Tussenbalans

image_pdf

uit de cursus ‘De wereld’ (hoofdstuk 9)  – juni 1974

Tussenbalans.

Als wij de wereld bekijken zoals die er op het ogenblik bij staat, dan vallen ons vele eigenaardige dingen op. Bijvoorbeeld: het luchtverkeer neemt toe, maar gelijktijdig blijkt dat steeds meer luchtvaartondernemingen in feite op gemeenschapskosten draaien. De TWA (Transworld Airlines) bijvoorbeeld heeft dit jaar een tekort van 250 miljoen gulden. Ze hebben dat in het afgelopen jaar gehad, voor dit jaar is dat nog niet bekend, daar komt nog wel wat bij. Vier grote ongelukken waarbij 690 passagiers betrokken zijn, gedood zijn er ongeveer 48. Dat is een eigenaardige situatie. Waarom? Overal willen de mensen voor hun prestige kennelijk luchtverkeer. Gelijktijdig maken ze overal rommel.

Laten wij eens kijken in de politiek. Wij hebben heel wat werk gehad om Nixon te overtuigen dat hij de banden moest publiceren. Dat werkte in ieder geval.

Inmiddels zitten wij ook met grote moeilijkheden in China. In China schijnt een aflossing van de wacht nu bijna onvermijdelijk te zijn. Ook daar moet men ervoor zorgen dat het niet te dwaas gaat worden.

Verder is er een toenemend aantal fabrieken op deze wereld die zich toeleggen op de productie van allerlei explosieve middelen, aandrijfstoffen, liquide gassen, die ook voor strijdmiddelen bruikbaar zijn. Wij hebben er tot nu toe drie van opgeruimd, maar we kunnen dat niet onbeperkt blijven doen. De mensen zouden er zelf wat aan moeten doen.

Wat de vervuiling overal betreft, we hebben eraan gedacht om eens een bepaalde rivier wat te helpen. Er is een mogelijkheid tot algengroei en als we dat nu tot een lekkere dikke smurrie konden laten worden, dan zou dat misschien wel helpen. Uit zichzelf doen de mensen er niets aan. Terwijl ze aan de ene kant ijveren voor het milieu, gooien ze aan de andere kant hun rotzooi in de gracht. Dus heel erg goed zit het niet.

Misschien zouden wij naar het gedrag van de mensen moeten kijken. In het afgelopen jaar in Nederland: ouderen aangevallen door jongeren zonder bekende redenen en zonder beroving: 129. Aantal gevallen van verkrachting: 723. Aantal gevallen van kleine diefstallen, gerekend over het gehele land, inbegrepen autodiefstallen en winkeldiefstallen: ongeveer 120.000. Verkeersovertredingen in het afgelopen jaar, ca. 90 miljoen. Respect voor wet en orde is er kennelijk niet bij.

Laten we eens kijken wat men daartegenover heeft gepresteerd. Politieoptreden over het algemeen onvoldoende. Uitrusting van de politie over het algemeen onvoldoende. Personeelssterkte van de politie over het algemeen onvoldoende. Er wordt voor de hoofdstedelijke politie, waarvan ongeveer 60% van de benodigde sterkte aanwezig is, aan middelen veel te weinig uitgetrokken. Zou men alleen het bedrag dat onrechtmatig wordt opgegeven voor doeleinden van de universiteit erbij hebben, dan zou men het politiekorps wel kunnen uitbreiden.

Als ik dit allemaal bekijk, dan vraag ik mij af, zijn de mensen gek geworden? Wat is er aan de hand? Maak ik de balans op dan zie ik, tegenover al die dingen staat ook weer dat steeds meer mensen zich be­wust worden van hetgeen ze voor een ander moeten doen. Steeds meer mensen zoeken hun eigen wegen te vinden en steeds minder mensen zijn geneigd overmatig energie te verbruiken zonder dat er enige reden voor is. Steeds meer mensen beginnen besef te krijgen dat hun bu­ren ook wel eens iets nodig zouden kunnen hebben en dat het niet vol­doende is ze alleen goedendag te zeggen. Steeds meer mensen komen tot het besef dat vrijheid voor de medemens het hoogste goed is en dat hij daar recht op heeft, zelfs als hij een andere huidskleur of een ander geloof heeft. Dus ziet het er wel weer goed uit. Maar als je die met elkaar vergelijkt, dan kom je tot de conclusie:

Door gebrek aan orde en bij gebrek aan bewaking van de orde zijn er orde-excessen ontstaan die steeds toenemen over de gehele wereld. Gelijktijdig is er een grotere bemoeiing met de medemens en in vele ge­vallen is die inderdaad gericht op de grotere vrijheid van de medemens. Iets zeer interessants. Dit zijn summiere feiten wat de mensen betreft.

