15 maart 1971
Wij hebben u in de loop der tijd iets proberen duidelijk te maken van een bestaan zonder ruimte en tijd. Wat dat betekenen kan. En daarnaast hebben wij aandacht besteed aan de innerlijke mens. Wanneer wij nu de mens in zichzelf bezien vanuit een geestelijk standpunt, dan zien wij een opbouw van vele verschillende voertuigen. Als ik een niet volledig juiste vergelijking mag maken, ziet zo’n mens er geestelijk een beetje uit als een soort telescoop‑antenne. Wanneer hij volledig uitgeschoven is, dan reikt hij tot in de hoogste sferen, maar wanneer hij ergens geblokkeerd is, komt hij natuurlijk niet zo ver. Nu blijkt een groot gedeelte van deze blokkering in geestelijk opzicht voort te komen uit mentale situaties. Het vreemde is dat voor uittredingen dit niet zo belangrijk is, maar een mens, die in de stof leeft, kan daaraan gebonden raken en naarmate zijn concentratie op bepaalde aspecten in de materie intenser wordt, zelfs wanneer dit bepaalde geestelijke punten van belangstelling zijn, zal hij minder snel de vormwereld en de menselijke denkwereld kunnen losmaken van het totaal van zijn bestaan. En dat is dan de blokkering, de belemmering, waardoor je niet verder komt.
Nu kun je ook de kracht van alle verschillende sferen wel enigszins vergelijken. Wanneer je aanneemt dat de mens zelf een spanning heeft van laten we zeggen 1 volt, dan kan een zomerlandsfeer misschien 3 of 4 volt zijn. Een top‑zomerland echter kan al dicht bij de 10 volt komen. Zou je naar de hoogste sfeer toegaan, die vanuit de mens gezien nog bereikbaar is, dan denk ik dat je op een spanning van 1500 volt komt. Alweer een onvolledige vergelijking, maar het wordt nu wel duidelijk dat het spanningsveld groter wordt naarmate de sfeer minder stoffelijk bepaald is. En dat is een heel belangrijk punt. Want een mens, die geestelijk een deel van zijn wezen kan afscheiden en in een hogere sfeer doen vertoeven, ontvangt daar de energie behorende bij het bereikte peil. Krijg je die energie volledig en onvervormd, dan is ze menselijk niet te dragen. Zou een voertuig, een geestelijk voertuig, in een te hoge sfeer komen, dan zien wij ongeveer hetzelfde effect: er ontstaat een enorme shock, die meestal ook mentaal wordt weergegeven en zelfs resulteren kan in verlammingsverschijnselen enz. Maar is het voertuig in staat die spanning te verwerken, dan zien wij dat het optreedt als een soort transformator.
Kort gesteld: Het geestelijk voertuig dat actief is in een hogere sfeer en in staat is de daar heersende spanningen te verdragen zal deze spanning omvormen in een voor de mens lichamelijk zelfs dragelijke spanning, waarbij echter de hoeveelheid energie die bereikbaar komt, in verhouding groter wordt. (Degenen, die dat niet precies weten, kunnen zich bezighouden met de wet van Ohm, waarbij deze dingen duidelijk worden.)
Nu blijkt verder dat een spanning, het overbrengen van energie uit de hogere sfeer naar de stof, afhankelijk is van belasting. Dus weerstand. Wanneer je met een hogere sfeer bent aangesloten en je wilt een zieke genezen, dan zal naarmate de ziekte ernstiger is, een grotere hoeveelheid energie ontvangen kunnen worden. Er komt een grens, waarbij je zegt: Wij kunnen het niet meer verdragen, de stroomsterkte wordt te groot, het lichaam kan niet meer mee en dan valt de gave uit. Er ontstaat een soort kortsluiting. Maar het gaat hier om het begrip van belasting, vergelijkbaar met het aansluiten van een elektromotor op een transformator. Dan krijg je hetzelfde effect.
Nu terug naar de mens. Zoals u weet wordt het telescoopaspect bepaald door mentale inhoud en gebondenheden. Realiseer u nu dat een mens op aarde niet altijd in staat zal zijn de hoogste geestelijke voertuigen te activeren. Dat bijzonder grote belangstelling voor stoffelijke mogelijkheden of aspecten er vaak toe leidt dat het hoogste wat hij bereiken kan misschien een zomerlandsfeer is, ook wanneer zijn hoogste voertuigen redelijk bewust kunnen worden gebruikt. Dan moeten wij voor de mens proberen een weg te vinden, waardoor hij de begrenzing van een al te sterke gebondenheid kan overwinnen.
En nu zijn daarvoor veel verschillende methoden in omloop. Ik wil u er echter één geven, die tot de eenvoudigste behoort. Met de verklaring overigens. Wanneer u denkt, dan zijn er zeer vele dingen die u, om welke redenen dan ook, bijzonder interesseren. Interesse is echter in feite gelijk aan emotionele gebondenheid‑ de mens denkt: Ik heb wetenschappelijke interesse en dat is dus geen emotie. Maar de wijze, waarop men zich met die wetenschap bezighoudt, heeft iets van een soort verliefdheid. Wanneer die optreedt dan treedt die remming op. Je kunt niet tegen de mens zeggen: Maak je maar eens even leeg. Iets wat heel vaak wordt aangeraden. Maar hebt u weleens geprobeerd niet te denken? Dan denkt u zo intens aan het feit, dat u niet probeert te denken, dat u intenser denkt dan wanneer u gewoon zou denken. Dus dat is niet de aangewezen weg.
Maar er zijn dingen, die ons eigenlijk niets zeggen en waarop wij ons toch kunnen concentreren. Dingen, die eigenlijk van absoluut geen belang of van zeer voorbijgaand belang zijn. Hierbij treedt die gebondenheid niet op. De concentratie schakelt wel een groot gedeelte van de andere gedachtenaspecten en daarmede ook de emotionele aspecten uit. De eenvoudigste manier is wel iets te nemen, waar je absoluut geen interesse in hebt. Iemand die geen geld heeft en geen interesse heeft voor allerlei financiële ontwikkelingen, kan ik in een dergelijk geval de beursberichten aanbevelen. Lees die eens geconcentreerd door en u zult tot uw verbazing ontdekken dat u ergens een rem hebt losgegooid en dat uw behoefte aan energie, die dan natuurlijk wel moet bestaan, inderdaad gemakkelijker vervuld wordt.
Nu zult u zeggen: Maar wanneer ik ophoud met lezen en ik wil wat gaan doen, dan is dat voorbij. Maar dat is niet helemaal juist. Want wanneer een telescoop eenmaal is uitgeschoven moet je hem eerst terugschuiven voor hij weer op een lager niveau bepaald wordt. Wanneer u dus niet door sterke of strijdige emoties beroerd wordt – vooral strijdige emoties betekenen hier een pushing power, die de zaak naar beneden haalt – dan zal een zo door ontspanning bereikte geestelijke mogelijkheid in vele gevallen gepaard gaan met een langere tijd beschikken over die geestelijke mogelijkheid.
