Volksverhuizingen, daklozen

image_pdf

 26 januari 1993

Graag een paar punten. In de eerste plaats: ook de geest is niet alwetend of onfeilbaar. Denkt u alstublieft zelf na, trek uw eigen conclusies. In de tweede plaats: zoals u waarschijnlijk al weet, werken wij op het ogenblik met een beperkt rooster. D.w.z. dat we niet zoveel vrienden kunnen bereiken om kennis eventueel af te tappen als normaal gebruikelijk is. En het derde punt is: ik heb geen specifieke onderwerpen in gedachten, dus als u wilt, kunt u zeggen waar we over gaan praten.

  • Volksverhuizingen in de komende tijd, de daklozen in Nederland.

O jee, nou, hoe lang hebt u de tijd? Maar ja, laten we het heel eenvoudig zeggen. Er wordt gezegd: de volksverhuizing en dan denken we waarschijnlijk aan het verleden. Aan de tijd dat vele volkeren in de tijd dat de Gobiwoestijn opstond, langzaam maar zeker naar het zuiden en daarna naar het westen trokken. We denken aan de tocht van de Indo-Germanen, en we denken natuurlijk aan de Batavieren, die ongeveer zoveel jaar na Christus dus de Rijn af kwamen zakken.

Nou, het waren bierdrinkers, dus een afzakkertje zullen ze gelust hebben, maar of ze via de Rijn alleen zijn gekomen, weet ik ook niet. Kijk, dat is volksverhuizing in het verleden. En het is misschien goed om daar even aan te denken, want wat is hier de oorzaak? Woestijnvorming. Het misbruik van een deel van de wereld door te intensieve landbouw, oorlogen enzovoorts. Datzelfde gevaar bedreigt op het ogenblik een groot deel van Afrika. Ook daar krijgen we, of we willen of niet, langzaam maar zeker te maken met een volksverhuizing, die uiteindelijk zal proberen om Zuid-Europa te bereiken. En aan de andere kant zal men terug proberen te gaan langs de vroegere Kongo en men zal proberen de zuidelijke landen die ook nog vruchtbaar zijn, te bereiken. Maar daar wonen al mensen en die hebben niet veel zin om dergelijke gasten te ontvangen.

In Europa zal men ongetwijfeld aanhalen dat zoveel van deze mensen ook nog aan aids lijden. In het zuiden zal men aanhalen dat men net zijn eigen vrijheid heeft bevochten en dat het geen zin heeft om nu anderen binnen te laten die dan weer andere eisen, gewoonten, en misschien ook wel wensen hebben. Dus volksverhuizingen zijn er. Dit komt, omdat de wereld op het ogenblik in beweging is. En wanneer u nu in uw eigen land kijkt, dan zult u zien dat de mentaliteit van de mensen sterk verandert. Er is veel minder respect voor de naaste, er is veel minder gevoel van saamhorigheid en samenwerking; er zijn een aantal zuiver materiële wensen, die men dan op kosten van anderen probeert te verwezenlijken, geweld overal. Maar ook mensen die het helemaal niet meer zien zitten, de drop-outs.

Sommigen vluchten dan misschien weg in drugs, anderen grijpen naar de wijnfles en weten dan uiteindelijk niet meer wat ze moeten zijn of wat ze moeten doen. Zij zijn degenen die eerst vaak nog in een hospitium of iets dergelijks voor daklozen vertoeven, om dan langzaam maar zeker weg te ebben tot ze geen plaats meer kunnen krijgen en dan misschien ergens in een auto slapen of onder een auto of ergens in een wachthuisje van een tram. Mensen die dakloos zijn en die in Amsterdam althans niet de mogelijkheid hebben, zoals de Parijse mensen deden, onder de bruggen te slapen.

Er ontwikkelt zich zelfs langzaam maar zeker een aparte cultuur van have-nots. De drop-outs zijn daar een van de ernstige verschijnselen daarvan, maar een ander verschijnsel is de jeugdbenden. Ook deze zoeken in feite naar erkenning, naar zin in het leven, maar het leven wordt steeds hopelozer. En ook de gewone burger zit op het ogenblik in moeilijkheden. De lasten die de overheid eist, worden steeds hoger. Waar monopolie bedrijven zijn, zien we onredelijke verhoging van lasten en vaak een poging om door tariefsverhogingen, investeringskosten op langere termijn, per fase a.h.w. reeds op te leggen aan degenen die er gebruik van maken.

Het groot zakenleven heeft het voor het zeggen. Het groot zakenleven bouwt schitterende plannen, die echter niet passen voor de mentaliteit van de mensen die bijvoorbeeld daar moeten wonen. In denk aan bepaalde delen van de Bijlmer hier, waarin u ongetwijfeld alle tekenen ziet van een sociale onrust, van een soort haat tegen de eigen woonomgeving. Dat kan natuurlijk niet onbeperkt doorgaan. En dan komen we voor de vraag te staan: wat kun je aan die dingen doen? Je kunt uitroepen dat we terug moeten naar de kerk. Nou ja, de kerk heeft zolang zich niets aan de mens gelegen laten liggen, dat een plotselinge ommekeer eerder nog meer afkeer en afwending ten gevolge heeft dan een weer terugkeren en een weer kritiekloos geloven. En toch heb je als mens iets nodig wat je moet kunnen vertrouwen.

