speelt ook een rol.
Kijk eens, als we aannemen dat de ontwikkeling van de tijd niet synchroon loopt met het menselijk ervaren van de tijd, dan zullen er ogenblikken zijn dat de toekomst bepaald is, maar dit zal niet permanent het geval zijn. Er zijn ook ogenblikken waarop wij de toekomst bepalen en dat fluctueert nogal, dat verandert voortdurend. Wanneer ik nu invloed wil uitoefenen, dan kan ik dit alleen doen op die ogenblikken dat de toekomst niet vastligt. Ik kan wel degelijk mijn eigen kracht en visie uiten op een wijze waardoor de wereld, voor zover ik haar beleef en kan waarnemen, verandert, maar ik kan dat niet altijd. Misschien is het een beetje te hoog gegrepen als ik het zo zeg, maar ik heb zo het idee dat God zelf er eigenlijk ook precies zo voor zit.
Op een zekere manier ben je gebonden aan een aantal gebeurtenissen. Je zou ze willen veranderen, maar je kunt het niet tot er een ogenblik komt, misschien een knooppunt in de tijd of in het lot, waarop je plotseling zelf de kracht krijgt, zelf een richting kunt kiezen, zelf ook aan de hand van innerlijke belevingen en waarnemingen en ook plotselinge energieën om naar buiten toe te reageren, het lot voor je zelf en misschien ook voor anderen kunt veranderen. Daarbij kun je dan alleen uitgaan van datgene wat voor jezelf goed is. Dit klinkt erg egoïstisch, maar je kunt niet weten wat voor een ander goed is.
Voor jezelf kun je uitmaken wat b.v. het juiste dieet is. Maar als je een lievelingshond hebt en je houdt er erg veel van, dan denk je misschien dat je weet wat voor hem het juiste dieet is, maar dat dier kijkt zo droefgeestig en dus krijgt hij meer. Het dier krijgt een vervetting, door die vervetting wil het zich minder bewegen en dan zegt u: Ze zeggen nu wel dat die hond zoveel moet lopen, maar het beest kan het niet, heus niet, dus Iaat hem wat meer rusten. En zo sterft de lieveling zachtjes aan hartvervetting. Dat is ten aanzien van een schoothondje gemakkelijk gezegd, maar is het voor een medemens anders?
Vergeet niet dat elke mens eens in de zoveel tijd in een positie komt te verkeren waarin hij net zoveel macht heeft over bepaalde medemensen als de eigenaar over zijn hondje. Dan moet je de juiste beslissingen nemen en die kun je alleen nemen aan de hand van je besef van juistheid, niet aan de hand van hetgeen de ander wil. Dan zeg je: “Luister, als je ergens buiten mijn gezag om te eten kunt krijgen, best, maar onder mijn gezag alleen dat wat werkelijk goed voor je is.” Dat klinkt een beetje vreemd natuurlijk, maar de hele magie is eigenlijk gebaseerd op het beïnvloeden van anderen. En dat beïnvloeden van anderen kan alleen gerechtvaardigd worden, indien je dat ten nutte van die anderen doet. Maar die anderen kunnen niet iets van je vragen, wat in strijd is met je wezen. Dit moet je begrijpen en daarom moet je jezelf als maatstaf gebruiken.
Het ik, dat zich bewust wordt van zijn eigen wezen, kracht en taak zal in toenemende mate ook beseffen dat het slechts vanuit zichzelf en op grond van eigen besef kan beslissen. Niet voor anderen dan alleen op die ogenblikken waarop die anderen door hun eigen wil of door omstandigheden die niet vermeden kunnen worden, ondergeschikt zijn geworden aan de bewuste. Dat is een heel eigenaardige situatie, als je het goed bekijkt. Aan de ene kant zijn we allemaal deel van één werkelijkheid; we zijn als het ware samengesmolten in de liefde Gods tot één geheel. Aan de andere kant kunnen we dat niet beseffen noch verwerken. En ofschoon we innerlijk misschien weten dat die eenheid bestaat, kunnen we die niet forceren, niet waarmaken ten koste van anderen. We kunnen alleen op grond van onszelf, ons eigen weten, ons eigen denken reageren. En dat betekent ook nog meer.