De instelling van de mens is nog weleens eigenaardig. Wij weten allemaal, dat mensen zich bepaalde denkbeelden maken, waarin van allerlei is opgenomen. Belangrijkheid, bezit of verwerving, zelfrechtvaardiging, zelfs schuldbesef: Al die dingen bij elkaar kunnen ervoor zorgen dat zelfs het bereikte hoogtepunt ongedaan wordt gemaakt. Maar op het ogenblik dat je uitgaat van het standpunt: Ik doe vandaag wat goed voor mij is, dan krijg je een veel betere gelegenheid om energie te ontvangen. De verdeeldheid die de mens in zichzelf kent, is voor hem het grootste gevaar.
In de sferen ziet het er ongeveer als volgt uit: Stel u een groot aantal verschillende lagen plexiglas voor, met daartussen een laagje lucht met blokjes ertussen, een torentje. Stel nu verder dat de zaak zodanig is gepolariseerd, dat het licht rechtlijnig erdoor gaat. Zoals bij een laserstraal. Wanneer ik nu op het bovenste niveau één lichtpunt kan aanschakelen, dan zal dat rechtlijnig al die niveaus bereiken. Naarmate het absorptievermogen van dat plexiglas zal de energie minder worden naarmate je verder naar beneden komt. Maar stel nu dat dit plexiglas onder invloed van die straal mede zelf lichtend wordt en gelijktijdig toch die straling doorlaat. Dan krijgen we een accumulatie-effect. Ook al is laag twee in zichzelf lang niet zo vermogend als laag één, wanneer l en 2 samenkomen en beide geactiveerd zijn, dan krijgen wij toch altijd l plus 2. En wanneer 3, 4 en 5 enz. ook worden ingeschakeld, dan is het heel goed mogelijk dat de energie die oorspronkelijk op het hoogste niveau aanwezig was, verveelvoudigd wordt.
Dit is een aspect, waar u aandacht aan moet besteden, omdat het de verklaring vormt voor bepaalde stoffelijke effecten die, ook vanuit de geest, ondenkbaar zijn. Wij vanuit de geest zien elk energieniveau afzonderlijk. Maar de mens, die vele voertuigen gelijktijdig activeert, kan onder omstandigheden alle verschillende niveaus gelijktijdig inschakelen. Hij krijgt de kracht van alle. En daarom geldt voor een bewuste mens dat het hoogst bereikte niveau plus tussenliggende fasen gezamenlijk bepalend is voor het totaal van kracht dat menselijk beschikbaar kan worden gesteld.
Dan vloeit hieruit voort dat elke sfeer of wereld, die om welke reden dan ook emotionele verdeeldheid zou kunnen brengen ofwel geestelijk onaanvaardbaar is – ook dat komt voor – een remming, een absorptie zal vormen en geen versterking. De meeste mensen kunnen laag-zomerland aanvaarden, omdat dit een wereld is die op de hunne lijkt. Vormloze werelden kunnen ze meestal ook goed verwerken, maar de werelden, waarin de vormen zekere amorfe uitdrukkingen krijgen die voortdurend wisselen, is voor hen niet aanvaardbaar. Een sfeer met caleidoscopische kleur en krachteffecten evenmin. Alle beschikbare voertuigen zijn maar zelden gelijktijdig ingeschakeld.
Nu zeggen wij vanuit de geest: Het is beter om alle werelden gedeeltelijk te aanvaarden dan één wereld geheel te aanvaarden. Want wij gaan uit van het standpunt dat iemand die alle werelden aanvaardt, de krachten in alle werelden zal kennen en evenzo het daarin bestaande bewustzijn – althans ten dele – voor zichzelf zal kunnen verwerven. Is hij in één wereld volledig bewust, dan impliceert dat heel vaak dat juist deze ene wereld veel minder aan energie en een minder pluriform (veelvormig) denkbeeld geeft dan die gedeeltelijke, schijnbaar minder ontwikkelde aanvaarding van vele werelden. Om deze krachten enigszins uit te drukken gebruik ik weer een vergelijking: Stel dat het maximumvermogen van één hoge wereld te vergelijken is met 100 PK. Iemand, die deze wereld geheel kent, zal 100 PK projecteren naar de stof. De verliesfactor die daarbij optreedt is waarschijnlijk een 28 PK en u houdt 72 PK over. Nu bent u echter in alle sferen gedeeltelijk bewust. U bent bewust in die hoogste sfeer met 100 PK, maar u haalt er maar 25 uit. De volgende is 80. U haalt daar 20 uit, dat is al 45. Ga nu even door en u zult zich realiseren dat het eindeffect veel groter is.
Maar er is nog iets anders. Wanneer ik mij maar van één wereld bewust ben, dan zal de reeks factoren, die de verbinding tussen mij en mijn wereld – de bewuste relatie – zal kunnen verbreken, veel groter zijn dan op het ogenblik dat wij te maken hebben met vele werelden. Dan kan er tijdelijk één uitvallen. Die kracht wordt iets minder, maar er ontstaat een zekere continuïteit. Voor mensen is het altijd erg moeilijk om die begrippen van continuïteit goed te hanteren. En daarom moeten wij toch nog even terug naar ruimte en tijd.
Het is duidelijk dat ruimte geen rol speelt als feitelijke afstand. Ze speelt wel een rol in de voorstelling van de mens. Iemand die zegt: Ik zend gedachten naar Afrika, want dat ligt vlakbij, die zal heel rustig heel Afrika bestrijken en als hij Amerika er ook nog bij neemt, dan gaat dat in één moeite door. Maar iemand, die zegt: Rotterdam is al 26 km van Den Haag, voor zo iemand is alleen het feit al een belemmering geworden. Het denkbeeld schakelt zichzelf als weerstand in. De kracht, die dan geuit wordt, zal, omdat men zich de afstand realiseert als groot, dus als weerstand, kleiner zijn. De energie‑overdracht wordt kleiner. Op het ogenblik dat wij in tijd werken, kun je het beste uitgaan van gelijktijdigheid. Dus niet zeggen: ik zend nu uit en over zoveel uur zal mijn patiënt iets ervaren, maar gewoon: Ik zend uit. De patiënt ontvangt. Basta. Wij realiseren ons helemaal niet wat er met de tijd aan de hand is, want op het ogenblik dat men zich bewust wordt – en dat kan heel vaak gebeuren – dat u om zeg maar 20:00 uur een gedachte uitzendt, die door de ontvanger pas om 8:00 uur ‘s morgens wordt ontvangen, dan gaat u al heel vlug zeggen: Maar daar liggen 12 uren tussen. Het begrip van die 12 uren verschil betekent weer een afnemen van de kracht die overgedragen kan worden. Hierbij is afstand en tijd dus niet te beschouwen als een feitelijke weerstand, maar het beeld van afstand en het beeld van tijd is een rem op het eigen vermogen om energie af te geven.
