Semantiek

image_pdf

16 maart 1970

De meesten van u weten wel wat semantiek is. Semantiek is de leer van woord- en klankbetekenis. Nu weet u allemaal dat wij bij de magie werken met klanken en klankharmonieën, maar wat de meesten van u niet weten is dat er ook allerlei moeilijkheden liggen in het normale spreekgebruik. Het taalgebruik van de doorsneemens is beperkt. Hij definieert niet wat hij precies wil zeggen; maar hij benadert het alleen. En dat kan nog wel eens moeilijkheden opleveren.

Wanneer ik zeg: “Piet is gek”, dan is dat een aanduiding. Piet, een specifieke persoonlijkheid met specifieke eigenschappen, is zodanig anders dan wij, dat wij de definitie “gek” voor hem kunnen gebruiken. Dat bedoelen wij. Dat is natuurlijk heel aardig, maar als wij nu zouden zeggen: “Een Arabier is gek”, dan zitten wij in grote moeilijkheden. Ik neem dit voorbeeld, omdat u dat hier zelf zult inzien, want een Arabier is een aanduiding, die voor een hele reeks differente, lichamelijke en geestelijk anders zijnde persoonlijkheden gebruikt kan worden. Het is een groepsaanduiding, maar daarmee heb ik verder nog niets gezegd. Als u zegt: “Rotmof”, dan kan dat in verband met één enkele persoon misschien een redelijk juiste aanduiding zijn. Want die man is een Duitser, de omschrijving voor Duitser is bij u soms mof. Die persoon gedraagt zich op een wijze, die niet aanvaardbaar is, dus zegt u “rotmof”. Wanneer u zegt: “Rotmoffen”, dan bent u al fout, want het gaat over een hele reeks mensen. En die mensen zijn verschillend. Wanneer ik zeg: er is een werking van het rode licht dan is dat volledig juist. Het rode licht werkt. Maar ik heb niet gezegd waar en niet hoe. Het is dus een onvolledige aanduiding. Nu heeft de doorsneemens de neiging dit aan te vullen met emotionele waarden. Men noemt dit soms thalamisch denken. Hij probeert dus a.h.w. zijn emotie in de plaats te stellen van een redelijk argument. En daar beginnen dan de moeilijkheden. U kunt bv. zeggen dat u het niet eens bent met de P.v.d.A. Dat is best, maar waar bent u het dan niet mee eens? Bent u het niet eens met de politiek van een bepaalde fractie, bent u het niet eens met een beginselverklaring? Bent u het niet eens met de mensen die u kent, die P.v.d.A. zijn? Waarom? Wat? U definieert het verder niet, maar u zou het wel moeten definiëren. Nu kun je dus klanken op een manier samenvoegen, waardoor ze een tweede betekenis krijgen. Zuiver talamisch, zuiver emotioneel. Hierdoor kun je een mens angst inboezemen, je kunt hem daardoor een gevoel geven van blijheid, van begeerte.

Precies zoals je het uitkiest. De grote vraag is in hoeverre dit dus uit gevoelswaarden supplerend denken aanvaardbaar is, wanneer wij te maken hebben met bv. esoterische ontwikkelingen. Of wat dat betreft met magische procedures. Wat is de betekenis? Daarover zou ik wat willen zeggen.

Esoterisch werk ik vanuit een mentaal vlak. D.w.z. dat ik werk met mijn gedachten en dat ik alle erkenningen binnen het kader van mijn referentiemogelijkheden in het denken moet vaststellen. Dat betekent dat in de esoterie alle emotie, die ik als argument gebruik, verkeerd gebruikt is. Hier moet ik proberen te komen tot een vorm van begrip en zeg maar redelijkheid, die ver te boven gaat aan de emotie. De emotie kan mij helpen tot een bepaalde erkenning te komen, maar op het ogenblik dat die erkenning komt, mag ze niet gebaseerd zijn op de emotie, zij moet beredeneerd, erkend en omschreven worden vanuit eigen verstandelijk vermogen. En dat is begrijpelijk, want esoterie is een vorm van zelferkenning. Het is niet alleen maar de bekende dooltocht ergens door het spiegelhuis van je eigen illusies, het is een poging om jezelf te kennen en uit die zelfkennis dan verder een erkenning van je verbindingen, je relaties met sferen en werelden en personen juist en zeker te stellen. Op het ogenblik dat je dit redelijk doet, kun je de zaak beheersen, omdat je een inzicht hebt in hetgeen er plaatsvindt en gebeurt, kun je redelijk en snel reageren. Een mens, die door zijn gevoelens wordt beheerst, zal in zich een waarheid zien, maar hij krijgt een gevoelswaarde erbij. Hij kan die twee niet meer van elkaar scheiden. Hij komt tot een conclusie, die voor hem de omschrijving van de gevoelswaarde inhoudt, maar die niets meer te maken heeft met zijn werkelijke persoonlijkheid. En daarom stel ik dus als eerste punt: in de esoterische bewustwording kunnen emoties en eventuele thalamische reacties beschouwd worden als de bron, waaruit wij tot verdere redelijke overweging komen. Wij dienen echter elke gevoels- en emotieinvloed in onze omschrijving en erkenning terzijde te stellen.

Dan komen wij bij de magie. Bij de magie hebben wij precies het omgekeerde. Bij de magie begin ik met een omschrijving. De eerste arbeid is een mentale. Ik omschrijf, wat ik wil gaan doen. Hoe ik het wil gaan doen. Hoe ik het mij voorstel. Ik bouw dus een zeer redelijk en zeer reëel beeld op, waarbij ik zoveel mogelijk aan de feiten refereer en daarnaast put uit weliswaar niet bewezen, maar voor mij vaststaande regels omtrent gebeurtenissen, mogelijkheden en wisselwerkingen. Maar nu moet ik ermee gaan werken. Daar ik niet in staat ben als mens om bovennatuurlijke waarden zodanig mentaal te begrijpen en er zodanig mentaal op te reageren, dat mijn verbinding daarmede een bewuste heerschappij inhoudt, zal ik dus – en dat is iets heel anders – proberen om van mijn gevoel uit te gaan. Ik gebruik de emotie als een stuwkracht, waarbij ik echter die emotie werkzaam maak binnen het kader van een redelijke omschrijving. En daar zit nu juist de knoop. De feitelijke resultaten van de magie zijn dus talamisch, maar zij kunnen alleen maar worden opgezet vanuit een mentaal redelijk standpunt. Bij de esoterie ligt het dus omgekeerd.