Wat doet de aarde zelf? De aarde bouwt op het ogenblik zeer grote spanningen op; o.a. bij Japan en bij de Andreas-trench. Er zijn tevens lichte verplaatsingen van magmahaarden te zien. Dit doet veronderstel­len dat er binnenkort weer vulkanische verschijnselen van enigerlei aard zullen optreden. In enkele gevallen vraag je je af of dat niet een tragische gebeurtenis zou kunnen worden, omdat enkele van die vulkanen tamelijk dicht bij bewoonde gebieden liggen.

De aarde blijkt verder nogal onvriendelijk te reageren op de menta­liteit van bepaalde landen. Het is opvallend dat deze reactie zich onder meer gaat manifesteren juist in Zuid-Amerika. Daar moeten natuurrampen ge­beuren, dat lijkt onvermijdelijk. Er is daar een enorme veldverdichting. Wat moeten wij verder nog verwachten? Natuurgeesten blijken eveneens in bepaalde gevallen te zullen in­grijpen. Hier moeten wij rekening houden met het feit, dat ze zich voor­al zullen manifesteren in die delen van de wereld waar ze lange tijd nog betrekkelijk vrij zijn geweest van voor hen storend menselijk denken. Wij moeten aannemen dat door hun ingrijpen er ook nog een aantal onaangename en misschien vreemde verschijnselen veroorzaakt worden in Afrika. Ik verwacht daar dan ook een opleving van magie en mogelijk de stich­ting van een overigens niet lang levende nieuwe religie.

Verder verwacht ik een aantal eigenaardige gebeurtenissen in Australië. In de binnenlanden vooral schijnen er ongewone situaties voornamelijk op weerkundig gebied tot stand te kunnen komen. Soortgelijke verschijnselen waarbij natuurkrachten, ik denk hier vooral aan vuur en watergeesten, een grote rol kunnen spelen, kunnen ook optreden in het noordelijk deel van Canada en in een deel van Alaska.

Het ziet er naar uit dat de bezielende krachten van de aarde en ook de aarde zelf de onevenwichtig aanvoelen die in deze tijd bestaat. Het is te verwachten dat zij op hun manier daar iets aan zullen doen. Wat het precies gaat worden, kun je nooit met zekerheid zeggen. Wij kunnen proberen dit vanuit de Witte Broederschap te leiden. We kun­nen proberen daarin veranderingen tot stand te brengen, maar wij kunnen het niet helemaal veranderen.

Het is mogelijk dergelijke veranderingen van tevoren te zien. Er is dan een verandering in de uitstraling op dat terrein. Vooral als er natuurgeesten bij betrokken zijn, dan kun je die uitstralingen tamelijk eenvoudig verklaren. Het is moeilijk om dat helemaal duidelijk uit te leggen.

U kent waarschijnlijk wel het begrip van de Kirliaanse fotografie. Dat is een zogenaamde aura- of lichaams- of celstralingsfotografie waardoor een bepaald veld wordt geprojecteerd op het levende organisme en dat wordt dan gefotografeerd. Bij deze fotografie ziet men een soort aura. Het blijkt onder omstandigheden zelfs mogelijk werkelijk delen van de aura te fotograferen Als men nu bij die aurafotografie een kleurenfilm gebruikt, dan ziet men dat de vinger van een gezond mens een tamelijk diep blauwe uitstraling heeft die ongeveer een halve diameter van de vingertop aan beide kanten uitsteekt. Als men diezelfde mens nu een paar borrels laat drinken, dan blijkt dat die uitstraling groter wordt. Ze straalt nu 1 tot 1½ diameter naar alle kanten van de vingertop. Gelijktijdig zien we dat een lichtgeel veld, geënt in het midden van de uitstraling, zich aarzelend manifes­teert, terwijl naarmate het alcoholgehalte hoger wordt daar omheen een heel zacht roze rand zichtbaar wordt. Dit alles is geconstateerd en ook gepubliceerd.

