21 oktober 1975
Wanneer we zeggen ritueel of ceremonie, dan hebben we het in feite over het creëren van een automatisme waarbij we in vastgelegde bewegingen en formuleringen voor onszelf, wanneer we op aarde zijn, een vervreemding van de werkelijkheid tot stand brengen.
Wanneer je dus een ceremonie kent, een ritueel gebruikt, dan stel je daarmee als het ware een andere werkelijkheid voor, de gebaren zijn niet meer normaal, ze zijn overdrachtelijk bedoeld, ze zijn een hantering die in een andere grootorde van werkelijkheid is gelegen.
Wanneer je nu gewoon innerlijk bewust wil worden, dit wil zeggen een beetje in jezelf door wilt dringen, dan heb je al die ceremoniën en rituelen werkelijk niet nodig. Het is dus niet zo dat we zeggen, een ritueel, een ceremonie is onvermijdelijk wanneer je iets wilt bereiken. Maar aan de andere kant is het vaak heel erg moeilijk om afstand te doen van je eigen redelijkheid.
Een mens denkt redelijk (ten minste dat denkt hij) waarbij de vraag, wat rede is, eerst beslist zal moeten worden voor we daar een oordeel over kunnen geven. Maar in dit redelijk denken komt hij tot een soort oorzaak, een gevolglogica waarbij zijn eigen emoties door hemzelf op de achtergrond worden gedrongen en niet meer worden beseft als in feite zijn gedachte, en handelingsprocessen voor een groot gedeelte voor hem de leidende dus.
Een mens selecteert uit zijn mogelijkheden van denken en handelen binnen een bepaalde situatie op grond van emoties die hij zelf zelden beseft.
Wanneer ik nu weet dat het voor mij moeilijk is om deze toestand van redelijkheid, van leven in een echt menselijke wereld, los te laten dan kan ik proberen daarvoor bepaalde sleutelbegrippen te gebruiken en daarbij kom ik dan als vanzelf in de richting van ceremonieel.
Om u een klein voorbeeld te geven. In de rituele magie is het mogelijk om zonder meer, bepaalde prestaties tot stand te brengen. Je moet daarvoor over geestelijke waarden beschikken natuurlijk, over bepaalde krachten, maar verder is er niets nodig. Toch schrijft men aan een wit- magiër voor:
- Lichaam reinigen, daarna vasten, meestal tenminste 12 uren.
- Daarnaast, het gereinigde lichaam wordt in een nieuw, of tenminste pas gereinigd gewaad gehuld dat speciaal voor de werkzaamheden bestemd is.
- Alle epidimenta die je gebruikt, moeten eerst gewijd zijn, daar bestaan bepaalde formules voor.
- Er moet gebruik gemaakt worden van reukwerken.
Nu zult u zeggen: Wanneer dit overbodig is, waarom doe je het dan toch? Wel deze mensen, deze magiërs werken voor een groot gedeelte met autosuggestie in feite. Ze suggereren zichzelf dat mogelijkheden bestaan die ze daardoor kunnen gaan verwezenlijken.
Het eindresultaat is dus dat door het ceremonieel, de magiër helemaal los is gekomen van zijn normale voorbehoud en zijn normale denken.
Zijn reageren op de norm-omgeving is als het ware tot een automatisme teruggebracht, waarbij hij zelf nog ten aanzien van het gebeuren in die omgeving een verhoogde bewustzijnsdrempel heeft.
Het resultaat is een sterke concentratie van het geheel van de vermogens van die magiër op één bepaald punt omdat in het ceremonieel van kleden, voorbereiding, sprenkeling, reukwerk e.d., de magiër voortdurend trap na trap, dieper in die werkelijkheid gaat, die andere werkelijkheid en zo de redelijke wereld achter zich laat, bereikt hij een summum van concentratie dat hij zonder dit, waarschijnlijk niet zou bereiken.
In bepaalde boeken over magie, staat dan ook letterlijk dat de ceremonie noodzakelijk is wanneer men een groot resultaat wil bereiken. Anders gezegd, kleine dingen kun je zonder dat doen.
Nu zou ik zeggen: Ja, waarom komen we dan tot hele riten, tot hele uitbeeldingen? Ook bij die uitbeeldingen speelt ergens een werkelijkheidsvervreemding een grote rol. Wanneer we kijken naar de oude inwijdingen dan zien we daarin heel veel spelen die worden opgevoerd, waarbij mensen de plaats van goden innemen bijvoorbeeld.