Daar is de emotie de aanleiding tot het redelijk proces, bij de magie is de emotie het gevolg van een redelijk proces. Dit heeft nogal wat consequenties zoals u zult begrijpen; vooral voor de mensen, die zo graag vanuit hun gevoel reageren. En nu wil ik proberen om met enkele voorbeelden duidelijk te maken, wat de gevaren en wat de voordelen zijn.

U hoort iemand “brand” roepen. Wanneer iemand “brand” roept, is het niet zeker dat er brand is. Wanneer u nu emotioneel reageert, dan voelt u een ongerustheid. Die ongerustheid overheerst uw redelijke processen, uw reactie is panisch, zoals men dat noemt. D.w.z. u denkt niet meer na. U begint te worstelen. En u hebt niet eens nagegaan òf en zo ja, wáár de brand is. Dit impliceert verder dat u dus de eerste de beste uitgang zult kiezen en daarbij geen rekening zult houden met eventuele brand en eventuele gevaren. U reageert dus veel gevaarlijker dan nodig is. U bent niet beheerst en u zult zich in vele gevallen zelfs volledig overstuur maken.

Stel nu dat ik mezelf aanwen om eerst even te constateren; men roept: “Er is brand.” Dit betekent dat er brand kan zijn. Ik moet dus trachten te constateren of er tekenen van die brand zijn, zo ja, wáár zij zijn en ten laatste, hoe het verstandigst gereageerd kan worden. Deze opsomming klinkt langdurig, maar het proces is betrekkelijk kort, wanneer je het je aanwent. En door gewenning kun je dit redelijke proces op elk terrein gaan inschakelen. Wanneer iemand zegt dat deze koffie beter is dan gene, dan gaat u dus niet de prijs vergelijken en de verpakking, u zegt: ik kan dit niet bepalen. Wanneer de koffie die ik nu drink, mij niet voldoet, kan ik proberen of die andere beter is. De mogelijkheid is er wel, maar u laat zich niet overdonderden. Waarom deze redelijkheid? Wanneer wij in onszelf een ontmoeting hebben met een geest, een contact uit een sfeer of wat dan ook, dan kan dit voor ons wel reëel zijn, maar weten wij precies wat die geest, die verschijning, die stem of wat dan ook werkelijk zegt en werkelijk bedoelt? Wanneer wij het goed nagaan, neen. Wij hebben geassocieerd, wij hebben er gevoelens bij en nu nemen wij maar aan dat wij het weten. Maar wij weten het niet zeker. Wij moeten dus nagaan, in hoeverre het juist kan zijn.

Wanneer ik aan de andere kant geconfronteerd word met stoffelijke verschijnselen, dan is het verschijnsel op zichzelf het bewijs voor een toestand, maar niet voor een proces. Wanneer ik dus een toestand constateer, mag ik niet  a priori aannemen dat daar een bepaald proces aan vooraf is gegaan. Dat is een kwestie van redelijk denken. Wanneer ik in mijzelf een bepaalde mogelijkheid en ontwikkeling constateer, dan zijn deze feiten. Maar de manier, waarop zij tot stand zijn gekomen, vraagt een nadere verklaring. Wanneer ik in mijzelf God ontmoet, dan is dat best, dat is een feit voor mij. Maar welke samenhang bestaat er tussen mijn normale leven, denken en datgene wat vóór en na die beleving is opgetreden. Wat is de relatie? Het is natuurlijk prettig je op de emotie te laten drijven, maar wanneer je die verklaring hebt dan weet je, waar voor jou het godsbeleven ligt. En dat zie je elke keer weer. Wanneer je in de poging tot zelferkenning een bepaald terrein hebt, waar je elke keer weer teruggrijpt naar leuzen – en dat merk je zelf ook heus wel dan zal je moeten toegeven: hier ontwijk ik iets. Hier probeer ik aan iets te ontkomen. Nu is het helemaal niet zo belangrijk, dat u dan precies uitzoekt, waaraan u tracht te ontkomen, dat komt misschien later, maar het is wel heel erg belangrijk dat u in uw zelferkenning de leuze niet in de plaats stelt van een feitelijke werkelijkheid omtrent uzelf.

In de magie is het precies gelijk. Wanneer ik met een vast plan een emotie opwek en ik bind die aan dit plan, dan zal ik niet door vrees bevangen kunnen worden. Ik zal niet worden afgeleid. Ik kan niet in een schriktoestand door demonen worden vernietigd. Maar op het ogenblik dat mijn denken niet redelijk genoeg is, dat mijn plan niet voldoende juist is gedefinieerd, dat ik mijn totale wezen niet voldoende gericht heb, ontstaat overal die afwijkingsmogelijkheid. Ik zie een vorm en in plaats van te reageren: die vorm gaat mij niet aan, het past niet in mijn plan, ik ga door, zegt u: wat een verschrikking. Mijn plan gaat niet alleen niet door, maar ik kom gelijktijdig met de gehele emotionele inzet onder beheersing van die gestalte. D.w.z. dat ik alle in mij opgewekte energie eigenlijk ten geschenke geef aan degene, die nu het brandpunt wordt en die daarmee kan spelen. Ik weet niet of u de consequenties gaat begrijpen.