Ik heb zo-even al gezegd in één van mijn argumenten: De mensheid zoekt naar zekerheid. Maar wanneer een ander u zegt dat dit of dat goed voor u is, dan moet u reden hebben om dat te aanvaarden. Op het ogenblik, dat u het aanvaardt, is niet de ander meer aansprakelijk, maar bent u het zelf. Dan moet u zelf zorgen dat het goed gaat. Een ander ka.n zeggen dat een bepaald dieet goed voor u is, maar als dat gezegd is, dan moet u zich zelf aan het dieet houden of niet, dat is uw zaak.
Als je het nu zo stelt op basis van diëten, dan willen de meeste mensen nog wel bevestigend knikken. Per slot van rekening, het komt zo vaak voor. Maar als je datzelfde nu zegt over geloof, dan worden ze al een beetje schuw, want zo staat het toch geschreven, of zo heb ik het beleefd, of zo is het geopenbaard. Ja, best, voor u. Zo leest u het. Zo ziet u het. Zo interpreteert u het. Maar is dat voor die ander juist? Wanneer u die boodschap aan de ander geeft, best; maar dan moet hij zich daar zelf maar aan houden, dat mag u niet doen. De mens mag niet de wet zijn die boven de ander staat. Hij moet de ander de mogelijkheid geven zijn eigen lot te vervullen, ook als hij dat lot op zichzelf misschien onaanvaardbaar vindt of erg droef. Dat zijn wel de voornaamste punten van onze discussie geweest. U begrijpt wel dat ik daartegen toch wel hier en daar even in opstand ben gekomen. Sommigen van u in gedachten ook trouwens. Ik ben dus de enige niet.
Ik heb geprobeerd mijn eigen visie eraan vast te knopen en ik kreeg een heel mooi antwoord. Ik zei namelijk tegen hem: “Maar hoe wil je dat verschil nou uitmaken?”
“Kijk eens, een man die geen mooie kin heeft, ziet er veel beter uit als hij een baard heeft; maar dat geldt niet voor een vrouw.”
“Is het nou zo simpel?”
“Natuurlijk, want als je spreekt over een man of vrouw, dan interpreteer je het als twee verschillende wezens, maar elk wezen verschilt van het andere.”
Waarom nu wel zeggen: Bij de seksen is dat verschil en niet zeggen: tussen de mensen is dat verschil. Ja, ik heb u al gezegd, ik was een beetje opstandig, ook ten aanzien van sommige punten. Ik zei ook tegen hem: “Maar hoe moet ik nu uitmaken wat de verschillen zijn?”
“Dat is heel eenvoudig, kijk naar datgene wat overeenstemt en al het afwijkende is verschil.”
“Dat is nogal gemakkelijk”, zei ik, “maar is er dan geen overeenkomst mogelijk over verschillen?”
“Natuurlijk. Kijk eens, een overeenkomst over verschillen ontstaat op het ogenblik dat beide partijen net doen of ze de ander in zoverre aanvaarden en geloven, dat ze menen verder hun eigen weg te kunnen gaan.”
Dat verwacht je van Henri, maar niet van iemand die toch tamelijk hoog zit. Ik heb hem dus ook gevraagd: “Maar hoe komt het dan dat je zo humoristisch doet?”
“Nou”, zei hij, “ik zal proberen het je duidelijk te maken. Op het ogenblik dat ik ingewikkelde zaken eenvoudig maak, is dat humor, dan lachen de mensen erom. Op het ogenblik dat ik eenvoudige zaken ontzettend ingewikkeld maak, is het hogere wijsheid voor veel mensen. Nu voel ik minder voor de hogere wijsheid dan voor de humor, want die is begrijpelijk.”
Ik denk: “Nou, dat belooft toch wel iets voor degenen die dan toch nog komen”, dus ben ik deze kant uitgegaan. Ik heb geprobeerd zo’n beetje na te gaan wat we dan allemaal kunnen verwachten.
Schrik niet. Ik geloof, dat u in de eerste plaats geconfronteerd wordt met iemand, die zeer scherp en scherpzinnig formuleert, dat is tenminste mijn ervaring geweest.
In de tweede plaats met iemand die soms graag schijnt te shockeren. Hij wil vaak de verschillen in denken en mening zo nadrukkelijk naar voor brengen, dat wij het gevoel hebben dat we aangevallen worden. Wanneer dat gebeurt vanavond, voel u alstublieft niet aangevallen, want het gaat helemaal niet om u. Het gaat er doodgewoon om een bepaalde tegenstelling duidelijk te maken.