Nu is voor een mens tijd is tijd, en een plaats is een plaats. Je kunt hem proberen duidelijk te maken dat die dingen eigenlijk maar zeer relatief zijn, maar voor iemand, die leeft in een wereld waarin je 100 keer kunt denken: Ik wou dat ik op de Mokerhei zat, maar er niet terecht komt, tenzij men een reis van een uur maakt, voor zo iemand is het erg moeilijk zich die beelden voor te stellen. Wil je als mens werken met een maximum aan energie, dan moet je de afstand uitschakelen. Men doet dat over het algemeen met een voorstellingsbeeld. Men zegt eenvoudig: Wij zijn samen en bouwt zich daar een beeld van op. Hieraan is één klein bezwaar verbonden. Een dergelijk opgebouwd beeld bestaat op astraal vlak. Dus niet reëel, stoffelijk. Het betekent dat de overdracht, waarbij de stof wel degelijk ingeschakeld blijft, via dit astraal vlak zal moeten verlopen. Is de voorstelling volledig helder en klaar, voelt men zich daar volledig identiek mee, dan zal het verlies praktisch nihil zijn. Naarmate men meer moeite heeft met het opbouwen van het beeld en het beeld vager is, zal echter de afstand – vergelijkenderwijs gebruikt – tussen stof en astraal, groter worden en daarmee weer de krachtsoverdracht‑mogelijkheid afnemen.
Hier hebt u een beeld van wat er met die energieën kan gebeuren bij een mens. Maar stel u nu eens de vraag of er ook andere wezens kunnen zijn of voorwerpen die eveneens op meer dan één niveau gelijktijdig bestaan. Want dat is hier heel erg belangrijk: de mens ziet een verschijningsvorm, b.v. een boom Maar groeit die boom nu alleen maar met jaarringen en in hoogte of groeit bij die boom ook een soort geestje – de bezielende factor – in status, in omvang, maar daarmede ook in bereik. Vanuit ons geestelijk standpunt is dit laatste meestal juist. Niet altijd, er zijn afwijkende situaties denkbaar, maar als algemene regel mogen wij toch wel stellen, dat levensintensiteit en levensduur gezamenlijk vaak bepalen hoeveel werelden, hoeveel niveaus het ik beroeren.
En nu kennen wij allemaal het beeld van de heilige bomen die b.v. de Germanen hadden en ook de Kelten. Het lijkt vreemd om te zeggen: Die boom is heilig. Maar als een boom er lang geleefd heeft, dan heeft die boom – ook al bezit hij geen menselijk of met enig dierlijk besef vergelijkbaar bewustzijn – een bezielende kracht: hij kent andere waarden. En daar hier geen denken bestaat, uitgezonderd misschien in een storm of bij blikseminslag, waardoor de relatie wordt verstoord – wat bij een mens soms door een enkele gedachte gebeurt – zal een dergelijke boom een blijvende relatie hebben met een hogere sfeer. Dit betekent eveneens dat een grote hoeveelheid energie van geestelijke geaardheid aanwezig is in de boom. De boom heeft zelf beperkte levensbehoefte en treedt niet op als directe transformator. Wij beschouwen dit dan doodgewoon als een directe verbinding naar een hoger niveau en kunnen daarop a.h.w. aansluiten. De mens wordt dan de transformator. Bij de Druïden gebeurde dit veel en men gebruikte daar allerlei dingen als het vrijmaken van od-kracht e.d. om de relatie tussen de priester en de boom tot stand te brengen. Maar het is ook denkbaar dat dit door gedachten, door concentratie op de boom gebeurt. Bomen kunnen dus kracht geven. Maar die kracht zullen zij altijd afgeven, wanneer er een contact is. De boom is geen transformator die regelbaar is – zoals de mens in feite – maar is een transformator die alleen reageert op een ontladingsmogelijkheid.
Dit impliceert dat dergelijke bomen, wanneer iemand toevallig op hen afstemt, een enorme kracht kunnen geven, die dan volgens de geaardheid van de ontvanger destructief of positief is. En daar zit de grote moeilijkheid. Want de gehele aarde is vol met dingen waarin duur, dus een tijd comprimeren van levensbesef, zodanig sterk aanwezig is dat wij moeten zeggen: Ze staan met een andere sfeer in verband. Nu zal een boom natuurlijk niet met een menselijk zomerland in verband staan. Maar ze zal wel in verband kunnen staan met een wereld, waarin elk denkbeeld aan levenskracht, zoals de boom dit kent, aanwezig is. Een sfeer waarin licht aanwezig is, is dus voor die boom bereikbaar. Maar alleen in dit aspect licht en duister. De boom kent bepaalde drangverschijnselen in zich, zoals de sapdrift in het voorjaar, en nu zult u begrijpen dat die sapdrift voor die boom een ervaring is.
Op het ogenblik, dat er een sfeer is, die een sterke uiting in één richting tot stand brengt, ontstaat eveneens harmonie.
Dat kan ook het geval zijn voor een berg. Dan moeten wij wel aannemen dat die berg voor een groot gedeelte uit b.v. graniet bestaat. Het is dus niet eenvoudig een heuvel die in de loop der tijd ontstaan is. Er moeten a.h.w. de ribben van de aarde in steken. Die dingen bestaan lang. De berg heeft en relatie – al is het maar een zeer beperkte – met de omgeving. Ze neemt invloeden van die omgeving op en krijgt daardoor een zekere mate van eigen karakter. Ze kan krachtens dit karakter – zij het weer beperkt – reageren. Want doordat er – hoe beperkt ook – besef is ontstaan, is volgens dit besef plus weer de duur, dus de integratie van vele momenten, tijd plus vele momenten van ervaring, voldoende om haar dus met een hogere sfeer in contact te brengen. En voor een berg bv. zal een dergelijke sfeer niet zo hoog liggen als voor een boom, maar over het algemeen liggen in de begrenzingen die wij kennen tussen vormwereld en niet‑vormwereld. Een grensgeval.
Dan is het ook duidelijk dat als iemand komt, die vatbaar is voor de krachten, die in die berg wonen, die berg een ontlading kan geven. Is zo iemand bang voor geesten die met stenen smijten, dan kan die angst ertoe voeren dat via de mens zelf – die in feite medium is – een steenregen ontstaat. Is die mens bang dat die berg hem zal afstoten met steenlawines, dan beginnen er ook steenlawines te vallen. Voelt de mens de schoonheid en de grootheid van de bergen als iets wat hem a.h.w. een beetje omarmt, dan gebeurt er wel van alles rond hem, maar waar hij is, vallen de stenen precies niet. Hij wordt a.h.w. door de berg zelf omhoog geholpen. Dit is geen bewuste reactie van de berg, maar dat is een krachtrelatie tussen de berg en in dit geval de bergbeklimmer.
De hele wereld is vol van deze vormen van energie. Als mens zal je daar over het algemeen niet te veel last van hebben. Je hebt nu eenmaal bepaalde voorstellingen van de dingen en die voorstellingen bepalen ook je contact. Als je aan een berg denkt als aan een dood ding, dan moet je al op de één of andere manier erg emotioneel beroerd zijn, wil die berg reageren, wil ze kracht kunnen ontladen. En wat een boom betreft; ach, zolang die boom voor jou alleen maar een ding met bladeren is dat ergens in de weg staat, dan is de realisatie voor de boom nihil en de krachtsoverdracht eveneens.