Als wij nu met deze dingen rekening houden, dan kunnen we met de Kirliaanse fotografie veranderingen in een bepaald geheel constateren. Het is zelfs zo dat als we de vingertoppen van een aantal mensen nemen die allemaal een grotere of kleinere blauwe uitstraling hebben en er is er een bij wie we een rood vlak in de uitstraling zien, dan kunnen wij er bijna zeker van zijn dat die mens ziek is of het binnenkort wordt. Ook dat is door middel van 10.000 proeven geconstateerd. Ik vertel u dit alles alleen maar om u duidelijk te maken hoe het in elkaar zit.

Als ik nu naar de wereld kijk en er zijn natuurgeesten aan het werk, dan hebben ze een normale uitstraling. Zien wij bijvoorbeeld een watergeest aan het werk, dan is de uitstraling daarvan zeer lichtgroen tot zilver. Treedt daarin een verkleuring op in de richting van blauw, dan moeten wij rekenen op een grote verandering van ingrijpen, van werking. Die natuurgeesten hebben hun relatie met het water veranderd en dat be­tekent een stormvloed. Het kan onder omstandigheden wervelstormen bete­kenen, maar het kan ook betekenen, en dat is soms heel belangrijk, dat er op één bepaald punt enorme wielingen (draaikolken) zullen optreden.

Zien wij nu gelijktijdig dat de vuurgeesten in de aarde eveneens van uitstraling veranderen (normaal hebben ze een kleur tussen fel geel en geel-oranje) en deze kleur vlammen gaat vertonen en schichten van blauwig ­wit licht met eventueel een arcering van heel diep rood, dan kunnen we aan de hand daarvan zeggen, hier is iets aan de hand.

Er is in de uitstraling wit. Er is dus een overmaat aan energie op dit moment en gelijktijdig een zwaktepunt waarop deze vuurgeesten zich gaan manifesteren of hun krachten laten uitwerken. Zie ik een arcering van rood, dan is het bijna zeker dat deze entiteiten op de een of andere manier zich gaan manifesteren via een vulkanisch verschijnsel. Zie ik een arcering van rood zonder witte schichten in de eigen kleur, dan zal er een bosbrand zijn. Hier is een kleinigheid aan de hand, maar zij gaan zich daaraan zat vreten.

Als wij de wereld van bovenaf bekijken en we letten op al die stra­lingsschakeringen, dan kunnen we in heel veel gevallen een aardige diag­nose stellen.

Nu heeft de aarde zelf ook een uitstraling. Blauw zwemend naar groen. Indien er in die uitstraling veranderingen komen, dan betekent dat dat de hele aarde gaat veranderen; dat de aarde haar relatie met de omgeving gaat herzien en dat ze zo actief wordt dat de gehele wereld daarbij betrokken zal zijn. Dat hebben wij echter, om u gerust te stellen, nog niet geconstateerd. Het einde van de wereld is wel aangekondigd, maar het komt voorlopig niet. Wij zeggen hier, dit is een beeld van krachten die daar leven. Maar er zijn ook ziekelijke verschijnselen.

Als ik zeg dat die natuurkrachten zich vooral zullen uiten in Afrika en Zuid-Amerika, dan zeg ik dit omdat ik hun stralingen daar sterk geconcentreerd zie. In die uitstralingen zijn hier en daar bepaal­de vlekken zichtbaar. Op grond daarvan zouden we moeten aannemen dat Zuid-Amerika vooral met water en met luchtgeesten te maken zal krijgen. Dat zou wijzen op geweldige stormen maar ook op overstromingen.

Kijken wij naar Afrika, dan zien wij daar luchtgeesten, maar die re­ageren kennelijk zeer onstabiel. Er is een bijna spiraalvormig patroon zichtbaar dat zich op dit moment beweegt naar het in het midden van Afrika gelegen deel van Congo (Timboektoe). Dat zou erop wijzen dat hier grote veranderingen komen en dat de luchtstromingen daartoe bijdragen. Ik zie geen abnormale straling bij de watergeesten. Dat zal dus niet veel invloed hebben, al zal er met die luchtstroming hier en daar wel regen vallen.

Wat mij wel opvalt is, dat ik in het groen van de aardgeest zwarte vlekken zie. Deze stippen duiden volgens mij aan dat er met de aarde iets niet in orde is. Maar het zijn aardgeesten, het zijn natuurgeesten. Wij zouden op grond hiervan moeten verwachten dat er in de plantengroei grote veranderingen kunnen plaatsvinden, maar dat er ook bepaalde ziek­ten bij de planten en bij het vee kunnen uitbreken. Of de mensen daarvan verschoond zullen blijven, weten we niet zeker, maar waarschijnlijk lijkt het ons niet. Als we dat zo beschouwen, dan krijgen we een beeld van wat de wereld is en wat ze doet.