Er is een tijd geweest dat er grote staatslieden waren. Mensen die door de eenvoudige burger werden vertrouwd. Nu kun je die niet meer vinden. Men zocht naar oplossingen voor problemen, zeker. Maar nu zoekt men vooral naar technische en bureaucratische oplossingen, die met de werkelijkheid van de doorsnee-mens heel weinig te maken hebben.

Nederland telt op het ogenblik ongeveer 50 tot 60 000 daklozen. Hierbij heb ik meegerekend  degenen die alsnog in de verschillende tehuizen van bijvoorbeeld het Leger des Heils, door de gemeente gerunde hospitium e.d. plegen te overnachten en daar dan ook de mogelijkheid krijgen zich te reinigen en zich te voeden.

En dan denkt u waarschijnlijk dat het erg is. Wanneer we kijken naar de Verenigde Staten, dat is een ander voorbeeld, dan komen we tot de conclusie dat, ofschoon men daar officieel spreekt over 100.000 daklozen, er in werkelijkheid meer dan twee miljoen zijn. En ook in andere landen zien we dat steeds meer. Het zijn niet meer ontheemden die van huis en haard verdreven zijn, het zijn mensen die geen thuis meer hebben; mensen die nergens meer bijhoren. Mensen die wanhopig proberen in kleine kliekjes nog een soort eigen cultuurtje op te bouwen, en dat heel vaak voor elkaar vernietigen, omdat ze de zelfbeheersing hebben verloren, die bij maatschappelijk verkeer nu eenmaal hoort. En dan weet ik wel, het zal wel weer beter gaan en er zijn geestelijke krachten aan het werk, ongetwijfeld. Maar hebt u wel eens timmerman gezien, die probeerde om een huis te timmeren zonder hamer? Het instrument, ook voor de geest is en blijft een mens. En wanneer de mens niet medemenselijk denkt, wanneer die mens niet leert dat hij in samenwerking met anderen moet streven en leven, nou ja, dan blijven er alleen overal groepjes over die hun eigen belangrijkheid zoeken, een bepaald ideaaltje, vaak bijna zinloos najagen zonder werkelijk en feitelijk veel te bereiken.

En dan hebben ze een paar schijnoverwinningen geboekt en voelen zich daar erg gelukkig mee, omdat ze nu toch wel hebben laten zien dat ze meetellen, dat ze iemand zijn, dat ze iets kunnen. In, ja, u neemt mij niet kwalijk dat ik het geestelijke hier niet zo erg veel bijhaal, maar het onderwerp vergt nu eenmaal eerder een beschouwing van de mens dan van de geest.

Wanneer ik kijk naar wat zich bijvoorbeeld afspeelt op het ogenblik in Bosnië en dergelijke, dan zegt men: o, dat is een beestachtig gedrag.

Hetzelfde gedrag hebben Russische soldaten in Duitsland laten zien, Amerikaanse soldaten in Duitsland laten zien, dus wat dat betreft eigenlijk niets nieuws onder de zon. Het enige wat nieuw is onder de zon, dat is in feite dat de chetniks, zo worden ze genoemd, de mensen die als vrijwilliger in vrijwillige benden vechten, zich niets laten zeggen, de pratende en vrede of oorlog dicterende politici.

Wat dit in feite zegt, zou heel Europa heel goed moeten leren. Met gezag en met praten kom je er niet. De slagzin van bureaucraten en politici is zo langzamerhand geworden: geen daden, maar woorden. Maar het volk, meer Feyenoord gezind, zelfs hier in Amsterdam soms, zegt: geen woorden, maar daden. We willen iets zien gebeuren. Als je hier in Amsterdam kijkt, dan zijn er heel wat mislukkingen en schandaaltjes te vinden, alleen al in het stadsbestuur. Als die naar buiten komen, als men daar voor een oplossing zoekt, ja, dan zullen de mensen misschien nog geneigd zijn te geloven in hen die hen zogenaamd besturen. En dan zullen ze ook daadwerkelijk mee willen werken. Maar als ze het gevoel hebben dat dat een heel ander wereldje is, dat zich onaantastbaar acht, dat zich in grote vrijheid van handelen beweegt, gelijktijdig de burger ringelorend, dan komt er een ogenblik dat die burger zegt: je kan me nog meer vertellen.

En wat dan?

Het is hetzelfde als de kerk van Rome. Natuurlijk, ik weet het, die paus is heus geen slechte man. En de vele kardinalen die rond zijn troonzetel gegroepeerd zijn, menen het waarschijnlijk ook nog goed. Maar ze zijn a.h.w. ministers. Zoiets als Kok, de man die uit het socialisme voortgekomen vakbondsleider werd en nu als minister van financiën alle sociale ontwikkelingen de pin op de neus zet. Die paus die kan wel zeggen dat het moet gebeuren, maar hij kan het niet laten zien.