Zijn relativisme was voor mij in sommige punten toch minder aanvaardbaar, ik wil het u eerlijk zeggen. Ik kan natuurlijk zeggen: Een kind leeft in zijn eigen wereld en dan moeten de ouders het zijn gang maar laten gaan. Maar ik kan me niet voorstellen dat dat op aarde goed zou zijn zolang de wereld is zoals ze nu is. Met andere woorden: Ik ga uit van het standpunt: je hebt ook nog een sfeer of een wereld waarin je leeft en die heeft een eigen karakteristiek.
Het relativisme kun je niet zodanig doorvoeren dat iedereen vrij is. Je moet gemeenschappelijke regels hebben, dientengevolge moet er toch een vaste waarde geschapen worden. Alleen, die vaste waarde moet volgens mij niet gebaseerd zijn op het scheppen van een optimale zekerheid voor allen, maar op een optimale vrijheid voor allen, en dat is een groot verschil.
De wijze waarop we als mens en als geest contact zoeken met een ander, toont echter aan, en dat is volgens mij toch ook erg belangrijk, dat er ogenblikken zijn – of we nu relativistisch of anderszins denken – waarop we met anderen een werkelijke harmonie bereiken. Die harmonie komt het sterkst tot uiting wanneer we de vormsferen net een beetje voorbij zijn. Dan leven we in een soort gemeenschappelijke aura. De kleuren en de stralingen die we ervaren, zijn hetzelfde en op dat ogenblik reageren we ten aanzien van de hele kosmos eigenlijk als een eenheid. Het enige dat we erbij vergeten, is dat we het op een verschillende manier uitdrukken en uitbeelden. Ik meen dat we ook daar te maken hebben met regels.
Op het ogenblik dat er een harmonie is, is die gebaseerd op de basis van ons wezen, zeker. Maar delen die niet harmonisch zijn, moeten onderdrukt worden. Alleen op die manier kunnen we die eenheid bereiken. En als we die eenheid dan bereikt hebben, dan zullen we al wat daardoor tot stand wordt gebracht, nog op een verschillende manier waarderen en interpreteren. Dus u ziet het, het is voor mij een beetje moeilijk dat relativisme helemaal te aanvaarden. Onze vriend zei natuurlijk: “Wanneer je probeert een ander te zijn, bereik je niet wat je nastreeft, slechts dat je niet jezelf bent.” Daar is ook wel wat voor te zeggen. Iedereen kan dus op zijn manier argumenten aanvoeren.
Wat betreft de hoogste innerlijke wijsheid, geloof ik dat het deze is: ‘Ik wil in het heden volledig beleven wat voor mij de juiste harmonie uitdrukt, zolang ik daardoor niet de vrijheid van leven, van beslissing of het wezen van een ander aantast.’ Ik geloof dat dat wel de beste uitdrukking is, die ik kan vinden.
U hebt nu wel begrepen met wat voor een entiteit we te maken krijgen. U zult ook begrepen hebben dat de sfeer daardoor, mede door de omgeving, wel een andere karakteristiek zal krijgen dan u misschien gewend bent. Het is echter heel erg belangrijk, gelooft u mij, dat u niet alleen Iet op de woorden, maar dat u wel degelijk ook een beetje probeert de uitstraling en de sfeer van de gastspreker mee te krijgen. In de mode bestaat een gezegde: Het kostbaarste ontwerp is vaak subliem in eenvoud.
Ik geloof dat dat geestelijk ook zo is. Wij, die lager zijn, willen vaak ontzettend veel redeneren, beredeneren, illustreren. Maar de grootste eenvoud, die uitstraling van echtheid die in de eenvoud kan zijn gelegen, kunnen alleen degenen tot stand brengen, die wat verder zijn gestegen. Zolang wij nog de behoefte hebben onszelf te manifesteren, onszelf een beetje op de voorgrond te plaatsen zelfs, hebben we het nog niet gemaakt. Voor mij geldt dat ongetwijfeld. Ik weet trouwens ook wel hoe sommigen over mij denken. Ze zeggen: “Die inleider, nou ja, het schijnt onvermijdelijk te zijn, maar die vent zit soms te ‘babbelen’, zeggen we dan maar. En dan geef ik u ergens gelijk.
