Verandering van seksuele oriëntatie

image_pdf

4 februari 1963

Het onderwerp van deze avond is een precair onderwerp zoals u begrijpt, maar het is goed dat ook dit eens besproken wordt.

Ik zou graag eerst een kleine inleiding geven voordat ik tot het eigenlijke onderwerp kom, want de meeste mensen denken dat de regels van het seksuele verkeer, het seksuele gedrag van de mens dat overigens lang niet alleen beperkt blijft tot de zuiver geslachtelijke verhouding, een permanente wet is.

We moeten begrijpen dat mensen die heel dicht bij de natuur stonden, de paring op een heel andere manier hebben gezien en beleefd dan de mensen die bv. in een overgecultiveerde maatschappij leven.

Dan zijn er in het begin enkele opmerkelijke verschijnselen. Een van de eerste kledingstukken gebruikt op aarde is vreemd genoeg een peniskoker, een bescherming dus van het mannelijke deel. Niet omdat dit zo kwetsbaar is, maar om de doodeenvoudige reden omdat dit wordt gezien als een bron van mana, van kracht.

In het begin wordt de seksuele relatie en het gehele seksuele gedragspatroon van de mens beheerst door twee elementen. In de eerste plaats de gezags- en krachtsverhouding, waarbij de man dan ook als superieur optreedt en in de tweede plaats de magische relatie, waarbij krachten van de natuur, later van godheden, bij de geslachtsdaad een zeer grote rol spelen.

Hieruit ontwikkelden zich op den duur natuurlijk bepaalde opvattingen.

Vreemd is het dat wij in die eerste periode praktisch altijd veelwijverij zien. Wanneer we dat zo in het begin beschouwen, dan begrijpen we dat niet goed, maar als we nagaan hoe klein de gemeenschappen waren en hoe sterk ze afhankelijk waren van nieuwe elementen, dus kinderen, dan is het begrijpelijk dat er werkelijk zo veel mogelijk moest worden voortgebracht. Voor zo’n gemeenschap is dat heel belangrijk.

Wij vinden ditzelfde patroon overigens terug overal waar men macht begeert. Rijkdom, macht en bezit zijn een zeer lange tijd gekoppeld geweest aan bevolkingsaantal. Een bevolkingsaantal op zijn beurt is altijd gekoppeld geweest aan de sociale verhouding tussen man en vrouw. Het resultaat kunt u zich denken. Nu vinden we dan de godsdiensten meer ontplooid, we vinden dat in de verschillende Baälsdiensten, diensten Astaroth e.d. waarbij men de verhouding van het mannelijke en het vrouwelijke ook nog anders ziet.

De zon is het mannelijke, de aarde is het vrouwelijke. De vruchtbaarheid wordt uitgedrukt in de geslachtsdaad en zo ontstaat er o.m. wat men noemt de tempel prostitutie, die een zeer lange tijd op religieuze wijze de noden van de reizende mens op wist te vangen. Denk niet dat dit iets is wat alleen bv. hoort in Egypte of in Babylon. Het enige verschil is dat daar de tempel prostitutie in de tempelhoven plaatsvond of daarbij, terwijl bv. de joden ook een tempelprostitutie kenden, maar deze geschiedde buiten de tempel, wel in de nabijheid. Er zijn zelfs profeten die daartegen getoornd hebben, ze zeiden dat God dat niet had gewild.

Dan krijgen we verder de kwestie van de huwelijksband. Een huwelijksband is in het begin gebaseerd op bescherming. De vrouw zoekt voor zich en haar kinderen een wezen dat haar verzorgen en beschermen kan. Wanneer ze die bescherming nu maar geniet dan is al het andere bijkomstig. Er wordt geen nadruk gelegd op de lichamelijke aspecten die vloeien uit de gezochte bescherming a.h.w. vanzelf voort. In de latere tijd, in de tijd van Egypte en zo, dan is bescherming niet meer het eerste. De vrouw heeft een zekere handelswaarde gekregen en hier krijgen we dus een handelsrelatie, zoals die bij vele primitieve volkeren nog bestaat, namelijk de bruidsschat die betaald moet worden.

Nu zien we de zaak zich ontwikkelen tot een grotere beschaving met steden. En gaan we kijken in de grote steden, dat kunnen we in Egypte doen, maar ook bv. in Rome of in Griekenland, dan blijkt dat het huwelijk voor bepaalde standen een andere waarde krijgt. Hier wordt de seksuele relatie gezien als een natuurlijk iets, waar men een zekere vrijheid in moet bezitten. Maar gelijktijdig moet het erfrecht beschermd worden, de bezitting. Zo huwt men elkander, zoals dat ook later in de Franse tijd bv. gebeurt, niet omdat men elkaar lief heeft, maar om bezittingen samen te brengen in de erfgenamen.

Het is duidelijk dat in deze relaties ook weer ergens een veiligheidsklep moet worden geschapen en wij vinden deze in Rome bv. in de Saturnaliën. Hier wordt een grotere vrijheid gegeven, er worden orgiën gevierd waar men even uit de te strenge gebondenheid kan ontsnappen. Daar deden ook de meest trotse matrones van de stad aan mee, dat kan ik u wel verzekeren. Hier ontwikkelt zich dus een bepaalde idee. Het idee dat het bezit dat in de erfgenamen ligt a.h.w. belangrijk is. En daarmee zijn we op een volkomen verkeerd pad gekomen. Men gaat nu de huwelijksband en niet meer de relatie van mens tot mens zien als het meest belangrijke.

In de riddertijd treffen we dan ook verhoudingen aan die zuiver op bezit zijn gebaseerd en waarbij minnaars in de vorm van troubadours en van de ridders van een zekere vrouwe eigenlijk wel goedgekeurd zijn. Iedereen weet het, niemand zegt er iets van. Je kuisheidsgordel – waar u ongetwijfeld van hebt gehoord – is eerder een soort bestraffingsmiddel, wanneer de vrouw te ver gaat, volgens het idee van haar echtgenoot en wanneer het door de vrouw zelfstandig wordt aangelegd zoals bv. bij de kruistochten, dan moeten we dat zien als de belofte die ook mannen afleggen, bv. dat ze hun haar of baard niet zullen knippen voor het heilig graf bevrijd is. Hier hebben we dus eerlijk gezegd een beeld waarin het seksuele idealisme, dat een lange tijd de wereld heeft beheerst, laat ons zeggen vanaf 1800 bijna, de puriteinse opvatting niet uit een mens geboren is. Zij is geboren uit zijn sociale omstandigheden en zijn godsdienst, waaraan hij de wetten en het gezag ontleent. Eerder zijn rechtvaardiging dan de oorzaak zelf.

De waardering die we dan vinden dat al het stoffelijke zondig is. Er wordt gezegd, het is zondig om tot een vrouw in te gaan. Op grond van Paulus zegt men dat het beter is om dat niet te doen. En voor een vrouw ook, het is beter om geen man te bekennen, maar als het nu eenmaal moet, dan alleen sacramenteel gezegend, dus onder gezag van een instantie. Hiermee wordt, ofschoon men dat niet begrijpt, ingegrepen in het persoonlijke leven van de mens en nu ontstaat hierdoor een zekere afkeer, een zekere afschrik van de seksualiteit. Men erkent ze misschien binnenskamers wel, maar naar buiten toe wil men er niets van weten.

Wanneer een lichtzinnig hof, een bepaalde stand die veel luxe kent, veel rijkdommen heeft, daar soms vanaf wijkt, zoals dat regelmatig gebeurt, dan gebeurt dat meestal nog met uitsluiting van de openlijkheid. De enigen die zich altijd daaraan hebben weten te onttrekken, zijn de vorsten geweest. Want de vorst was in de oudheid de representant van God, van de goden of hij was zelf god en daarom kon die zich alles permitteren.

Wat op het ogenblik bestaat, is uit deze gehele ontwikkeling ontstaan en het idee dat kinderen macht en rijkdom zijn, is vooral in het begin van de industrialisatie sterk aangemoedigd, want kinderen konden werken. En nu men het kind wil beschermen en het niet meer wil laten werken, nu probeert men onbewust hetzelfde te continueren door bv. kinderbijslag te geven. Maar het idee ‘een kind is rijkdom’ kan alleen daar gelden, waar voor het kind een taak is, m.a.w. waar ruimte is. Een seksueel concept dat gebaseerd is op religieuze waarden, plus de noodzaak zoveel mogelijk voort te brengen, althans niets te doen om de voortbrenging te verhinderen, kan dan ook worden gezien, mijns inziens, als een anachronisme in deze dagen.