Maar wanneer u zich nu op de boom concentreert en zegt: Het is een lelijke sta‑in‑de‑weg, we zouden dat ding moeten omhakken, dan is er kans dat die relatie wel ontstaat. En dan zal die relatie naarmate u zich intenser concentreert op de boom, een grotere hoeveelheid energie in uzelf tot ontlading brengen. Bent u nu ergens door uw ergernis ook nog bang, er had een ongeluk kunnen gebeuren, dan is de kans heel groot, dat u iets verderop op de weg, een ongeluk heeft.
Ik probeer u hiermede duidelijk te maken welke relatie er bestaat tussen de kracht van de verschillende sferen en de wereld, waarin u leeft.
En nu weer terug naar de mens. Wanneer de mens vooral aan voorwerpen in natuurlijke staat – ik denk hier niet in de eerste plaats aan een bewerkt iets – een eigenschap toekent, dan is de kans heel groot dat er – zij het een niet geheel bewuste respons (in kracht uitgedrukt) vanuit het voorwerp tot hem komt.
En nu gaan wij nog een stap verder. Daar in dergelijke gevallen voor de mens alleen dat tot uiting wordt gebracht middels de kracht wat in hem leeft, zal elke mens zijn eigen nachtmerries, maar ook zijn eigen wensdromen daarmee waarmaken voor zichzelf.
Nu krijgen wij grote moeilijkheden wanneer we esoterisch gaan doen. Dit ressorteert eigenlijk onder de magie. Maar wat doen wij in de esoterie? Wij gaan over tot zelfbeschouwing, introspectie. Ik ben helemaal op mijzelf gericht, maar in dit gericht zijn, ben ik als mens gewend uit te gaan van het stoffelijke. Als je een geest bent en je kijkt naar een mens, die introspectief mediteert, dan zie je hem in heel veel gevallen met een wolkje omgeven, waardoor hij a.h.w. onder een stolpje komt te staan, want hij denkt alleen maar rationeel. De emotie is op de achtergrond, maar ze kan niet doordringen. Er is een te zeer ontleden van de eigen persoonlijkheid. Stel nu dat de esotericus dat ontledende stadium a.h.w. overslaat, dat hij zichzelf spiegelt in werelden die hij aanvoelt, maar steeds bezig is met het totaalbeeld. Dan zal elk voertuig op zijn beurt zich manifesteren. Elk voertuig op zich, met zijn kracht, met het wezen dat het heeft en voor een deel voor de mens kenbaar, met de bewustzijnsinhoud die men heeft.
Voorbeeld. U kent de verhalen over mensen, die afgesloten voor alle geluid in het duister mediteren. Wanneer die meditatie inderdaad op zichzelf is gericht, dan komt er een ogenblik, dat hij meent dat gestalten hem benaderen. Sommige ervan zijn erg lelijk, andere mooi. Die gestalten zijn niet anders dan gevisualiseerde projecties van zijn eigen geestelijke voertuigen. Dan krijg je een multiple personality die zich tijdelijk gescheiden manifesteert. U kunt zich ook voorstellen dat iemand, die steeds dit beeld van zichzelf ziet, daardoor zelfs materieel een bijna directe relatie krijgt met elk voertuig dat hij aanschouwt. Het is dus niet verwonderlijk dat men zegt dat dit een methode van inwijding is. Op het ogenblik dat het voertuig aanvaard is, of het nu lelijk of mooi is _ het kan er soms verduveld demonisch uitzien – dan betekent dit dat de kracht die in de bijbehorende sfeer aanwezig is, door de mens bewust gemanipuleerd kan worden.
Het betekent aan de ander kant dat de mens bij zijn poging om na de beleving zichzelf te omschrijven, gesteund zal worden door het ik‑begrip, dat in elk van die voertuigen t.a.v. eigen wereld verankerd is (dus eigen wereld van elk voertuig). En hierdoor krijg je een gefacetteerde beeld, dat doet denken aan het resultaat van lichtinvallen in een briljant slijpsel. Wij krijgen een voortdurend wisselend, daardoor tintelende en levende weerkaatsing.
En daar heb je een heel belangrijk punt: Ik krijg dus een voortdurende differente, maar levende, voortdurend mij activerende visie op wat ik ben. Hierdoor blijven de relaties met geestelijke voertuigen – zelfs tijdens een absoluut daarmee niet willen werken of geconcentreerd zijn – aanwezig. Het ik‑besef dat zo ontstaan is, betekent een vollediger functioneren van het gehele ik, zelfs binnen het menselijk voortuig.
Misschien wordt het u nu duidelijk, dat het “ken uzelf” niet alleen maar een slogan is als: “Mens wordt meer bewust”, maar gelijktijdig ook betekent: een weg om meer van de totale kracht van je wezen te kennen en te beheersen.
Met dit alles bent u natuurlijk niet zonder meer een stap verder. Maar wanneer u dit beeld eenmaal hebt en u krijgt een klein beetje begrip van het spel van de krachten uit hogere werelden, zoals dat ook in en door jezelf tot uiting kan komen, dan krijg je wellicht ook een groter vertrouwen in jezelf. En dat heb je m.i. wel nodig. Want de mens vertaalt een groot gedeelte van wat hij ontvangt in termen, die niet waar zijn in zijn eigen wereld en schept daardoor in zichzelf problemen als verwachtingen die in zijn eigen wereld niet realiseerbaar zijn.
Laten wij het eenvoudigste voorbeeld nemen. Geestelijk ken je de sensatie van vliegen. Iemand heeft die sensatie overgenomen (ze behoort in feite tot een astraal voertuig). Nu denkt hij: Ik kan vliegen. Als hij dat nu toevallig denkt op de 15e etage van een wolkenkrabber, en hij probeert het, dan bereikt hij het inderdaad, maar dan wel astraal. De rest wordt begraven. Er is dus een verschil tussen de werkelijkheden van al die werelden en de stoffelijke werkelijkheid.
Ik geef u een ander voorbeeld: Mensen hebben elkaar in 40 jaar niet gezien en plotseling zegt één van hen: Ik voel contact met de ander. De ander moet komen. Die ander komt helemaal niet. Hij probeert langs allerlei wegen contact met de ander te krijgen, maar die zegt: hoor eens, ik heb de laatste jaren niet eens aan je gedacht. Daar zit je dan met al je gevoeligheid. Maar realiseert u zich nu dat bv. op levensniveau of in een zomerlandsfeertje dit contact voortdurend kan bestaan. Wanneer dat contact daar aanwezig is en u wordt u bewust van uw voertuig aldaar, dan krijgt u de indrukken die daar thuishoren terug naar uw eigen wereld en u gaat een verwachting creëren. En dat geeft teleurstellingen en kan een zeker verzet baren en daardoor grote moeilijkheden geven. Maar nu kan ik wel iets anders doen. Ik heb ditzelfde gevoel van: Ik kan vliegen. Maar ik neem dit beeld vliegen en geef mijzelf daaraan over. Ik visualiseer mijzelf als vliegend. Eén van de meest bekende voorbeelden, die ook voor sommige meditaties wel gebruikt worden, is het zich voorstellen dat u een meeuw bent die boven de golven of desnoods boven een haven vliegt. Golven zijn meestal beter omdat het wel beweging is, maar geen grote afleiding veroorzaakt, wat een haven wel doet. Doe je dit volledig dan wordt hierdoor het bewustzijn overgebracht naar het astrale en het astrale voertuig kan – al is het op aarde niet helemaal zichtbaar – wel degelijk vliegen. Het kan vanuit de normen van de astrale wereld rekenend, overzicht gewinnen en kan de gehele aarde bezoeken. Op deze manier kun je dus wel je bewustzijn overhevelen naar die andere sfeer.