Het is niet alleen maar een kwestie van in een kerkje voor een altaar staan en mooie liederen zingen en Gods zegen geven en zeggen dat u geduld moet hebben… Het is het oplossen van de problemen waar de mensen mee worstelen. En ja, dat zijn toevallig nou andere problemen dan de kerk aangenaam vindt. Maar de kerk heeft zich naar de mens te richten, als ze een invloed wil hebben. Er zijn veel mensen die geloven en die de kerk terzijde hebben geschoven. Gewoon, omdat ze zeggen: kijk, die kerk, die handelt mijns inziens helemaal tegen het geloof in dat ze verkondigt. Als je al die dingen bekijkt, dan wordt ook duidelijker dat de volksverhuizing niet alleen maar een verschijnsel is van verdringing, nee, er is iets veel ernstigers aan de hand. Er is sprake van een morele en geestelijke volksverhuizing. Groepen zonderen zich steeds meer af. De anti-rook campagne mensen zetten hun zin door, luidkeels schreeuwende dat het zo slecht is. En iedereen gelooft het, ofschoon bewezen kan worden dat dit niet het geval is, aangezien één uitstoot van chemische stoffen voor iedereen in de omgeving neerkomt op meer dan het ineens roken van twintig pakjes sigaretten. En dan spreken we nog niet eens over de vervuiling van het milieu door verkeer en dergelijke. Je kunt het oude niet behouden, goed. Maar dan moet je niet proberen het oude te behouden door anderen in hun persoonlijke belangen te hinderen.

Er zijn anderen die roepen: ja, maar wij moeten het landschap beschermen, zeker. Maar als je de keuze hebt tussen het beschermen van een landschap en mensenlevens, welke keuze moet je dan maken?

Er zijn mensen die voortdurend uitroepen: Wij moeten meer doen om dit te bestrijden en dat te strijden. Of geef, geef, geef voor de mensen in Bosnië, Roemenië, Somalië, Liberia, noem ze maar op. En altijd weer dezelfde foto’s van vermagerde mensen en kinderen met hongerbuikjes.

Wat zegt het grote publiek? Betalen we al niet genoeg? Ministers reizen weg en geven miljoenen weg met een royaal gebaar, alleen om te laten zien hoe groot Nederland is. Dan eten ze, zij drinken, zij spreken woorden, zij worden waarderend ontvangen en beklopt en gaan met een gestegen ik-gevoel wederom huiswaarts, zonder zich af te vragen wiens geld zij eigenlijk hebben weggegeven, want dat is heel vaak het geld dat nodig zou zijn om bijvoorbeeld die daklozen onderdak te brengen. En wanneer je dan kijkt hoe die gelden nog besteed worden, dan wordt het nog bitterder. Want dan blijkt dat van al die bijdragen al die derde wereld hulp ten minste twee derde gaat naar mensen die het niet nodig hebben. Dat van al die voedselhulp 70 tot 80% in handen komt van benden, handelaren, kortom, mensen die eraan verdienen, terwijl de hongerdood voor de anderen langzaam en onophoudelijk, maar ook onstuitbaar verder schrijdt.

Weet u, u hebt zo een aantal onderwerpen geroepen en ik heb er een paar van uitgekozen. Maar realiseer u eens wat het verband is tussen al die dingen. Het is niet alleen maar: wij hebben gelijk, en dus moeten anderen ons volgen. Want deze ander heeft in zijn eigen ogen waarschijnlijk ook gelijk; en dan moeten we kijken wat we samen kunnen doen. En dan moeten we niet gaan kijken wat we kunnen doen aan de andere kant van de wereld, ergens bij Puntas Arenas of iets dergelijks. Dan moeten we kijken wat we hier kunnen doen, voor daklozen. En dan gaan we ook niet voortdurend schreeuwen over discriminatie, want dat is een mooi woord, een modewoord. En je kunt er natuurlijk alle kanten mee uit. Maar wanneer die discriminatiebestrijding in feite gaat neerkomen op een discriminatie van autochtonen, van de mensen die hier leven, die hier geboren zijn, die het land hebben opgebouwd; denkt u dan dat men werkelijk al die kretologie en al die pressie als reëel beschouwt en verwerkt?

Wanneer ze verder gaan zoals ze nu bezig zijn met alle dingen, met het afromen van alles wat de burger voor zich vaak met moeizame arbeid heeft verdiend, met het hem verbieden om allerhande dingen te doen, hem te verbieden om zichzelf te zijn, te verbieden om eens een Jodenmopje of een Surinamemopje of een Turkenmopje te vertellen, wat bereik je dan? In de Weimarrepubliek in Duitsland gebeurde iets dergelijks. De regering die het goed meende, zei: maar wij zorgen eerst voor degenen die het verdienen. En dat waren natuurlijk zijzelf en degenen die voldoende geld hadden. Wat is het eindresultaat geweest? Bruine hemden, lange laarzen, stappen door de stad, kristalnacht, bloedspetten, concentratiekampen, oorlog, vernietiging, dood. Puinhopen, wanhopige hongerende mensen. Dat krijg je als de eenheid alleen maar verkregen kan worden door iemand die de baas speelt i.p.v. door de samenwerking van mensen, die elkaar als groep kunnen respecteren en waarderen en gelijktijdig niet proberen hun eigen wil en inzicht aan anderen op te leggen.

Ik weet het, je kunt de massa psychologisch beïnvloeden. Natuurlijk. En het ene ogenblik is het kankerbestrijding en het volgende ogenblik is het tuberculosebestrijding, de bestrijding van het drankmisbruik, de bestrijding van drugs, noem het maar op. Een modeverschijnsel. Wat is de werkelijkheid? Dat je mekaar niet neemt zoals je bent, dat men weigert om het geloof dat in elke mens is, al is het maar geloof aan de toekomst of aan de mensheid, te respecteren. Om de gebruiken en zeden van anderen niet te zien als iets wat zich maar heeft aan te passen, maar leert te zien als een verrijking van wat je bent, zonder dat je daarom je eigen waarden hoeft prijs te geven.