Iets dergelijks was gebruikelijk in beperkte kringen in Egypte, het behoorde tot de inwijdingsrituelen in bv. Athene en omgeving, in Griekenland dus. Het is ook voortgezet nog later tot zelfs in bepaalde christelijke gemeenschappen waar zogenaamde heilige spelen, uitbeeldingen dus van een gebeuren, een grote rol speelden bij het scheppen van een juiste sfeer, een juiste stemming.
Wanneer ik ingewijd word in dergelijke gevallen, dan speel ik dus een dragende rol in een dergelijk stuk, want het is eigenlijk een soort toneelspel waar woorden zijn voorgeschreven, gebaren zijn voorgeschreven. Ik ben gebonden, misschien niet aan een heel strikt draaiboek maar aan een zeer bepaald concept van macht en persoonlijkheid.
Iemand die dit werkelijk met overgave doet verliest zichzelf in de persoon die hij uitbeeldt. Zelfs een gewone toneelspeler kan dit overkomen, dat wanneer hij op de Bühne staat, zich niet meer van zichzelf bewust is, hij is de ander geworden.
Wanneer we dit nu overzetten in zo’n inwijdingsritueel, dan betekent dit dat de persoon zich dus beleeft in een totaal nieuwe toestand. Er ontstaat als het ware een ontleding van allerhande problemen, (die zijn van weinig betekenis, die worden weggewerkt in de ritus) gelijktijdig komt er een machts- en inhoudsbesef, gesuggereerd door de figuur die je uitbeeldt en het hele spel om je heen en zo vernieuw je als het ware je besef omtrent jezelf. Je zou kunnen zeggen: dat is een combinatie van suggestie en catharsis. Ga je nog wat verder in de tijd dan worden we onwillekeurig geconfronteerd met de opbouw van bv. een misoffer, sacramentele handeling dus. We hebben die ook elders wel gezien maar die zijn minder bekend en daarom zal ik de christelijke nemen. Wanneer we daar te maken krijgen met een altaar, dan is dat altaar oorspronkelijk een tafel, het is gewoon een dis, het gaat om de liefdesmaaltijd waarbij men de overgave aan God in die maaltijd herdenkt; een aanleunen bij het Joodse gebruik van het Paasmaal en gelijktijdig een soort herbeleven van het laatste avondmaal. Maar de christengemeenschappen worden groter en er ontstaat een hiërarchie. Vanaf dat ogenblik is het niet meer mogelijk om iedereen volledig er deel te laten aan hebben. Er moet een opbouw plaatsvinden, waarin het gehele ritueel kan worden uitgebeeld en in die rituele uitbeelding toch het besef van de goddelijke kracht zo goed mogelijk gewekt wordt.
En wanneer we nu kijken dan vinden we allerhande factoren daarin, bv. de schuldbelijdenis, tegenwoordig omgezet in het Kyrie eleison dat is meen ik, sinds 800 ongeveer, het impliceert de mens die zich bevrijdt, het is een reinigingsprocedure.
We gaan drie treden omhoog, drie treden zijn drie trappen van inwijding. Het zijn de drie fasen waardoor wij ons verwijderen van de normale menselijkheid. Soms wordt dit zelfs nogmaals uitgevoerd en krijgen we 3 x 3 trappen en de Byzantijnen die waren nogal op trappen in bepaalde gevallen en later in de Middeleeuwen zien we dat ook nogal eens gebeuren. Het gaat hier helemaal om het denkbeeld: we komen los van de werkelijkheid.
Wanneer het altaar goed is, is het nog steeds een tafel, maar die tafel wordt eigenlijk tegen een retabel gezet, een achtergrond die volstaat van symbolische voorstellingen. Elke zijde van die tafel krijgt een bepaalde functie. In het midden vinden we een kluis of een schrijntje waarin oorspronkelijk vaak een relikwie stond en soms ook een kruisbeeld. Later zien we meer en meer dat het een tabernakel wordt dus dat daarin ook werkelijk gewijde hosties bewaard worden.
Wanneer de priester hier komt dan zie je dat hij als het ware langzaam maar zeker vertrekt van de oude tijd: het is of hij vanuit, vergeeft u mij de uitdrukking, het is niet helemaal juist, dat weet ik, maar het is een goede vergelijking, een Judeïsche erkenning van de goddelijke wet en eigen schuld tegenover die wet, opklimt naar een erkenning van de boodschap (epistel), van daar overgaat naar het beseffen en doorleven van de waarheid (evangelie) en pas van daaruit komt tot een deelgenootschap weer met het laatste avondmaal.