Het is een teruggrijpen op de tijd dat men nog veel mensen nodig had, dat de gemiddelde leeftijd zo laag was dat er veel meer mensen moesten leven om een zekere continuïteit aan de gemeenschap te geven. De gedachte dat het gezin de basis is van de staat, stamt ook uit diezelfde periode. Een staat is afhankelijk van zijn onderdanen. Hij moet, om een zekere macht te hebben, een redelijk aantal volwassenen, althans producerende en strijdvaardige onderdanen hebben. We weten dat er staten zijn geweest die zich zelfs specialiseerden in de export van soldaten. Vandaar dat u nog zegt ‘geen geld, geen Zwitsers’ bv.

Maar dit idee dat u voort moet blijven brengen zonder meer, past niet meer in een wereld waarin de overbevolking steeds groter wordt. Het kind is op het ogenblik nog steeds een belasting voor de gemeenschap. Dat betekent dat een idee omtrent de seksuele verhoudingen dat gebaseerd is op het kind als eerste doel eigenlijk niet past in deze tijd.

En daarmee staan we voor een grote moeilijkheid. Wanneer het kind niet meer het doel is, dan is ook de huwelijksverhouding zoals die wettelijke en sociaal gegroeid is niet juist. Zij moet gebaseerd zijn op een gemeenschappelijk belang, want wat men liefde noemt is al te vaak een hartstocht die snel vergroeit en sterft. De werkelijke liefde daarentegen, de werkelijke genegenheid, die komt eigenlijk niet goed aan zijn trekken. Zeker, ze is in de oudheid iets romantisch. En vooral in de riddertijd horen we van mannen die op een afstand een vrouw vereren en daarvoor sterven, zonder ooit meer te hebben gedaan als haar hand beroerd misschien. Maar we zullen wel begrijpen dat dat uitzonderingen op de regel zijn.

Nu zien wij in de moderne tijd, en daarbij kom ik eigenlijk aan mijn eigen onderwerp, dat het scheidingspercentage aanmerkelijk toeneemt. Om een voorbeeld te geven, het gemiddeld aantal scheidingen op het ogenblik ligt in percenten uitgedrukt ongeveer 40 x hoger dan bv. vóór de eerste wereldoorlog. 40 tot 80. Het ligt eraan in welk land u komt. Wanneer we verder zien, het buitenechtelijk verkeer, dan komen we tot de conclusie dat de werkelijke norm daarvan moeilijk kan worden vastgesteld. Wij kunnen bv. wijzen op het feit dat in 1850 het aantal zgn. prostituees in een stad als Berlijn ongeveer 50 tot 60 keer zo groot was als tegenwoordig. Maar dat wil alleen maar zeggen dat het beroepswerk is achteruit gegaan, dat de amateurs dus het werk hebben overgenomen, want dat blijft ongeveer gelijk.

We komen nu op een punt waarbij het geslachtelijke ongeveer één op de drie gezinnen aantast op een heel vreemde manier. Dan is daar nl. meestal een periode van 6 tot rond 15 jaar na het huwelijk de neiging van één of beide partners om buitenechtelijk verkeer te zoeken en dat neemt nog steeds toe. Dus het oude gedegene valt weg. Gelijktijdig echter heeft men met alle middelen en overal geprobeerd om dit oude concept van het hoog heilig gezin, van de belangrijkheid van het grote kindertal te handhaven. Gelukkig grijpt hier de praktijk al in.

Er zijn heel veel mensen die zeggen: “een paar kinderen graag, wij willen onze liefde continueren in onze kinderen, maar niet meer dan 2 of 3, want anders wordt het te veel”. Dat dit bewustzijn hoofdzakelijk is gegroeid bij de mensen die een beetje meer opvoeding, een beetje meer inzicht hebben, is ook niet te verwonderen, want deze mensen denken verder. Voor hen is niet de hartstocht of de genegenheid alleen belangrijk die tot uitdrukking komt. Zij denken erover na hoe zij aansprakelijk zijn voor het kind en zij willen het kind niet armer of onaangenamer laten leven dan zijn ouders. Zij willen het kind niet in een maatschappij, een wereld plaatsen waarin het eigenlijk niet goed past. De armere standen zijn overtuigd dat het kind zijn kosten opbrengt. Dat is natuurlijk niet waar. Als je 6 kinderen hebt dan moet je die kinderen eigenlijk te kort doen om van de kinderbijslag nog iets over te houden. Maar het idee dat een kind inkomen betekent, heeft bij vele lagere standen een grote rol gespeeld. Dat is natuurlijk niet alleen hier, maar dat is in alle landen waar men het kind a.h.w. propageert.

Waartoe dat kan voeren heeft men bv. kunnen zien in Japan. In Japan was eertijds geboortebeperking, een soort wet. Men mocht niet onbeperkt voortbrengen, want dan zou de economische verhouding van het land verstoord worden. Nu kan dit land met zijn vele delen rotsige bodem inderdaad maar een zeer beperkt volk voeden en zonder nu te zeggen dat de toegepaste methoden in het verleden zo goed waren, blijkt wel dat juist het wegvallen van deze belemmering, de Japanners tot een oorlogszuchtig volk gemaakt hebben. Het heeft hen ertoe gebracht te zoeken naar ruimte om te leven. De poging om Azië te overheersen komt weer voort uit het bevolkingsoverschot. Zolang in de wereld de productie rationeel kan worden voortgezet en voor ieder een plaats in de maatschappij is, is er geen reden om oorlog te voeren. Maar wel zodra die verkeerde inzichten de mens er toe brengen teveel mensen op de wereld te zetten, te veel grote gezinnen te vormen.

Wanneer men daarnaast een groot gedeelte van die seksualiteit, die in een menselijk leven zo belangrijk is, gaat onderdrukken door sociale maatregelen, door het opleggen van een moraal die de mens niet geheel kan delen, dan komen we te staan voor een bevolkingsoverschot en dat moet ergens naartoe, wanneer men beschikking krijgt over nieuwe productiemethoden en middelen, over nieuw land, kortom over nieuw bezit. Want u denkt misschien dat elk mens gewoon zo kan leven. Maar het feit dat u bestaat alleen, dat betekent dat u de gemeenschap veel kost. En u kunt voor die gemeenschap dan iets terug doen en daardoor de balans in evenwicht brengen, zolang u ergens een plaats hebt waar werkelijk uw werk iets oplevert. Maar op het ogenblik dat we voor elke arbeider die er is 10 ambtenaren moeten aanstellen om de mensen aan het werk te houden, of dat, zoals in Japan is gebeurd. Kranten worden uitgegeven door mensen in trio, de een nl. om te roepen, de tweede om kranten te dragen, de derde om de kranten te vouwen en het geld aan te nemen, dan is er geen rendabiliteit meer. Dan kan de mens maatschappelijk niet leven. Het resultaat daarvan is dat men oorlog zoekt, dat men zoekt naar geweld in alle middelen om, aan die drang van die massa toegevend, een zekere welvaart te scheppen.

Welvaart, in het verleden afhankelijk van de grootte, de omvang van de stam, is tegenwoordig afhankelijk van een evenwicht tussen productiemogelijkheid en -middelen en bevolkingsaantal. Nu kunnen we zeggen dat we dat door steeds nieuwe producten te gaan maken, gaan opvoeren. Maar ook dat is niet mogelijk. Want op een gegeven ogenblik moeten we onze producten zo slecht gaan maken dat, door de kosten van vervanging die de verbruiker heeft, de feitelijke prijs veel te hoog wordt. En dat betekent dat de verbruiker in feite verarmt. Ik wil daar niet al te ver op doorgaan, maar hoop hiermee duidelijk te hebben gemaakt dat de gehanteerde seksuele normen afhankelijk zijn van omstandigheden en dat op het ogenblik dat de omstandigheden strijdig zijn met de gehanteerde begrippen omtrent seksuele verhouding, voortbrenging en dergelijke dus, geweld of rampen de enige oplossing zijn.

Dan gaan we nu stellen dat in de eerste plaats de seksuele normen en verhoudingen, zoals deze op het ogenblik op aarde bestaan, niet meer juist zijn. Zij betekenen voor de mens een groter gevaar dan een welzijn. Wanneer we aan een vrij seksueel verkeer de gedachte van consequenties of zondigheid verbinden, dan zullen we op een gegeven ogenblik ook vastlopen. Want een mens kan een bepaald schuldbegrip niet voortdurend verwerken zonder of te verruwen in het totaal van zijn gedrag, dan wel aan die schuld zelf ten onder te gaan. Dat is dus niet zo eenvoudig.