Ja, de volksverhuizing is op gang gekomen. En zo dadelijk gaat het nog verder. Japan rukt op en vestigt zich in Engeland, in Nederland, in Duitsland, in Frankrijk, maar waar anderen, die reeds voorgingen, zoals bepaalde olielanden, en je moet toch wel helemaal in de olie zijn, als je denkt dat ze dat doen, omdat ze jouw welzijn voor ogen hebben. Ze denken aan zichzelf, hun macht, hun invloed, hun winst. En dat doen alle internationals. En dat kun je ze niet kwalijk nemen, want daar zijn ze voor gebouwd. Maar het ze niet kwalijk nemen, betekent nog niet ze hun zin geven. Je laten afpersen met het argument dat bijvoorbeeld, ik noem maar iets, dat bijvoorbeeld Fokkervliegtuigen nu eenmaal gekocht moeten worden, omdat het een Nederlandse firma is, ‘want dat is goed voor de zelfverdediging…’, wanneer die Fokker geen vliegtuigen kan leveren, die in feite aan de eisen en wensen van de luchtmacht kunnen beantwoorden. En dan moet je niet uitroepen dat wij een Nederlands fabricaat moeten kopen, wanneer de fabrieken in Nederland niet rationeel werken. Als anderen het wel doen, kunnen ze goedkoper leveren. Laat ze gaan.

En nu denkt men misschien ook nog aan een volksverhuizing binnen de Europese Gemeenschap. Nou, dat zal nog wel loslopen. Misschien dat in verschillende landen – en dan denk ik bijvoorbeeld aan Frankrijk, maar ook aan Duitsland en in mindere zin aan Italië -, eerder een toename van vreemdelingenhaat vertonen dan een grotere verdraagzaamheid tegenover de ‘partners in de Europese Gemeenschap’. En dan zeggen ze: ja, misschien noemen jullie het de Europese Gemeenschap, maar wij noemen het een Europese manier van gemeen zijn… Ieder probeert natuurlijk voor zichzelf te zorgen. Maar voor jezelf zorgen betekent niet: de lasten aan een ander opleggen, dat betekent ze zelf dragen. Want ook in Europa zullen er toch verschuivingen zijn.

Laat u mij een heel eenvoudig voorbeeld geven, niet in Europa, maar in de Verenigde Staten. Er is door de heer Bush overigens, dus niet door Clinton, een verdrag afgesloten met Mexico. Hierbij mogen Amerikaanse bedrijven hun fabrieken in Mexico bouwen. En zij mogen daarin werken met Mexicaanse werknemers, mits – en dat is de voorwaarde -, alles wat ze hebben geïmporteerd, ook weer wordt geëxporteerd. Dit betekent voor sommige fabrieken dat ze specialisten kunnen krijgen voor een veel lager loon. In Detroit bijvoorbeeld zal een krukasslijper waarschijnlijk zoiets verdienen van vijftien tot twintig dollar per uur. In Mexico kun je even bekwame mensen krijgen voor misschien vier, vijf dollar per uur. En dat is ook een volksverhuizing, vrienden. Want dat betekent dat de werkeloosheid – die in de Verenigde Staten toch al groot is -, steeds groter zal worden, omdat de eisen van de arbeiders niet meer aangepast zijn aan de wensen en mogelijkheden van de bedrijven. Want die willen ook concurreren tegen een veel beter producerend Japan bijvoorbeeld en binnenkort tegen een veel beter, omdat het ook nieuwer in zijn opzet is, industrieel complex in China. Even je hersens gebruiken. Er zijn hier landen die allerhande dingen goedkoper kunnen produceren of beter. De Franse auto-industrie zal ontdekken dat de Duitsers veel degelijker afgewerkt materiaal leveren. En omgekeerd zullen de Duitsers ontdekken dat de vindingrijkheid en het improvisatietalent van de Fransen eigenlijk wel nodig is, als je voortdurend met nieuwere en betere wagens wilt komen. En dat kunnen we ook zeggen op de sigarettenindustrie of wat u precies wilt. Zelfs de werkbouw.

Al deze dingen houden dit in: dat de landen, die kunnen, specialisten zullen aantrekken uit die andere landen, maar dat ze gelijktijdig genoopt zullen zijn om hun eigen werkritme, hun werkbeloning, hun stijl van handel drijven zelfs, aan moeten passen aan die anderen. De meest succesrijke zullen de meesters zijn de Europese Gemeenschap. Want het is een zakengemeenschap. Degenen die dit allemaal doorhebben, die moeten zich toch wel eens een keer afvragen: Is er dan geen uitweg?

En het antwoord is: wanneer u zo verder gaat, niet. Dan gaat langzaam maar zeker ook de Europese Gemeenschap economisch ten gronde aan overmaat van bureaucratie, overmaat van lasten en belastingen, overmaat aan maatregelen die dan niet meer beschermend heten, maar die het in feite wel zijn.

Denkt u maar aan het verbieden van vleesimport naar Italië, op het ogenblik dat de eigen vleesmarkt wat overladen is. Dan blijkt ineens dat er hier ergens toch mond- en klauwzeer of een andere ziekte is, of er is een staking van de douane, waardoor het vlees lekker in de wagen kan bederven. En op die manier kun je ook wat doen. Want het vrije verkeer in de Europese Gemeenschap, dat is ook maar namaak. Namaak, omdat ieder zijn eigen macht, zijn eigen voorrechten, wil behouden.