Aan de andere kant probeer ik te zeggen wat ik te zeggen heb, dat doe ik op mijn manier en dan is het vaak een beetje ingewikkelder. Daarom moet ik zeggen, als je nu de eenvoud ziet van zo’n gastspreker, dan word je daar misschien door gegrepen en denk je: nu heb ik het. Maar begrijp dan wel even hoeveel finesse, hoeveel energie en hoeveel uitstraling er juist in zo’n eenvoud besloten liggen. En dan hoop ik alleen maar dat de gastspreker in staat zal zijn u de dingen, die ik nu een beetje heb ingeleid op mijn manier, zo eenvoudig en duidelijk voor ogen te zetten, dat u daardoor misschien iets meer vindt van uw eigen werkelijkheid en dan, relativistisch of niet, daardoor de mogelijkheid vindt on betekenis in en voor de wereld juister te definiëren. Daarbij Iaat ik het. Wat mij betreft, hartelijk dank voor uw aandacht. Ik hoop dat u van deze gastspreker zult genieten.
Gastspreker : Mens—zijn.
De Orde heeft mij verzocht het woord tot u te richten. Ik mag zelf mijn onderwerpkiezen. Dat vind ik ook erg aangenaam, want van vroeger herinner ik mij dat men er eigenlijk toch de voorkeur aan gaf als je dat zei wat een ander graag wou horen. Het is ook zeer menselijk.
Ik ben van mijn kant altijd erg geporteerd geweest voor mens-zijn. Nu denkt u waarschijnlijk dat dit eenvoudig is, maar mens-zijn is een kunst die vele mensen in een mensenleven nooit Ieren. Dat is geen kritiek op u. U bent allemaal mensen, voor zover het mij betreft.
Mens-zijn is eigenlijk leren jezelf te zijn en een ander te waarderen, als hij zichzelf blijft. Mens-zijn betekent samenwerken op punten van overeenkomst zonder daarbij alle verschillen uit de weg te willen ruimen. Nu lijkt dat in het begin een beetje dwaas. Maar wie eenmaal overleden is, komt tot de conclusie dat er nog wel wat moeilijkheden verbonden zijn aan een bewustwordingsproces waarin je alleen maar zoekt naar een bevestiging van jezelf en van anderen eist dat ze je die bevestiging zullen geven.
De geest die aanvaardt dat hij op een gegeven ogenblik met zichzelf alleen is, kan ook het contact met anderen aanvaarden zonder van hen te eisen dat ze zich onmiddellijk helemaal tonen of manifesteren zoals u dat zou willen. Wanneer je je eenmaal bewust wordt van een geestelijke wereld, dan is het natuurlijk wel gezellig om zo samen allerhande landschappen te restaureren en wat schoonheid voort te brengen. Maar als je nu meent dat iedereen dat mooi moet vinden, dan zit je alweer in de problemen.
Mijn persoonlijke belevingen zijn altijd gericht geweest op het erkennen van de ander. Dat is iets wat de mensen ook vaak vergeten. Want je leert meer van iemand die het niet met je eens is dan van iemand die het wel met je eens is. Het zijn juist de contrasten en tegenstellingen waardoor we rijker worden. Laten we dan niet proberen ze uit de weg te ruimen, laten we ze laten voortbestaan. Als we bezig zijn met vereende krachten iets te doen (wat toch ook vaak voorkomt), dan moeten we niet proberen om iedereen hetzelfde te laten doen, dezelfde rechten te geven. Dan moeten we iedereen in zijn eigen functie laten bestaan.
Als wij in de geest proberen — dat gebeurt eens per jaar — om alle visie over de toekomst van de wereld en de krachten van de kosmos samen te voegen, dan kun je natuurlijk zeggen: We moeten het eens worden. Maar dat is juist de dwaasheid. We moeten met elkaar spreken. Ieder moet datgene wat hij of zij ontdekt heeft, als het ware stellen tegenover hetgeen anderen ontdekt hebben. Er ontstaat dan een beeld dat je grotendeels kunt aanvaarden. Dan zeg je: We zijn het dus met een groot gedeelte erover eens dat bv. de komende periode zeer ongeregeld en woelig zal worden.