Die hele opzet is zodanig gevoerd dat ook het Misoffer zelf nog in delen uiteen kan vallen. Men spreekt in de oude tijd: de eerste, de mis der ongelovigen. Dat is een soort replica van het voorhof in de tempel, daar mocht ook iedereen komen. Maar dan hadden we de overige ruimte (het tweede gedeelte in dit geval) dat bestemd is voor de gelovigen. En dan hebben we het derde gedeelte waarin de zegening, de priesterlijke macht, een rol speelt en die zou men het beste kunnen vergelijken dus met het huis waarin de toonbroden stonden. Het is het waarmaken, het aantonen nogmaals van de kracht van het gebeuren.
Je zult zeggen, heeft dit zin? Laat ik een tegenvraag stellen. Wanneer u geconfronteerd wordt met een priester terwijl u niet een heel goed geïndoctrineerd katholiek bent, en die murmelt daar een paar woorden over brood en wijn, kunt u dan het buitengewone daarvan beleven?
We spreken nu niet over, al dan niet transfiguratie of zo; gewoon, kunt u dan daarin iets bijzonders zien? Neen. Maar maak dit nu tot middelpunt van een totale opbouw en er gaat een enorme suggestieve werking vanuit. Maar er gebeurt meer. De mens zal door die suggestieve sfeer aangevuld met gezang, muziek e.d. (opvallend is trouwens dat bepaalde Gregoriaanse melodieën ook nog een aparte klankbetekenis hebben. Dat ze dus ook weer gelijktijdig het bewustzijn een beetje verplaatsen) en zo kom je dan tot een beleving van concentratie en daarnaast de communie ook, terwijl je eigenlijk, wanneer dat zonder meer zou gebeuren, niets zoudt ervaren.
Hier is het ritueel kennelijk noodzakelijk om de spanning, om het beleven mogelijk te maken. En naarmate je het ritueel beter kent en de betekenis ervan kent, wordt de doordringingkracht ervan zelfs nog groter.
Nu wil ik niet zeggen dat je dus alles met pronk, pracht en praal moet doen. Ik geloof zelfs dat je daar heel gauw gaat overdrijven want dat gaat de omgeving afleiden van het gebeuren, maar je moet werkelijk wel een opbouw hebben waarin iedereen mee kan gaan. Wanneer we die keerzangen horen tussen de priester en de gemeente, de vertegenwoordigers ervan bijvoorbeeld, dan hebben we daarmee eigenlijk iets waarbij alles samen wordt gevat in één geheel.
Ik ben misschien een beetje brutaal wanneer ik het zo stel, maar de grote belevingskracht van het misoffer wordt mee bepaald juist door de rituele opbouw waarbinnen dit sacrament en de daarna aan verbonden geloofswaarden plaats vinden.
En nu zegt u: Ja, maar dat is te kerkelijk. Laten we eens gaan kijken wat er gebeurt wanneer men een demonstratie houdt of een betoging. Wanneer die mensen normaal rustig lopen te demonstreren, nou ja, dan lopen ze te lopen. Maar maak er nu ook een soort ritueel van, kreten die regelmatig weerklinken, gebaren die regelmatig worden gemaakt. Geef ze de spandoeken die als een soort decors worden meegesleurd, zet er een paar versterkers die alles steeds weer met korte woorden, korte kreten overschaduwen, en wat zien we ontstaan, een verlies van redelijkheid. Die massa wordt gebiologeerd door zichzelf misschien of het doel dat ze zich gesteld heeft, maar ook hier krijgt het geheel de vorm van een ritueel en in dit ritueel blijkt dat de eenling met zijn persoonlijk besef ten onder gaat. Wanneer we dus die kracht van die massa willen wekken, hoe dan ook, is dit ritueel op zichzelf zeer dienstig. Ik wil niet zeggen dat het gebruik dienstig is altijd.
Wanneer we ons realiseren hoe in vele dictatoriale staten, enorm veel wordt gewerkt met pronk en praal, met ritueel, met ceremonie en zien, hoe juist de massaliteit daarvan, het vertoon ervan en de vaststaande vorm ervan op de massa biologerend werkt, totdat ze haar eigen besef van waarden verliest en zonder meer de waarden die haar worden geprojecteerd gaat aanvaarden als de enig werkelijke, dan zien we daarin dat er nog degelijk betekenis zit in ritueel en ceremonie.
