Verborgen machten op aarde

image_pdf

uit de cursus ‘Kosmische aspecten’ (hoofdstuk 7) – april 1972

Verborgen machten op aarde.

In een ver verleden is de geestelijke ontwikkeling van de mensheid begonnen. Er hebben zich toen een paar groeperingen afgesplitst die vandaag de dag nog bekend zijn. Eén daarvan stamt uit het oorspronkelijke rijk Mu en is het z.g. ‘Verborgen Priesterrijk’. De tweede is van Atlantische origine en heeft zich ontwikkeld tot de bekende ‘Witte Broederschap’. Deze beide groepen hebben op aarde heel wat meer invloed dan u zou denken omdat zij in staat zijn de kosmische werkingen en invloeden heel juist te schatten en daarnaast, door hun eigen contacten met zelfs de hoogste sferen, ook in staat zijn vanuit die sferen een bepaalde invloed uit te oefenen. Hun manier van werken wordt voor een groot gedeelte bepaald door de mogelijkheden. Aan de andere kant echter is hun poging de mensheid te ontwikkelen toch altijd weer gebaseerd op de eigen kennis en de leiding vanuit de werkelijk hoogste vormen van bewustzijn.
Het Verborgen Priesterrijk is o.m. bekend bij bepaalde Rozenkruisersgroepen en maakt daarnaast op een wat vreemde wijze deel uit van de overleveringen en legenden van heel veel Afrikaanse volkeren en stammen en is daardoor misschien ook bekend in bepaalde delen van Zuid‑Amerika bij de armeren. U denkt misschien: Ach, dat is allemaal fetisjisme en voodoo. Maar op de achtergrond ligt het verhaal van grote machtige priesters en magiërs die zich op een gegeven ogenblik uit de wereld hebben teruggetrokken.
Als wij dat historisch willen plaatsen, dan is dat waarschijnlijk ongeveer 5000 jaar na de eerste kolonisatie van Atlantis geweest. Deze verborgen priesters hebben zich vervolgens over de gehele toen bekende wereld verspreid en ze hebben daar op hun eigen wijze getracht op de ontwikkelingen invloed uit te oefenen.
Kijken wij in de latere historie, dan ontdekken wij dat hun teken, dat over het algemeen de zon en de maan bevat, veel voorkomt. Wij vinden dit teken b.v. in de ruïnes van Zimbabwe, maar wij vinden het ook terug bij overigens zeer bijzondere tempels in India en in Egypte. Wij vinden het symbool (vaak als magisch teken en als het even kan versierd met een paar tijger‑ of haaientanden, dit ligt aan de streek) ook bij negerstammen. Ik noem dit maar om enkele voorbeelden te geven van een teken dat is blijven voortbestaan. Dit symbool van zon en maan is in de christelijke era bovendien nog veranderd in zon en kruis, ofwel oerkracht en manifestatie, want zo werd in het oude priesterrijk de werking van zon en maan ook al gezien. Hun denken is ongeveer als volgt:
De mens leeft onder de invloeden van de kosmos. Hij kan zich daarvan niet geheel bevrijden. Maar de mens heeft de vrijheid om op die invloeden te reageren en die vrijheid van reactie bepaalt voor de mens wat hij geestelijk betekent en daarnaast wat hij materieel tot stand kan brengen.
In het Verborgen Priesterrijk is wetenschap heel wat belangrijker dan in de Witte Broederschap. Hier is wetenschap instrument en meer niet. In het Verborgen Priesterrijk daarentegen is weten en wetenschap een intrinsiek deel van de bewustwording. Men gaat van het standpunt uit dat het weten de mens de mogelijkheid verschaft zijn wereld anders te zien en dat hij door de beheersing, die hij daarover verkrijgt ofwel door de inzichten die hij heeft verkregen in de werkingen rond hem, in staat zal zijn meer bewust zijn eigen ontwikkeling te richten en ook zijn betekenis in de wereld te bepalen.
Het Verborgen Priesterrijk heeft een groot aantal op aarde levende representanten. Velen worden beschouwd als adepten. Niet allen zijn het. Er zijn op het ogenblik van het Verborgen Priesterrijk op aarde werkelijk ingewijd zo ongeveer 17 à 18 personen. Het werkelijke aantal priesters dat zich daar omheen groepeert, beloopt enkele duizenden. Deze mensen manipuleren als volgt:
De ingewijden brengen een contact tot stand met hogere sferen. Zij zijn degenen, die een soort waarschuwingsdienst hebben en vaak via orakels maar ook via telepathische boodschappen aan de priesters en eventueel zelfs aan de wereld kenbaar maken wat er te verwachten is. Zij hebben dus een soort kosmisch‑meteorologische dienst, die vertelt wat voor type invloed er binnenkort op aarde zal arriveren. De tendensen worden bepaald door hun wetenschap. Er is dus niet, zoals bij de Witte Broederschap, sprake van een voortdurend opnieuw plaatsvindende planning voor een komende periode. Men heeft die wetenschap ongeveer als volgt opgesteld:
Het leven van de mens is één fase op een voortdurende cirkelgang, die loopt tussen chaos en oneindigheid. Het is het doel van de mens om zich zowel in chaos als in het uiterste licht (de gevormde oneindigheid) zo lang mogelijk bewust te blijven. Daarom zal hij alle invloeden moeten gebruiken om zoveel mogelijk begrip voor zoveel mogelijk omstandigheden op te brengen. Indien hij op aarde dingen kan aanvaarden, dan kan hij deze ook accepteren in zijn gang na de dood.
De kwestie van reïncarnatie, die bij de Witte Broederschap wat meer op de voorgrond komt, wordt door het Verborgen Priesterrijk wel erkend maar als tamelijk onbelangrijk terzijde geschoven. “Want,” zo zeggen zij, “als je één leven hebt gehad, maak je eerst die geestelijke kringloop door en pas daarna begin je aan een nieuw leven. Als jij je in die kringloop volledig bewust bent geweest, zul je ook de rest volledig bewust afmaken en zijn de verschijningsvormen van geen betekenis omdat je dan met het geheel één bent.”
Het is misschien een wat wonderlijke opvatting. Ik moet toegeven dat wij ons in de Witte Broederschap ondanks alle samenwerking wel eens afvragen of het nu wel redelijk is om de uiterlijkheden en de belevingen zover terzijde te zetten als het Verborgen Priesterrijk pleegt te doen. Maar goed, hun wijze van handelen heb ik gedeeltelijk reeds aangeduid.
Om hun kennis te kunnen verbreiden op een manier, die gelijktijdig het contact met dit zeer geheime gezelschap op aarde tot stand zou kunnen brengen, vormen ze meestal z.g. ‘mantelgroepen’. Deze krijgen dan het karakter van een esoterische school, een inwijdingsgenootschap, in enkele gevallen zelfs een magische groep waar bepaalde rituelen worden voltrokken of ‑ althans in één geval –  een kerkelijke sekte. Die mantelorganisaties worden gebruikt om de waarschuwing te verbreiden. Uit deze organisaties worden dan de mensen gekozen, die in staat zijn om innerlijk tot een hoger begrip te komen. Heel vaak laat men daarvoor de mensen binnen een bepaalde groepering allerlei z.g. inwijdingen doormaken (dit zijn grotendeels pseudo‑inwijdingen) en als ze eindelijk zover zijn gekomen dat er een ontvankelijkheid ontstaat, wordt er geprobeerd door telepathisch contact deze mensen sterker te betrekken bij de actie van de werkelijke adepten. Ze worden dan langzamerhand de spreekbuizen voor deze adepten. Hun eigen taak begint dan ook wat losser te staan van de groepering waarin ze misschien zijn opgegroeid.
De waarschuwing kan op velerlei manieren worden gegeven. Ook hier zien wij een typisch verschil tussen de wijze van ingrijpen die de Witte Broederschap kent en de wijze van beïnvloeden die het Priesterrijk gebruikt. Waar de Witte Broederschap waarschuwingen geeft, maar vooral probeert om de mensen zelf hun wezen te laten verraden en zo de waarheid naar voren te brengen, gaat men in het Verborgen Priesterrijk werkelijk uit van de theoretische kant.