Dan hebben we dat bepaald en zeggen vervolgens: Hoe kunnen we de mensen helpen? Dan kun je weer zeggen: Door elke verstarring en elk verschil weg te vagen. Maar als je dat doet, wat hou je dan over? Dan hou je niets over. Als een mens op aarde in staat zou zijn om al zijn vijanden uit de weg te ruimen, dan is het op den duur zo eenzaam voor hem. Want je begint altijd met degene in wie je grote tegenstellingen ziet. Maar als je die hebt opgeruimd, dan zijn er anderen die het ook niet helemaal met je eens zijn en dan komen die aan de beurt. Op het laatst gaat het zo ver dat, als je iets zegt en een ander zegt: Ja maar, dat je zegt: Hup, weg vijanden!
“Amin.”
Nou, die doet het nog heel anders. Kijk eens, u heeft hier een van deze spelingen van Gods natuur, die van zijn eigenlijke goddelijke natuur overtuigd is en daarom zichzelf en alles wat hij goedkeurt, onaantastbaar acht. Het mooie is dat de man dit handhaaft door elk werkelijk meten van krachten waar hij niet zeker is van de overwinning te vermijden, en waar hij wel zeker is van de overwinning de tegenstander af te slachten. Deze man zou uitstekend zijn voor een vleeswarenfabriek of zoiets, maar als regeerder deugt hij niet.
Dit terzijde, want dat was uw belangstelling. Ik moet eerlijk zeggen, een Amin en dergelijke wezens interesseren mij minder. Ze maken deel uit van de mensheid en ze maken alleen duidelijk wat voor dwaasheid er in elke mens schuilt, ook wanneer het niet tot uiting komt.
Uw inleider heeft u waarschijnlijk al geïnformeerd over mijn neiging om eenieder zijn eigen weg te laten gaan. Dat vind ik doodgewoon het verstandigste dat er bestaat. Kijk eens, iemand die verkeerd gaat, zal de gevolgen wel ervaren en aan de hand van zijn ervaring beter worden. Iemand die goed gaat, behoef je niet te corrigeren. Elke mens heeft het recht zichzelf te zijn. Elke geest heeft het recht om zijn eigen weg te kiezen, zijn harmonieën met licht te vinden en zijn eenheid met anderen te constateren. Daar kun je niet in ingrijpen. Maar waarom zou je zelf dan proberen een soort innerlijke verdeeldheid tot stand te brengen, want dat doen veel mensen? Ik neem aan dat u mensen bent, zoals reeds is gezegd, dus is dat wel het onderwerp waar ik mij toch voornamelijk mee bezig dien te houden.
Een mens heeft een innerlijke waarde. Hoe je die innerlijke waarde vertaalt, is minder belangrijk, maar je moet wel beseffen dat ze er is. Wanneer je nu dit innerlijk (dat wat je zelf werkelijk bent) confronteert met een reeks regels, waardoor je anders moet zijn dan je bent, dan vernietig je jezelf en je mogelijkheden. Maar op het ogenblik dat je beseft dat elke regel die van buiten komt, eigenlijk naar bijkomstig is, iets wat je hoogstens volgt wanneer er geen reden is om er tegenin te gaan, en dat elke regel die in jezelf bestaat onaantastbaar is, dan kom je als vanzelf tot een eenheid van leven en denken.
Wanneer je gelooft in een hemel en hel, ben je al een gespleten persoonlijkheid. Dan zit je tussen begeerte en angst en je zult jezelf niet durven zijn omdat je bang bent de hemel te missen of de hel te halen. Nu is dat laatste niet nodig. Wanneer vele mensen beoordeeld zouden worden volgens de normen die ze anderen aanleggen, zou de duivel hen wel halen, dus daar hoeven ze zich geen zorgen over te maken!
Maar als ik zeg: ‘hemel en hel’, dan deel ik het bestaan in tweeën. Wanneer ik zeg ‘bewustzijn in vele graden’, dan aanvaard ik de eenheid van de dingen. Wanneer je in het duister bent, is dat niet erg, indien je aanvaardt dat er licht kan zijn en dat er licht mogelijk is. En dan vind je ook wel een weg naar licht met hulp van anderen. Of alleen. Maar wanneer je zegt dat het duister eeuwig is, onaantastbaar, dan zie je het licht alleen als een extra dreiging en vlucht je ervoor weg. Zo is het in het leven ook.