Omdat men er niet, in zichzelf diep zoekend, tot de vraag komt: Wat kunnen wij tezamen, wat is onze samenhang? In de geestelijke wereld zal een zogenaamde sfeer het uiterlijk vertonen van de gedachten van degenen die erin wonen. Het is een soort zelfgeschapen weerkaatsing, die wereldbeeld genoemd wordt; zolang je daar nog niet aan ontgroeid bent. Wanneer mensen hier elkaar gaan respecteren, wanneer ze elkander en ook elkanders bezit niet meer beschouwen als iets voor manipulatie, maar als iets waarop men recht heeft, dan, mijn vrienden, is het mogelijk dat het zelfrespect weer terugkeert, dan is het mogelijk dat een volk weer tegen zijn regering kan zeggen: je vertegenwoordigt ons, bevorder dan onze belangen en niet je eigene. Dan komt het ogenblik dat de grote politici te horen krijgen: je kunt praten wat je wilt, maar dit volk wenst het zo en niet anders.

En als ze dat niet doen, dan zijn de chetniks in Slovenië, Servië, Bosnië, waarschijnlijk nog heel mild bij degenen die dan losbarsten. Men staat in deze jaren voor een keuze: Aanvaarden dat niet je eigen landje en je eigen volkje heilig is, maar dat je mens-zijn heilig is. Dat het mens-zijn van een ander heilig is. Niet alleen zijn leven, maar ook zijn welzijn, zijn geluk. Dat je op deze wereld bestaat om een ander het leven aangenamer te maken en om zelf te glimlachen. Niet om in pessimistische betogen een banvloek uit te spreken tegen een ieder die het waagt om het even met je oneens te zijn. Ook uit het oosten, o ja, de communistische landen van eens zullen steeds meer mensen hier komen, vaak betere vaklieden dan men hier heeft. Geloof me, zij zullen die banen krijgen, waarop half opgevoede ingenieurs en andere technocraatjes zitten te spinnen.

Want uiteindelijk zal deskundigheid meer tellen dan afkomst of relatie. En dan moet je niet zeggen: ja, ze nemen onze banen weg. Dan moet je zeggen: wij presteren verkeerd, wij moeten beter worden, we moeten sterker zijn, we moeten meer zijn. Ik moet meer betekenen. Hoe meer ik beteken, hoe meer in dienst van de gemeenschap mijn eigen plaats en bevrediging kan vinden.

Dwaasheid? Nee.

Volksverhuizingen, ja, ze zijn er. En ze worden steeds sterker, die stromingen. Uit de woestijn komen mensen die alleen maar aan wat veeteelt en wat stamgebruiken gewend zijn en proberen wanhopig zich een beeld te vormen van een westerse gemeenschap, waarin ze dan zouden kunnen functioneren. Uit het oosten komen mensen die de warboel tussen geleide economie en zogenaamde vrije economie niet meer kunnen verdragen. Mensen die vrijheid zoeken en denken dat ze ze hier zullen vinden om te ontdekken dat ze alleen in een andere vorm van tirannie terecht zijn gekomen. De volksverhuizingen zijn bezig, maar de innerlijke volksverhuizing gaat veel sneller. Het langzame verval van geloof in de medemens, het steeds toenemende geweld tegen die medemens, het je machteloos voelen en daarom maar toeslaan waar je kunt, het willen hebben zonder te presteren en daarom maar nemen wat je op een andere wijze niet kunt verdienen. Het elkaar oplichten met witte boorden en schone praatjes. Dat is de mode van vandaag. En aan die volksverhuizing moet paal en perk gesteld worden.

Want pas wanneer de mensen samenwerken, kunnen ze ook iets doen voor de natuur; kunnen ze ook iets doen voor al die arme mensen daarginds. Niet meer met allerhande bolle praatjes en vliegtuigen vol van goederen, die op de verkeerde plaats terecht komen. Niet met wat soldaatjes, die je stuurt -nou ja, als er een paar van ons doodgeschoten worden, is het niet zo erg -, ‘dan hebben we laten zien dat we er ook zorg voor hebben’. Maar mensen die de medemens kunnen bereiken, die de medemens kunnen tonen dat we allemaal deel zijn van één en dezelfde kracht, of we die nu God noemen of anders, die de medemens kunnen bewijzen dat je innerlijk en uiterlijk samengaat, meer bent dan iemand ooit alleen kan zijn.

En bovenal, men zal moeten leren dat je nooit illusies en idealen in de plaats van een werkelijkheid kunt stellen, wanneer je zelf niet zo leeft als de illusie en het ideaal voor jou luiden. Predik nooit voor anderen, wat je zelf niet volbrengt. Dus een zekere minister moet goed onthouden: als je andere automobilisten een snelheidsbeperking oplegt, moet je er zelf in de eerste plaats aan houden. Dit voor degenen die zich daarmee bezig houden. Wanneer je minister van financiën wilt zijn, dan moet je niet met een deficit economie zitten te werken, terwijl je weet dat de rentelast voor de staat elk jaar steeds weer zwaarder wordt. En daardoor de noodzaak om geld van de burgers te nemen, steeds groter. Dan moet je denken, niet: ik ben de minister en ik ben wijzer en ik weet het wel en mijn ambtenaren hebben het allemaal berekend en in statistieken uitgedrukt. Dat is de modernste manier van liegen. Maar dan moet je zeggen: Hoe zou ik zijn onder die omstandigheden? En wat kan ik doen om die omstandigheden dragelijker te maken? Wat kan ik doen aan al deze op papier bestaande tekorten, of overschotten? Hoe kan ik de mens leren zo te leven dat er evenwicht is?