Bij ons is economie alleen belangrijk in zoverre ze invloed heeft op de menselijke gedragingen. Wij beschouwen de economie als iets secundairs dat hoogstens een keer kan worden gebruikt om een zeker gedrag af te remmen. Bij het Verborgen Priesterrijk gaat men zuiver theoretisch redeneren: Door welke economische ingreep (dus gebruikmakend van economische kennis) kunnen wij een toestand creëren waardoor zoveel mogelijk mensen worden geconfronteerd met voor hen nieuwe omstandigheden en waarheden?
In de wetenschap zal de Witte Broederschap wel eens iemand inspireren, maar zij gaat van het standpunt uit dat iemand het voornamelijk zelf moet opknappen. Men is wel bereid iemand een paar inspiraties te geven, maar dan geeft men dat niet aan één persoon. Men kiest daarvoor meestal een aantal van 8 tot 10 personen in verschillende gebieden en landen uit en geeft hun dan de mogelijkheid om, ieder op zijn eigen wijze, die inspiratie om te zetten in iets van meer praktische betekenis. “Neen,” zegt het Verborgen Priesterrijk, “als je zo werkt, dan geef je die mens een zelfstandigheid waardoor hij zijn aardse belangrijkheid te hoog gaat schatten. Wij geven die mens een geheime kennis. Die kennis wordt eerst uitgedrukt in geestelijke termen en normen en pas daarna, als het is aanvaard, wordt er gewezen op de mogelijkheid die geestelijke normen ook op de materie toe te passen.”
Er is dus wel een verschil tussen Witte Broederschap en Verborgen Priesterrijk. Nu kent u de Witte Broederschap. Daarover heeft u al zoveel gehoord dat ik geen bijzonder verhaal behoef te vertellen. Kort samengevat:
De Witte Broederschap is een naam die eigenlijk ruim 2000 jaar ongeveer bestaat. De gemeenschap is ontstaan uit de z.g. ‘bewusten’ of ‘ingewijden’ van Atlantis: de priesters, die in een beschouwend bestaan voortdurend contact met hogere geesten tot stand wisten te brengen en de velen die hen gevolgd zijn in hun wijze van beleven van het hogere.
De Witte Broederschap wordt dus bepaald door innerlijke beleving. Elk ingrijpen op aarde dat daaruit plaatsvindt, is gebaseerd op een deelgenootschap. Hierbij is men meer pragmatisch ingesteld. Men vraagt zich dus niet in de eerste plaats af: Wat is volgens de normen en regels van onze groep het best? Men vraagt zich eenvoudig af: Hoe kunnen wij een bepaalde toestand voorkomen of forceren? Hoe kunnen wij het begeerde effect zo snel mogelijk tot stand brengen? Dat er hierdoor wel eens geschillen ontstaan tussen Witte Broederschap en Priesterrijk, zal eenieder duidelijk zijn. Ze hebben beiden echter hetzelfde einddoel.
Men zou deze groepen kunnen vergelijken met Roomsen en Gereformeerden. Ze hebben één geloof: de bewustwording van de mensheid. Ze hebben één gezamenlijke stelregel: de eenwording in geest en vooral in zielekracht van de gehele mensheid. Alles wordt daaraan ondergeschikt gemaakt.
Ik zou zeggen dat de Witte Broederschap wat roomser aandoet omdat ze nogal pragmatisch te werk pleegt te gaan, terwijl het Verborgen Priesterrijk sterk gereformeerd aandoet omdat het boek, de formule, de formulering voor hen vaak belangrijker is dan het resultaat. Maar ze vullen elkaar aan en zodra ze gezamenlijk komen te staan tegenover een invloed die op aarde duister is, zullen ze er niet over gaan twisten wat nu misschien theoretisch de meest juiste oplossing is. De Witte Broederschap begint en het Priesterrijk voegt zijn pogingen daarbij, met dit voorbehoud dat ze zelf met hun ingrijpen niet ingaan tegen de regels die ze als juist hebben erkend, maar dat ze ook geen maatregelen nemen in overeenstemming met die regels, die de Witte Broederschap moeilijkheden zouden kunnen bezorgen. Als het Priesterrijk ingrijpt (en dat is vooral in esoterische en religieuze ontwikkelingen), dan zal de Witte Broederschap zeker niet proberen om daar een stokje voor te steken, omdat ze denken dat het anders beter gaat. Er is sprake van een wederkerig respect en van een wederkerige samenwerking, al is die ‑ dat moeten we toegeven – hier en daar wel wat beperkt.
Nu denkt u misschien dat dit een heel gewoon betoog is. Maar geloof me, u zult op deze wijze niet vaak over die twee groepen horen. De tegenstellingen worden door de meesten liever verzwegen. Ik meen dat het in het kader van deze cursus, waar we het over kosmische werkingen van allerlei aard hebben, goed is te begrijpen dat er tegenstellingen kunnen bestaan, ook tussen grote en geestelijk zeer hoogstaande groepen, die tenslotte hetzelfde doel nastreven.
In de titel heb ik gewezen op verborgen machten op aarde. Verborgen, dat is logisch. De Witte Broederschap is wel bekend, ook onze eigen ‘Orde’ behoort daaronder, en ze geeft op nogal wat punten regelmatig haar overwegingen; ook haar jaarprogramma is enigszins bekend, maar er is toch niemand, die kan zeggen: deze behoort wel tot de Witte Broederschap en gene niet. En wat meer is, niemand weet precies ‑ en dat wordt ook nooit helemaal zuiver precies verteld ‑ wat de Witte Broederschap nu wel kan en wat ze niet kan, waar haar mogelijkheden ophouden.
Wat het Verborgen Priesterrijk betreft, daarvan is nog veel minder bekend. Alleen degenen, die bij de mantelorganisaties behoren, worden met het bestaan ervan geconfronteerd. Maar zelfs die confrontatie is zo onvolledig dat je pas, als je zelf direct contact begint te krijgen met de ingewijden, gaat begrijpen wat de mogelijkheden zijn. Wat nu is de werkelijke macht, die door het Verborgen Priesterrijk kan worden uitgeoefend?
Het Verborgen Priesterrijk kunnen we vergelijken met degene, die in het verkeer de waarschuwingsborden en richtingaanwijzers plaatst, de bewegwijzering dus. De Witte Broederschap daarentegen is degene, die eerder zorgt voor de berijdbaarheid van de weg. Ze hebben elkaar ergens nodig. Het werk van de een is zonder het werk van de ander niet compleet. Het is duidelijk dat een wegenbouwer iets meer bekend zal zijn dan de man die wegwijzers plaatst. Dat is een vage, anonieme organisatie. Maar de wegenbouwer ken je en je weet wat zijn instrumentarium is. Daarom is de Witte Broederschap bekender dan het Priesterrijk.
Wat kan het Priesterrijk dan verder doen? Wel, ze zijn in staat waarschuwingen te geven. Waarschuwingen kunnen worden geformuleerd op zeer abstracte wijze en ze kunnen zeer realistisch worden gezegd. Als wij te maken hebben met een waarschuwing, die uit het verborgen Priesterrijk komt, dan is het tegen b.v. een staatshoofd het volgende: ­”De toenemende ellende van een groot deel van uw volk betekent een gevaar; doe er iets aan.” De Witte Broederschap zal onder dergelijke condities waarschijnlijk zeggen: “Als u niet vlug verandert, komt er revolutie!” Beide bedoelen hetzelfde. U zult wel inzien dat dergelijke waarschuwingen, langs welke weg ze ook worden gegeven, grote invloed kunnen hebben op het verloop van een eventuele opstand. Op dezelfde manier is dat ook mogelijk in de wereldhandel.
Als wij weten dat er schaarste zal zijn en wij kunnen iemand ertoe brengen om voorraad aan te leggen, dan zal door die voorraad weliswaar een prijsstijging optreden op den duur, maar het bepaalde artikel blijft voldoende verkrijgbaar. En dat betekent ook weer, dat je op die manier een zeker economisch evenwicht kunt scheppen of ‑ indien je het belangrijk vindt ‑ die kunt verstoren.