Nu heeft u naar ik aanneem de vorige les nog nagelezen. U heeft gehoord wat de Witte Broederschap op het Wessacfeest heeft waargenomen. U weet uit ervaring dat de Witte Broederschap op grond daarvan een be­paald actieplan opstelt. Maar dat actieplan is altijd weer gebaseerd op datgene wat bestaat. Wij moeten werken met de middelen die we hebben. Die middelen zijn voor een groot gedeelte de vreemde spanningen, die in een bepaalde kleur voor ons zichtbaar worden en die overal op de aard­korst aanwezig zijn.

Je kunt een dergelijke spanning versterken; dan verhevigt zich het effect. Je kunt ook proberen zoveel mogelijk spanning weg te nemen. In die gevallen wordt het effect aanmerkelijk kleiner dan het normaal geweest zou zijn. Je kunt dus niet alle effecten teniet doen, maar je kunt ermee manipuleren.

Die manipulatie is in de afgelopen jaren niet onaardig geslaagd en voor een tussenbalans zou ik willen zeggen, wij hebben deze grote fase van verandering waarin de gehele wereld zich bevindt tot nu toe redelijk in de hand kunnen houden.

Kijk ik naar wat nu voor ons ligt, kijk ik naar de uitstralingen van de Wessac en de uitstraling van de aarde, dan vraag ik mij af of ons dat helemaal zal kunnen gelukken. Want de spanningen in de mensen kun je als geest niet beheersen; die zijn velerlei. Eigenlijk moeten de span­ningen van de mensen alleen gecompenseerd kunnen worden op geestelijk niveau. Waar een mens ontvankelijk is voor geestelijke waarden, daar kun je veel compenseren. Daar kun je als geest voor zorgen dat die mens een mate van evenwichtigheid behoudt, dat hij niet overprikkeld raakt op welk gebied ook, dat hij aan de andere kant ook niet in een stupor vervalt. Maar het aantal mensen dat geestelijk openstaat, al neemt het steeds toe, is betrekkelijk klein. Een groot aantal mensen is helemaal afgeslo­ten. Ik zou u een aantal staatslieden, grote magnaten e.d. kunnen noemen waar je geestelijk nog niet eens inkomt met drie ladingen dynamiet, laat staan met een vriendelijke boodschap. En juist deze mensen hebben een gro­te invloed op het verloop der dingen. De gang van zaken wordt bepaald door mensen, die op het ogenblik het heft in handen hebben; en daar doe je niets tegen.

De grote illusie op deze wereld is nog steeds dat geld belangrijk is en niet dat leven belangrijk is. Veel van de waarden die bij geld be­horen, heb je nodig om te leven, dat ben ik met u eens. Maar de belang­rijkheid van geld zou moeten afnemen in plaats van toenemen. Toch is dat laatste het geval. Dat betekent dat, als we een tussenbalans opmaken, de fictieve waarden eigenlijk een groot gedeelte van de feitelijke waarden van deze wereld beheersen. En nu denk ik heus niet alleen aan banken die industrieën beheersen. Ik denk gewoon aan het feit dat geld alle waarden kan kopen die op zichzelf wel belangrijk zijn, maar die alleen belangrijk zijn binnen hun milieu. Er is een soort ecologie van de geest.

Die ecologie van de geest vraagt dat de mens een mate van zelfres­pect heeft, dat hij een mogelijkheid tot zelfuiting heeft, dat hij niet strijdloos is, want hij moet in een strijd zichzelf aan zichzelf bewijzen, en dat zou het best zijn in de strijd om het bestaan. Indien een van die factoren gaat ontbreken, wordt verschoven of het gevoel van waardigheid kan worden gekocht of verkocht, dan ontstaat er een onevenwichtigheid in de mensheid.