En laten we dan ook eens een keer kijken hoe het bij onszelf staat, nu we toch bezig zijn. Een kopje thee drinken kan rustgevend zijn. Er hoeft nu helemaal niet van u verwacht te worden dat u nou een Japanse theeceremonie gaat houden met precies op de juiste manier; eerst alles groeperen, water enz.. Maar gewoon, wanneer je dat doet op een wijze die vastgesteld is, iets binnen brengen met een blaadje, niet gewoon maar gaan zitten en gauw die kopjes maar hier en daar en wie hebben wil die neemt maar. Men maakt er een ceremonieel van en dan verandert de betekenis. In het ene geval is die thee gewoon een drank, het is een verfrissing en kan erg prettig zijn en het helpt misschien wel, het maakt de zaak wat gezelliger. In het tweede geval onderbreekt het de dag, er wordt een nieuwe fase van beleven ingeluid doordat het blaadje binnenkomt en het hele geval begint. Een eenvoudig ceremonieel, maar het blijkt dat juist hierdoor een verschuiving van besef kan ontstaan. Dit besef kan vooral voor iemand die erg gespannen is, ontspannend werken. Vergeet niet, wanneer je gewoon een kopje drinkt, dan voel je je genoopt om die jachtigheid door te zetten. Maar een ceremonieel, iets wat een vaste rite heeft, een vaste reeks gebaren, dat heeft zijn vaste tijd, daar kun je je niet tegen verzetten, daar kun je alleen in ontspannen en ondergaan. En dan blijkt dus dat, dat ceremonieel kopje thee ontspannend werkt, beter stimuleert ook dan hetzelfde kopje thee dat haastig wordt gedronken en dat bij sommigen zelfs het maagzuur sterk schijnt te bevorderen.
Hier ziet u dus in het gewoon dagelijkse leven al het verschil. Maar is dat ook voor u zelf niet zo?
Wanneer u gaat slapen, en u went u er aan om dat te doen op een bepaalde wijze, dan slaapt u onmiddellijk. Als u het zus of zo doet slaapt u niet. Wie zich aanwent om eerst wat in bed te lezen, kan meestal dat boek niet weglaten ook al val je bij de eerste paar woorden die je leest in slaap. En dan zul je zeggen, is dat ceremonieel? Ja, dat is ceremonieel, er zijn hele rituelen bij.
Als we de hele maatschappij bekijken is ze eigenlijk uit allerhande rituelen opgebouwd.
Dus wanneer je dat zo beziet dan zeg je: ja daardoor schep ik een werkelijkheidswaardering die niet met de feiten behoeft te stroken, maar die op mijzelf psychisch en vaak zelfs ook lichamelijk voldoende invloed heeft om mij mogelijkheden tot ontspanning enz te geven.
Dan durf ik op grond hiervan nog even te concluderen dat ritueel en ceremonie zinvol zijn, mits zij op een zinvolle wijze gehanteerd worden en dit laatste is beperkend want een ceremonie die leeg wordt, die dus te vaak herhaald wordt, verliest zijn betekenis. Een ritueel dat langzaam maar zeker leeg wordt, omdat je je niet meer realiseert wat er precies mee aan de gang is en je je er ook niet aan overgeeft (er bestaat geen impuls meer om daarin op te gaan) heeft dan ook geen betekenis. Maar wanneer die betekenis aanwezig is, dus een zekere gemotiveerdheid ofwel een zekere aanvaarding van het geïmpliceerde, dan zou ik zeggen: ze zijn bijzonder nuttig en ze kunnen de mens helpen een nieuwe bewustzijnstoestand te bereiken, ze kunnen hem ook helpen de juiste ontspanning of innerlijke geladenheid te bereiken.
Dan zou ik u hierop willen wijzen: iedereen in zijn leven kent bepaalde gewoonten die in feite een soort ceremonieel zijn. Wij doen zeer veel dingen op een wijze, wanneer we op aarde zijn, die niet in overeenstemming is met de meest rationele en de meest passende wijze van werken of van vervaardigen of doen of beleven. Dit ceremonieel is voor onszelf noodzakelijk geworden. Het is een gewoonte, aan die gewoonte zijn allerhand, voor ons belangrijke denkbeelden verbonden die misschien niet eens in ons bewustzijn komen, maar die vanuit het onbewuste, ons wezen, ons gedrag, onze instelling beïnvloeden.
Wanneer wij iets niet kunnen bereiken gewoon vanuit onszelf en vanuit onze eigen redelijkheid is het de moeite waard om gebruik te maken van de passende ceremoniëlen die, ook wanneer ze geen feitelijke inhoud hebben (er zijn er die het wel hebben) ons toch kunnen helpen de juist innerlijke gesteldheid te bereiken.
Met ceremonie, met ritueel en ook met het gebruik van allerhande symbolen, kunnen wij komen tot een gerichtheid van onze persoonlijkheid die onze mogelijkheid, zowel in de stoffelijke werkelijkheid als in de innerlijke wereld aanmerkelijk wijzigt.