Als ik kijk naar het optreden van de verborgen priesters in de laatste 3 jaren, dan valt mij op dat zij voortdurend bezig zijn een vredesgedachte overal ingang te doen vinden. Dat is in overeenstemming met ‘Aquarius’. Vrede is voor hen het harmonisch beleven van de omgeving en als zodanig kunnen ze daar dus heel wat aan doen. Met de resultaten ben ik persoonlijk niet al te gelukkig, maar goed, ieder zijn smaak.
In diezelfde tijd heeft de Witte Broederschap ervoor gezorgd dat er in de economie een verandering kwam door het onder druk zetten van bepaalde valuta’s niet te verhinderen of te beperken, maar integendeel te bevorderen. Een proces, dat overigens zelfs op dit ogenblik nog aan de gang is. Ze hebben daardoor de machtsverhoudingen op aarde veranderd. Evenzo heeft de Witte Broederschap getracht bepaalde ongelukken te doen plaatsvinden. Niet omdat ze daarmee de mensen wil kwellen, maar omdat het gevaar van bepaalde experimenten voor eigen land (denk aan de z.g. biologische aanvalsmiddelen) heel vaak gelijktijdig betekent een grotere voorzichtigheid en een beter begrip voor de aansprakelijkheid die men heeft.
De mensen van het Verborgen Priesterrijk zullen in zo’n geval proberen om op morele gronden de onaanvaardbaarheid duidelijk te maken. De Witte Broederschap zegt: Daar lopen ze toch niet zo gemakkelijk in. Laten er maar eerst eens 40 of 50 wetenschapsmensen doodgaan, die aan die projecten bezig zijn, dan zal men vanzelf komen tot een beter begrip voor de gevaren die eraan verbonden zijn.
Zo hebben wij in de laatste tijd vanuit de Witte Broederschap al het een en ander gedaan voor een bepaalde schijnbaar kleine industrie in de Ver. Staten. Er zijn 24 slachtoffers gevallen. Dat is niet veel, maar er is gevaar geweest voor een stadje met toch altijd nog 40.000 inwoners. De gevolgen zijn tamelijk spectaculair, ofschoon geheim. Wij hebben de overtuiging dat wij op die manier iets kunnen doen. Het getuigt toch wel van een zekere macht, als het ons gelukt om bepaalde experimenten te doen ophouden. Het getuigt van een zekere macht, als wij weer eens de een of andere persoonlijkheid gewoon zijn beheersing kunnen laten verliezen, zodat hij een waarheid zegt die eigenlijk geheim had moeten blijven. Dat is kort geleden in Rusland gebeurd. Daar heeft iemand zijn mond voorbij gepraat. Hijzelf heeft daardoor zijn oord van verblijf wel moeten veranderen, maar hij heeft het zo duidelijk gedaan dat hierdoor een geheel nieuwe evolutie op gang komt.
De mensen van het Verborgen Priesterrijk hebben zich in de laatste tijd ook enorm ingespannen om de godsdienstigheid in de z.g. atheïstische delen van de wereld te bevorderen. Ze zijn er inderdaad aardig in geslaagd, zou ik zeggen. De religiositeit in landen als Rusland en de satellietstaten neemt op het ogenblik snel toe in plaats van verder af. Maar voor ons is zoiets bijkomstig. Wij zeggen: Voor de religiositeit kun je wel de daarvoor ontvankelijke mensen krijgen, maar de rest bereik je niet. Je bereikt een lichte verandering in de geestelijke verhouding, maar je verandert niet de noodzakelijkheid.
Als wij op onze manier ingrijpen (het is allang voorbij, dus kan ik er wel een paar dingen over zeggen), dan krijgen wij b.v. de manier waarop wij na de dood van Stalin hebben gewerkt. Wij zijn na Stalins dood bezig geweest om duidelijk te maken dat een verbetering van levensomstandigheden mogelijk was. Dit heeft tot allerlei spanningen in de Partij gevoerd. Dit was indirect aansprakelijk voor Chroesjtsjovs bekende rede, waarin hij het stalinisme ontkende. Het was aansprakelijk voor de decentralisatie van een deel van de industrie; iets wat eigenlijk helemaal tegen de doctrine ingaat. Het is zelfs aansprakelijk geweest voor bepaalde acties, die Bresjnev op het ogenblik toch moet goedkeuren. Acties, waardoor het levenspeil verandert, maar gelijktijdig het denkbeeld van het communisme aan het veranderen is.
Een ander succes dat wij hebben behaald door praktische ingrepen, is wel het toenemende begrip bij de mensen dat het communisme eigenlijk verloren is. Nu hebben wij niets tegen het communisme als zodanig, dat moet u begrijpen. Maar wij vinden dat het absolutisme, dat van deze grondleer uitgaat, onaanvaardbaar is en zeer gevaarlijk voor de menselijke ontwikkeling. Wat hebben wij nu gedaan? Wij hebben de communisten duidelijk gemaakt dat ze maar heel weinig kans hebben een werkelijke wereldrevolutie tot stand te brengen. En daarmee is ook de houding veranderd. Men gelooft niet meer aan een communistische wereld. Men gelooft alleen nog aan het behouden van de macht in eigen structuur, in eigen machtsblok en zelfs dat is op den duur niet houdbaar.
Ik geef toe dat door het ingrijpen van het Verborgen Priesterrijk met het doen optreden van b.v. visioenen maar ook door het propageren van kennis van het paranormale, dingen die o.m. ook in Rusland gebeuren, ook resultaten zijn behaald op een andere manier. U zult begrijpen dat voor een aantal ongelovigen, die alleen aan de materie willen geloven, het toch wel een schok is te ontdekken dat je met telepathie dingen kunt doen. Die kun je dan wel menselijk verklaren, maar er zitten teveel hiaten in. Je moet dan teruggrijpen ‑ zoals men inderdaad heeft gedaan – naar esoterische leerstellingen uit het verleden, die tot dan toe als bijgeloof werden uitgekreten. En het is wel opvallend te zien hoe men dat heeft ontwikkeld.
De Russen hebben op het ogenblik een stelling dat het beste telepathische contact tot stand komt tussen twee personen, die in een zo groot mogelijk drukverschil (zwaartekrachtverschil) zitten. Zij hebben zelfs al geprobeerd uit te maken op welke wijze dat voor de ruimtevaart belangrijk zou kunnen zijn. Er zijn in ruimtevaartprojecten inderdaad proeven genomen met telepathische berichtoverbrenging. Die waren wel niet volmaakt, maar het heeft toch wel geleid tot allerlei vreemde ontwikkelingen bij het psychologisch onderzoek aldaar. Ook dat is natuurlijk een aantasting van menselijke zekerheden en menselijke verwaandheid. En op zijn beurt zal dat bijdragen tot een grotere instabiliteit van het dogmatisme van de mensen.
Maar stel nu eens dat zowel het Verborgen Priesterrijk als de Witte Broederschap worden geconfronteerd met een noodsituatie; dat we iets moeten doen. Het kan niet anders meer, we moeten daadwerkelijk en direct ingrijpen. Het Verborgen Priesterrijk, dat alle invloeden kent, zou zeggen: Wij geven een visioen of een verlichting. Wij maken een groot aantal mensen gelijktijdig van iets bewust en hun reactie daarop zal dan de rest wel doen. Wij, bij de Witte Broederschap, zouden zoiets misschien kunnen doen, maar wij beschikken eerlijk gezegd niet over de techniek om dit van de aarde af te laten gebeuren, zoals dat bij het Priesterrijk wel kan. Wij zouden het alleen kunnen doen, indien de hogere Chohans in de geest worden ingeschakeld. Maar wij kunnen wel weer iets anders doen: Wij zijn in staat om met middelen, die op astraal vlak liggen (dus vlak bij het menselijke), wensen weg te nemen of uit te schakelen, acties te laten mislukken, defecten te veroorzaken. Als wij zeggen: Dat vliegtuig mag niet aankomen, dan verongelukt het, gelooft u mij. En dan kunnen wij zelfs nog bepalen of het te pletter valt of dat het alleen maar materiële schade wordt en iedereen nog wordt gered. Wij kunnen dus wel wat. Dit zijn voorbeelden van de macht waarover wij beschikken.