We kunnen niet eenvoudig zeggen: “Nu gaan we die zaak anders regelen.” We moeten zeggen: “We moeten een uitweg vinden.” Die uitweg wordt op het ogenblik door degenen die zich meer van hun verantwoordelijkheid bewust zijn o.m. gezocht in het voorkomen van conceptie. Dus een beperken van het kindertal. Maar daarmee zijn we er nog niet, want de mens die dus seks ziet als iets heiligs of iets onaantastbaar, iets bijzonders, kan niet keren tot een meer natuurlijke wijze van leven. En voor die mens zal zelfs het voorkomen van conceptie kunnen leiden tot ernstige frustraties, die tot uiting komen in agressiviteit tegenover de buitenwereld. De zin van het samengaan van man en vrouw ligt uiteindelijk in het nageslacht dat zij beschermen. Wanneer dit niet meer het geval is, dan is er ook geen reden meer voor wat men noemt: het huwelijk. Dat is natuurlijk erg moeilijk, want alle staatsvormen zijn gebaseerd op het huwelijk, althans bijna alle staatsvormen.

De grote vraag die we ons eerst moeten stellen is: “Is er een weg om een nieuwe oriëntatie op dit terrein te vinden?” Dan blijkt dat als we alle remmen losgooien, we het tegendeel bereiken van wat we willen. Want wanneer we zeggen dat het dus goed is wanneer man en vrouw willekeurig omgaan met elkaar of ze elkaar nu kennen of niet, dan zal in de eerste plaats het nageslacht oplopen en niet teruglopen. In de tweede plaats zal de werkelijke genegenheidsverhouding, die op het ogenblik toch zo vaak tussen echtelieden bestaat, een grote klap krijgen. Ze zal belachelijk worden en dat is zeker niet de bedoeling.

Daarom zullen we in een verandering van seksuele waardering allereerst moeten beginnen met minder aandacht te besteden aan seksualiteit. Er is te veel de nadruk op gelegd. Kerkelijk, pastoors die donderen over dat wat er aan de dijk is gebeurd, Sodom en Gomorra is er niets bij. Het zijn niet alleen pastoors, het zijn ook dominees. Op de Zeeuwse eilanden is kortgeleden nog zoiets gebeurd.

Nu moeten we verder ervan af dat er zoveel reclame wordt gemaakt voor seks en seksualiteit. Want juist uit die verwrongen verhoudingen, gegroeid voor Europa praktisch vanaf ongeveer het jaar 1000, komt ook het idee van de geïdealiseerde liefde. Men stelt liefde voor als een elkaar ontmoeten en voortdurend in eeuwige velden rondwandelen. Elk sprookje dat met een huwelijk eindigt, dat eindigt ook met de woorden: daarna leefden ze lang en gelukkig. En de man met ervaring en de vrouw met ervaring die dat leest die zegt: “Nou ja, zal je gedacht zijn, nou begint de ellende pas, de onderlinge aanpassing.”

Dus het idee dat seks en seksualiteit belangrijk is, moet worden teruggedrongen. Het is helemaal niet zo belangrijk dat seksuele contact. De mensen hebben dat gemaakt, maar het is volkomen natuurlijk. Zeker de mens heeft een groot voordeel boven het dier en wel dat de vruchtbaarheidsperioden niet periodiek optreden, maar dat voor hem het geslachtelijk verkeer, ongeacht al of niet periode van vruchtbaarheid, continu kan worden voortgezet. Dat voor hem het mentaal beleven ervan belangrijker is dan alleen de materiële sensatie, dat weten we. Maar dat voordeel dat wordt een nadeel, wanneer we daardoor een betrekkelijk beperkt deel van het natuurlijk bestaan gaan verheffen tot het levensdoel. Op het ogenblik dreigt dat in velerlei opzichten te gebeuren.

Als u daar iets van wilt weten, dan neemt u alleen maar de tijdschriften. Het is heel typisch bv. dat nudisme, dus absolute naaktheid van de mens, over het algemeen zeer weinig opwinding brengt. Dat kan gewoon aanvaard worden, dat is natuurlijk en zodra de mens zich gaat kleden, dan schijnt hij op een of andere manier juist op zijn sekse de nadruk te leggen. Wanneer hij dat niet doet, dan is hij ergens een vreemd mens.

Kijk, wanneer je daar nu eerst eens vanaf zou kunnen komen van dat begrip dat dat seksuele zo buitengewoon belangrijk is, dan zou er al een grote stap voorwaarts zijn gedaan. We moeten daarbij niet vergeten dat seksualiteit een levensfunctie is van de mens. Een levensfunctie, zo goed als eten en drinken. Primitieve volkeren begrijpen dat soms veel beter dan beschaafde mensen en zonder nu op een navolging aan te dringen, want dat zou hier zeker in het Westen tot allerhande verwarringen aanleiding geven, wil ik er toch even op duiden dat bv. veel negerstammen, ook Eskimo’s, eenvoudig levende mensen dus, een gast over het algemeen niet alleen voedsel en onderdak en gezelschap bieden, maar ook wanneer hij daaraan behoefte heeft geslachtelijk verkeer. Dat is voor hen heel natuurlijk, dat is een deel van de menselijke behoefte, wanneer men gastvrij is dan komt men daaraan tegemoet. Dat is natuurlijk een kwestie waar je over kunt denken zoals je wilt.

Elke mens heeft zijn eigen achtergronden, maar je moet heel goed begrijpen dat die mensen er dus veel reëler tegenover staan dan een mens die de heiligheid van een huwelijk en alles predikt op grond van wettelijkheid. Wanneer twee mensen elkaar werkelijk liefhebben, dan is die liefde een aanpassing, inderdaad. Die aanpassing is een behoefte in de mens en deze behoefte, die overigens hoofdzakelijk psychisch is en niet fysiek, zal altijd blijven bestaan. Wanneer we in een maatschappij zouden leven waarin alle seksualiteit volkomen vrij was, dan zou er nog op een gegeven ogenblik een mens zijn die een ander ontmoet in wie hij zo’n sterke geestelijke band vindt dat hij niemand anders meer begeren kan dan die ene mens. Die banden vinden we overal.

Weet u bv. dat veel primitieve stammen in de jeugd de seksuele belevingen niet verder bezien. Spelletjes die men hier slecht of verderfelijk en afzichtelijk zou vinden tussen de kinderen zijn daar normaal. Als jonge mensen elkaar daar ontmoeten is ook normaal, maar wanneer in deze stammen eenmaal gehuwd wordt, nu het typische, dan zijn deze mensen veel kuiser dan de doorsnee Europeaan, zowel in hun gedachten als in hun daden. Hier blijkt dus ook wel weer dat die band inderdaad bestaat en dat ze zin heeft. Maar zij heeft zin, omdat zij voortvloeit uit de geestelijke inhoud van de mens. Haar belangrijkheid wordt niet bepaald door materiële verhoudingen, maar door een innerlijk iets, een innerlijke gebondenheid, een innerlijke kennis, een innerlijk elkaar herkennen.

Wanneer wij dus in deze tijd nu zien wat er gebeurt, dan blijkt dat ook het heden een overgangsperiode is. Op dit terrein zien we het aantal echtscheidingen toenemen. Zoals ik reeds opmerkte, neemt de prostitutie als zodanig over het algemeen in aantal iets af. Maar daarentegen neemt bv. het aantal ongehuwde moeders en vooral minderjarige ongehuwde moeders enorm toe. Er is dus in de eerste plaats gebrek aan een juiste voorlichting en aan de juiste middelen.

Ik geloof dat dit doordringt tot de autoriteiten in kwestie, zodat die voorlichting langzaam maar zeker inderdaad gegeven wordt, dat men wat eerlijker wordt wanneer het juist om het seksuele gaat. En daarmee wordt de verhouding inderdaad gewijzigd. We gaan nu toe naar een periode waarin men zijn vrijheid voor zichzelf blijft zoeken tot het ogenblik dat men de mens vindt aan wie men zich volledig geeft en met wie men die band dan naderhand desnoods bevestigt. Dit komt veel meer voor dan u denkt.

Het resultaat hiervan zou zijn een gezondere toestand in het gezinsleven. Het zou dan op werkelijke liefde gebaseerd zijn. We zien verder in de moderne maatschappij de neiging om scheiding gemakkelijker te maken. Het aantal scheidingen neemt niet alleen toe omdat er meer mensen zijn die willen scheiden, maar ook omdat het tegenwoordig gemakkelijker is om een scheiding te krijgen. Daar zitten natuurlijk wel punten aan vast waar we over na moeten denken. Voor een man is bv. heel vaak een scheiding te kostbaar. We zien dat het aantal vrijgezellen van beiderlei seksen eveneens toeneemt. We hoeven heus niet aan te nemen dat die allemaal maagdelijk blijven. Het tegendeel zal eerder het geval zijn. Maar zij willen zichzelf leven.