Nu kunt u natuurlijk zeggen: semantiek is een bepaald studieobject en daar kan je jaren mee bezig zijn, voordat je het precies hebt gevonden. Dat is wel waar, maar wij kunnen wel degelijk uit het begrip semantiek waarde putten. Hoe komt het bv., dat een bepaalde woordkeuze een bepaalde invloed heeft? U kent misschien dat eigenaardig ritmisch rijmende reclameleusje:  Van Nelle bestellen. Weet u waarom dat zo’n invloed heeft? Het is een ritme dat u pakt. En dan de herhaling Het is een klankrijm ook nog. Bovendien is het kort, het past binnen het eigen levensritme. Het klinkt als het gedender van een trein over de rails en zovele andere geluiden die je hoort, het is een bekend ritme. Het blijft dus plakken. En heel waarschijnlijk wanneer u zegt: wat moet ik ook nog weer, dat  dat deuntje begint te komen: Van Nelle bestellen, Van Nelle bestellen …. Dat u dan misschien tenslotte besluit, dat het niet juist is, omdat u al teveel koffie, thee etc. hebt, is de redelijke reactie die te laat komt, Maar wanneer u nu deze reclameleus ontmoet en ze pakt u, u wordt erdoor gepakt, het zegt u iets, dan moet u toch ook beseffen: Hé, er is iets dat niet in die woorden alleen ligt. Het gaat niet om het begrip, het gaat om de emotionele achtergrond, die wordt opgewekt.

Als iemand u toeroept, “want de Here heeft ons gezegd, dat wij moeten…”, dan kan het zijn, dat dat een enorme indruk op je maakt. Maar waar komt die indruk  vandaan? Komt dat misschien van de omgeving plus het suggestieve van: de Here heeft ons gezegd. Is het dat ritme misschien dat ons pakt? Maar als dat het geval is, wat klopt er dan van de rest? Het kan een emotionele aanvaarding zijn, die wordt opgedwongen door klank door woordkeus, door ritme. Maar wat is de feitelijke de reële inhoud? Dat wordt natuurlijk moeilijk. U krijgt hier ook met sprekers te maken, die van die thalamische effecten gebruik maken. Ze weten eigenlijk meer met uw gevoel dan met uw emotie te spelen. En wanneer dat verantwoord gebeurt, dan bent u er misschien wat door opgefleurd en u hebt weer het gevoel dat u verder kunt en die suggestie op zichzelf is al veel waard. Maar wat hebben ze wezenlijk gezegd? En laten wij dan een voorbeeld nemen, dat u kent. Het pastoortje. Wanneer wij met hem te maken krijgen, dan zegt hij eigenlijk niets, hoogstens een grapje. Zijn gehele inhoud is: ik houd van u. Liefde is onvermijdelijk, is noodzakelijk, is kosmisch. Dat is alles wat hij zegt. Al het andere is bijzaak, is ornament, en heeft eigenlijk niets te maken met de werkelijke inhoud, die overdracht is dus niet redelijk. Wanneer u zegt: ik vind dat pastoortje zo buitengewoon mooi, dan hebt u niet naar de woorden geluisterd, maar naar de emotie, die bij u werd opgewekt. Nu geef ik graag toe dat die emotie waarde kan hebben, maar op het ogenblik dat wij niet meer weten hoe die emotie tot stand komt, zijn wij geneigd om onze emotie als een werkelijkheid te stellen in plaats van een feit. En daar moet je erg mee uitkijken. Wanneer u nu esoterisch wilt denken, moet u ook niet elke stelling, die u wordt gegeven, zonder meer aannemen voor wat ze is. Laat mij u weer een voorbeeld geven: ”Wij zijn allen deel van één en dezelfde kosmische kracht.” Mooi. Wij. Wie zijn wij? Wij, dit groepje? Wij, de mensheid? Wij, de gelovigen? Wat wij? Wij is hier te vaag. Wij zijn deel van. Deel van. Wij zijn dus niet het geheel. Maar dan zijn wij ook maar ten dele zelfstandig. Als ik deel ben van een groter geheel, heeft dat grotere geheel op mij een zodanige invloed dat ik niet werkelijk vrij ben in mijzelf. Van een kosmische kracht, kosmisch, wat is kosmisch? Wat moet ik daaronder verstaan? Men spreekt van kosmos als het gaat over alle sterren. Men spreekt van kosmos, wanneer men allerhand geheimzinnige werelden wil aanduiden. Men spreekt van kosmos ook wel, wanneer men het totaal zijnde wil aanduiden. Welke vorm is juist? Welke interpretatie is de juiste? En dan kracht. Wat is een kracht? Kracht is een heel vaag ding. Welke kracht is het? Is het spierkracht, gedachtekracht? Is het elektrische kracht, magnetische kracht? Energie van plaats of wat dan ook? Wat voor kracht? Wat voor kracht bedoel ik?

En dan blijkt, dat ik met kracht waarschijnlijk bedoel, wezen. Maar wat voor wezen? Ik kan het niet omschrijven. Omdat het niet omschreven kan worden, blijft het geheel een veronderstelling en kan het nooit een absolute zekerheid omvatten voor een mens die denkt. En dan zou dus tenslotte de interpretatie moeten luiden: wij leden van deze of gene groep, de mensheid bv., zijn niet zelfstandige eenheden, daar wij ons zelfstandig gevoelende een deel vormen van een grotere zelfstandige eenheid, die wij aanduiden met kosmische kracht en die wij niet verder kunnen omschrijven. Dan pas heb ik gezegd, wat waar is.

Dat klinkt natuurlijk vervelend dat je alles zo moet, gaan ontleden. Maar het voorkomt in ieder geval dat je het slachtoffer wordt van leuzen. Ook is het heel erg belangrijk dat u nagaat, hoe iets wordt gezegd. De meeste mensen nemen aan dat hetgeen gezegd wordt, overeenkomt met hun bedoeling, met hun interpretatie ervan. Wanneer ik zeg: ik zal u kracht geven, dan denkt ieder aan die kracht die hij zelf het meest nodig heeft. Wat voor kracht bedoel ik? Misschien wel spierkracht, of een beetje mentale weerstand. Wie weet? Ik heb het niet gedefinieerd. U neemt aan dat ik datgene bedoel, wat u er onder verstaat. Maar dat is niet zeker. Wat zou u denken van een voorbehoud? Een voorbehoud, waarbij bv. gezegd wordt: er is voor u een inwijding mogelijk naar de 5e of 6e graad, indien u in staat bent het geheel van de thans aanwezig zijnde werkingen op de juiste wijze te doorstaan. Weet ik dan eigenlijk wat? Neen. Dat staat nog voller met allerlei kleine lettertjes dan een verzekeringscontract van een maatschappij, die niet zuiver op de graat is.