In uw eigen stoffelijk bestaan vluchten de mensen vaak weg voor problemen, alleen omdat ze niet passen in hun visie. Maar je moet toch eerst de problemen erkennen voordat je wat anders kunt zeggen. Dat is erg belangrijk, vind ik, want wij hebben de neiging te zoeken naar harmonie; we willen graag een eenheid vormen. Maar een eenheid kunnen we alleen vormen op grond van wat we zijn, niet op grond van hetgeen we denken dat goed is.
Kijk eens, een kaars kan nog zo overtuigd zijn dat een lucifer noodzakelijk is. Wanneer hij probeert lucifer te worden, kan hij hoogstens het strijkvlak van een luciferdoosje verpesten. Een mens die een bepaald iets heeft, een bepaald iets kan, een bepaald iets weet, die moet dat ontwikkelen. Hij moet proberen in de totaliteit van zijn wezen en van zijn zijn tot een bewustzijn te komen dat net iets verder gaat ten aanzien van wat hij is dan voordien. Ik heb het zelf ook geprobeerd, het lukt niet altijd.
Het is ook vreemd dat mensen denken dat je alleen maar slaagt als het goed is. Degene die dat gelooft, geeft zichzelf een voortdurend psychisch pak slaag, want je mislukt steeds weer. Maar als je begrijpt dat alle leven is opgebouwd uit mislukking en slaag, uit fouten en juiste beslissingen en je aanvaardt dat, dan word je steeds wijzer en kun je steeds meer doen.
Voordat ik kwam in de wereld waarin ik nu mag vertoeven, was mijn grote fout dat ik anderen het recht niet gaf om anders te denken dan ik. Ik zei: “Iedereen moet het recht hebben voor zichzelf te denken, dus wie het niet met mij eens is, die is fout.” Maar daardoor verwierp ik. Verwerpen, afwijzen, ontkennen zijn de meest demonische begrippen die er bestaan. Wanneer ik iets afwijs — niet zo in het voorbij gaan van: “O neen, dank u, ik drink vandaag niet; ik moet nog rijden”, dat is tegenwoordig de leus nietwaar — och, dat is niet erg. Maar wanneer ik zeg: “Dit kan ik helemaal niet aanvaarden, dat wil ik eenvoudig niet benaderen, niet begrijpen”, dan is dat demonisch. Zelfs wanneer een ander probeert de vrijheid die jij zoekt, te beperken, dan nog moet je zoeken wat er in die ander leeft dat belangrijk is. Je moet proberen te begrijpen wat die ander is en doet en waarom. Begrip is een van de belangrijkste dingen in de bewustwording.
Wanneer je in een lichte wereld komt, dan kun je je bezatten aan de glorie van alles wat je ervaart, maar je komt er niet verder mee. Maar als je in die lichte wereld komt en je krijgt daar de kracht van het licht en je gebruikt die om een ander te helpen zonder hem te willen veranderen, alleen hem helpen om meer zichzelf te zijn, dan heb je niet alleen die ander licht gebracht, maar jij zelf beseft waardoor je meer licht kunt aanvaarden.
Mensen die met elkaar spreken, zijn soms ook zo eigenaardig. Men noemt het een dialoog wanneer twee groepen elk voor zich voortdurend vertellen wat zij denken, zonder te luisteren naar een ander of naar diens gedachten en ze zonder meer terzijde wuiven met een “Dat is voor mij niet belangrijk.” Dat is demonie.
Alle mensen willen vrede. Alle geesten willen licht. Maar hoe kun je een licht waarmaken, hoe kun je een vrede bereiken, indien je niet bereid bent de ander te aanvaarden zoals hij is, indien je niet bereid bent de ander te helpen om zichzelf te zijn en gelijktijdig van de ander ook de kracht en de hulp aanvaardt, waardoor jij meer jezelf kunt zijn.