De overgang toont dus reeds nu aan dat men de seksuele verhoudingen anders ziet en anders beleeft. Men gaat ze zien als iets wat voor het ik is en niet meer als iets wat een sociale status bepaald of bezit. Vroeger was het heel gewoon als je met iemand trouwde om geld te krijgen, tegenwoordig noemen ze je dan een “golddigger”. De kwestie nu is:  wat gaat er dan verder gebeuren? En dan ontdekken we twee punten van groot belang. In de eerste plaats zuiver materieel gezien, moet er een stilstand komen van de bevolkingstoename. Haar tempo is namelijk op het ogenblik zo groot dat de techniek en de technische middelen niet in staat zijn die bij te houden en dat de mens daardoor gedwongen wordt technische mogelijkheden te scheppen en te gebruiken die hij niet beheerst, maar waardoor hij beheerst wordt. Wanneer de mens steeds zo doorgaat komt hij in een soort mieren- of bijenstaat terecht.

Een tweede punt, wat we toch zeker niet mogen vergeten, ligt op een heel ander vlak. Ik neem aan dat de meesten van u gehoord hebben van reïncarnatie en er misschien ook in geloven. Wanneer je op aarde komt, dat kunt u van mij wel aannemen, dan heb je banden met bepaalde mensen. Die banden kunnen normaler wijze niet gecontinueerd worden om de doodeenvoudige reden dat je elkaar bv. te laat ontmoet of dat er standsverschillen zijn of dat er pressie is uit de omgeving. Dat houdt dus in: dat men zijn eigen lot onvollediger vervult dan eigenlijk noodzakelijk zou zijn. Dan zien we verder dat de primitieve volkeren reeds wisten dat de geslachtsdaad op zichzelf niet slechts is een voortbrengen, maar dat het ook een wederzijds uitstralen van kracht is. Dat is op zuiver stoffelijk terrein natuurlijk te bewijzen, maar het is moeilijker te vertellen dat deze versmelting van aura’s soms zeer belangrijke gevolgen kan hebben. Gevolgen van een innerlijke gebondenheid die niet slechts emotioneel is, maar zelfs op hogere bewustzijnsvlakken voortbestaat. De geslachtelijke verhoudingen moeten daar echter toch wel rekening mee houden.

En nu op het ogenblik horen we dat er een hele hoop mensen zijn die zeggen: “Ja, we moeten dit dus doen, bv. aan de hand van astrologische waarden”. Ik moet mensen bij elkaar brengen die bij elkaar passen. Maar wanneer ze bij elkaar passen volgens geboortemoment, is het nog lang niet zeker dat ze ook geestelijk bij elkaar passen. En dan kan dus de stoffelijke compatibiliteit geschaad worden door een geestelijke aversie, een geestelijk elkaar niet verstaan. Ook dat kunnen we dus niet als het juiste zien. Neen we moeten afgaan op een punt waarbij de voortbrenging van het kind gebonden wordt aan de eeuwige liefde a.h.w.. Wanneer men het kind gezamenlijk eenmaal voortbrengt, dan is men aan elkaar verplicht en gebonden en men kan dit kind alleen voortbrengen uit liefde. Zolang men niet zeker is hiervan zou men een volledige vrijheid moeten hebben en gelijktijdig de middelen om conceptie te voorkomen. Dat is nu ook de enige methode waardoor men elkaar werkelijk kan leren kennen.

Ook de gedachte van gelijkwaardigheid van man en vrouw speelt een grote rol. Hierbij gaat de vrouw dus een zekere – ja, hoe moet ik dat noemen – plaats innemen in de maatschappij, waartoe ze bekwaam is, maar ze kan een betere plaats innemen. Laten we voorop stellen dat de vrouw, ongeacht haar lichamelijke verschillen, theoretisch in staat moet worden geacht om bij voldoende training en opvoeding daartoe alle mannelijke werkzaamheden even goed te verrichten als de man.

Het feit dat ze sommige bezigheden beter verricht dan de man is niet in de eerste plaats een kwestie van haar vrouw-zijn, maar wel van de vrouwelijke opvoeding. Zodra de vrouw te veel grijpt naar bezighouden elders, zal zij dus te kort kunnen schieten ten opzichte van haar kinderen. Om nu een eigenaardige vergelijking te geven: roken was vroeger een luxe, of een genotsmiddel en nu zegt men dat de verslaafdheid te wijten is aan de nicotine in de tabak, maar dat is maar ten dele waar. Wij kunnen nl. aantonen dat de sterke rokers over het algemeen mensen zijn die ofwel onder een voortdurende spanning leven, ofwel, en dat komt veel meer voor, een tekort hebben gehad aan moederliefde in de eerste periode. Zij zoeken in hun sigaar, in hun pijp eigenlijk de moederborst terug. De vrouw moet zien dat haar kind het belangrijkst is. Niet iets wat voor jou belangrijk is, maar waarnaast jezelf belangrijk moet zijn. Het kind is het culminatiepunt van de vrouw. Dit wordt wel theoretisch nog verkondigd, maar in de praktijk wordt een kind maar al te vaak gezien als iets wat moeders carrière belemmert of iets wat naast moeders carrière voor moeders genoegen bestaat. De verhouding is omgedraaid.

Ook hier dus weer de noodzaak om terug te keren a.h.w. naar juister moeder/kind verhouding. En ook de man moet dat begrijpen. De man gedraagt zich in de moderne tijd maar al te vaak t.o.v. de vrouw als kind. Hij vraagt even egoïstisch en volledig haar aandacht als het kind dit in zijn eerste levensjaren doet. Hij is dus in dit opzicht niet volwassen. De vrouw acht het dan vaak haar plicht om eerst de man te verzorgen en lief te hebben en daarna pas het kind. Maar ook dat, vrienden, is niet juist. De band tussen man en vrouw dient een geestelijke en innerlijke te zijn. Die van moeder/kind is een veel sterkere geestelijke relatie en is gebaseerd op de tijd, de verzorging, kortom het directe contact, dat grotendeels ook een leercontact is. Waar dit directe contact of leercontact wordt beperkt, verbroken, of zoals in sommige gevallen afgeschoven op gouvernantes en scholen, instanties, e.d. zal het kind zijn volle wasdom niet bereiken en mentaal schaden.

U ziet dus dat een herwaardering van die seksuele verhoudingen heel wat meer inhoud dan de vraag: “mag het nou wel als je niet getrouwd bent, of mag het nou niet?” Het is een kwestie die de hele wereld aangaat en uiteindelijk ook geestelijk is. Nu wil ik dan ten slotte nog eens even terug komen op die zgn. seksuele riten die in zovele oude godsdiensten bestaan hebben en die ook nu zo hier en daar wel voortbestaan.

Het magisch element is tussen man en vrouw altijd veel sterker, omdat tussen man en vrouw een additionele spanning ontstaat die uit het lichaam geboren, inderdaad. Maar zij kan door de geest op de juiste wijze worden gericht. Nu kan men natuurlijk zeggen: “Ja, dan aanvaarden wij die spanning en wij voeren haar niet tot haar consequentie.” Men zegt: “Dan kan men deze kracht transmuteren.” Dat is inderdaad waar. Maar wat gebeurt daarnaast. Het lichaam dat zijn bevrediging mist, verhoogt zijn behoefte aan seksualiteit. Zo wordt het een obsessie en door die obsessie wordt alles, wat men geestelijk kan doen en uitstralen, ergens getint door het seksuele. Dus in feite wordt het hogere terug gericht naar het stoffelijke en wel op een betrekkelijk laag niveau.

We moeten dus die oude leerstellingen niet zo dwaas vinden wanneer zij zeggen: “De spanning tussen man en vrouw is van een groot magisch en geestelijk belang.” Daarbij is het niet de kwestie alleen van het persoonlijk contact. Wij weten bv. dat de Dionysos-mysteriën in de eerste plaats bestonden uit een voorstelling en bij die voorstelling kwam ook het erotisch element zeer sterk op de voorgrond. Maar niet in de zin van hartstocht – zoals het in vele moderne films, ondanks de filmkeuring, zo keurig wordt gesuggereerd – maar in de zin van een contact van eeuwige waarden.