Wanneer u de huidige werkingen …. (Welke werkingen, welke omstandigheden? Wat wordt er bedoeld is niet gedefinieerd) goed doorstaat. Wat wordt bedoeld met dat doorstaan? Op welke wijze moet ik het doorstaan? Uiteindelijk doorstaan doe ik het zeker wel. Op de één of andere manier blijf ik wel in leven. Dat doorstaan moet dus een bepaalde nadere definitie hebben. Wat wordt bedoeld met die graad? In welke zin graad? Wat betekent die graad? Is er werkelijk een dergelijke gradenindeling?

Als je je al die dingen gaat afvragen, dan kom je misschien wat nuchterder te staan tegenover een groot aantal dingen, die eigenlijk leuzen zijn en die achter die leuzen wel een werkelijkheid verbergen, maar een werkelijkheid, die u aan de hand van die leuzen niet kunt vinden. Het is misschien gemakkelijker om daar je eigen emotie maar te gebruiken als aanvulling. Wanneer iemand zegt: God zal u zegenen, dan neem ik aan, dat God dat wel zal doen, op de manier die ik prettig vind. Maar God kan mij net zo goed zegenen op een manier, waarop ik alles behalve gesteld ben. Dat staat nergens aangegeven. Verder weet ik niet welke God die ander bedoelt. Aan welke God gelooft die ander eigenlijk? Begrijpt u wat ik bedoel? En daarom moeten wij vooral in de esoterie ontzettend voorzichtig zijn dat wij geen leuzen aannemen voor waarheden, omdat wij er emotioneel een bepaald iets bijmaken. Daarom moeten wij heel erg voorzichtig zijn dat wij de erkenningen, die wij in ons zelf doen, niet vervalsen. Dat wij er niet iets anders van maken dan het in wezen is. En dat is in de magie eveneens zo. Want op het ogenblik dat ik als richtlijn een leuze gebruik waarvan ik niet de juiste inhoud ken of weet, zou ik daardoor wel eens harmonieën kunnen nemen, die mij in de verkeerde richting kunnen sturen, die gevaren en risico’s voor mij kunnen inhouden. Wanneer ik zeg: ik ga deze mens genezen en ik zeg er niet bij hoe, dan wordt dat gevaarlijk. Wanneer ik zeg: en nu ga ik de wolken verdrijven – maakt u zich geen illusies, ik ga u niet vertellen, hoe – dan is dat verdrijven van wolken te definiëren op plaats, op uur, op geaardheid van wolk. Pas wanneer ik weet wat ik precies wil doen, kan ik slagen. Want alleen dan kan ik in mijzelf een zodanige afstemming opbouwen dat mijn emotie volledig zuiver gekanaliseerd wordt. En daarmee heb ik toch wel een paar punten van belang naar voren gebracht.

Nu behoeft u dit niet allemaal direct met mij eens te zijn. Ik weet dat een deel van mijn argumenten vatbaar zijn voor het opwekken van thalamische reacties. M.a.w. dat u  gevoelens en emoties krijgt, die zeker niet noodzakelijk weergeven wat ik bedoel. De les is dus: denk zelf na. Maar denk zelf na volgens redelijke normen. Laat u door uw gevoelens niet leiden in de zogenaamde redelijkheid, waarbij emotie in de plaats komt van vaststelling of argument. Gebruik uw eigen emotie slechts om aan de hand daarvan te bepalen, welke redelijke samenhangen, erkenningen en stellingen op dit moment het best passen bij uw persoonlijkheid. Dat is heel iets anders.

En op die manier heb ik dan in ieder geval een probleem omzeild, nl. het probleem dat ik iemand moet aanvallen en niet eens weet of hij er is. Ik weet nl. niet of er een gastspreker komt. Maar één ding is wel zeker dat uw waardering voor de gastspreker niet gebaseerd is op hetgeen hij zegt, maar op hetgeen u gevoelt t.a.v. hetgeen hij zegt. Pas wanneer u in staat bent die twee dingen te scheiden, kunt u van die gastspreker een volledig nut hebben.

Nu zullen wij ditmaal – dat is inmiddels gebleken – een gastspreker hebben, die geen algemeen spreker van de orde is en die dichter bij uw wereld leeft. Wij moeten nl. rekening houden met bepaalde harmonieën en disharmonieën. 0m geen grote schade te veroorzaken, moeten wij iemand kiezen, die daar gemakkelijker in aanpast. Dat is een technische verklaring, waarvan u de consequenties en de inhoud en de mogelijkheden ook weer zelf zult moeten nagaan. Onthoud u dat. Die gastspreker zal op zijn manier trachten iets duidelijk te maken. Maar het is het zeker dat elk woord dat hij gebruikt, in dezelfde betekenis gebruikt wordt, waarin u het opvat? Is het zeker dat de gevoelens die u op een gegeven ogenblik misschien krijgt bij iets wat hij zegt, in overeenstemming zijn met zijn bedoeling? Althans met zijn bedoeling zoals die in de woorden tot uiting komt?

Leer het vlak van emotie te scheiden van het vlak der redelijkheid van de mentale activiteit. Op het ogenblik dat u dit tot stand brengt, zult u het volle nut kunnen hebben, zowel van geestelijke harmonieën die gecreëerd worden, emotionele beïnvloedingen die eventueel geschapen worden, als van de werkelijke argumenten. Op grond daarvan zult u beter weten, wie en wat die gastspreker is, wat de werkelijke inhoud en betekenis is van hetgeen hij tracht u mede te delen en ten laatste – en zeker niet ten leste – van de praktische betekenis die voor uw denken, voelen en leven gelegen is in hetgeen hij u geeft.