Een dergelijke onevenwichtigheid bestaat er tegenwoordig in zeer grote mate. Het aantal gevallen van omkoping, van profiteren van de ge­meenschap (belastingontduiking reken ik er eenvoudigheidshalve ook maar bij), het profiteren van anderen tegen alle regels in neemt zo enorm toe, dat hierdoor alleen al kan worden gezegd: de menselijke samenleving is zeer instabiel. Eén enkele factor kan haar aan het wankelen brengen. Als er op dit ogenblik één bepaalde gebeurtenis is die de mensheid in verwarring brengt, dan kunnen wij er zeker van zijn dat morgen niet alleen alle banken met een grote crisis te maken hebben en voor een deel zul­len moeten sluiten, maar we kunnen er ook zeker van zijn dat vele industrieën zullen verdwijnen of in grote moeilijkheden zullen komen en dat de werkloosheid, die de mensen niet willen aanvaarden, gelijktijdig gaat voe­ren, en dat lijkt mij ook wel belangrijk, tot een groot aantal revoluties, inclusief plundering. Ik voorzie dit alles niet, maar ik zie dat de mo­gelijkheid daartoe zich in steeds sterkere mate opbouwt.

Het valt mij op dat een zeer groot gedeelte van de mensen, dat nog niet rijp is voor geestelijk contact en dat geestelijk niet bereikt of ge­stabiliseerd kan worden, in toenemende mate gevaarlijk voor hun omgeving wordt. Op grond daarvan zou ik zeggen, ongeacht het grote aantal dat steeds meer openstaat voor geestelijke waarden en bewustwording, zowel onder de jongeren als onder de ouderen, moet toch worden gezegd dat wij althans voorlopig een deficiet hebben aan geestelijke toegankelijkheid en dat daardoor een stabiliseren van de mensheid in een samenleving en haar manier van samenwerken met de geest moeilijk, en waarschijnlijk in ve­le gevallen zelfs onmogelijk zal zijn.

Dat klinkt allemaal natuurlijk niet erg optimistisch. Maar u moet niet vergeten dat de wereld zo enorm groot is en dat er heel veel krach­ten zijn. Er zijn kosmische krachten van geestelijke en van stoffelijke aard die inwerken. Je zou er zelfs de oude getrouwe aardstralen kunnen bijha­len, want die doen ook het een en ander. Al die dingen bij elkaar vormen een groot en complex geheel. In dat complexe geheel is ook de geest, of ze dat nu wil toegeven of niet, eigenlijk maar één kleine factor. Wel een factor met inzicht en met een zekere mate van overwicht. Je kunt de wip zo nu en dan laten overslaan, maar je kunt die niet in je eentje in beweging brengen of houden.

De mensheid zelf is zich te weinig bewust van hetgeen zij werkelijk wil. De mensen kennen heel veel uiterlijke verlangens die echter niet in overeenstemming zijn met hun innerlijke behoeften. Indien daarin verande­ring komt, zou de mensheid de wereld werkelijk kunnen regeren, dan zou ze meester zijn van de schepping en zou ze de schepping inderdaad aan zich kunnen aanpassen zonder haar gelijktijdig te vernietigen. Deze mogelijkheid bestaat voor de toekomst. Want door het toenemen van de gevoeligheid, het toenemen ook van de toegankelijkheid bij een zeer groot aantal mensen voor geestelijke invloeden en beïnvloeding, kunnen wij binnen niet al te lange tijd toch wel een verandering krijgen in de instabiliteit van de mensheid, zodat langzaam maar zeker daarin wat meer vastheid komt.

Dan is de vraag: wat doe je ermee? Ik heb u nu vele gegevens ver­strekt die ik nog zou kunnen aanvullen.

Wist u dat er op dit ogenblik niet minder dan 17.000 hogere amb­tenaren worden onderzocht wegens grove omkoopbaarheid, dan wel reeds in hechtenis zijn genomen? Ik heb het hier alleen over hogere ambtenaren, dus hoofden van zeer grote instellingen, van ministeries e.d.. Gebleken is verder dat een groot aantal gouvernementen gemanipuleerd wordt en zich daar niet aan kunnen onttrekken door economische belangen en dat dus de regering besluiten neemt, die tegen het belang van de gehele ge­meenschap in gaan, maar die wel op kosten van de gehele gemeenschap worden genomen. Ik zou u een aantal gevallen kunnen citeren, die gaan van nieuwe wetten in de Bundesrepubliek Deutschland tot het vervreemden van een heel groot gedeelte van de productie in Rusland o.a. bij Djnepro­petrovsk. Het is een rare wereld.

Als ik nu een synthese maak, kan ik alleen maar zeggen: Ik moet kijken naar de mensheid. Want zo goed als ik kan kijken naar de uitstra­ling van natuurgeesten en van de aarde zelf, zo kan ik ongetwijfeld ook proberen de waarde van de uitstraling van een deel der mensheid te schatten. Helaas is dat niet mogelijk voor de mensheid als geheel, want er zijn nogal wat afwijkingen.