Wij vinden bepaalde riten in Indië, die bestaan er op het ogenblik nog, waarbij ook dit seksuele contact plaatsvindt tussen wildvreemden, maar weer in een ritueel verband. Hier worden de goden tot de aarde gebracht en voor die mensen is dat geen kwestie meer van hartstocht of van bevrediging. Voor hen is het een intens geestelijk beleven. Het behoeft dus niet iets smerigs te zijn. Onthoudt u dat in de eerste plaats.

In de tweede plaats, wat er gebeurt is een absolute concentratie. Wanneer man en vrouw tot elkaar komen, dan worden zij door het gehele verloop, de hormoonwerkingen in hun lichamen, alles, sterk op één punt geconcentreerd. Wanneer dat punt in het voorstellingsleven een bepaald doel of een bepaald besef heeft, dan ontstaat er een uitbarsting van kracht. Nu zullen verder de aura’s van deze mensen met elkaar verweven zijn.

In de samenwerking zoals dat in bepaalde priestergemeenschappen bv. gebeurde, ook in de tempels van Amon en Isis werd dit contact ook gezien als een sterke band en werd een zgn. ring of eenheid gevormd en die eenheid was er doordat men geen voorbehoud meer kende tegenover elkander. Dat was eigenlijk het belangrijke punt erin. Zeer sterk geestelijk één. Men kon beter samenwerken. Er was een harmonie, een telepathisch contact, waardoor men als geheel kon optreden en daarom beschikte men over veel groter geestelijke vermogens. Men kon wonderen en magische dingen volbrengen die tegenwoordig waanzin lijken, omdat de moderne mens nu eenmaal door zijn wijze van leven er niet meer toe komt dergelijke energieën te wekken.

Nu hoeven we natuurlijk niet te zeggen dat dat nu een reden moet zijn om die oude gebruiken te doen herleven, maar de moderne wereld moet dit op zijn eigen wijze vinden. Men kan niet teruggrijpen naar het oude. Maar aan de andere kant moet men ook gaan beseffen dat de seksualiteit en al wat ermee samenhangt, tot zelfs de kleding, elk symbool van sekse, alles wat het verschil in de verhouding man-vrouw symboliseert, van een buitengewoon groot belang kan zijn voor het tot stand brengen van harmonieën of disharmonieën.

Van daar uitgaande zou die moderne maatschappij voor zich ongetwijfeld een nieuwe band op moeten bouwen, waarbij het huwelijk dus niet alleen meer een magisch ritueel is: en nou mogen we kindertjes krijgen. Het moet iets zijn waardoor ook een geestelijke kracht wordt gevonden, waarmee een geestelijke werking en niet alleen maar een stoffelijk zijn wordt bedoeld.

Naarmate het aantal mensen op de wereld sneller toeneemt, zal het kind minder belangrijk worden, maar gelijktijdig zal het geestelijke, de geestelijke werking, het magisch effect een grotere rol moeten gaan spelen. Want het eenvoudig bevredigen van lusten zonder meer laat de mens onverzadigd achter. Er moet een doel zijn. En of dat doel nu is een emotionele erkenning van elkander, of dat doel is het voortbrengen van een kind, of is het scheppen van een geestelijke waarde, wanneer men daarin gelooft en daarin opgaat, geeft het betekenis aan de handeling.

Wanneer ik een symbool zie van het mannelijke, of ik zie een symbool van het vrouwelijke, dan heb ik te maken met iets dat op zich een zeer grote kracht aanduidt, maar een kracht die niet alleen op zich tot uiting kan komen. Het is net als met een magneet. Een magneet heeft twee polen. Een eenpolige magneet is een illusie. Zouden wij haar tot stand kunnen brengen, dan zou ze buitengewoon machtig zijn. Vandaar dat sommige esoterische richtingen spreken over de perfecte hermafrodiet, in wie de werking van het mannelijke en vrouwelijke in volledig evenwicht aanwezig zijn en naar elke polariteit willekeurig gericht kunnen worden. Maar dat bestaat niet op aarde.

Dus het mannelijke en het vrouwelijke gezamenlijk vormen de kracht, de motorische kracht voor de gedachte van de mens onder meer. De gedachtewereld van de mens, zijn interesse, zijn manier van werken, zijn levensvreugde, zijn filosofie, alles vindt zijn achtergrond in de seksualiteit. En daarom, vrienden, meen ik te mogen stellen dat deze dagen reeds een omwenteling in seksuele verhoudingen te zien geven, maar dat het belangrijk is dat dit zo snel mogelijk bewust gebeurt. Dat dit bewust erkennen van andere seksuele verhoudingen noodzakelijk is voor de mensheid, wil zij in de toekomst blijven groeien en verder gaan en toch nog leven als stoffelijke mens.

Ik kan mij voorstellen dat velen van u hier vragen over zouden willen stellen die ze niet zo makkelijk kunnen uitdrukken. U kunt ze misschien schriftelijk en anoniem stellen. Ik kan me ook voorstellen dat u zegt: “Je hebt nu een hele hoop gepraat, maar ik voor mij, ik vind dat wij ons moeten aan de oude gedegen wegen houden.” Dan heb ik alleen dit antwoord: “Die oude gedegen wegen hebben geleid tot een steeds grotere gevoelloosheid van de mens.” De benden die op het ogenblik de grote steden onveilig maken, de jeugdbenden, zijn het resultaat van die goede oude wegen. De bandeloosheid die op het ogenblik bij de jeugd zo vaak bestaat, een betreurenswaardige bandeloosheid, is in feite mede het resultaat van die oude wegen, die tot een zo onwaarachtig iets zijn geworden voor vele mensen dat ze eigenlijk niet te dragen zijn.

Bedenk dat drie wereldoorlogen te veel zouden kunnen zijn. En dat die wereldoorlogen juist voort zijn gekomen uit deze verkeerde mannelijkheid en vrouwelijkheid, zodat zelfs het hele sociale beeld van man en vrouw vertekend en verwrongen werd tot geweld en pronk en macht de enige methoden waren om zelf tot uiting te komen. Bedenk dat de afnemende godsdienstigheid in deze dagen vooral bij de groepen die op het ogenblik liggen tussen de 25 en de 30 jaar, voor een groot gedeelte ook weer te danken zijn aan ditzelfde. De nadruk op het materiële, de materiële verhouding waar op de achtergrond steeds weer de seksualiteit staat te wenken.

En misschien zouden we op willen merken: ja, maar waarde vriend, dat weten we nu wel, maar is het nu nodig om er over te praten? Dan heb ik daar ook een antwoord op: “Er wordt op dit terrein al te veel verzwegen, daar wordt op dit terrein al te veel gehuicheld. Wanneer een mens naar bewustwording streeft, dan moet hij eerlijk en oprecht durven zien wat de toestand is en dan moet hij dat ook durven zeggen.” Juist door het “we praten er maar niet over” wordt een valse moraal, een valse code geschapen die voor de jongeren fataal kan zijn, die de mens zelf ongelukkig maakt terwijl hij gelukkig kan zijn, die het geestelijk streven schaadt en terugbrengt, ik zou haast zeggen, tot de vreugden van de castraat, het eten en drinken en hebben. Dit moet voorkomen worden. Daarom hebben we dit onderwerp vandaag eens behandeld.

Ik hoop dat u dit allemaal hebt beluisterd als volwassen mensen, zonder kinderlijke vooroordelen of ressentimenten en ook zonder een kinderlijk aanvaarden van alles wat hier is gezegd als zonder meer juist en onmiddellijk toe te passen, want ik heb u geen voorschrift gegeven. Ik heb alleen een situatie ontleed, een situatie die op deze wereld althans belangrijk is. Hoe u daarin zult leven en reageren is een kwestie van uw eigen bewustzijn en wanneer u daarbij het seksueel contact te hoog stelt, dan zult u ontdekken dat u faalt. Wanneer u tracht het te ontkennen of te negeren, zult u ontdekken dat u eveneens faalt. Zoek voor uzelf een weg, maar sta niet vreemd te kijken wanneer veranderde waarderingen van seksuele verhoudingen meer en meer de bestaande zeden aantasten en verwoesten. Dit is niet alleen een negatief verschijnsel, het is een noodzakelijke omvorming omdat de mens zonder deze vernieuwing niet zou kunnen voortbestaan.

Vragen

  • U had gesteld dat de aura’s van man en vrouw verweven kunnen worden. Zou u dat beeld misschien iets verder kunnen uitwerken?