En zo heb ik dus toch een aanval gedaan, in zekere zin. Ik weet dat een gastspreker eerlijk en oprecht tracht het beste te geven wat hij geven kan. Ik weet dat de gastspreker vanuit zijn standpunt een waarheid weergeeft op zijn persoonlijke wijze. Ik tracht dus niet te zeggen dat de gastspreker onbetrouwbaar is, maar ik wijs u er op dat uw eigen interpretatie van die gastspreker niet betrouwbaar is. Op het ogenblik dat u sentimenten in de plaats stelt van argumenten. En voor de esoterische uitwerking van een les lijkt het mij toch wel erg belangrijks dat u leert om het juiste verband te zien en te horen.

De gastspreker.

Ik ben op stel en sprong gecommandeerd om hier als gast het één en ander te vertellen. Dat is een prettige afwisseling voor mij, want ik heb vroeger nooit veel te vertellen gehad. Maar wanneer het mij dan gegeven is om voor een ogenblik mijn hart voor een auditorium uit te storten, dan zou ik graag willen beginnen met het vertellen van wat volgens mij allemaal mogelijk zou moeten zijn.

Als u kijkt naar de wereld van vandaag en hoe men aan alle kanten – met permissie – de kluit belazert, dan ga je je onwillekeurig afvragen of die mensen dat zelf nu wel weten. En dan kom je tot de conclusie dat de meeste mensen van zichzelf alleen geloven, wat ze graag willen geloven. Wanneer ze in de politiek gaan, voelen ze zich de redder des vaderlands. Wanneer ze in de godsdienst komen, voelen ze zich een herder van zielen. Arme zielen. En als je een mens tegenkomt, die er in zijn leven allerhand praktijken op nahoudt, die eigenlijk niet helemaal passen, dan heeft hij altijd wel een verklaring voor zichzelf, waardoor hij zichzelf bewijzen kan dat hij het alleen maar doet, omdat het goed is.

Een dief steelt, omdat een ander geen recht heeft op zoveel. Een oplichter licht op, omdat als hij het niet doet, een ander het wel zal doen. Daar is natuurlijk wel iets voor te zeggen. De vraag is alleen of je, wanneer je zo oneerlijk bent tegenover jezelf en tegenover de wereld, je nog iets kunt begrijpen van je eigen wezen, van je eigen werkelijkheid.

Werkelijkheid is toch al een heel moeilijk iets, want als je zo eens naar jezelf kijkt, dan heb je meestal een gunstige opinie over vele dingen, waar anderen een klein beetje om lachen. We willen onszelf eenvoudig niet zien, zoals anderen ons zien, omdat dat niet vleiend genoeg is. Maar wanneer wij dan toch proberen onszelf te zien, dan slaat de weegschaal meestal naar de andere kant door. Dan deugen wij helemaal niet. Dan hebben wij alleen maar slechte eigenschappen, dan kronkelen we tussen de kronkels van een gestoord geweten door, terwijl wij niet kijken naar de prettige en de weidse kant, die er ook in het leven is. Misschien dat mijn filosofie te dicht bij uw wereld ligt om voor u schokkend of interessant te zijn.

De kern is voor mij deze: Je hebt 100 dingen die goed zijn, en misschien 1000 dingen die verkeerd zijn. Wie zich bezig houdt met 1000 dingen die verkeerd zijn, komt geen cent verder. Wie zich bezig houdt met 100 dingen die goed zijn, komt wel verder. Wanneer je iets zegt, moet je het ook werkelijk menen. Ik heb in het verleden, voordat ik een klein beetje verder was gekomen in de sferen, eens geprobeerd een en ander te vertellen over mijn opvatting van bv. christendom.

Als je Jezus had neergezet op de Dam, dan was de goeie man waarschijnlijk binnen een kwartier meegenomen wegens opruiing van het volk, het genezen zonder wettige bevoegdheid of iets dergelijks. Want een dooie Jezus mag wonderen doen, maar een levende Jezus die wonderen doet, kunnen ze niet appreciëren. Zo willen ze een waarheid die in het verleden is vastgelegd, maar geen levende waarheid die vandaag bestaat. Ik heb dat vroeger allemaal tot in de finesses uitgewerkt en ondertussen heb ik begrepen, dat ik daar enkele fouten mee gemaakt heb, dus zal ik het u maar besparen. Ik reken zelfs op uw dankbaarheid daarvoor. Maar is het eigenlijk niet waar dat wij heel veel dingen in theorie mooi vinden, dat wij ons hele leven daarop baseren, behalve wanneer het metterdaad bewezen moet worden? Er zijn voldoende mensen die voor een ideaal willen sterven. Dat is ook tamelijk gemakkelijk, het is zo afgelopen, maar hoeveel mensen willen er voor een ideaal leven? Het is gemakkelijk genoeg om de hele wereld aan te vallen en te zeggen dat de mensen het verkeerd doen. Het is verdraaid moeilijk, om het zelf goed te doen. En als je dit gaat overzetten­ in de termen van die mooie esoterie (dat is ook een woord, dat met een zeker klassenbewustzijn in verband placht te staan) – ik hoop dat dat nu weer een beetje voorbij is – dan moet je zeggen: ik heb vele eigenschappen. Sommige ervan zijn in overeenstemming met hetgeen ik beweer te geloven en te denken. Laat ik mij daarmee bezighouden zodra mij dat te lastig is, moet ik mijn theorie en mijn geloof, mijn stellingen veranderen. Pas op het ogenblik dat de stellingen die ik verkondig, het geloof dat ik zeg aan te hangen en hetgeen ik doe in overeenstemming zijn, kan ik beweren dat ik een werkelijk mens ben, met een mogelijkheid tot zelfkennis. Want zelfkennis, beste vrienden, ligt heus niet in de hoogheid van de boodschappen, die u krijgt.