Het is het antwoord op uw volksverhuizing, op uw natuurbescherming, over al die andere dingen, tot de heiligheid van het huwelijk toe. Een huwelijk kan alleen heilig zijn, wanneer twee mensen elkaar liefhebben. En dan is de formulering ervan, of de kerkelijke bevestiging ervan  iets wat voor hemzelf misschien aangenaam is, maar wat aan de waarde van het huwelijk niets toedoet of niets verandert. Dat is het probleem dat u mij hebt gesteld en dat ik in een samengaan van alle toegevoegde onderwerpen, geprobeerd heb kort enigszins te belichten. En dat ik daarbij de volksverhuizing heb genomen, als voorbeeld: Nooit zie je meer conflicten, nooit zie je meer zinloos geweld, nooit zie je meer plundering en roof dan wanneer losgeslagen stammen zoeken, naar een nieuw thuis. En dan zijn de daklozen daar deel van en de verslaafden en de gokverslaafden en de aan burgerlijk fatsoen verslaafden, want die zijn er ook. Zij samen zijn al die stammen die rovend, vernietigend, verwoestend, brandschatten, en elkander bevestigen, proberen om een nieuw thuis te vinden.

Maar het thuis van een mens is de mensheid, geen mensdom, een mensheid die bestaat uit allerhande individuen die samengaande iets tot stand brengen, rijker en groter dan je ooit georganiseerd kunt bereiken. En wanneer de mensen daarnaar streven, dan zal blijken dat er nog heel andere dingen bestaan. Dat steeds meer mensen hun zesde zintuig leren gebruiken, aanvoelen, empathisch zijn, misschien flarden van gedachten ontvangen, iets begrijpen van de toekomst en de mogelijkheden daarin. En dan heb je misschien, misschien een tijd, maar dat zal nog wel ver weg zijn, waarin de mens eindelijk niet meer gelooft, omdat hij beleeft. Niet meer klakkeloos aanvaardt, maar in, maar voor en door zichzelf waarmaakt. En wanneer dat ogenblik is aangebroken, dan zal de grote mensheid een stap voorwaarts hebben gedaan, dan zal deze wereld veranderen, dan zal het geestelijk werk en het geestelijk zijn veranderen en dan zal er een eenheid ontstaan, waarin steeds meer kosmische factoren kenbaar zijn en bewust mede verwerkt worden in al datgene, wat de mensheid tot stand probeert te brengen.

Nou, ik dacht dat dat een aardig toespraakje was zo. Maar u kunt natuurlijk een ander oordeel hebben, maar u kunt vinden dat ik over bepaalde dingen te weinig of misschien zelfs niets gezegd heb. U hebt nu de kans om dat te rectificeren door het stellen van een vraag, het maken van een opmerking.

  • Is de plaats van geboorte, de geboortegrond of je geboorteland, is dat belangrijk in je leven, – de datum -, of  waar gaat het over?

De omgeving waarin je geboren wordt, is meebepalend, zeker wanneer dat in de natuur is voor je waardering van verschillende factoren in het leven. Het helpt dus om je te vormen tot een bepaald soort persoonlijkheid.

  • Dat gebeurt altijd?

Ja, dat gebeurt altijd. Dat is niet iets wat je kunt beïnvloeden. Laat me een heel simpel voorbeeld nemen. Waarom komen zoveel mensen die in ambtelijke stand werken, politiek misschien wat halen uit de buitengewesten en niet uit hier de kern van Nederland zelf? Doodgewoon, omdat zij in een andere omgeving opgegroeid, op een andere wijze kijken naar het beleven, dat voor de stadsmens juist weer op een wisselwerking van mensen berust, voor hen echter eerder op natuurwetten en natuurverschijnselen. En ja, in Frankrijk is het weer een beetje anders dan in Nederland, dus zal de Fransman anders zijn dan de Nederlander. De Nederlander denkt heel vaak dat een Fransman een libertijn is, nou vergeet u het maar, hij is nog burgerlijker dan de meeste Nederlanders. Maar hij beleeft het en hij draagt het op een andere wijze uit. Dat is zijn cultuur. En heel veel mensen denken dat Italianen voortdurend ruzie maken, welnee, maar ze zeggen elkaar wat uitbundiger goeiedag. Maar ze denken waarschijnlijk dat de Duitsers nog steeds in marstempo lopen, nou, dat is helemaal niet waar. Maar ze hebben nog één ding niet verleerd, want dat is een deel van hun cultuur en dat is: naar beneden trappen en naar boven likken. En dat moet je ze niet kwalijk nemen, dat is a.h.w. gedurende zoveel jaren ingebouwd, daar kun je niets aan doen. Al die mensen in Rusland, die zijn in feite opgevoed en opgegroeid in het idee van een gemeenschap, van een verantwoordelijkheid die elders ligt, van een taakvervulling die zo gering mogelijk moet zijn, maar dan wel van boven opgelegd. En nu zeg je tegen die mensen: doe het zelf maar… Ze weten verdorie niet waar ze moeten beginnen. En wie zijn de enigen die daar dan misbruik van kunnen maken? De partijbonzen die altijd gewend zijn geweest om leiding te geven, waar of niet. En als u dat gaat begrijpen, dan zegt u: ja, geboortegrond en vooral het milieu waarin je opgroeit, is medebepalend voor de manier waarop je leeft en waarop je reageert.