Ik heb mij wel eens afgevraagd wat het zou worden, indien de Witte Broederschap én het Priesterrijk tezamen zouden optreden in een wanhopige poging om de mensheid van zichzelf te redden. Ik ben toen tot de meest krankzinnige conclusies gekomen. Het blijkt nl. door deze geestelijke kracht mogelijk te zijn om een groot gedeelte van alle op electrische potentialen en magnetisch potentiaal gebaseerde verschijnselen, tijdelijk teniet te doen. Dat betekent, dat atoombommen kunnen vallen zonder dat ze exploderen. Dat betekent, dat motoren en vliegtuigen opeens kunnen worden stopgezet.

Verder blijkt ook onder omstandigheden de mogelijkheid te bestaan van transmutatie. De kennis daarvoor berust voor een groot gedeelte bij het Verborgen Priesterrijk, maar de energie vooral toch wel bij de Witte Broederschap. Wij zouden b.v. bepaalde materialen van kwaliteit kunnen veranderen in een zeer korte tijd; en dit op een bepaald deel van de wereld of over bijna de gehele wereld. Dat betekent, dat je heel ‑ wat kunt doen. Wij zijn daarvoor ‑ dat moet ik even onderstrepen ‑ natuurlijk afhankelijk van hetgeen er uit de kosmos op de mens wordt losgelaten. Indien wij zouden proberen om b.v. staal in goud te veranderen,. dan zouden wij dat alleen kunnen doen op het moment van overgang van een roodinvloed naar een geel‑invloed. Dus twee kosmische werkingen zouden elkaar moeten treffen en dan hebben wij de mogelijkheid om die manipulatie uit te voeren; niet als één van beide invloeden domineert, ook niet als er een andere invloed is. Dit lijkt misschien wel mooi, maar technisch zou dat veel moeilijkheden baren. Met een gouden tank kun je wel pronken, maar je kunt er niet mee vechten. Een gouden geweer kun je moeilijk afvuren; je kunt het wel aan de muur hangen.

Deze verborgen machten op aarde zijn dus wel degelijk van vele kosmische invloeden afhankelijk. Maar het vermogen om die invloeden te manipuleren en de kennis omtrent de wijze van manipulatie zijn bij beide groepen wel zodanig aanwezig, dat er toch heel wat tot stand kan worden gebracht.

Om mijn betoog af te ronden wil ik nog een ogenblik terugduiken in het verleden.

Toen voor het eerst de leer van de priesters van Mû tot een geheimleer werd en de eerste school daaruit voortkwam, legden al degenen die aan die school wilden studeren, de volgende gelofte af:

“Ik zal mij slechts wijden aan de krachten. uit de geest. Ik zal betrouwen op de wetten van de geest. Ik zal mijzelf van alle menselijke acties onthouden opdat de grote kracht van de geest zich ten volle kan openbaren.” En dan wisten ze nog helemaal niet waar het verder over ging. Die gelofte en de formulering zijn, geloof ik, erg belangrijk geweest in de hele geschiedenis van die leer. Als wij zien hoe het Verborgen Priesterrijk ongeveer 2500 jaar v. Chr. manipuleert, dan ontdekken wij niet alleen dat de priesters scholen stichten, maar ook dat ze bezig zijn de studie te bevorderen.