Als je al die moeilijkheden overwogen hebt, dan kun je je afvragen wat je ertegen kunt doen. Dat is heel eenvoudig. Neem elke innerlijke ervaring als een op zichzelf staande werkelijkheid die niet noodzakelijkerwijze betekenis heeft voor de materie. Nu kun je je wel op jezelf richten. Je kunt in jezelf opgaan en je kunt in jezelf vele verschillende werelden, waarin ook bekende figuren, gestalten en mogelijkheden een rol spelen, zien optreden, zonder dat je probeert dit onmiddellijk naar de materie te transformeren. Want dat kun je niet. Je kan wel de kracht transformeren, maar niet een situatie. En het zal u duidelijk zijn dat men op die wijze contacten in stand kan houden, die anders niet in stand te houden zijn.
Punt 2: Die andere werkelijkheid kan meer voortdurend continu worden erkend en beleefd. Ze kan een stoffelijke werkelijkheid natuurlijk niet vervangen, zoals een stoffelijke werkelijkheid een geestelijke werkelijkheid niet vervangen kan. Maar hierdoor ontstaat een gerichtheid en degene die gedroomd heeft dat die ander hem zou opzoeken, zal misschien de ander nu gaan opzoeken. Er is geen gelijkvormigheid, maar er is wel degelijk beweging. En wat méér is, de kracht die hij put uit de sfeer, waarin dit feitelijk plaatsvindt, zal hem vaak helpen tegenstanden te overwinnen, om allerlei moeilijkheden uit de weg te ruimen, ja zelfs om een zogenaamd gelukkig toeval te creëren.
Eén van de beste voorbeelden is: Iemand maakt een vliegreis naar een andere bestemming, maar er ontstaat een fout, waardoor hij in de stad moet landen en een nacht moet overblijven, waarin de ander aanwezig is. Ik noem hier een feitelijk voorbeeld dat nog niet zo lang geleden op een dergelijke wijze tot stand is gekomen.
Nu zult u begrijpen dat wat wij in ons dragen een werkelijkheid is en dat het aanvaarden van die werkelijkheid als een op zichzelf staande werkelijkheid helpt om – zij het beperkt – analogieën ook materieel mogelijk te maken. Naarmate de sfeer, waarin de contacten beleefd worden hoger ligt, zal de verwezenlijking, volgens menselijke voorstelling moeilijker zijn. Men zal gelijktijdig een reële verwezenlijking die dan vaak meer sferen omvat, ook dichterbij komen.
En hiermee heb ik naar ik meen een beeld opgebouwd, waarin u alles wat die kracht betekenen kan, kunt samenvatten. U beschikt over die kracht. U hebt relaties in andere werelden. Sommige van die relaties zijn met wezens die nog niet geboren zijn. Andere met wezens die al lang uw wereld verlaten hebben. Deze relaties zijn vanuit uw stoffelijke wereld denkbeeldig. Ze zijn daarin niet reëel. Maar ze helpen wel om alles, wat met die relatie in die andere wereld in verband zou staan, om te zetten in een stoffelijke mogelijkheid of contact dat daarmee toch een vergelijkbaarheid heeft.
Probeer nooit in jezelf te zien en jezelf te ontleden. Probeer wel de vele beelden van jezelf te erkennen die je in jezelf draagt. Die vele afzonderlijke persoonlijkheden die je schijnt te bezitten en die alle de uiting plegen te zijn van een besef in een andere wereld. 0p deze wijze leert u de krachten ook in uzelf te dragen en te ontwikkelen en leert u zelfs een zekere beheersing te krijgen t.a.v. het stoffelijk gebeuren. Probeer daarnaast uw bewustzijn zo groot mogelijk te maken, juist van die toestanden, waarin u geen persoonlijkheidsvoorstelling meer hebt, maar eerder denkt in licht of in kleur. Deze nl. geven voertuigen aan die in een wereld leven, die niet definieerbaar zijn volgens stoffelijke normen en die dus in verhouding een zeer hoog potentieel hebben t.a.v. uw eigen wereld. Uw instelling op dergelijke werelden kan vaak betekenen dat u over meer dan normale vitaliteit en krachten op aarde kunt beschikken.
De Witte Broederschap.
Dat wij ditmaal uw aandacht vragen voor de Witte Broederschap heeft een bijzondere reden. Wij verwachten dat binnen afzienbare tijd de activiteiten van onze broederschap op velerlei terreinen op aarde kenbaar zullen worden en wij menen dat – gezien ook de te verwachten resultaten en effecten van de komende Wessac bijeenkomst – de ingrepen in de daaropvolgende periode zeer veelvuldig noodzakelijk zullen zijn. Het is daarom dat wij er prijs op stellen in verschillende, volgens ons daarvoor geschikte groepen, enige toelichting te verschaffen.
De Witte Broederschap, een zeer grote en zeer omvangrijke groep van geesten, die ook een aantal leden in de stof kent, is de laatste tijd bezig geweest om een groot aantal ontwikkelingen die ongewenst leken, af te dempen. Ons doel is niet het totaal van de ontwikkelingen, zoals ze thans plaats vinden, te verstoren. In vele gevallen zullen wij een progressie van bepaalde aspecten onvermijdelijk vinden of zelfs bevorderen. Want in deze periode zal het gedrag van de wereld en daarmee de menselijke mentaliteit zeer sterk en zeer snel moeten veranderen. Hierbij is het belangrijk dat de mens ook veel meer dan tot nu toe loskomt van een te sterk gebonden materialisme en open gaat staan voor de vele geestelijke, of zo u wilt, occulte en mystieke invloeden, die hem kunnen helpen een juistere weg in het leven te vinden. Wij hebben daartoe besloten gebruik te maken van een reeks natuurrampen.
Ik stel hierbij uitdrukkelijk dat deze rampen niet zo zonder meer door ons zijn veroorzaakt. Het zijn rampen die, gezien de hele toestand van de aarde, bijna onvermijdelijk zijn, maar waarvan wij de effecten in vele gevallen kunnen richten.