Maar dan voeg ik er onmiddellijk aan toe: Wanneer je jezelf blijvend leert aanvaarden dat anderen op een andere manier denken en reageren en oordelen, kun je ontdekken hoeveel zij kunnen bijdragen tot datgene wat jij wilt bereiken. En hoe belangrijk misschien jouw overleg of bijdrage is voor hetgeen zij willen bereiken. En dan ga je mekaar helpen, i.p.v. zoals nu, elkaar te bestrijden en te verachten. Te zoeken naar macht die uiteindelijk niet veel meer is dan een illusie, die voortdurend door het noodlot wordt verstoord. Niet te zoeken naar rijkdom, omdat je die zo weer kwijt kunt zijn, maar te zoeken naar geluk, naar tevredenheid.

Ons medium zou waarschijnlijk zeggen: ach, maak maar lol in je leven. Ja, maar dan niet op kosten van een ander. Zorg dat je plezierig leeft, natuurlijk, maar gun een ander dan ook het plezier op zijn wijze te leven. En als dat mogelijk is, dan zult u zien dat geboortegrond een rijkdom wordt, een bron van rijkdom, omdat daardoor verschillende visies op het leven tot stand komen, die in samenwerking veel meer kunnen waarmaken en bereiken dan elke kleine nationale groep op grond van zijn eigen milieu alleen.

  • Dit soort oproepen met een enigszins verbijtend karakter, werken die nou eigenlijk op de juiste wijze uit volgens u bij het publiek?

Nou, ik denk het niet. Weet u, als er iets is waar de mensen een hekel aan hebben, dat is aan een waarheid, zeker wanneer bij die waarde bovendien zit ingesloten: pas je er nou eindelijk eens aan en doe zelf iets. Maar wanneer men enkele van deze dingen onthoudt en in de wereld rond zich kijkt, zal men ontdekken dat veel van hetgeen ik gezegd heb, ook in de praktijk toepasbaar is. Dat je niet onmiddellijk anderen behoeft te omhelzen, als ze hulp nodig hebben, maar dat je ze wel de kans moet geven om uit hun eigen ellende uit te groeien.

En wanneer je dat gaat begrijpen, dan denk ik dat je genoeg bereikt heb. Per slot van rekening, we zijn niet bezig met een evangelisatie, we zijn niet bezig met u een nieuwe leer te brengen. Als je een nieuwe leer brengt, dan krijg je alleen maar apostelen. En als u het mij vraagt, is de hele leer van Jezus al door Paulus zodanig verkracht dat het gezag in de plaats kwam van de innerlijke mens en de genade. Maar ja, goed, ieder zijn opvatting. Ik zou dus willen zeggen: wij geven materiaal om over te denken. En wat ik zeg heeft hand en voet. U zult het terug kunnen vinden in de komende tijd in allerhande bladen, in allerhande couranten en misschien zelfs op radio en t.v. En dan zult u misschien zeggen: hé, dat heeft hij toen ook al gezegd. Maar als u er niets mee doet, maakt het geen verschil uit, trek u er niets van aan. Maar als u denkt: ik kan toch een beetje anders gaan werken, gaan denken, ik kan misschien proberen een beetje minder eenzijdig te zijn in mijn streven voor anderen, dan is er iets bereikt. En het enige wat wij kunnen doen, wat ik vanavond kan doen, is u de dingen voorleggen, opdat u ze overweegt. Trek je eigen conclusie, vind je eigen waarheid, maar leef daar dan ook naar, handel ernaar, en vooral, eis niet dat anderen u navolgen. En als je dat bereikt, nou ja, dan is dat toch meer dan voldoende, of niet?

  • Uw oproep tot samenwerking i.p.v. eigenbelang, moet ik daarbij plaatsen die vluchtelingenstroom of de volksverhuizing van de mensen die hier ook hun draai niet kunnen vinden?

Nou, dat is heel eenvoudig en misschien ook gelijktijdig voor de Nederlanders erg moeilijk en ook voor die mensen niet zo aangenaam. Zij vluchten, maar willen eigenlijk graag naar hun land terug, dat zal duidelijk zijn. Geef ze dan hier een onderdak, probeer niet ze te integreren in een Nederlandse samenleving, want dat heeft geen zin, als ze teruggaan. Geef hen de zorg die ze nodig hebben, geef hen het onderdak, geef hen het voedsel, laat hen desnoods eens een keer rondneuzen in wat de Nederlanders als een samenleving beschouwen, maar vervreemdt ze niet van hun eigen land, van hun eigen denken en hun eigen streven. En wanneer u ze zo, a.h.w. in, nou ja, kampen, wil ik niet zeggen, want dat zou zo’n rot term zijn, maar in bijvoorbeeld oude kazernes, niet meer gebruikte scholen e.d. een redelijke – het hoeft geen luxe te zijn -, huisvesting wilt bieden, totdat zij weer terug kunnen gaan, – dat ogenblik, dat komt waarschijnlijk over twee jaar -, dan denk ik dat u veel meer voor ze hebt gedaan dan wanneer u probeert ze ook in een rijtjeshuisje te zetten en dan van hen in feite verlangt dat ze dus Hollands leren om boodschappen te doen en dat ze zich houden aan u w opvattingen van werkritme, van gedrag e.d., want ze zijn zichzelf en ze hebben het recht zichzelf te blijven.