Op dit moment sta ik voor mijzelf voor een werkelijkheid, waar ik voor mijzelf iets mee moet doen en dan zeg ik: wanneer een mens begint met waar te zijn, dan kan dat waar zijn alleen maar voortkomen uit eigenschappen die hij bezit, plus gedachten die hij werkelijk koestert en dan moet hij die beide met elkaar in overeenstemming brengen. Zelfkennis is niet een soort ontleden en in rubrieken onderbrengen van al hetgeen je in jezelf vermoedt, maar een waarmaken van wat je in jezelf erkent. Wanneer ik geloof in Jezus als de Christus, dan moet ik ook geloven in wat Jezus geleerd heeft. Dan moet ik nagaan welke eigenschappen ik bezit, waarmee ik dat waar kan maken. Op het ogenblik dat ik wel in Jezus wil geloven, maar aan de andere kant op mijn eigen manier wil ronddarren, heb ik de fout van mijn leven gemaakt. Want dan heb ik nl. voor mijzelf de onmogelijkheid geschapen mijzelf te vinden en hoeveel mensen zijn tegenwoordig zichzelf? Heel timide jongetjes laten woest struikgewas woekeren, omhangen zich met allerhand vrouwelijke sierselen, persen zich in te strakke broeken en lopen dan luidkeels te schreeuwen, dat de wereld onrechtvaardig is, niet omdat ze er in geloven, of omdat ze graag zo willen zijn, maar om de doodeenvoudige reden dat ze doodsbenauwd zijn dat anderen kritiek zullen hebben, wanneer ze niet zo zouden zijn. Dat deugt toch niet? En nu kun je dat van kinderen nog begrijpen, maar wat moet je nu denken van volwassen mensen?

Ik zou geen kritiek uitoefenen hier, maar hoe groot is nu het percentage bij u dat hier eerder komt omdat de Esoterische Kring de topgroep van de O.D.V. is, of dat hier komt, omdat men hier iets vindt dat men ergens anders niet vindt? Als u heel eerlijk bent, zullen wij zeggen, dat het fifty‑fifty is en dan maak ik u nog een compliment.

Wanneer wij die waarheid nu eens niet zouden willen accepteren, waar komen wij dan terecht met de esoterie? Je kunt zeggen: maar wij vinden hier toch allerhand dingen die buitengewoon belangrijk zijn. Wat ik zeg is belangrijk,  omdat u een keuze  moet doen tussen het idee van gezellig verheven zijn en de mogelijkheid innerlijk jezelf enigszins te verheffen.

Nu zullen er wel een paar boos zijn. Er zijn altijd mensen, die zich gekwetst voelen. Maar mensen, die zich gekwetst voelen, zijn meestal gekwetst, omdat ze iets verkeerd begrijpen of omdat ze het te goed begrijpen. Wie zichzelf wil leren  kennen, moet dergelijke onaangename waarheden niet voorbijgaan. En dan mag je rustig tegen jezelf zeggen: hij heeft gelijk en dan blijft u rustig komen. Maar dan weet je tenminste waarom je het doet.

Een ander voorbeeld: Gedraagt u zich altijd precies zoals u werkelijk bent? Als u ja zegt, beduvelt u zich wel heel erg. U gedraagt zich zoals u meent dat anderen het goed vinden, zoals u zich gedraagt. Uw gedrag is een middel om een resultaat te krijgen van anderen, niet om uzelf te zijn. Maar als u dan over uzelf begint na te denken, dan denkt u niet aan wat u zelf bent, maar aan de manieren die u zich hebt aangewend. Als u daarmee begint, heb ik zo’n flauw vermoeden dat u vele droombeelden maakt omtrent uzelf, maar dat u ten hoogste uw werkelijke ik in de één of andere lachspiegel staat te bekijken. En het vervelende is dat je het aux serieux neemt, dat je er niet om lacht.

Wanneer een mens werkelijk wil lachen in het leven, moet hij beginnen een beetje om zichzelf te lachen, dan zorgen de anderen wel dat je aan de gang blijft. Je moet een heel klein beetje de spot, die in de wereld ligt, kunnen appreciëren. Want die spot is eigenlijk een methode om te laten merken dat de werkelijkheid beseft wordt. Ik weet voor mijzelf dat ik op het ogenblik minder ben, dan ik vroeger van mijzelf gedacht heb. Maar ik weet óók dat ik op het ogenblik méér ben dan veel mensen, die veel méér van zichzelf gedacht hebben. Ik ben dus aan één kant vooruitgegaan en aan de andere kant ben ik een eindje afgezakt.

Praten over esoterie kan alleen maar een dialoog zijn en die moderne term betekent dat je niet in je eentje over esoterie kunt praten. Er zijn veel mensen, die dat nog niet begrepen hebben, die schrijven heel dikke boeken en die nemen dan aan dat u het voor zoete koek neemt. Maar als u het als zoete koek opeet, krijgt u er geestelijke buikpijn van, dat kan ik u wel vertellen.

Esoterie is een dialoog tussen jezelf en de wereld. Wat ben ik voor die wereld, wat ben ik in die wereld? Wat wil ik voor mijzelf zijn, wat kan ik van wat ik in mijzelf wil zijn, tegenover die wereld waarmaken? U hebt veel dingen, waar u in uzelf aan hangt, die u tegenover de buitenwereld niet durft etaleren. Waarom niet? En als dit zo is, waarom blijft u er dan van binnen steeds mee bezig? Dat is toch de beste manier om een gevoel te krijgen dat alles in de war loopt? Gewoon jezelf durven zijn. Jezelf zijn en esoterie komt heel dicht bij elkaar.

En dan kunnen wij een sprookje vertellen over de esotericus, die heel diep in zichzelf duikt en via 77 piramiden en 38 zuilengangen eindelijk binnenkomt in de grote kathedraal der eeuwige waarheid. En dan zit je daar, wat heb je dan nog? Je kunt als toerist een beetje rondlopen en dan moet je weer naar huis. Je moet dus in jezelf eerst eens uitmaken wat ben ik nu werkelijk naar buiten toe? Niet zoeken naar allerlei mooie verklaringen. Gewoon zoeken naar wat ben ik naar buiten toe? Wat wil ik zijn? Wat kan ik daarvan maken? Dan komt er misschien een ogenblik dat je deel uitmaakt van de één of andere tempel of kathedraal. Maar dan heb je de zin van de esoterie ook begrepen.