De kosmos heeft wetten. U kent ze waarschijnlijk meestal onder de naam van wetten van evenwicht of van gelijkblijvende velden, de wetten van harmonie, de wetten van overdracht en de wetten van continuïteit of van oorzaak en gevolg. Dan zeggen de mensen: dat zijn wetten, en dan denken ze aan opgelegde regels. Maar als je goed kijkt, zijn het eigenlijk geen regels of wetten, het zijn eigenschappen die ook wij bezitten. Het zijn eigenschappen die in ons bestaan. Daardoor beleven wij de kosmos op die manier. Wanneer u niet ontvankelijk bent voor die beïnvloedingen (onder meer van rood en nog zo’n paar van die kleuren die uit de kosmos komen) dan doen ze u niets. Het is juist omdat u er wel ontvankelijk voor bent, dat u erop reageert. Maar dat wil niet zeggen dat ze voor een ander bestaan. De wetten, de regels die wij menen te erkennen, zijn de invloeden die in ons bestaan, waardoor we op een deel van de kosmos reageren en op een ander deel niet.
Er zijn mensen genoeg die zeggen: God is liefde. Maar wat is liefde? Liefde is aanvaarding. God kan alleen liefde zijn, aanvaarding zijn, wanneer ik ten aanzien van God en zijn Schepping die liefde, die aanvaarding ken. Maar wanneer ik zeg: God is liefde, en gelijktijdig probeer anderen aan mij te onderwerpen, dan is die God in wezen een toornige en geen rechtvaardige God. Niet omdat God verandert, maar omdat de mens ontvankelijk is voor andere delen van de Scheppende Kracht.
U kunt spreken over de stralen, de kleuren, de werkelijkheid, die voor de geest en soms ook voor de stof bestaan. Maar ik kan alleen maar leven met een bepaalde straal, met een bepaalde kracht wanneer ze in mij bestaat. Niet buiten mij bestaat ze, maar in mij. Niet de kosmos verandert, maar ik verander. Dat is iets waar je gemakkelijk aan voorbij loopt.
“Ik”, zei de gek. Dat is zo’n menselijke uitdrukking, maar die gek heeft dan gelijk. Wat ik ben, is mijn werkelijkheid. Wat ik lees in de Schepping, in alle geestelijke openbaring van krachten, in alle mogelijkheden van verleden en toekomst, is niets anders dan een antwoord op mijzelf, op wat ik zelf’ ben.
Maar als dat zo is, hoe wil je dan bepalen wat werkelijkheid is, wat waarheid is? Voor mij is er een waarheid en ik noem die waarheid licht. Voor mij is er een kracht en ik noem haar veelkleurig en beheersbaar. Maar bestaat ze voor een ander? Voor sommigen wel, voor anderen niet. Ben ik daardoor in een bepaalde wereld of sfeer? Volgens mij wel, maar voor anderen leef ik misschien ook in hun sfeer, die volgens mij niet licht is, maar die volgens hen een lichtende wereld is.
De basis van het leven is harmonie, is eenheid, is samenwerking, is verbondenheid. Maar ik kan me nooit verbinden met iets, wanneer ik mijzelf niet ben. Ik kan niet op grond van een pretentie iets waarmaken wanneer het niet eerst in mijzelf bestaat. Ik kan nooit iets waarmaken door dwang aan anderen, want ik kan die anderen niet in hun wezen veranderen, hoogstens in hun uiting en dat is in wezen onbelangrijk. Je moet goed begrijpen waar het om gaat.
Wanneer ik op mijn manier het woord tot u richt, dan is dat mijn werkelijkheid; het hoeft de uwe niet te zijn. Wanneer ik zeg dat hier het witte licht sterk aanwezig is, is dat voor mij waar, maar voor u? Misschien ziet u wel blauw of geel of helemaal niets, want u leeft in uw werkelijkheid. Wanneer ik zeg dat wij tezamen een kracht hebben zo groot dat we een ster kunnen ontsteken of uitdoven, dan is dat voor mij waar. Maar als u het niet beleven kunt, is het voor u niet waar. Zeker, dat is zoals het vriendelijk werd genoemd: relativisme. Maar het is meer dan dat.