De meesten van u zullen wel eens gehoord hebben van de priesters van Thoth. Thoth was een god van wijsheid maar ook de god van het duister, van de dood …. De priesters van Thoth bestudeerden het menselijk lichaam. Zij bestudeerden de ontwikkeling van de geest, de geestelijke krachten. Zij hielden zich bezig met het bezweren van geesten en kwamen van daaruit tot een redelijke beheersing van een aantal paranormale krachten. De scholen, die zij toen hebben gesticht, ontaardden al heel vlug in zwart‑magische scholen. Dat zie je meer. Maar onmiddellijk gingen een aantal ingewijden uit de priesters van Thoth over naar de Osiris‑Isis-verering. Weliswaar twee goden, maar ze werden in één tempel vereerd. Die priesters brachten de nieuwe magische inwijdingsleer, die over het algemeen werd omschreven als de Isis‑inwijding, maar die in feite was gebaseerd op de wisselwerking Isis‑Horus en waarbij de Osiriskracht als een zich ontwikkelend beginsel tegen de. achtergrond van de natuur (die door Isis werd gerepresenteerd) optrad.

Toen ook daar de situatie wat moeilijker werd, bleken zij zich alweer goed te hebben ingespeeld, want ongeveer 700 v. Chr. zien wij dat ze plotseling opduiken in een school voor horoscopie of astrologie. Hun invloed blijft daarin bestaan tot praktisch 1000 na Chr. Bepaalde grote wetenschapsmensen en geëerden daarvan hebben ofwel direct contact gehad met het Verborgen Priesterrijk, dan wel zij zijn door mensen uit dit Priesterrijk voortdurend a.h.w. gestuwd en geïnspireerd. Dan zwakt de zaak weer wat af, maar onmiddellijk grijpt men alweer naar een nieuwe mogelijkheid.

Er heeft zich nl. in Griekenland een klein groepje gevormd onder leiding van een adept van het Verborgen Priesterrijk, dat zich heeft beziggehouden met wat men alchemie en kabbalisme kan noemen. Van hieruit zetten ze alchemistische inwijdingsscholen op, die rond 1500 voor een deel worden getransformeerd in filosofische scholen. En op deze wijze bestaat het Priesterrijk als een actief onderwijzend geheel tot vandaag de dag op uw wereld.

De Witte Broederschap is wat minder reglementair gegroeid Het waren oorspronkelijk mensen, die een band hadden met de geest en het hoger bewustzijn en die na de overgang hun belangstelling voor de wereld en de mensheid behielden. Langzaam maar zeker kwam er in de Atlantische periode een gevoel voor achtergronden. De Witte Broederschap is b.v. aansprakelijk geweest voor een groot gedeelte van de religieus‑filosofische ontwikkelingen, maar vooral ook voor het vormen van rijken, beschavingen, die bepaalde waarden wisten uit te dragen.

De Witte Broederschap is o.m. ook aansprakelijk geweest voor de dominantie, die de Romeinen hebben gekregen over Noord‑ en West‑Europa. Waarom? Wel, omdat deze mengeling van Latijnse kennis en het bestaan van een inwijdingsleer onder de legionaires, waardoor het mogelijk werd een zekere esoterische kennis over te dragen, van belang leek om een deel van de toenmalige wereld te ontwikkelen, dat zonder dat waarschijnlijk een andere, een meer agrarische en veel minder op directe wetenschap gebaseerde ontwikkeling zou hebben doorgemaakt.

De Witte Broederschap vormde niet alleen een inspiratie voor o.m, het optreden van de hoofden (Claudius Civilis is één van degenen geweest die door de Witte Broederschap werd gestimuleerd), maar ze waren ook de stimulatoren van de handel. Er was ‑ laten we dat niet vergeten ‑ altijd een handel. In de ijstijd en kort daarna is er al handel geweest, die liep van Denemarken tot aan de Middellandse Zee. Maar het ontplooien en ontwikkelen van die handelsroutes was erg belangrijk om culturele vermenging tot stand te brengen en daarmee ook weer een nieuwe ontwikkeling. Ik geloof wel, dat men de Broederschap aansprakelijk moet stellen voor de ontwikkeling van West‑Europa en voor de mogelijkheid om West‑Europa in het Vissen‑tijdperk een geheel nieuwe stuwkracht te doen geven aan de totale wereld.

Vergeet niet, dat het West‑Europa van vandaag nog steeds de gehele wereld stimuleert. Zonder West‑Europa zou er geen Noord‑Amerika zijn geweest, maar ook geen westerse techniek, geen invloed in b.v. Japan, Er zou geen omwenteling tegen de Mantsjoe‑dynastie zijn geweest in China. Er zou geen stand van ontwikkelde mensen zijn geweest, waardoor landen als Pakistan en India zelfstandig verder kunnen gaan zonder daarbij een geisoleerd geheel te blijven. Dit geldt zelfs voor Indonesië. Indonesië zou niet mogelijk zijn zonder de kolonisatie van Nederlands‑Indië. Dat moet u goed begrijpen. Je kunt door het stimuleren van bepaalde ontwikkelingen bepalen wat er gaat gebeuren.

De Witte Broederschap is misschien wat minder kieskeurig in de keuze van haar middelen dan het Verborgen Priesterrijk. Men handelt bij de Broederschap: zo ongeveer als een dokter, die op een gegeven ogenblik zegt: We hebben te maken met een te hoge bloeddruk, aderlating is noodzakelijk. Als dus de agressiviteit op aarde, die door de Witte Broederschap als deel van elke mens wordt beschouwd, te ver oploopt, dan moeten wij bepaalde beperkte terreinen vinden waarop die ontlading kan plaatsvinden. Een algehele wereldoorlog zou een algemene vernietiging zijn. Dus beperkte conflicten, waarin de mensen hun agressie enigszins kunnen uitleven en daarnaast het creëren van andere conflicten, waardoor o.m. de centralisatie wordt afgeremd en tegengegaan. Tot vandaag aan de dag werkt de Witte Broederschap met deze middelen en bereikt op haar manier ook grote resultaten.

Met dit zeer beperkte overzicht van wat die twee verborgen machten tot nu toe hebben betekend op de wereld kan ik zo langzamerhand dit betoog gaan afsluiten:

Het ging mij niet in de eerste plaats erom u te verbazen met de invloeden, die op aarde zijn en die uw aller lot helpen bepalen. Het was eerder mijn bedoeling u te confronteren met historisch gegroeide en uit de mensheid zelf voortgekomen ‑ dat laatste is belangrijk! machten, die door hun vermogen om voortdurend in contact te staan met hoge sferen en de kosmische werkingen te kennen langzaam maar zeker zijn gaan optreden als een soort roerganger voor de menselijke ontwikkelingen. Zij zijn het die richting aangeven. Zij zijn het die de hulpeloosheid, die menig mens t.a.v. de gebeurtenissen kan bevangen, proberen om te buigen in de juiste reactie die niet alleen voor één mens goed is maar voor de gehele mensheid. We zullen ongetwijfeld een volgende maal nog wat verder moeten ingaan op dergelijke machten.