Wij zien op het ogenblik nogal wat negatief wit of groen-roze wit in de uitstraling in India, Pakistan en delen van China. Dat zou erop wijzen dat die mensen ongezond zijn; er is met hen iets niet in orde. Gezien de kleur kan men niet aannemen dat het een kwestie van ziekte wordt. Het lijkt eerder iets te zijn van een roes en mogelijk hangt dat samen met invloeden van buitenaf.

Voor India vermoed ik dat er inderdaad sprake is van een bewuste verbreiding van bepaalde, voor die mensen roesvormende en “ik” vervre­emdende middelen en dat daarnaast ook factoren van verhoogde straling een rol spelen.

In China lijkt het een roes te zijn die hoofdzakelijk tot stand komt door uiterlijke effecten. U heeft misschien wel eens een show gezien met stroboscopisch licht. Zoiets dergelijks kan werkelijk invloed uitoefenen. Ik meen dat ik in een deel van de maatschappij een dergelijk effect zie. Deze mensen zwepen elkaar op. Ze zijn in een toestand van volkomen on­wezenlijkheid terechtgekomen. Ze maken wel de bewegingen van levende mensen, maar daar achter zit een vreemde hiaat en de vraag is, of ze een kater zullen krijgen of niet.

In de Verenigde Staten is het helemaal eigenaardig, omdat we daar in vele gevallen in de uitstraling een groenfactor zien. Dit komt niet zo vaak voor. U weet, de uitstraling is blauw en daarin zit nu een groen­factor. Deze groenfactor wijst m.i. op een grote geestelijke instabiliteit. Het is denkbaar dat men gevestigde systemen gaat aanvallen.

En nu denk ik niet aan Nixon, maar aan bijvoorbeeld productiemethoden. Bepaalde gevestigde kerken zullen worden aangevallen, omdat men een andere gods­dienstige praxis nastreeft. En als er wat heksenjagerij bij zou komen hier en daar, zou mij dat niets verbazen.

Kijk ik naar Europa, dan valt mij op dat Rusland op het ogenblik een tamelijk grote stabiliteit heeft. Een stabiliteit die men in Roemenië en Tsjecho-Slowakije niet aantreft. In Polen zie ik een variant waarvan men zou kunnen zeggen, deze mensen hebben op dit ogenblik ook een kleine kater. Er zit weinig of geen bezieling in. Er is geen trots meer. Dat zou wel eens kunnen betekenen, dat als ze een vaandel krijgen waar­omheen zij zich kunnen groeperen er ook daar gekke dingen kunnen gebeu­ren.

In Duitsland is de teleurstelling opnieuw gezakt en langzaam be­graven. Ik meen daar vele, nogal sterke rechtse tendensen te zien, niet alleen politieke maar ook moralistische. Alleen mijn moraal is de juiste en elke andere kan beter dood gaan.

Nederland is verward en in zichzelf verdeeld en staat zeker niet aan de top als paragon van democratie, omdat alle voorstanders van de democratie kennelijk gelijktijdig tegenstanders zijn van democratie voor anderen.

Als ik zo de ziektebeelden bekijk, dan kan ik zeggen, het gaat wel. Kijk ik naar de levensmogelijkheden, dan valt mij ook het een en ander op. Om een voorbeeld te geven.

Als we stellen dat het gemiddelde inkomen in Nederland ligt rond fl. 12.000. en dat in Portugal datzelfde gemiddelde jaarinkomen zal liggen op ca. fl. 2.750. à fl 3.000, dan zien we wel een groot verschil in inkomen. Maar kijken we naar het levensgeluk, en dat is het wonderlijke, dan zie ik, als ik uitga van een schaal van 100, dat Portugal een levensgeluk toont van 63 à 65 waartegenover Nederland aan levensgeluk slechts 23 opbrengt. Er is kennelijk geen samenhang tussen inkomen en levensgeluk; dat wordt door andere omstandigheden bepaald. Ook dit is zeer interessant. Als je een tussenbalans opmaakt, dan zoek je ook daarvoor een verklaring te vinden. Ik meen dat de verklaring hierin ligt, dat hoe meer je hebt, hoe minder je dit meerdere intens beleeft. Geluk blijkt voor een groot gedeelte samen te gaan met inten­siteit van beleven. Waar die niet aanwezig is en de zaak oppervlakkig blijft, daar is geen wezenlijk geluk.