Wanneer we de paring dus hoofdzakelijk, geheel overzien, dan moeten we begrijpen dat er in de eerste plaats tussen man en vrouw hormoonuitwisseling plaatsvindt. Dus er is al een stoffelijke aanvulling van eigen ik a.h.w. In de tweede plaats is er een zeker verschil in polariteit, de levenskrachten van man en vrouw. De eigen levenskracht absorbeert die andere kracht gemakkelijker dan een gelijk gevormde. Dus ook de levenskrachten worden uitgewisseld. Dan krijgen we in de derde plaats de aura die met zijn verschillende lagen en geledingen – zoals u misschien weet – rond het gehele lichaam zich als een soort schil uitstrekt en deze elk met hun eigen trillingsgeaardheid en hun eigen vermogen worden met elkaar vermengd. Zij doordringen elkaar.

Gelijktijdig ontstaat er tussen man en vrouw een ogenblik van gelijke bestreving, gelijke stoffelijke beleving misschien ook in zekere zin. D.w.z. dat geen mentale factor op dat ogenblik de vervlechting tegenhoudt. Dan kunnen door de man vanuit de vrouw en door  de vrouw vanuit de man bepaalde trillingen of ideeën worden overgenomen, die op meer bewust vlak of bij een bewuster contact door eigen gedachtebeeld eigenlijk belemmerd wordt.

En dan krijgen we ten laatste nog de kwestie van het geestelijk geheel. En dan moeten we niet vergeten dat het beleven van de geest, zolang ze aan de stof gebonden is weliswaar, bepaald wordt door de lichamelijke toestand en beleving, maar dat zij daarnaast consequenties op menig ander vlak, in menige andere sfeer met zich brengt. Die eenheid die geestelijk misschien bestaat en niet gerealiseerd kan worden op geestelijk vlak, omdat beide partners in een stoffelijk geheel leven, zou dus op een gegeven ogenblik door die materiële samenvloeiing ook geestelijk gerealiseerd worden.

Nu speelt zich hierbij het eigenaardige verschijnsel af dat het contact van de aura in zekere zin een gelijkschakeling van die aura betekent. Vooral de gelijke waarden in die aura’s versterken elkander, de tegendelen heffen elkaar voor een groot deel op. Er ontstaat een gelijk trillend vermogen. Dat gelijk trillend vermogen blijft langere tijd gehandhaafd. Wanneer geen mentale werkingen of andere belevingen daartussen komen, dan kunnen we stellen dat het bij een contact, een seksueel contact dat juist verloopt, invloed kan hebben tot zelfs 6 à 7 maanden. Gedurende deze periode kan daarop, astraal en zelfs nog iets hoger en op het vlak van levensenergie, een harmonische uitwisseling en samenwerking plaatsvinden.

Dan ten laatste die geest. Kijk eens, wanneer die geest eenmaal door de stoffelijke realisatie weer geestelijke eenheid voor zich heeft kunnen realiseren, kan de geestelijke band niet verbroken worden doordat de stoffelijke verbroken is, dan blijft het geestelijke contact bestaan. Daaruit vloeit voort dat vooral op bovenstoffelijk terrein een invloed is geschapen die, als ze bewust gehanteerd wordt, zeer grote inwerkingen hebben, grote invloed op de omgeving bv., zoals alle bewust gerichte gedachtekracht dat kan hebben of gebed dit kan hebben.

Dan moeten we verder begrijpen, en dan grijp ik hier even terug naar de oudheid, dat wanneer dit bij 2 mensen mogelijk is, dat het, mits de denkwereld van de mensen dit kan aanvaarden, dit ook voor een grotere groep mogelijk is. Die grotere groepen die zijn dan op elkaar afgesteld en door die rituele contacten wordt, bij een voortdurende wisseling bovendien nog van partners, dat is er dan ook nog bij, een sfeer geschapen waarvan alle gelijkelijk deel uitmaken. En dat werd in die tempels niet gebruikt door de tempelprostituees, die stonden daarbuiten, maar vooral in selecte kringen van priesters en priesteressen die bepaalde hogere inwijdingen hadden gehad. Niet te verwarren met de inwijding zoals wij die tegenwoordig kennen, dat is duidelijk. Priesterlijke wijding, zullen we maar zeggen, in verschillende trappen.

Daardoor ontstonden bepaalde ketenen of ringen. Zo’n ring of keten die kon bestaan uit 5 tot 20 personen, hoger kwam dat zelden. Maar zo’n ring of keten kon nu weer door één van de leden contact maken met een andere ring. Zo konden meerdere ringen op die wijze niet alleen hun eigen intentie, hun geestelijke werkzaamheid overdragen door middel van boden, maar zij konden bovendien door dit contact ook de afstemming verkrijgen. Het resultaat was, dat groepen van meer dan 100 mensen praktisch gelijktijdig en met dezelfde magische dwang, dwang van gedachtewerking, van astrale werking, een bepaald doel na konden streven.

U begrijpt, dit was een zeer groot gelijkgeschakeld geheel waarin geen controversen meer waren die te veel spanning konden opnemen, te veel kracht konden verteren en dan werd die kracht gebruikt om bepaalde bezweringen te doen, bepaalde ontdekkingen, een magische band te leggen, om zgn. het ik uit te zenden. Dus, het ego van zo’n groep werd als waarnemer geprojecteerd in de ruimte.

De Egyptenaren gebruikten dat o.m. om te zien waar hun vijanden waren, voor telepathische contacten e.d. Op deze manier heeft men dat vroeger gezien als een middel om de tempels in de dienst van één God of van één godenpaar, dat komt ook voor, een geestelijke eenheid te maken. Die geestelijke eenheid gaf een overwicht, waardoor vele astrale storingen en dreigingen, en dreiging van lagere sferen, gemakkelijk konden worden overwonnen. Dat is dit systeem geweest.

Ik geloof dat ik duidelijk heb gemaakt wat men er vroeger mee deed en u ook duidelijk heb gemaakt waarom die verweving, die doordringing van aura belangrijk werd geacht. Ik moet u er wel op wijzen dat ik heb gesteld: dit kan alleen voortvloeien uit een eerst aanvaarden van die mogelijkheden. Daar mag geen schuldgevoel of geen ressentiment bij zijn. Het mag geen hartstocht zijn en het moet een zuivere erkenning zijn van het doel en daarom zal het in de moderne tijd veel moeilijker zijn iets dergelijks tot stand te brengen, dat begrijpt u wel. Maar in die dagen kon dat wel.

Wanneer wij twee mensen elkaar zien ontmoeten in het nu goed gekeurde kader van werkelijke genegenheid, dan kan ook daar een eenheid van doel ontstaan. Die eenheid van doel ontstaat dan meestal niet uit een bewust geestelijk streven, maar eerder uit een gezamenlijk leven en denken. Men heeft één belang en dan krijgt men dus ook het ogenblik dat de beide partners één gericht zijn en door die verweving sterker zijn als eenheid dan elk op zich en daarmee meer kunnen bereiken.

We zien daarnaast dan ook verschijnselen ontstaan als een soort telepathie, meestal niet geheel bewust gerealiseerd tussen dergelijke partners, het vermogen om elkaar aan te vullen op het juiste ogenblik. Het nemen van besluiten door één van de partners in volledige overeenstemming met de ander, zonder dat men daarvan weet. Zij gaan als eenheid op de buitenwereld reageren, maar hebben de beschikking over tweemaal de kracht en beschikking over tweemaal het intellect, dus a.h.w. tweemaal de mogelijkheden. Dientengevolge zijn ze ten opzichte van een eenling altijd de sterkere.

  • De tempelprostitutie en waarschijnlijk dan ook de huwelijken tussen broer en zuster, dienden dan zeker tot een verhoging van het stambewustzijn en de stamkracht ?

Neen. De huwelijken tussen broeder en zuster zijn een heel gevaarlijk punt. In de eerste plaats mogen we niet vergeten dat de term zuster vroeger anders werd gebruikt dan tegenwoordig. Iemand sprak over zijn echtgenote ook vaak als zijn zuster. Maar de huwelijken tussen broeder en zuster, bv. bij de farao’s, dat waren altijd halfbroers en halfzusters. Zij hadden dezelfde vader maar niet dezelfde moeder en zij waren beiden van goddelijke origine. Zij konden niet goed huwen met iemand van lagere afkomst. Om dit goddelijke voort te laten bestaan, was het broeder-zusterhuwelijk praktisch onvermijdelijk. Dat had een godsdienstige reden.

Nu wens ik het nog even te hebben over het essentiële: de verandering van waardering.

Een verandering van waarderingen is iets wat je over het algemeen niet zo gemakkelijk merkt. Het is zo dat de menselijke zedenleer altijd ongeveer 50 jaar achter is bij de zedelijke praktijk en dat nimmer de zedenleer de zedelijke praktijk volledig dekt. Ik denk dat dit ook hier wel van invloed is. Dat een grotere vrijheid van denken in dit opzicht ontstaan is, zal niemand mij hopelijk bestrijden. Dat aan de andere kant velen wanhopige pogingen doen om oudere en strengere opvattingen op het ogenblik terug te brengen met een beroep op God en weet ik wie, dat zal u ook bekend zijn.