Het zal u duidelijk zijn, dat b.v. het optreden van de Wereldleraar ook zijn invloed heeft achtergelaten en dat ook de hergeboorte van bepaalde primitief christelijke groepen die tegenwoordig christelijk-esoterisch of christelijk‑filosofisch optreden maar gelijktijdig een steeds grotere invloed krijgen op de jeugd, ook van belang zijn. Maar voordat zij er waren, waren er al het Verborgen Priesterrijk en de Witte Broederschap. En als het erop aankomt, dan zullen dergelijke invloeden en groepen als het ware worden geabsorbeerd of soms als heerser worden aanvaard in één van beide of in beide verborgen machten op aarde, want de mensheid is één geheel. De ontwikkeling van die mensheid als geheel is het enige dat voor alle mensen en voor alle geesten, die de menselijke ontwikkeling hebben gekend, van werkelijk belang is.

Zijn er denkende krachten in de kosmos?

Als wij horen hoe er tegenwoordig een UFO‑rage is en iedereen zich bezighoudt met buitenaardse intellecten, is het misschien wel interessant na te gaan in hoeverre er in de kosmos bewustzijn voorkomt en daarnaast in hoeverre dit bewustzijn invloed kan hebben op de werelden op welke wijze.

Als wij nagaan hoeveel sterren er zijn en aannemen dat misschien één op de duizend van die miljarden sterren planeten heeften dat weer één van de duizend daarvan een bewoonde planeet‑, althans een leven‑dragende planeet. met. zich voert, .dan zijn er in deze ruimte dus heel wat planeten waarop bewustzijn zich ontwikkelt.

Nu is de mens geneigd om als hij denkt aan vreemd intellect en vreemde denkende wezens zich onmiddellijk ruimtevaartuigen voor te stellen, buitenaardse beschavingen en wezens, die met grote vaart naar de aarde toe snellen om die voor haar eigen dwaasheden te behoeden. Maar heeft men zich wel eens gerealiseerd, dat er in de’ kosmos heel wat denkende wezens mogelijk en voorstelbaar zijn, die helemaal niet beantwoorden aan de menselijke norm van bestaan?

Als wij ons voorstellen, dat er b.v. plantenleven is dat tot een zeker bewustzijn komt, dan zal dat ongetwijfeld een heel ander leven zijn dan u kent. Wij zouden ons de een of andere planeet kunnen indenken, die in een zuiver tropische periode verkeert waar allerlei planten langzaam maar zeker een bewustzijn hebben ontwikkeld en tot een soort telepathie komen. Dat zal geen denken zijn dat je met dat van de mens kunt vergelijken. En wat meer is.‑ dat denken zal voor een groot gedeelte ‑ althans vanuit menselijk standpunt ‑ uit emoties bestaan. Woorden zullen er niet veel in voorkomen. Maar als een dergelijke planeet nu eens in harmonie zou komen, zodat al die miljarden wezens; die plantaardig op de planeet bestaan, beginnen te denken, wat zou dan het gevolg zijn?

In de eerste plaats natuurlijk een sterk gedirigeerde gedachten sfeer rond de planeet, waardoor alle leven ‑ ook eventueel dierlijk leven ‑ wordt gedomineerd.

De verhoudingen op zo’n planeet zullen zuiver symbiotisch zijn, naar ik aanneem, waarbij de ene levensvorm helpt de andere in stand te houden. Naar buiten toe zou zoiets ook wel eens invloed kunnen hebben.

De invloeden, die van een dergelijke planeet uitgaan, zullen door de ruimte snellen (en dat meestal met een snelheid die aanmerkelijk groter is dan die van het licht, omdat telepathische signalen eveneens de ruimte kunnen doordringen. En alle wezens, die in de omgeving zijn, zullen die emoties ondergaan, indien zij ook maar enigszins telepathisch gevoelig zijn.

Stel nu, dat een dergelijke invloed de aarde zou beroeren, dan hebben we te maken met een zuiver voortgebrachte invloed en met gevoelens, die misschien worden veroorzaakt door een storm, door angst, voorzichtigheid of misschien de vreugde die wordt ervaren op die planeet, omdat toevallig alles (de vochtigheid, het weer, de zon precies in overeenstemming is met wat de meeste planten voor hun leven nodig hebben.

Die emoties komen dan hier op aarde aan. Ze worden opgevangen. Er zijn mensen die blij zijn zonder reden en er zijn mensen die bang zijn zonder reden. Zij zullen daarop dus menselijk reageren. Een dergelijke invloed zou dan erg verwarrend voor de mens kunnen zijn.

Laten we een ander voorbeeld nemen. Wij weten dat er bepaalde beschavingen zijn, die zich langzaam maar zeker hebben ontwikkelen tot denkers. Een soort filosofen, die in staat zijn hun gedachtenstraling met betrekkelijk grote gerichtheid door het Al te laten gaan en bovendien het vermogen hebben te constateren of daar leven is met een bewustzijnsnorm die voldoet aan de eis tot contact. In dergelijke gevallen krijgen we een selectief contact dat bijna menselijk kan zijn. Want aangezien de gedachten van die wezens vaak vertaald kunnen worden in woorden (vroeger hebben ze een woordcommunicatie gekend, zullen de mensen op aarde dat als boodschappen in woorden horen. Dat daarbij nog wel eens verwarringen. in de betekenis zullen optreden, verwarringen ook t.a.v. bepaalde begrippen, die op aarde misschien laag ontwikkeld zijn en bij die andere wezens hoog ontwikkeld of niet bestaand, moeten wij toch toegeven dat op een dergelijke manier bepaalde filosofen kunnen proberen een zekere gedachtegang op aarde ingang te doen vinden. Die invloed zal uit de aard der zaak de telepathisch gevoeligen weer beroeren.

Maar stel nu eens, dat er een ander ras is. Een ras dat emotioneel is. Emotioneel zoals onze planten maar overigens dierlijk ontwikkeld. Laten wij aannemen dat het ook is voortgekomen uit de vertebraten net als de mens, dan zal een dergelijk ras emoties ontvangen en uitstralen. De emotionele gevoeligheid van veel mensen is zeer groot. Er zijn ook dieren die erg gevoelig zijn; een paard en een kat zijn heel erg gevoelig voor emoties. Dan zouden dergelijke wezens wel eens bewust bepaalde emoties kunnen gaan uitstralen. Emoties, die de aarde beroeren en die daardoor niet alleen de mensen maar ook een deel van het hogere leven in de natuur beïnvloeden en daar stemmingen veroorzaken.

Ik heb u maar enkele voorbeelden gegeven van denkende wezens, die inde ruimte kunnen voorkomen. Ik wil er onmiddellijk bijvoegen, dat ik hier soorten van leven heb opgenoemd, die zelfs in uw eigen nevelstelsel aanwezig zijn.

Op de vraag, of er denkende wezens in de kosmos zijn, kunnen wij zonder meer antwoord geven, want dit zijn allemaal wezens die een beetje in de buurt liggen van wat nog menselijk is.