Esoterie is niet een zelferkenning tegenover het andere, het is een zelferkenning in verbondenheid met het andere. Wanneer ik met het andere mijzelf één kan voelen, zonder daarbij anders te zijn naar buiten toe, dan ik van binnen ben, dan leef, ik, zoals dat heet, de God die in mij bestaat. Erg vleiend natuurlijk. Toch is het zo. Alleen is die God niet de één of andere weldoende zon, die wij kunnen gebruiken wanneer wij een heerlijk dagje willen luieren. Die God in ons is niets anders dan kracht, iets waarvan wij zelf iets moeten maken. Want God leeft in ons en willen wij er licht van maken, dan hebben wij de grondstof om er zelf iets van te fabriceren.

Wanneer wij menen dat wij door het leven zwaar belast worden, dan moeten wij die lasten maar eens even ontleden. Wanneer wij weten, zo zwaar belast te zijn, kunnen wij de kracht vinden, om die lasten – zoals dat heet – te dragen. Lasten dragen is natuurlijk niet een kwestie van: tjonge, nu moet ik het maar verder sjouwen. Lasten dragen is: begrijpen dat wat je als een last beschouwt, deel is van je persoonlijkheid, deel is van hetgeen je werkelijk bent. Jij bent het, die jezelf lasten oplegt. En nu kunt u zeggen: ik kan aan zoveel dingen niets doen. Daar hebt u gelijk in. Er zijn zoveel dingen, waaraan je niets kunt veranderen. Dat is waar. Maar de manier, waarop je die dingen beleeft, de manier waarop je ze bekijkt, daaraan kun je wel iets veranderen.

In mijn tijd had men bewondering voor mensen, die blijmoedig hun lasten wisten te dragen. Maar wanneer je het werkelijk naging, dan bleek, dat die mensen iets hadden, wat een ander als last zou beschouwen, maar wat ze zelf eigenlijk een voldoening vonden. In mijn tijd waren er nog gezinnen met 15 tot 20 kinderen. En het was wel eens moeilijk om voor die kleintjes een stukje droog brood op tafel te brengen. Zo gemakkelijk was dat niet in mijn tijd. Maar die mensen waren zo gelukkig met die kinderen en met elkaar, dat ze zo rijk en gelukkig waren als ik weet niet wat. Voor hen was het veel belangrijker dat ze samen droog brood hadden, dan dat ze elk afzonderlijk rijk aan een tafel konden dineren. De lasten, die die mensen zo blijmoedig droegen, waren voor hen in feite vaak vreugdige belevenissen. Het was een bevestiging van de inhoud van hun bestaan, de zin van het bestaan. En dan komt u zeggen: ze hadden het toch maar beroerd. Hadden ze ook, het was geen lolletje, weet ik ook wel, maar ze waren er gelukkig mee.

U hebt in uw leven heel veel dingen, waar u tegenaan kijkt en zegt: en waarom moet mij dat overkomen, waarom moet ik dat juist hebben en dan krijg je het: ziekten om je heen, onverschillige kinderen, enz. Ze hadden het anders willen hebben. In plaats van te vragen: wat zit er voor aanvaardbaars in, wat zit er voor aangenaams in? Wat kan ik er mee doen? Wanneer je een stukje van jezelf erin kunt geven, kun je vaak onnoemelijk veel doen. Pas op het ogenblik dat een mens in zijn leven met bepaalde omstandigheden onder geen enkele voorwaarde en conditie zich harmonisch kan voelen, omdat hij van binnen totaal anders is, verandert de zaak. Want dan is het ook onzin om zo’n situatie te continueren. Ik kan wel blijven voortsjokken – dat doet een ezel soms ook – maar zelfs een ezel zegt soms: ik heb er genoeg van, ik blijf staan. En dan heeft hij heel wat slagen nodig, voordat hij weer een stap verdergaat, geloof dat maar. Misschien dat een mens wat dat aangaat ook een beetje verstandiger zou moeten zijn. Zolang er tussen jou en hetgeen een ander als een last ziet nog iets bestaat, waardoor je zegt: dat beantwoordt aan iets, wat in mij leeft, ga er dan maar mee verder. Is de harmonie er niet meer, dan is het zinloos geworden. En dat is nu echte esoterie.

Zeker, het is geen officiële esoterie, het is meer witte esoterie zoals je witte jenever en witte benzine hebt. Maar laten wij eerlijk, zijn: het aroma van mooie woorden verandert niets aan de feiten. En allerlei mooie geschiedenissen en gelijkenissen geven niet méér inhoud aan iets dat zinledig is.

Er is in het leven heel veel, waar men zich druk over kan maken. Maakt u zich druk als u daar zin in hebt. Maar als u zich druk maakt op een manier, die niet beantwoordt aan wat je zelf bent en kunt, zelf wilt, verwijt dan s.v.p. het leven niet dat het verkeerd gaat.

Iemand, die verwijten maakt aan het leven, is iemand, die weigert zich te zien zoals hij is. Alleen een mens, die zichzelf bekijkt hoe hij is en de feiten met alle rommel erbij, heeft de kans om de mooie innerlijke bewustwording tot een feit te maken.

 Ik kan u vertellen hoe dwaas uw wereld dikwijls in mijn ogen is, maar als u het serieus neemt en u voelt u er een mee, dan hebt u gelijk en ik ongelijk. Het gaat er niet om, hoe je leeft. Het gaat er om hoe je van binnen één kunt zijn met hetgeen je in het leven bent, wat je doet. Dus als u die raad van mij aanneemt, dan zult u beginnen met heel veel dingen opzij te gooien, waaraan u toch niets hebt; allerlei uiterlijkheden, die niet meetellen. Gooi ze opzij. Allerlei mooie leuzen, waarmee je eigenlijk van binnen geen raad weet, gooi ze opzij. Allerlei verwachtingen t.a.v. wat anderen voor je zullen doen, gooi ze maar opzij, je kunt het beter zelf doen. Alle beroep op God, om op te knappen waar je zelf te lui voor bent, gooi dat ook maar opzij.