Een vernieuwing, een verandering van het mensdom, van het menselijk denken en streven, kan nooit geboren worden op één bepaald terrein. Er zijn heel veel mensen, die wanneer je zegt vrijheid, ofwel dromen van bandeloosheid, ofwel van een vrijheid die alleen geestelijk is en die juist een sterke stoffelijke uniformiteit met zich brengt. Dat kan niet, want op een wereld als de uwe leeft men in een evenwicht. Een evenwicht tussen geestelijk en materieel element. Wordt dit evenwicht ergens verstoord, zou bv. de mentale en geestelijke reactie niet meer passen bij de stoffelijke praktijk, dan zou die mensheid daaraan ten onder gaan. Dan zou die wereld een dergelijk geslacht niet eens willen dragen. De kwestie van evenwichtigheid wordt altijd over het hoofd gezien.

U weet allemaal dat de mens tegenwoordig anders gaat denken. Men gaat meer nationaal en zelfs al internationaal denken. Men wil wegdenken over de grenzen tussen volkeren en tussen landen. Men wil de scheidingen tussen rassen slechten en alles als gelijkwaardig erkennen op geestelijk niveau. Men wil anderen goed doen en helpen en men wil daar alles voor doen, zo zegt men. Maar men wil dit alleen op geestelijk terrein. Men wil daar dus geen stoffelijke werkelijkheid achter zetten waaraan men zichzelf onmiddellijk verplicht of gebonden is. Hierin nu ligt het grote gevaar van deze dagen.

Natuurlijk de publieke moraal blijft altijd achter bij de praktijk. Dat kan niet anders, want alle wetten, het maatschappelijk bestel, de waardering die u hebt voor uw buren, het is er allemaal op gebaseerd. Maar wanneer je weigert om te erkennen dat wanneer je een grens niet meer wilt erkennen tussen twee landen, dat je dan ook moet zeggen: “al ruikt die Griek nu naar knoflook, hij is mijn naaste” en dan mag je zeggen “die stank vind ik niet leuk”, maar je mag niet zeggen, “het is een rot Griek”. Dan doen ze tegenwoordig nog heel graag.

Wanneer ik dit op internationaal niveau wil doen, wanneer ik menselijk de éénheid wil erkennen, de gelijkheid, dan kan ik toch niet zeggen dat ik dat tussen mensen niet mag erkennen. Wanneer ik grenzen ophef, kan ik dit niet in één opzicht doen en ze in ander opzicht laten bestaan. Wanneer ik spreek over naastenliefde, dan is het natuurlijk heel mooi om die naastenliefde te zien als een geestelijk verdroomd bidden voor anderen en desnoods nog uit de goedheid mijns harten iets geven. Maar de praktijk is anders.

Wanneer ik mijn naaste lief heb gelijk mijzelf, dan is er voor die naaste evenmin een scheiding als voor mijzelf en dan mag ik hier geen lijn trekken van: dit zult ge wel en dit zult ge niet. Dan is de vraag niet: “wat vind ik netjes en niet netjes of goed en niet goed?”. Dan is de vraag: “wat is de behoefte van mijn naaste?” De werkelijke behoefte zoals ik die erken. Kan ik die ander helpen? In een dergelijk geval zult u begrijpen dat een prostituee deugdzamer kan zijn dan een kuise maagd. Praktisch, omdat zij geen verschil maakt tussen de geestelijke en de stoffelijke werkelijkheid.

Wanneer wij in deze tijd zien hoe alles verandert, dan kunnen we niet aannemen dat een bepaald aspect, ook al hebben wij daar ons goed bij bevonden en is dat voor ons aardig geweest, zal blijven voortbestaan. We kunnen ook niet aannemen dat de jongeren, de nieuwe generaties die steeds komen, dit nog zullen kunnen aanvaarden. Dit betekent niet dat wij onszelf nu ineens moeten gaan veranderen, dat kunnen we meestal niet. Maar het betekent dat wij moeten erkennen dat dit andere bestaat. Het is niet ons eigen leven in de eerste plaats dat zich moet wijzigen, dat kunnen de meesten niet eens, maar wij moeten erkennen dat de beschouwing van het probleem een ander is geworden, dat de behoefte en noodzaken van de wereld anders zijn geworden en dan moeten we ook erkennen dat dit van geestelijk tot laag stoffelijk toe door moet, dat het één geheel is.

Een harmonie in een gezin ontstaat wanneer de vader en de moeder het met elkaar eens zijn. Waar of niet? Toch is de vader wat anders dan de moeder en de moeder wat anders dan de vader. De geest en de stof moeten het met elkaar eens zijn, wil een mens tot werkelijke harmonie komen. Wanneer je dat niet beseft, krijg je een onevenwichtigheid. Dan krijg je mensen die een stoffelijk tekort willen compenseren met geestelijkheid; en dat kan niet. Of je krijgt mensen die geestelijk geen houvast meer vinden en die dat door zich stoffelijk uitleven willen vergeten; en dat kan ook niet.

Je moet ook in jezelf het evenwicht stof-geest tot stand brengen. Je moet begrijpen dat alles wat je als ideaal ziet ook praktisch moet bestaan. Dat alles wat je praktisch aanvaardt in je geestelijke wereld aanvaard moet zijn, dat het anders geen zin heeft. Verandering van seksuele waardering is gebaseerd op het erkennen van dit feit. Een ideaal dat niet in de praktijk wordt gebracht is waardeloos. Een geloof in een stelling dat niet om kan worden gezet in de praktijk heeft geen betekenis. Een praktijk zonder geestelijke achtergrond maakt een mens tot een automaat of vernietigt zichzelf en de mens erbij. Hier ligt het kritieke punt en ik had eerlijk gezegd verwacht dat er wel iemand op af zou komen. Maar ja, ik weet het is een precair onderwerp, ik kan me begrijpen dat u denkt: laten we onze mond maar dicht houden.

Realiseer u dat harmonie een kwestie is van vervloeien. Wanneer ik opga in God, dan ben ik wel mezelf, maar ik ben ook God, God is mij, werkt in mij en vanuit mij. Wanneer ik mij verenig met andere krachten van Licht om een bepaalde gedachte uit te werken, of neer te dalen om u te leren hier op aarde, dan is er geen onderscheid tussen Hem en mij. Ik ben mijzelf maar ik ben tevens het andere. Wanneer ik tot uw wereld kom dan kan ik niet zeggen: nu ben ik hoger, geest. Dan moet ik zelfs in een geleend lichaam proberen om mens te zijn. En dat ik dat doe vanuit mijn wezen en mijn bestaan is logisch, maar ik kan niet zeggen: ik sta boven u, ik kan hoogstens zeggen: ik ben met u. Dan alleen kunnen we elkaar begrijpen en kunnen we met elkaar spreken en kunnen we met elkaar iets bereiken. Op het ogenblik dat ik een grens trek, al is het maar door te zeggen dat ik meer ben dan u, maak ik de harmonie tussen ons moeilijk of verstoor ik ze helemaal en daarom gaan we uit van het standpunt: er is geen verschil. Maar dat verschil betekent dat ik ook genoegen moet nemen met een verkoudheid als ik naar de aarde kom en dat ik ook genoegen moet nemen met vragen die misschien wat minder intellectueel zijn of wat minder belangrijk of wat te spitsvondig. Dat betekent dat ik uw gehoor en uw reactie voor lief moet nemen, ongeacht mijn eigen zienswijze. Alleen in die harmonie, die eenheid van samenwerking kunnen we ergens komen.

Wanneer we zeggen: seksualiteit, dan gaan we natuurlijk in de eerste plaats naar het seksuele zelf toe zoals de mens dat algemeen kent. Maar er zijn zoveel andere dingen, samen eten is ook in zekere zin een seksuele daad. Het is ook een wederkerige erkenning, een deelgenootschap. Nu zijn er duizend andere dingen. Een mens die zijn hele wezen uitschrijft in een boek, dat boek dan algemeen zonder enige selectie verkoopt, prostitueert eigenlijk zijn gedachten. Maar misschien geeft hij daarmee een enkeling iets en zolang als hij dit geven voorop stelt, kan hij een groot schrijver zijn, zelf al wordt hij door de critici niet gewaardeerd. Zo is het nu met ons en met iedereen.