Een laatste punt dat ik in deze balans zou willen aanstippen

De kosmische beïnvloedingen van het afgelopen jaar gaven nogal veel felle wit-factoren. Dit jaar blijkt de rood-factor zeer sterk te zijn. Dat wil zeggen, dat de felheid van tegenstelling in dit jaar grotendeels door hartstocht wordt afgewisseld. De onredelijkheid neemt toe. Gelijktijdig worden de mensen sterk gemotiveerd door gevoelens.

Kijk ik naar de blauw-tendensen, die vorig jaar wel voorkwamen, maar over het algemeen door andere tendensen werden overschaduwd en kijken wij naar wat we voor dit jaar verwachten, dan ontdek ik een perio­de waarin de blauw-tendens praktisch ononderbroken, dus zonder gestoord te worden door andere tendensen, domineert; dat is van ongeveer 15 oktober tot 10 december (1974). In deze periode krijgen wij herhaalde malen onge­broken de invloed van wijsheid, inzicht. Dat zou er volgens mij op kun­nen wijzen, dat bij een vergelijking van deze beide jaren veel van hetgeen er in het vorige jaar is begonnen, doordat de tegenstellingen kenbaar werden, nu op enigerlei wijze op de spits wordt gedreven door emotiona­liteit en dat juist hierdoor de problemen zo sterk op de voorgrond zul­len komen, dat een redelijke oplossing moet worden gevonden die ook geestelijke achtergrond zal hebben. Ik zeg dit niet voor één land, ik zeg dit voor de gehele wereld. Ik verwacht dan ook dat er heel wat emo­tionele scènes zullen zijn voordat we 15 oktober hebben gehad.

Op het ogenblik is er een crisisperiode waardoor wij kunnen rekenen zelfs op allerlei vreemde veranderingen vooral in West-Europa. Het lijkt mij hoofdzakelijk een effect-verandering te zijn. Oorzaken veranderen niet, maar de wijze waarop ze tot uiting komen zal op korte termijn wel veranderen. Dat zou kunnen wijzen op politieke moei­lijkheden hier en daar, verder op een wijziging in commerciële oriëntatie op verschillende punten. Ten slotte zou het kunnen wijzen op genomen be­slissingen, die waarschijnlijk pas veel later openbaar worden (vermoedelijk over 3 à 4 maanden) en die direct kunnen ingrijpen in het leven van heel veel mensen.

Wat Nederland betreft, denk ik aan delen van de wetgeving, die nog niet tot de openbaarheid zijn door gedrongen, maar binnenkort de openbaarheid wel zullen halen, omdat ze dan in de Kamer worden gebracht.

U ziet, als je een tussenbalans opmaakt, dan zie je wonderlijke feiten. Je ziet de hele wereld in ontwikkeling en in voortdurende ver­andering. Ik meen dat het opmaken van deze tussenbalans vandaag niet zonder nut is. Als wij uitgaan van alle geestelijke krachten die er werken, van de magische mogelijkheden die er bestaan en zo meer, dan zitten we nog altijd in een doolhof. Maar als we gaan beseffen wat er met de wereld aan de hand is en zeggen: hier staan we, dan kunnen wij verder gaan.

Maar zo een balans, zoals ik heb gemaakt, is voor de doorsneemens moeilijk verder uit te werken. Ik wil daarom proberen de waarden van die balans nog eens kant en klaar te stellen.