U zult begrijpen dat wij dergelijke rampen niet graag zien. Maar er is één argument dat wij in deze tijd tegenover de mens steeds weer moeten herhalen. Menselijk leven, zelfs wanneer het 100 jaar lang duurt, is tenslotte maar een klein fragment van de werkelijkheid van geestelijk bestaan. Als zodanig is het belangrijk voor de lering die eruit voortkomt, maar onbelangrijk t.a.v. duur. Wij menen ook dat, wat u waarschijnlijk een grote ellende op aarde noemt, in vele gevallen niet veel meer is dan een ogenblik kiespijn of een klopje van een hamer op een nagel in uw wereld. Wij zien de werkelijkheid wat dit betreft iets beter en naar ik meen objectiever dan u. Daarom is het voor ons ook niet zo belangrijk alle lijden voor de mensheid te vermijden. Wel is het belangrijk die mensheid zo snel mogelijk te overtuigen van de noodzaak anders te leven en te reageren.
Er zullen in dit jaar verschillende malen oorlogsdreigingen zijn en ook in de afgelopen periode zijn er enkele spanningen opgetreden, die veel groter zijn dan het normale publiek zich bewust kon worden. Wij moeten aan alle kanten ingrijpen. Wij hebben daartoe reeds het merendeel van de ons ter beschikking staande geesten, die voldoende kennis hebben omtrent de aarde, gemobiliseerd. In deze periode menen wij een zeer belangrijke stap voorwaarts te kunnen doen in de goede richting. Daarnaast menen wij dat het noodzakelijk is om een zo groot mogelijke geestelijke invloed uit te oefenen via alle kanalen. Wij zijn niet progressief. Wij zijn niet behoudend, maar wij zijn realisten. En de realiteit zegt ons dat mensen die op het ogenblik anders denken dan gangbaar is, mensen die waarschijnlijk worden beschouwd als vijanden van een bestaande maatschappij, de enige zijn die omstandigheden kunnen opvangen, waarbij materiële mogelijkheden veel minder worden.
Wij zijn ervan overtuigd dat er een economische crisis komt. Wij zijn ervan overtuigd dat die crisis gebruikt kan worden om i.p.v. een verarming van bepaalde delen van volkeren te veroorzaken, een totaal nieuwe sociaaleconomische structuur op te bouwen. Wij kunnen er verandering in brengen. En die veranderingen zijn erg belangrijk.
Wanneer een mens leert te leven met een groter deel van zijn innerlijke kracht, wanneer de mens daarnaast leert begrijpen hoezeer hij de verbondenheid met anderen nodig heeft, zo kunnen wij daardoor een nieuwe mensheid en een nieuwe m.i. ook juistere vorm van menselijkheid over de gehele wereld vaste voet doen vatten.
Er zijn natuurlijk dingen die minder prettig klinken. Wij zullen bv. in de komende tijd een aantal staatslieden moeten elimineren. Wij doen dit niet graag. Het betekent dat wij de volledige verantwoording dragen voor de persoon tot de volgende incarnatie. Dit is een verantwoording die heel wat groter is dan men op het eerste gezicht zou zeggen. Maar wij hebben deze maatregel reeds nú genomen. Wij zullen in de toekomst deze maatregelen verder nemen, óók wanneer dit betekent dat wij werkelijk publieke figuren moeten laten vallen en de daaruit volgende machtsstrijd met onze eigen invloed en middelen moeten trachten te redigeren.
Het klinkt alsof de Witte Broederschap almachtig is. Dat is zij zeker niet. Zij kan werken binnen het kader van de heersende denkbeelden en invloeden. Ze kan niet zonder meer opeens en in voldoende omvang nieuwe denkbeelden en invloeden scheppen. Dit betekent dat wij moeten werken met het materiaal dat aanwezig is. En dat materiaal – u zult mij moeten vergeven dat ik u als mens dit zeg – laat in vele aspecten toch wel te wensen over. Wij vrezen zelfs dat enkele zeer grote explosies daardoor onvermijdelijk zijn. En nu doel ik niet op het vallen van grote atoombommen, maar wel op terreurdaden van grote omvang en waarschijnlijk ook vanuit een bepaald gouvernement gestimuleerd. Een bomaanslag die zeer vele levens zal gaan kosten. Maar wanneer deze weg de enige is die tot het doel kan voeren, lijkt het ons beter deze te gebruiken, dan de mensheid over te laten aan de verwarring die voor haar gaat komen.
Wij als gemeenschap vanuit de geest zijn opgebouwd uit een groot aantal verschillende sferen. Dat wil zeggen dat de vormen van bewustzijn, die binnen ons kader optreden, zeer different zijn. Wij vinden bij ons net zo goed als bij u een bijna ambtelijke mentaliteit. Wij vinden mensen – zo u zeggen wilt geesten – die onmiddellijk willen ingrijpen en wij vinden daarnaast geesten die menen, dat het voldoende is om de positieve liefde in de mens te stimuleren om alle problemen op te lossen. Maar wij hebben ook te maken met een wereld die door u bepaald wordt. Ook door u.
In deze wereld moeten wij nieuw inzicht scheppen. Ons doel is: de bewustwording van en de instandhouding van de mensheid. Beide zijn alleen mogelijk wanneer wij met alle krachten ingrijpen en daarbij uiteraard gebruik maken van vele verschillende mogelijkheden, capaciteiten en inzichten die binnen onze groep vertegenwoordigd zijn. Het heeft op dit moment geen zin om een enkele persoon op aarde als ingewijde of meester volledig binnen de aandacht van alle mensen te brengen. De tijd is niet rijp voor het reëel uitleven van een dergelijke lering. Wel voor de hysterische verering van een persoon. En dit gebeurt in deze tijd al te veel. Wij zullen dus daaraan een eind moeten maken en het niet stimuleren.
De grote vraag waarvoor de Witte Broederschap zich gesteld ziet – een vraag waarvan de uiteindelijke oplossing naar ik meen de dag na het Wessacfeest bekend zal zijn – is deze: In hoeverre kunnen wij desnoods een decimering van de huidige mensheid toelaten? Want dit, mijne vrienden, zou het onvermijdelijk resultaat zijn, wanneer wij bepaalde machten, die nu bestaan, het mogelijk zouden maken hun voornemens ten uitvoer te doen brengen.
Wij zoeken op dit ogenblik naar een antwoord. Eerst wanner wij weten welke krachten ons ter beschikking staan en daarnaast zuiverder kunnen overzien welke bijzondere tendensen uit de kosmos de aarde zullen treffen, zullen wij een volledig antwoord geven. Wanneer de tijd is gekomen om dit antwoord te geven, zo kunt u ervan verzekerd zijn dat wij ook dit aan u en aan allen zullen mededelen. Maar op dit ogenblik moeten wij een beroep doen op de mens. Vele plannen, die wij hebben gemaakt, zijn op de een of andere wijze niet volledig. Wij weten dat er nu geen tijd meer is om die plannen zo en zo volledig tot uitvoer te brengen. Ik zou het misschien als volgt kunnen uitdrukken Door ontwikkelingen op aarde, waarmee wij onvoldoende rekening hebben gehouden, zijn wij in meerdere opzichten in tijdnood gekomen. In de komende tijd zullen zeer veel dingen gebeuren die uw aandacht vragen. Er zullen zeer veel spanningen rond u zijn. Wij hebben behoefte aan mensen, die harmonisch zijn. De Witte Broederschap kan moeilijk werken met mensen die zichzelf hebben opgezweept tot een zeer eenzijdige mening of misschien zelfs hysterie. Wij kunnen alleen werken met mensen die bereid zijn ogenblikkelijk waar zij kunnen te helpen, zonder dat zij daarbij een bepaalde richting hebben gekozen of tevoren een voorbehoud hebben vastgesteld. Wij menen dat degenen die deze lezing op dit moment bijwonen, zowel als vele anderen die wij hebben getracht te bereiken, in staat zijn een dergelijk isolement uit de gevoelens van de omgeving tot stand te brengen.