Maar er zijn ook gaswolken in de ruimte. In die gaswolken kunnen spanningen zijn. Daar kunnen wezens in voorkomen, die vergelijkbaar zijn met bepaalde elementalen op aarde. Wezens, die leven in een bepaald element, die daarin een zeker kracht‑ of energiepatroon uitdrukken, maar die ook persoonlijke reacties kennen op de omgeving.

Stel, dat er een gaswolk ergens tussen de sterren drijft en dat daarin een dergelijk soort leven bestaat. Dat leven beschikt niet over de emotionaliteiten die voor de mens begrijpelijk zijn. De taal, de uitdrukking, de wereld, de visie van die wezens, hoe hoogbeschaafd ze misschien ook zullen worden, zijn voor een mens niet begrijpelijk. Maar het is ook energie. En dan kunnen wij ons voorstellen dat zo iemand naar de aarde toe gaat denken. Maar dan doet hij dat misschien in een samenstelling van harde straling en magnetische patronen. Wat is daarvan op aarde het gevolg? Waarschijnlijk een magnetische wervelstorm. En dan kan de mededeling eenvoudig niet begrepen worden.

Ik haal dit voorbeeld aan om u duidelijk te maken dat er heel wat denkende wezens in de ruimte kunnen zijn, die ‑ongeacht hun op zich zeer hoog peil van ontwikkeling en beschaving ‑ niet beschikken over de middelen waardoor communicatie niet de mens mogelijk is.

Men heeft vroeger op aarde wel eens gedacht: Als er levende wezens zijn in het zonnestelsel of misschien daar buiten, dan moeten we in de Sahara een heel grote driehoek van spiegels opbouwen. Dan zullen die wezens dat zien en zeggen: “Dat is door mensen gemaakt”.En als we dat later ‑ na een paar maanden b.v. ‑ een veranderen in een vierkant of een cirkel, dan zullen ze wel antwoord geven. Wat de mens daarbij vergeet is, dat zijn denken een bepaald structuurdenken bevat dat is gebaseerd op de wijze waarop hij persoonlijk zijn wereld beleeft en niet alleen maar op de wijze dat die wereld is. Je kunt zeggen: wiskunde is een intergalactische taal. Dat is het ook, mits de wijze waarop wij die wiskunde hanteren overal gelijk is; en dat zal niet het geval zijn.

Er is wel degelijk vreemd bewustzijn, vreemd denken in de ruimte. En als wij de kosmos nog wat verder nagaan, komen we in andere dimensies terecht en dan zijn daar ook wezens die denken, maar hun wereld verschilt van die van de mensen. Dan zouden wij tot de conclusie kunnen komen dat wezens, die op zich een zeer hoge beschaving hebben, die goed leven volgens hun eigen normen en die in harmonie zijn met God en de kosmos, voor de aarde wel eens een demonisch karakter zouden kunnen krijgen. En dat lijkt mij een punt, waarover wij ook eens mogen nadenken. Want als we het hebben over al die kosmische invloeden, dan vergeten wij maar al te vaak dat er ook bewuste en onbewuste contacten rijn tussen deze wereld en andere werelden,

Stel, dat uw eigen wereld of zelfs maar uw eigen zon in communicatie is met een ster, die misschien duizend lichtjaren veder staat. Dat geeft niet. In hun tijdsnorm kunnen ze heel rustig met elkaar spreken. Dan zijn ze ongeveer als de twee huisvrouwen op de televisie, die tegen elkaar staan te schreeuwen in de stormwind hoe het komt dat de een witter wast dan de ander. Voor die sterren is die communicatie heel normaal. Maar als de krachten van planeet tot planeet of zelfs van planeet tot zonnestelsel zijn gericht, dan vormen ze een draaggolf, die het bewustzijn, kan meenemen van degenen die erop wonen. Dat zijn dan invloeden waarmee je geen raad weet. Heel veel van de demonen, die de mensen op aarde menen te kennen, zijn geen echte demonen. Dat wil zeggen: ze zijn niet duivels. Het zijn niet de direct onstoffelijke wezens, van wie men veronderstelt dat die de mens voortdurend komen plagen. (Ik geloof trouwens niet dat er een wezen kan bestaan, ooit geestelijk, dat de mens meer kan plagen dan de mens zichzelf plaagt) Dat zouden heel goed alleen maar gedachtestromen kunnen zijn uit een wereld, die met de uwe niet harmonisch is. En gedachten, die over een dergelijke afstand worden geprojecteerd, zouden ook nog krachten kunnen blijken te zijn, vooral als wij spreken over een draaggolf .

Wij kunnen ons die gedachten, krachten interdimensionaal misschien niet zo gemakkelijk voorstellen, maar bij galactische contacten is dat toch zeker denkbaar. Het zou dan wel eens kunnen zijn, dat ‑ voor zover het de mens betreft ‑ de kosmische energie van de trage, misschien 100 tot 200 jaar durende woorden, die de planeten elkaar toeschreeuwen door die kleine vibratie een boventoon krijgt, die voor de mens in een stoffelijke vorm tot uiting komt; Wij hebben daaromtrent een paar aardige ontdekkingen gedaan op astraal gebied. Daarmee zou ik u vandaag willen confronteren.

Er zijn denkende wezens, overal. Ook als wij in andere dimensies komen: denkende wezens, bewustzijn, activiteit, oordeel, dit alles is praktisch overal aanwezig hier in meerdere mate daar in mindere mate.

Overal kunnen er condities ontstaan waardoor dergelijke gedachten of invloeden de aarde beroeren. Maar wat vinden wij vlak bij de menselijke wereld? Wat is het deel van de levenssfeer die dok rond deze aarde ligt? De z.g. astrale wereld.

In de astrale wereld echter kunnen de gedachten van andere planeten uit andere dimensies evengoed vorm krijgen als die van mensen. Er kunnen dan wezens ontstaan, die zich zodanig verdichten dat ze zich zelfs kunnen manifesteren. Er zijn ons enkele gevallen bekend dat astrale vormen aan de mens verschenen zijn. Astrale vormen die behoren tot de normale wereld van denkers elders, maar die hier werden gezien als enorme verschijningen van goden of demonen. Er zijn heel wat sprookjes en verhalen opgebouwd op beelden, die wij bij een onderzoek naar denkend vermogen in de kosmos ergens anders als een normaal wereldbeeld aantroffen. Ik meen, dat dat wel een aanduiding moet zijn voor een overdracht van waarden waarin ook astrale vormen of schillen door die gedachtenvorm een rol spelen.

Dan zien wij nog iets vreemds. Indien dergelijke verschijningen optreden, zijn de mensen geneigd daaraan invloeden en eigenschappen toe te kennen. Zij beginnen dan de schil, die eenmaal door anderen is gevormd, zelf te vullen met hun hoop en verwachtingen; Zo ontstaat er een wezen, dat weliswaar enigszins aardgebonden is door zijn oorsprong, maar dat in zijn krachten en vermogens sterk afhankelijk is van de mensen. Bij het onderzoeken van o.m. een aantal demonen of tempelwachters in de astrale werelds die op het ogenblik nog actief zijn, hebben wij de conclusie moeten trekken dat de vormen niet tot stand zijn gekomen vanaf de aarde of vanuit de geest. Er blijft dan alleen nog maar over dat ze door een ander bewustzijn geprojecteerd zijn dan de voor ons kenbare in de menselijke wereld. Zo kwamen we dus op het denkbeeld, dat er in de kosmos zeer veel rassen zijn die een soort gemeenschappelijk bewustzijn hebben dat onder omstandigheden ook de menselijke wereld kan beïnvloeden.