Elke kracht, elke wereld, elke mogelijkheid die je manifesteert, is een deel van jezelf. Ik kan u niets anders brengen dan wat ik ben. Ik kan geen asempje van kracht of licht geven dat niet in mij bestaat, ook wanneer het een kosmische waarheid is, die daardoor misschien een ogenblik kenbaar wordt. Ik kan geen woord spreken, dat niet mijn eigen waarheid is en het gelijktijdig de nadruk geven van mijn kracht, van mijn licht, van mijn wezen. Dat is mijn werkelijkheid,
U leeft op aarde, uw bestaan is anders. Het zou dwaasheid zijn te zeggen dat iedereen zelf maar moet uitmaken wat er gebeurt. Ik zie dat al in de tram: de een na de ander gaat naar de bestuurder en zegt: “Laten we nou die wissel eens nemen en laten we nu dadelijk eens daar naartoe gaan. Dan koop je een kaartje naar Leeuwarden en je komt terecht aan de Côte d’Azur of omgekeerd, wat erger zou zijn.
Dus wij moeten, wanneer we op aarde leven, wel degelijk gemeenschappelijke regels erkennen. Maar die regels kunnen nooit deel zijn van ons innerlijk. U zult het samen zo moeten rooien, dat u er allemaal een beetje gelukkig en tevreden mee kunt zijn, maar het is niet uw innerlijke wereld. Uiterlijke samenwerking heeft alleen dan zin, heeft alleen dan mogelijkheid indien ze de weerkaatsing kan zijn van een gevoel, van de mogelijkheid tot innerlijke harmonie. Wanneer je een mens geestelijk erkent, is al het andere bijkomstig. Wanneer je een mens stoffelijk kent en niet tot zijn geest kunt doordringen, dan is het allemaal waan en illusie en waarschijnlijk teleurstelling wat je te wachten staat.
U als mensen kunt niet zeggen: Ik zal nu eens even mezelf zijn en laat ieder maar doen wat hij wil. Maar u kunt wel zeggen: Laat ik innerlijk erkennen dat iedereen zijn eigen rechten heeft. Ik ken mijn taak en mijn licht; het is niet belangrijk hoe een ander dat ziet. Het is belangrijk dat het in mij leeft. Ik heb een waarheid, het is niet belangrijk dat een ander die waarheid erkent of ontkent. Het is mijn waarheid en ik zal daaruit leven en daardoor meer mijzelf zijn, en mijzelf zijnde zal ik juist daardoor voor anderen in waarheid betekenis hebben.
Ik maakte zo-even een opmerking die sommigen een beetje trof. Ik zei: “Er is hier wit licht.” Voor mij is dat waar. En ik zei ook: “Ja, u ziet misschien gekleurd licht of helemaal niets.” Toen dachten er een paar: Hoe heb je het zo door; ik zie geen pest. Nou moet ik eerlijk toegeven, licht is geen pest, wat dat betreft zit u toch wel aan de goede kant. Maar u hebt toch zelf innerlijk licht. U heeft een denkbeeld, een gevoel, een hoop of een verwachting, die kunt u misschien niet eens uitdrukken. Dat, mijn vrienden, is uw deel van die werkelijkheid, die ik het Witte Licht noem. Die gulden gloed die u nodig hebt, dat moment dat uw wezen een ogenblik een siddering of lading ondergaat. Of het ogenblik waarop u plotseling het idee hebt: er gaan een paar ogen open, ik erken hier iets, ik herken iets.
Uw wereld, uw licht, niet mijn wezen, niet mijn werkelijkheid. Grijp dan uit naar je eigen kracht, naar je eigen wezen, je eigen licht, je eigen werkelijkheid en probeer niet uit te maken wat een ander moet zijn. Aanvaard alle kracht en licht zoals je ze beseft en probeer ze waar te maken en gestalte te geven in en door jezelf. Trek je niets aan van wat anderen ervan denken zolang je in jezelf aanvoelt: dit is licht en dit is zekerheid. Want de weg naar de waarheid is de weg naar jezelf. De weg naar het licht is de weg naar de erkenning van je eigen inhouden. De weg naar de voltooiing is de weg naar de aanvaarding van de kosmos, waarin je op jouw wijze werkt, leeft, bent, erkent. Dat is mijn werkelijkheid.
Ik ben aangekondigd als humorist. Uw oordeel kan een ander zijn, maar vergeet niet soms te glimlachen om jezelf. Want wie de betrekkelijkheid der dingen beseft en zich beroept op de waarheid in zichzelf, die vindt de werkelijkheid van licht van bewustwording. Die vindt zijn werkelijke taak in mensheid en kosmos. Dat is het laatste wat ik zou willen zeggen.