Dit betekent niet, dat u geen belangstelling moogt hebben voor uw wereld. Het betekent wel dat u de betrekkelijkheid van alles wat u zal worden medegedeeld in velerlei vormen zult moeten beseffen. Het betekent niet dat er geen ontwikkeling plaatsvindt op deze wereld. Het betekent wel dat elke voorlichting, die u daarover gaat ontvangen, zodanig eenzijdig en verwrongen zal zijn dat u geen werkelijk inzicht in gevaren en mogelijkheden meer krijgt.
En daarom is het beter dat men zich niet laat brengen tot een overtuiging, tot een vaste mening, een vaste wanhoop. Want dit laatste zal naar ik vrees, bij velen langzaam maar zeker de overhand gaan gewinnen. Indien u rustig kunt blijven, beseffende dat uw levensmogelijkheden ondanks alles redelijk goed zullen blijven, wanneer u zich realiseert dat met alle veranderingen de werkelijke relaties van geestelijke waarden blijven voortbestaan, wanneer u zich realiseert dat ingrijpen voor u betekent helpen. Daar waar u zelf en persoonlijk helpen kunt, niet trachten anderen tot ingrijpen te bewegen, daar zult u ons de mogelijkheid geven een groot gedeelte van onze krachten ook via u in deze wereld tot uiting te brengen.
Wij hebben contacten nodig. Deze contacten worden voor een groot gedeelte bepaald door harmonie. Een ingewijde is qualitate qua harmonisch met ons. Iemand die niet ingewijd is of gedeeltelijk ingewijd, kan alleen harmonisch zijn, wanneer hij of zij voldoende rustig is. Wij moeten spelen en werken met het bovenbewustzijn van de mensen, de gedachteninvloeden die daar op dit moment dominant zijn. Wij moeten deze verschillende invloeden tegen elkaar afwegen en trachten daarin die kleine varianten te instigeren die de voor ons wenselijke ontwikkeling kunnen bevorderen. Maar als u op aarde met ons harmonisch bent, dan hebben wij via u een directe mogelijkheid tot uitstraling van gedachten en krachten in uw omgeving.
Wij beschikken in de Broederschap op dit moment over meerdere duizenden verspreid over de gehele aarde die als een bewust centrum kunnen dienen. Wij hebben daarnaast over de gehele aarde schattingsgewijs 20.000 personen, die voldoende gevorderd zijn om praktisch regelmatig, zij het ook onbewust, met ons harmonisch en in contact te zijn. Wij hebben om datgene te doen wat wij wensen te volbrengen; het creëren van een werkelijke verandering en daarmee een vrede plus een nieuwe ontwikkeling van de mensheid ongeveer 5 à 6 miljoen mensen nodig. Wij kunnen die mensen niet en masse vinden. Maar wanneer wij uit elke groep, die wij op deze wijze benaderen, 3 à 4 personen kunnen gewinnen, dan zullen wij daarmede reeds een voldoende omvangrijk netwerk voor uitstraling van kracht kunnen opbouwen,
Het is daarom dat ik mij deze avond tot u wend, het is daarom ook dat velen van de broeders van onze Witte Broederschap, waaronder velen die naar uw opvatting toch wel tot de hogere graden behoren, op het ogenblik over de gehele wereld en via vele verschillende media, via inspiratie en alle beschikbare middelen zich uiten.
Het is onze poging om in de mensheid een voldoende aantal en een voldoende kwaliteit te mobiliseren om de schijnbare negativiteit van de huidige periode te doen veranderen in een volledig positieve ontwikkeling van geestelijke geaardheid en van nieuw denken.
De mens, die denkt, schept daarmede zijn eigen indruk van de wereld. Indien zijn denken verandert, verandert de indruk die hij heeft van die wereld, maar verandert óók – en dat is belangrijker – zijn beleving van en benadering van die wereld. Indien wij voldoende mensen via uitstraling kunnen bereiken, is het mogelijk hun gedrag, hun reactie op deze wereld, aanmerkelijk te wijzigen. En het is deze aanmerkelijke wijziging bij schattingsgewijze 1% van de wereldbevolking – en dat is heel veel – die voldoende is om binnen 8 jaren een volledige ommekeer tot stand te brengen. Wij weten dat de invloeden die vanuit de kosmos tot op heden de aarde benaderen, voor het merendeel van de mensen een negatieve uitwerking heeft. Hartstochten laaien op: onbedachtzaamheid, traagheid van reactie, eigenzinnigheid, blindheid voor feiten, zijn het gevolg daarvan. Wij weten dat deze invloeden nog een groot deel van het heersende kalenderjaar zelfs domineren. Maar wij beseffen ook dat je met een zeer kleine verandering van mentale benadering, een zeer kleine verandering van geestelijke oriëntatie, diezelfde krachten tot zeer positieve en nuttige waarden kunt maken, die de mens helpen om bepaalde dingen, die moeten verdwijnen, af te breken, die de mens kunnen helpen bepaalde denkbeelden, die eigenlijk overleefd zijn, eindelijk in zich en anderen te vervangen door een open denken, waarin weer plaats is voor de werkelijkheid van de gehele wereld.
Wij menen dat de invloeden die hiermee zelfs in de natuur ingrijpen, een grote betekenis kunnen hebben voor het ontstaan van nieuwe gevoelens van broederschap en verwantschap. Onze poging om in te grijpen is begonnen.
Onze poging te werken door mensen, die niet behoren tot geschoolden in onze erkende groepen, zal waarschijnlijk binnen twee maanden moeten beginnen. Ik spreek steeds in uw tijd. Dit betekent dat wij in een betrekkelijk korte tijd vele tienduizenden moeten vinden, wier harmonie voldoende is om door hen te werken. U kunt daar uiteraard weinig toe bijdragen. Maar u kunt er wel toe bijdragen uw medemensen zelf een gevoel van harmonie, een gevoel van vrijheid, misschien een gevoel van verminderde zorg ook te geven. Indien u daartoe wilt bijdragen zult u onze Orde, onze Broederschap en de mensheid zeer zeker diensten bewijzen waarvan u de omvang pas later zult kunnen beseffen.