Wij moeten onze waardering niet baseren op een maniërisme, op een bepaalde structuur, omdat die er nu eenmaal is. Wij moeten ons baseren op de harmonie, op datgene wat voor ons de top van bereiking is. Eenheid met de kosmos en die eenheid met de kosmos wordt weerspiegeld in alle dingen. Hoe kan ik met de kosmos harmonisch zijn, wanneer ik haar delen verwerp of wanneer ik zeg: op een bepaald terrein wil ik dat niet, op een ander terrein wel. Ik kan ook niet zeggen: er is een algemene regel, want zoals de kosmos in mij leeft en zoals ik in die kosmos leven kan, dat bepaalt wat ik ben, wat ik doe. Dat betekent de band, de wijze van optreden, mijn taak in het leven, mijn weg door de sferen en mijn bestaan in alle tijd.

Als u dit nu begrijpt dan zult u ook begrijpen waarom ik zo de nadruk leg op die waardering. Het gaat ons niet om het feit. Al blijft uw hele leven onberoerd of al bent u voortdurend beroerd, het zou voor ons weinig verschil uitmaken. Wat verschil uitmaakt is het waarom, de manier waarop, wat gij zijt, dat is het verschil en anders niets, begrijpt u? Het gaat ons helemaal niet om de vraag: hoe zult u gaan doen? Maar het gaat ons om het inzicht. Het inzicht dat je als mens moet leven zoals je bent. Je moet één zijn, want alleen wanneer je dat bent, kun je het hogere bereiken. Maar je moet jezelf niet alleen zijn in materieel of alleen in geestelijk opzicht, je moet één geheel zijn.

Je moet in jezelf een harmonie of een band scheppen waaruit de lichtende kracht zich op kan stuwen en kan uitwerken. Dat betekent ook dat je moet erkennen dat wegen waarin alle bekende factoren, stof, geest, mentaliteit, alles, samengevat zijn, voor een ander een andere betekenis kan hebben dan voor u. Dat er geen algemene regel bestaat die zegt: “alleen met een trouwboekje mag je elkaar beroeren of niet”, of die zegt: “het is niet netjes om met elkaar te eten” of: “het is wel netjes om met elkaar te eten”, daar hebben we niets mee te maken. Wanneer ik mij één voel met alle anderen, dan zal ik een gemeenschappelijke maaltijd nuttigen misschien en daarin een symbool van eenheid geven dat we vroeger misschien een tempelprostitutie hebben gevonden. Ik zal een gezellig samenzijn soms een eenheid van denken en werken vinden die nooit in een slaapkamer of in een kerk uitgedrukt kan worden, maar waarin de mens zijn gehele stof en geest vereend zijn in een sfeer, in een denken. Waarin hun krachten dus samen kunnen vloeien en op de juiste wijze kunnen worden gebundeld en zo harmonisch zijn met het Grote Begrip voor de verhoudingen die zich wijzigen, kunnen we haast overal vinden.

Maar het seksuele is omgeven door zovele taboes, door zoveel verkeerde interpretaties, door zoveel dwaze dogma’s, dat het juist op dit terrein heel moeilijk is om een begrip te vragen en te vinden. Toch is het deel van het leven. Een belangrijk deel, voor vele mensen een uitermate belangrijk deel zelfs. Moeten we dit dan ontkennen, mogen we dit dan uitsluiten van ons zoeken naar harmonie? Moeten we dan zeggen: “dit telt niet of dit blijft er buiten”? Kun je harmonisch zijn, wanneer je een deel, wat in je leven toch uiteindelijk van belang is, opzij zet? Wees jezelf zo goed als je kunt. Wees in jezelf harmonisch. Tracht vanuit jezelf een harmonie te vinden met het hogere, maar druk die overal uit en trek geen grens, opdat de harmonie niet teloor gaat. Zeg niet: “ik wil harmonisch zijn met God en verwerp gelijktijdig zijn schepselen.” Als je dat doet dan verwerp je God. Als ik zeg: “christenen zijn goed en joden zijn slecht”, dan vergeet ik dat God de joden en christenen heeft geschapen. Dan verwerp ik God. Maar kan ik een deel van God verwerpen, kan ik ergens de kosmische kracht, de kosmische grootheid in mijzelf waarlijk beleven en die kracht waarlijk uitzenden wanneer ik gelijktijdig vol vooroordeel zeg: maar die niet en dat niet en zo niet? Kun je God erkennen en de harmonie met de kosmos, als je God bidt om de hele menselijke wereld te sparen en alle communisten te vernietigen? O nee, dat is natuurlijk dwaas. Maar is het dan ook niet dwaas om tot God te bidden en te zeggen: ” ja maar één punt dat je geschapen hebt in de mens, dat komt er niet bij te pas, dat verwerpen we, of die willen we alleen in een bepaald menselijk kader zien en niet anders?

Aquarius komt, de vernieuwing van de tijden komt en dat betekent dat een nieuwe mogelijkheid voor harmonie in de mensheid wordt geschapen. Een harmonie die zeker niet belangrijk is uiteindelijk voor de stoffelijke vormen, want dit komt vanzelf wel, maar die voor de mens alleen gerealiseerd kan worden wanneer hij zijn beschouwen van bepaalde waarden en problemen aanpast aan een alomvattende liefdeskracht. Een God die in alle dingen en overal gelijktijdig en vol aanwezig is. En als u dat niet wilt doen? Ach, ze zeggen als de Chinezen beginnen te marcheren in rijen van 30 breed, dan kunnen ze blijven doormarcheren, want er worden er genoeg geboren om het steeds aan te vullen. Maar dat is bij andere volkeren ook zo. Dan gaan de mensen inderdaad marcheren en dan zoeken ze hun tekort op te heffen door strijden en dan verliezen ze daarmee de grote waarde van kosmische harmonie, die de komende tijd kan brengen. En nu ik dit allemaal gezegd heb, vrienden, vind ik eigenlijk wel dat ik mijn onderwerp heb afgerond.

Nu ga ik een beetje dichterlijk sluiten. Nu ben ik geen groot dichter, maar ik stel het mij zo voor.

Twee mensen hebben elkaar ontmoet en hebben in elkander een gloed die door het bloed jaagt reeds ontstoken. Zij zijn juist door elkaar ontwaakt en nu grijpt niet slechts stof naar stof, maar geest naar geest en uit verlangen wordt geboren de behoefte tot het diepst erkennen van elkander. Niet een ogenblik elkaar beroeren, elkaar vervoeren tot een ogenblik van lust, maar door samengaan. Elkaar betreden als onbekende kust en vorsen in het onbekende rijk tot dat je weet: in deze kracht en in dit licht heb ik mijzelf hervonden. Meer dan mijzelf ben ik nu, waar ik mijzelf geef. ‘t Is door te geven dat ik waarlijk leef en heel mijn streven wordt nu met een ander saam een groter Zijn gegeven.

Twee mensen ontmoeten elkaar in de stof en het hart dat klopt en het bloed dat jaagt, dat lichaam dat vraagt, jaagt ‘t door elkaar, maar de geesten die elkaar erkennen, rijzen boven beide uit. Twee vlammen die hun kleur vermengen en trekken boven sferen uit tot aan de bron van kosmos kracht. En ziet de kracht van het eerste denken, de kracht die het Al tot leven bracht, zal in die vlam ook Zijn licht schenken. En zo wordt uit de eenheid, dag het stoffelijke, nacht en Goddelijke macht herboren in een bewustzijn dat eerst kent, het gloren van geestelijke werkelijkheid.

Zo leeft een mens in stof soms de momenten, die voor de geest zijn het zuiver beeld van harmonie en eeuwigheid. Treedt dus met eerbied nader tot de tempel waar de Schepper woont. Hij troont in alle dingen. En zo uw geest Hem rein en onbevreesd aanvaardt, wat geeft het wat er nog gebeurt? Zijn kracht is alle dingen waard en Hij is de enige wet waaruit alle leven wordt gewrocht. Hij is de liefde waaruit het Al bestaat. De liefde die het ik verheft en dovend alle haat, het maakt tot één met Al, tot het wel zichzelf kennen en uit de oneindigheid tot tijd, zij eigen zijn en eigen taak in God volgens de eeuwige wet.

Daarmee, vrienden, heb ik getracht om het onderwerp geheel af te ronden met een slotwoord. Ik dank u voor uw geduldig gehoor en durf ik ergens in mijzelf hopen dat u de argumenten van deze bijeenkomst toch zult verwerken en zo misschien uw eigen zienswijze herzien tot een nieuwe beschouwing van seksuele waardering en een nieuwe aanvaarding van Gods kracht en handeling.

image_pdf