Ga uit van het standpunt dat je met het leven kunt afrekenen, elke dag opnieuw, omdat je uit dat leven neemt, wat bij je past. Als je bang bent voor iets, loop er dan voor weg maar zeg dan niet, dat je het gedaan hebt, omdat je een ander wilde sparen. Wanneer je ergens werkelijk zin in hebt en je hebt innerlijk het gevoel: dat is het goede: ga je gang. Maar vertel dan later niet dat je het uit edele beweegredenen hebt gedaan. Er zijn mensen die kaas eten met edele beweegreden. Mij nemen ze daar niet mee te pakken. Er zijn edele beweegredenen, zeker, omdat wij in onszelf edeler zijn, dan wij durven vermoeden. Dat kan ik terecht zeggen. Ik heb onverwachts in mijzelf heel veel goeds ontdekt de laatste tijd. Maar dat goede dat wij in ons dragen, is juist datgene wat wij moeten gebruiken in het leven, waarmee wij zin kunnen geven aan het leven. En als wij beginnen met alles weg te verklaren en om te draaien, komen wij nergens. Als u werkelijk esoterisch bewust wilt worden, dan zou ik zeggen: mensen begin nu maar eens met eenvoudig, doodeenvoudig, wat je werkelijk goed in jezelf draagt, in jezelf erkent, eens wat waar te maken. De rest komt wel vanzelf.

U hebt het ook nog wel eens over magie. Wat wilt u nu met magie doen, wanneer u niet magisch bent. Een mens, die kwaad wil doen aan anderen, moet eerst kwaad zijn in zichzelf. Als hij niet kwaad is in zichzelf, kan hij een ander geen kwaad doen. Niet bewust. Kwaad doen aan een ander kan je alleen, wanneer je zelf in jezelf de vreugde, de bevestiging van je wezen en je bestaan vindt, in datgene, wat kwaad is. Er zijn maar weinig mensen, die op die manier kwaad doen. De meeste mensen doen het eenvoudig, omdat ze te stom zijn om goed te doen. Omdat ze bang zijn hun werkelijke wezen en hun werkelijke gevoelens te laten werken. En dat betekent dat veel mensen zich bezighouden met magie op de verkeerde manier. Dat ze proberen iets te produceren van buitenaf en van bovenaf met allerlei mooie gezichten, terwijl ze in zich meestal een beetje valse grimas vertonen.

Wat mij betreft bent u magisch nog het sterkste, wanneer u uzelf bent, wanneer u het uit uzelf spontaan geboren laat worden. Wanneer u vanuit uzelf spontaan wegzendt, a.h.w. Wat je werkelijk bent – en dat is een geloofspunt voor mij – is verbonden met de eeuwigheid. En als ik harmonisch ben met een deel van mij, hoe klein of groot dan ook, dan zal ik daardoor met het geheel van het Al verbonden zijn. Met alle dingen, die er zijn. En dan zal ik daarop kunnen inwerken Het is gewoon een kwestie van één zijn met het Al en daardoor één zijn met de dingen waarmee je werken wilt. Of het nu mensen zijn of andere dingen, u kunt veel meer dan u denkt. Maar over het algemeen: wanneer je denkt dat je veel kunt, doe je het om de verkeerde reden en dan kun je niets. Spontaniteit is voor mij de basis, het grondwerk voor alle esoterie, voor alle magie.

Nu zal ik nog een paar uitspraakjes doen, t.w.:

  1. Je kunt alleen in het leven iets bereiken, wanneer je de moed hebt het leven lief te hebben.
  2. Je kunt alléén zelf gelukkig worden, wanneer je niet de bevestiging van je dromen zoekt in het leven, maar jezelf tot uiting maakt van hetgeen je droomt in het leven.
  3. Je stijgt geestelijk hoger, naarmate je meer bereid bent het hoge en het lage in je persoonlijkheid te aanvaarden en ermee te werken. Er zijn mensen die zeggen: dit handje is het verkeerde handje, mag je niet gebruiken. Maar probeer dan eens een stevig gewicht op te lichten. Het valt op je tenen, dat garandeer ik u.
  4. De belangrijkste regel: Als je durft denken en leven naar de werkelijke persoonlijkheid die je bent, dan moet je voor jezelf toegeven wat je bent en waarom, dan kun je daardoor overal in de wereld een enorme invloed uitoefenen op alles, waarmee je je verwant kunt voelen. Omdat een mens, die de waarheid in zijn eigen wezen kan accepteren, daardoor een eenheid krijgt met alles, wat ergens in het bestaan ook maar enigszins aan hem gelijk komt, M.a.w.: veel dingen gaan verkeerd; maar die gaan meestal de mist in, omdat jullie zelf, jezelf verkeerd beoordeeld hebt. En daarbij wilde ik het laten.

Nu, een mooie gastspreker ben ik. Er was niets beters. Maar men zegt dat de kring toch aan het afzakken is, dat ligt niet aan de kring, maar aan hetgeen jullie eruit leren. Je kunt allerlei dingen zeggen, maar als u eerlijk bent, zegt u: hij heeft veel dingen gezegd, die waar zijn.

Een mens voelt zich meestal als een aap, probeert zich te gedragen als een edelman en stelt zich aan als een nar, omdat hij niet wil toegeven, dat hij,  wanneer hij aapachtige neigingen  heeft, door daarop verder te gaan, pas werkelijke mens wordt. Dat hij niet wil toegeven, dat een edelman tenslotte maar de verpakking is van iemand, die misschien nog een veel grotere aap is. En omdat hij niet wil accepteren dat de waarheid het beste middel is om het leven te veroveren en om jezelf  te leren kennen.

image_pdf