En laten al degenen die hier wonen en eisen dat de Nederlanders zich aanpassen, liever naar hun eigen land terug gaan. Maar laten al degenen die zichzelf willen blijven en de Nederlander respecteren die zichzelf blijft, laten we die in broederschap en gastvrijheid ontvangen. Als ze nood hebben, ontvang ze. En als ze dat doen omdat ze uiteindelijk naar hun land terug willen, bindt ze dan niet aan de Nederlandse cultuur en beschaving, geef ze onderdak, geef ze de mogelijkheid tot samenzijn, help ze desnoods, wanneer ze onderricht willen geven aan hun kinderen, maar laat ze het op hun eigen manier doen. En wanneer u op die manier te werk gaat, dan kunt u in Nederland nog heel wat meer ontvangen, dan kunt u op het ogenblik alleen al bij overtollige kazernes en leegstaande scholen met betrekkelijk weinig kosten ongeveer negenduizend vluchtelingen ontvangen. En ik zou zeggen: dat is meer dan men op het ogenblik aan kan.

Nederland heeft zich hier overigens redelijk gastvrij getoond, maar probeert helaas om die mensen die hier komen a.h.w. een beetje te integreren in de eigen maatschappij. En dat is de grote fout die men maakt. Aan de andere kant heb ik weinig respect voor de Engelsen. Ik meen dat ze tot nog toe 272 vluchtelingen hebben opgenomen. Maar ja, dat is ook een groot land, dus daar is veel minder ruimte…

  • Steekt er achter dat men een beetje moeilijk doet over het mensen hierheen halen, dat men bang is dat ze dan niet teruggaan, want dat is een beetje het beeld dat men inmiddels heeft gekregen, gezien een aantal ervaringen.

Ja, wanneer je iemand opneemt, het klinkt misschien vreemd, in de arbeidsprocessen, en in de maatschappij, dan schep je bij die mens een gewenning aan de normen van deze maatschappij; en die is nu eenmaal anders dan die van zijn eigen maatschappij. Hij heeft dan vaak de neiging om voor de voordelen te kiezen, zonder de bezwaren, zowel voor hem als voor de gastgever, te beseffen. Ik zou zeggen: Laten ze rustig teruggaan, wanneer ze kunnen. En niet alleen maar kijken naar inkomen, maar ook kijken naar de levensvreugde die ze in hun eigen land kennen op hun eigen manier en de vaak toch wat Calvinistische schijn vroomheid die Nederland, ondanks alles, nog regeert.

  • Ziet u door de steeds groter wordende verschillen in welvaart nog iets in de richting van een burgeroorlog, wat veel mensen wel zo zien?

U bedoelt in Nederland?

  • In Europa.

O, daar komen nog wel verschillende oproertjes voor. Maar ik geloof dat, wanneer de mensen die nu aan de leiding zitten, eindelijk begrijpen dat het niet gaat om de administratie van de mensen, maar om de mensen helpen zichzelf te zijn en te vormen, dat het dan wel los zal lopen. In Nederland bijvoorbeeld geloof ik niet dat er zo gauw werkelijk een nieuwe NSB door de straten zal marcheren, ofschoon sommigen bij ons helaas andere vrees kennen op dit terrein, maar ik ben er wel van overtuigd dat er bijvoorbeeld in Frankrijk zeer grote moeilijkheden gaan ontstaan, dat in België stakingen op allerhande gebied onvermijdelijk worden en dat in Duitsland grote geschillen kunnen ontstaan t.a.v. bevoordeling van bepaalde streken en industrieën en dat zou ook wel eens tot intern geweld kunnen voeren. Maar onthoudt u één ding: dat is nog geen burgeroorlog. Dat zijn rellen. Pas als er soldaten en legers aan te pas komen, dan hebben we te maken met een burgeroorlog. Maar als er een burgeroorlog in Europa komt, weet u wat dan het eindresultaat is? Een militaire dictatuur: ‘s morgens iedereen voor zijn huis aantreden, geef acht, aftellen. Begrijpt u? En dat zullen steeds meer mensen toch gaan begrijpen, denk ik. En vergeet één ding niet: niet alle landen zijn zo antimilitaristisch als doorsnee Nederland, inclusief de doorsnee Nederlandse soldaten.

  • Verschillen aan uw kant de geesten van mening over de toekomst?

Niet over de toekomst, maar wel over de intensiteit van bepaalde gebeurtenissen in de toekomst op aarde. En dat is heel eenvoudig: wij kunnen wel fragmenten van de toekomst aflezen, maar de manier waarop ze tot stand komen, kunnen we niet allemaal even gemakkelijk en even juist afleiden en verklaren. Daardoor bestaan er verschillende visies t.a.v. een proces dat tot een waarneembaar eindresultaat in de tijd voert.

Zo, vrienden, dan hoop ik dat ik u niet al te zeer teleurgesteld heb met deze verhandeling die meer een beetje socio-, politiko-economisch was dan werkelijk geestelijk. Want onthoudt u één ding: de geest is misschien de levenskracht in de mens, maar het is de mens waardoor de geest rijpheid en wijsheid vindt. En pas hij die zijn eigen wereld, zijn mensenwereld, en de processen daarin, leert begrijpen en daardoor zijn juiste geesteshouding weet te bepalen, zal geestelijk steeds bewuster worden en daardoor zowel voor de toekomst van de mensheid, als de grootsheid van de geestelijke werelden, een grote bijdrage leveren.

image_pdf