Er is eens gezegd dat een veldslag verloren werd, omdat één man één nagel in een hoefijzer van een paard niet had. Wij hopen niet in een degelijke situatie te verkeren of te komen verkeren. Maar het is zeer belangrijk, dat er verschillende brandpunten op deze wereld met een zo voldoende contact zijn dat wij van daaruit kunnen ageren. Op deze punten juist moeten wij trachten mensen te vinden, die ons kunnen helpen a.h.w. direct de kracht, die wij bezitten, de gevoelens en denkbeelden, die wij menen te moeten doorgeven, te verbreiden. Dan kunnen waarschijnlijk zeer vele voor de mensheid onaangename en voor ons niet wenselijke ontwikkelingen voorkomen worden.
Ik volsta hiermee. Ik ben mij ervan bewust dat velen van u nu denken: Wij zullen meewerken. Maar dit “wij zullen meewerken” is niet voldoende. U dient voor uzelf een zo groot mogelijke harmonie, ja, levensvreugde na te streven, gepaarde gaande met het openstaan voor uw medemens en een bij wijze van spreken doof zijn voor de stortvloed van meningen en inlichtingen, die u van elders zal overstelpen. Werk harmonisch en vreugdevol, juist in uw eigen omgeving. Daarmee bewijst u ons een grote dienst. Daarmee maakt u ook uzelf tot een belangrijk en nuttig deel in deze verandering van de wereld.
Nabeschouwing.
Ik moet zeggen dat dit een beroep is waar de Orde geheel achter staat. De spreker behoort tot de hoogste regionen van de Orde en laten we zeggen tot de middelbare orde van de Witte Broederschap. Het is natuurlijk aardig om een dergelijk beroep te doen. Het kan erg indrukwekkend zijn. Maar je kunt daar, geloof ik, pas wat mee doen, wanneer je eerst voor jezelf de overtuiging hebt gewonnen dat zij gelijk hebben. En dat is niet zo gemakkelijk.
Het zal u duidelijk zijn dat veel van wat wij hebben gezegd en hebben gezegd en hebben voorspeld werkelijkheid wordt. Ook al is die werkelijkheid minder spectaculair dan wij zouden wensen. Maar wanneer u ziet dat hetgeen we hebben gezegd omtrent de economische tendensen en al het andere ergens waar is, wanneer u ontdekt dat die eigenaardige frictie, die tegenstelling, die op het ogenblik in elk land ontstaat – u noemt het waarschijnlijk ultralinks en ultrarechts – dat dat ook hier in Nederland, een land waar men verdraagzaam is, de kop opsteekt, dan zal dat u misschien toch aan het denken kunnen zetten
Wij hebben u altijd, voor zover het mogelijk was, ingelicht over de feiten. Wanneer u nu naar de feiten kijkt, dan zult u zien dat het beeld dat men heeft, op welk terrein dan ook, uitermate verward is. Het beeld van de sociale ontwikkelingen en structuur is verward, ongeacht alle plannen. De economische toestand is zeer verward, terwijl wij gelijktijdig hoogtepunten en absolute dieptepunten naast elkaar zien. Het is niet mogelijk een redelijk verloop van het economisch verloop werkelijk te voorspellen. Wanneer u rekening houdt met hetgeen er gebeurt in denken en geloof, vindt u alweer hetzelfde. Een inkeer naar een zekere vroomheid aan de ene kant, een enorme worsteling om vrijheid van dogma aan de andere kant.
Het zijn tegenstellingen die u duidelijk kunnen maken dat er iets aan de hand is. En wanneer u dan denkt dat alles wat daarover gezegd en geschreven wordt, eenzijdig is; dat een groot gedeelte van de voorstellingen die men geeft dogmatisch bepaald wordt, propagandistisch verwrongen wordt, dan zult u misschien ook begrijpen, dat het beter is niet meteen af te gaan op een hoofdartikel of het nu in “Trouw”, “Het Volk” of de “Telegraaf” staat.
En dat is hetgeen – naar ik geloof – wat als eerste stap kan gelden. Neem kennis van hetgeen er in de wereld gebeurt – dat doet u toch – maar denk s.v.p. niet dat het allemaal precies zo is. Als u op de televisie een massacre getoond wordt, dan moet u zich wel realiseren dat dat één fragment is uit een grote gebeurtenis en dat die grote gebeurtenis over het algemeen genomen misschien helemaal niet zo erg is. Men zal u beloften voorgoochelen die niet waar worden. Realiseer u dat.
Realiseer u hoe weinig u weet omtrent het werkelijke gebeuren op deze wereld. En zeg dan tegen uzelf: wanneer ik er niet genoeg van weet, kan ik er ook niet over oordelen, dus laat ik nu eerst maar eens kijken wat ik in mijn eigen buurt kan doen. Laat mij eens kijken, wat ik aan kracht en mogelijkheden en gedachten in mij zelf ontdek. En probeer dat een beetje optimistisch te doen. Een beetje blijmoedig. Met die blijmoedigheid en het loskomen van de u opgedrongen meningen alleen al geloof ik dat u veel hebt gedaan voor de Witte Broederschap en daarnaast zult u waarschijnlijk ook verder komen in de richting van de verdraagzaamheid en dat is voor ons ook erg belangrijk.
Wij hebben ons in de Orde onder de Witte Broederschap gesteld en om één van mijn vrienden, die de laatste tijd nogal eens als spreker moest optreden – soms tegen zijn zin – te citeren: “wij werken ons de pokken” (Henri). Dat is natuurlijk niet erg, wij doen het met vreugde, maar wij zouden zo graag zien dat er resultaten uitkomen. Dus u doet ook vanuit het standpunt van de Orde iets goeds, wanneer u die harmonie schept. En dan is het niet belangrijk of u die krachten krijgt, in uw eigen idee, van de Broederschap of van de Orde, van Jezus Christus of van iemand anders. Wanneer u maar de kracht vindt om in uw wereld een klein beetje rust een beetje verdraagzaamheid te scheppen en vooral de mensen te helpen, ook wanneer u denkt dat ze het niet verdienen. Wanneer ze het nodig hebben, help ze. Wanneer u dat doet, is dat de beste methode om te beantwoorden aan alles, wat hier gezegd is.
Hiermee heb ik gelijktijdig gezorgd dat de spanning, die wat aan de te hoge kant was, kon afvloeien, zodat wij kunnen sluiten.
Verder hebben wij de mogelijkheid u in de komende maanden, wanneer dat ter zake is, voor te lichten, niet alleen over wat er in de wereld gebeurt, maar vooral over de geestelijke werkingen en krachten die er aan de gang zijn. En dat wij een kring als deze als zeer belangrijk zullen beschouwen, niet alleen wat voorlichting betreft, maar vooral ook voor het scheppen van een juiste sfeer, kunt u wel begrijpen.
Denkt u erover na en wanneer u denkt, dat u kunt meewerken, graag, want wij hebben u hard nodig. Waarom? Omdat de Orde zich erg veel met de stof bezighoudt. Zij is dus op de hoogte van de actuele ontwikkelingen e.d. en dat schijnt op het ogenblik binnen de Broederschap belangrijk te zijn. Waarmee wij ons wel gevleid voelen aan één kant, maar aan de andere kant toch uitzien naar het ogenblik dat wij weer rustig op onze eigen manier verder kunnen gaan.