Het omgekeerde moet natuurlijk ook waar zijn. De mensen denken. Zij hebben een gemeenschappelijk bovenbewustzijn. Dat gemeenschappelijk bovenbewustzijn bevat ook emoties, bepaalde stellingen, bepaalde denkbeelden en niet te vergeten; een zeker vormbewustzijn. Het is heel goed mogelijk dat een projectie daarvan op een andere planeet vele lichtjaren verder door de mensen daar wordt ontvangen als goden; en dat zelfs een deel van de menselijke kennis op deze wijze ‑ zij het licht gevarieerd ‑ wordt overgedragen.

Als je zoekt naar al die invloeden uit de kosmos, dan vergeet je wel eens dat dergelijke toevalligheden ‑ want daar komt het vaak op neer ‑ ook een rol kunnen spelen. Het is voor de mens zo gemakkelijk te denken dat hij alleen in deze kosmos is, dat het Al eigenlijk gecreeerd is voor hem en dat hij de top is van alle ontwikkelingen. Dat is natuurlijk zeer vleiend voor zijn eigenliefde, maar het pleit niet erg voor zijn logisch inzicht.

Indien de mens echter deze visie eens even terzijde stelt en zich gaat realiseren hoeveel verschillende vormen van leven er kunnen zijn, hoeveel werelden er kunnen zijn, die worden omringd door een bewustzijnssfeer, die ‑ ik heb de condities waaronder dat gebeurt zoeven al aangeduid ‑ invloed heeft op aarde, dan ga je je ook afvragen‑ Bestaat er misschien een interrelatie tussen het denken van de mensheid als geheel en het denken van de bewoners van andere planeten als geheel’?

Ons onderzoek, dat wij het laatste anderhalf jaar hebben gedaan naar de oorsprong van vele astrale vormen, wijst sterk in die richting. Ons onderzoek naar de bewoondheid van het Al heeft eveneens in die richting gewezen. Dan vraag ik mij alleen maar af, of daaruit ook geen consequenties moeten voortkomen voor de totaliteit van leven. Want zolang een groot verschil van inhoud kan betekenen dat een wereld, die op zichzelf goed is en misschien zelfs heel dicht bij de hoogste bereikingen in de stof leeft, demonisch kan worden voor anderen, dan vraag ik mij ook af, of hier de wetten van evenwicht soms aan het werk zijn. En als die wetten van evenwicht aan het werk zijn, dan zou dat moeten inhouden dat er een gemiddelde norm moet bestaan, waardoor alle werelden elkaar kunnen aanvaarden. Die aanvaarding zou dan moeten betekenen. een delen in elkaars geestelijke krachten zowel als in elkaars materiële bereikingen. Voor dat laatste zijn enkele indicaties te vinden, maar het merendeel ziet er wel wat anders uit.

Wij hebben b.v. geconstateerd dat landingen uit de ruimte op deze aarde vaak hebben bijgedragen tot een sprongontwikkeling in de technologie, in de benadering van het leven. Het is b.v. heel opvallend dat er het ene ogenblik nog geen landbouw is en het volgende ogenblik de eerste grascultures tot stand komen; dat we het ene ogenblik nog niet eens weten wat we met een slede moeten doen en er het volgende ogenblik ineens een rad is. Dat je het ene ogenblik alleen nog werkt met een stok, die een beetje in vuur gehard is en dat vlak daarop er ineens een veelheid van stenen werktuigen ontstaat, waarvan die plotselinge en algemene ontwikkeling alleen nog maar verklaarbaar is, indien wij aannemen dat er inderdaad een gemeenschappelijke invloed is geweest die niet alleen één klein groepje mensen maar de totale wereld heeft benaderd. En dan zien wij dat er in die wereld bepaalde groepen zijn, die het practisch tot uitvoer brengen en een zekere invloed hebben. Hier in uw land vinden ze op het ogenblik nog stenen bijlen, die gemaakt zijn ergens in Spanje en sommige die zelfs in Afrika zijn vervaardigd. Dat is geconstateerd. Niet veel, maar ze zijn er, zo goed als er stenen bijlen worden gevonden die kennelijk uit het Noorden komen. Al die mensen gaan plotseling over van het ene cultuurpatroon naar het andere. Dat kan alleen, indien er een dergelijk contact heeft plaatsgehad.

Geestelijk zien wij dat ook heel vaak. Als wij verwachten dat er in deze Aquariusperiode een grote omwenteling zal komen, dan rekenen wij natuurlijk in de eerste plaats met de directe onzichtbare invloeden uit de kosmos en met de inwerking van allerlei krachten die op aarde werkzaam zijn, zoals de geest, de Witte Broederschap en weet ik wat al meer. Maar wij vergeten één ding: Als inderdaad de gemiddelde mentaliteit van de mens en daarmee de bewustzijnssfeer rond die mens verandert, dan zou dat ook wel eens kunnen betekenen dat men harmonisch wordt met andere werelden en daaruit plotseling nieuwe gegevens verkrijgt, die van filosofische, technische en godsdienstige aard kunnen zijn, kortom, die van alles zouden kunnen inhouden. Op grond van dit alles hebben wij provisorisch ‑ het is nog niet afgewerkt’‑,al een stelling bereikt. Deze luidt heel eenvoudig:

Gezien de mogelijkheid tot wederkerige beïnvloeding en onderlinge ontwikkeling en harmonie van alle levende soorten, die wij in de kosmos hebben aangetroffen, nemen wij aan dat voor alle leven één gemiddelde norm van bewustzijn kan ontstaan, die niet slechts alle leven omvaamt maar gelijktijdig de volledige betekenis van alle leven tot uitdrukking brengt.

Een dergelijke conclusie. moge verwarrend lijken, maar ze lijkt mij hoop gevend. Niet één enkele wereld bepaalt wat er gebeurt. Niet één enkel ras in zijn opgang of ondergang bepaalt de geestelijke ontwikkeling in een deel van het Al. Het is de wederkerige beïnvloeding, ook van planeet tot planeet, van denken tot denken, waar het ook bestaat in de kosmos, in welke dimensie dan ook, waardoor de werkelijke bewustwordingsmogelijkheden worden bepaald. En dat houdt volgens mij in, dat de mogelijkheid tot geestelijke ontwikkeling en vooral ook versnelde ontwikkeling van geestelijke mogelijkheden in de stof voortdurend aanwezig is en ongeacht het menselijk logische ‑ een zeer grote waarschijnlijkheid geniet ook in deze dagen.

image_pdf