  1. De geestelijke ontwikkeling, zoals die in deze tijd plaats­vindt, betekent een groter verschil tussen hen die geestelijk open­staan en bewust zijn en degenen die zich afsluiten. Maar het betekent ook dat in toenemende mate geestelijke krachten door meer mensen zullen worden ervaren en eventueel gemanifesteerd.
  2. De aarde zelf kan onder grote spanning rampen veroorzaken. Indien deze rampen werkelijkheid worden, zal dit niet alleen betekenen dat delen van de wereld in grote armoede en ellende leven en veel slachtoffers kennen, maar tevens dat ook economisch een enorme drang tot vernieuwing en verandering ontstaat. Ik meen dat deze veranderingen gelijktijdig een voorloper kunnen zijn van een nieuwe sociale en geestelijke ontwikkeling voor bepaalde ge­bieden.
  3. De neiging sterk met het gevoelsleven te reageren en vooral gevoelsargumenten als werkelijkheid te aanvaarden wijst erop dat een groot gedeelte van hetgeen zich nu afspeelt niet redelijk is en daarom geen werkelijke levensduur heeft. Overeenkomsten in deze periode gesloten zullen van weinig betekenis zijn. Reacties of oordelen blijven in deze tijd twijfelachtig. U moet ze als voorlopig beschouwen. U zult echter aan het einde van dit jaar de mogelijk­heid krijgen uw vermoedens te toetsen en bewust en verstandelijk uw weg verder te kiezen. Dit geldt zowel voor staten als voor de eenlingen.
  4. Natuurgeesten en natuurkrachten die in vele gebieden hun activiteiten door een straling aankondigen, zullen over de gehele wereld verwarring kunnen veroorzaken. Die verwarring is goed, want juist als de mens begrijpt dat zijn milieu heftig reageert, zal hij niet alleen geneigd zijn wat beter voor dat milieu te zor­gen, maar zal hij tevens de behoefte voelen zich aan te passen aan de nieuwe mogelijkheden, die er nu in dit milieu zijn, en daar­van uitgaan. In dat geval voorzie ik dat aan het einde van dit jaar een aantal beslissingen vallen voor technische ontwikke­lingen, die onder meer de bevloeiing van zeer grote arealen nu onvrucht­baar land inhouden en daarnaast een aanmerkelijke verbetering van de economische opzet in vele stadsdelen, die op het ogenblik door en als het ware bijna overwoekerd worden.
  5. Gezien het geheel van de krachten en het werk dat vanuit de geest reeds nu geschiedt, en in toenemende mate natuurlijk zal worden toegespitst, moeten wij veronderstellen dat het mogelijk zal zijn be­paalde schadelijke figuren zowel als schadelijke producties, produc­tieprocessen en schadelijke materialen te vernietigen of te doen vernietigen, rekening houdend met de inwerking van natuurgeesten en eventueel met de werking van de aarde zelf. Daarnaast kan inspi­ratief worden ingegrepen. Het geheel van de ontwikkeling ziet er op dit moment dus niet ongunstig uit.

Er is een toenemende verwarring voor de mens die geen overzicht heeft. Maar die toenemende verwarring zou ik eerder willen vergelijken met de hergroepering in een nieuw kader, zoals u die wel eens ziet bij een marcherend muziekkorps dat een figuurmars maakt. De verschillende muzikanten verlaten opeens hun plaats in de orde. Er is een schijnbare wanorde, maar daaruit ontstaat plotseling en zeer spectaculair een ge­heel nieuw patroon. Ik meen dat dit de meest waarschijnlijke oplossing is van alles wat wij op de balans van dit ogenblik vinden. Daarom is onze tussenbalans niet alleen hoopgevend, maar duidt ook aan dat geestelijke en materiële vernieuwing voor de mensheid een grotere harmonische mogelijkheid met de aarde, met de krachten van de natuur en met de krachten van de geest zullen inhouden.

Tevredenheid.

Tevredenheid, zo sprak de meid,
bezit een mens pas in het graf.
Hij is van alles af,
vraagt niet wie hem iets gaf
en wie hem iets onthield.
Hij ligt, hij rot en weet van niets.
En zo een ieder die het ziet,
aanschouwend wat in hem bestaat,
zichzelf even gadeslaat,
zo zegt hij en niet zonder reden:
De mens die dood is, is tevreden.

Maar werkelijke tevredenheid ontstaat eigenlijk niet door de dood. Ik ken veel geesten aan onze kant, die ook nog niet tevreden zijn.

Tevredenheid is aanvaarding. Dat klinkt heel vreemd. Vele mensen denken tevreden zijn, is niets wensen. Maar dat is dwaas. Tevredenheid is aanvaarden wat bestaat en daarmee gelukkig zijn, dus er vrede mee hebben. En dan mag je dromen van wat je verder nog wilt. Je mag pro­beren het waar te maken, als je het maar niet als een recht beschouwt dat wat je droomt waar zal worden, want daarin zit het haakje.

Innerlijke vrede vinden wij, indien we uitgaan van wat we zijn, van de wereld waarin wij bestaan en van de mogelijkheden die wij hebben. Zodra wij deze vrede vinden, wordt ze een hechte basis van waaruit wij verder kunnen leven en waardoor wij steeds weer in staat zullen zijn iets te bereiken wat ons begerenswaard lijkt. En dan zullen wij ook moe­ten aanvaarden dat het er is.

Wie aanvaardt wat hij is en wat het leven is, is tevreden. Niet omdat hij geen verlangens meer heeft, maar omdat hij beseft dat ook het heden goed is.

image_pdf