‘ Kosmische werkingen'( hoofdstuk 5) – 1969-1970
Er zijn op aarde heel wat dingen bekend en vaak verworpen, zoals bv. aardstralen, ongeluksplaatsen en dergelijke. In deze les wil ik proberen een korte analyse te geven van deze verschillende verschijnselen en ook van de oorzaken die zij hebben, want die zijn vaak zeer interessant.
Als wij spreken over aardstralen, dan hebben wij het over iets dat als zodanig eigenlijk niet helemaal bestaat. Wij spreken n.l. over een versterking van de invloed van de eigen activiteit van de aardkern op bepaalde breuklijnen. Deze dingen zijn zeer moeilijk meetbaar. Ze kunnen soms worden gevonden als een zeer geringe variatie in het aardmagnetisch veld ter plaatse, in andere gevallen blijkt het te meten te zijn door kleine temperatuur- en vochtigheidsverschillen op die plaats.
De aardstraal wordt voor allerlei dingen aansprakelijk gesteld zoals u weet en wordt genoemd als veroorzaker van ziekten b.v. Nu is dit ten dele bijgeloof. Een aardstraal kan n.l. geen ziekte veroorzaken. Wat hij wel kan doen, is rond de mens een milieu scheppen, waardoor zijn potentiaal van levenskracht enigszins wordt afgetapt. Dan ontstaat een vermindering van levenskracht, waardoor ziekten uit de aard der zaak gemakkelijker toegang krijgen.
Hetzelfde kunnen wij zien bij sommige akkers. Zeer sterk komen deze effecten soms ook naar voren in bepaalde grotten in bergen, die zelf in de steen bepaalde breukvlakken hebben. Wij vinden in deze bergen heel vaak sterke kalksteen afzettingen en in de ondergrond veel leisteen, dal deels gelaagd, deels gebroken is.
De aardstraal als zodanig is dus een verschijnsel ik probeer daarop de nadruk te leggen dat wetenschappelijk niet bestaat. Gelijktijdig is er een invloed, die misschien helaas de naam aardstraal heeft gekregen, die kan inwerken op vitaliteit, levenskracht.
Nu zult u begrijpen, dat als een dergelijke aantasting van vitaliteit traag maar voortdurend geschiedt hierdoor een verslapping optreedt, een zekere ongezondheid of lusteloosheid. Maar stel nu, dat iemand in een betrekkelijk sterk veld van deze geaardheid komt op een ogenblik, dat zijn zenuwen tamelijk gespannen zijn en dat hij snel moet reageren.
Dan ontstaat er door de hoge spanning een betrekkelijk groot lek van energie en gelijktijdig een aanmerkelijke verslapping zowel van het waarnemingsvermogen als ook van het eigen reactievermogen. En als wij nu horen dat op zekere punten op bepaalde wegen (In Duitsland zijn er enkele en ook in Nederland) aardstralen aanwezig zijn, zodat daar meer ongelukken gebeuren, dan moeten wij niet denken aan een invloed, die zo maar eens even auto’s tegen elkaar laat botsen, of aan een kwaad bewustzijn dat probeert ongelukken te veroorzaken. Wij moeten gewoon rekening houden met een situatie, waarin de mens over het algemeen een maximum aan concentratie nodig heeft, maar gelijktijdig op een van de kritieke momenten in een veld komt, waardoor hem die concentratie en snelle reactie onmogelijk wordt gemaakt. En een vermindering van reactievermogen met een honderdste seconde kan vaak beslissend zijn voor een ongeluk, als u in een auto rijdt met een snelheid van 80 tot 120 km/uur. Als wij een vertraging krijgen zoals heel vaak voorkomt van ongeveer 1/20 sec., dan betekent dit dus dat zelfs wagens met een snelheid van 40 tot 60 km/uur door de trage reactie ongevallen kunnen maken. Het zijn dingen, die helaas niet altijd worden erkend.
Wij moeten deze natuurlijke kracht dan ook onderscheiden van bepaalde z.g. magische krachten en daarnaast ook wat men wel eens zegt van natuurkrachten of krachten van natuurgeesten. De uitleg, die de mens geeft, is in 9 van de 10 gevallen een rationalisatie.
Als wij spreken over de Hoge Karst of over de Karpater en wij proberen duidelijk te maken hoe juist hier allerhande wezens kunnen ronddolen, dan zitten wij in de Dracula sfeer en bevinden ons op het gebied van de op zich zinloze theorie met volksgeloof gekruid à la Bram Stoker. Hier krijgen wij te maken met zeer verschillende werkingen; deze werkingen kunnen voor een deel ook in de materie zijn vastgelegd.
Gaan wij naar het een of ander terrein, waar vroeger grote plechtigheden zijn geweest (dat kan een verlaten christelijke kathedraal zijn, een Egyptische of Keltische tempel, het kan een offerplaats van de Druïden zijn geweest ergens in de bossen), dan zal het geheel van de krachten, die daar is aangeroepen een deel van zijn vibratie en ook een deel van de vibraties van de mensen, die daar zijn overgegaan (indien er mensenoffers werden gebracht) hebben geabsorbeerd.
Nu is de vraag: Is men daarvoor gevoelig? Het vreemde is, dat de meeste mensen erg gevoelig zijn voor onbestemde angsten. Bevinden wij ons op een plaats waar grote mensenoffers zijn gebracht, waarbij de slachtoffers in zeer grote angst en doodsnood hebben verkeerd (en dat is misschien 100 a 200 jaar achtereen daar gebeurd), dan hebben wij het gevoel dat wij worden bedreigd. En, wie zich bedreigd gevoelt, is schichtig. Wie schichtig is, reageert onoverlegd. Wie onoverlegd reageert, kan ongelukken maken. Een voorbeeld daarvan is een weg in Engeland, waar een oude heilige plaats in een vroeger heilig bos van de Druïden door een snelweg wordt doorsneden. Het aantal ongelukken daar is ondanks alle voorzorgsmaatregelen nog steeds zo ver boven de norm, dat men zich begint af te vragen waaraan het ligt.
De verklaring is heel eenvoudig. Van nuchtere mensen als militairen die over die weg rijden, vrachtrijders die de gehele dag achter het stuur zitten, horen wij dat zij op deze weg een gevoel van onbehagen krijgen. Dat onbehagen behoort verder niet bezield te zijn. Er zijn hier geen boze demonen, die hen achtervolgen. Het gebeurt in hen zelf. Maar doordat het in hen zelf gebeurt, reageren zij anders.
Typerend is ook dat dieren voor deze uitstraling zeer gevoelig zijn. Het is bij de weg, waarover ik sprak opvallend dat zeer weinig vogels hier een woongebied kiezen. Er zijn wel een aantal jagers en insecteneters, die hier hun jachtterrein hebben, maar die dan genoegen nemen met een aanvlucht corridor van vele mijlen, ofschoon zij normaal gewend zijn op niet meer dan 1000 tot 1200 m. vanaf hun jachtgebied te nestelen.
De reden is duidelijk, hier kan gejaagd worden, hier heeft men wel de kans iets te verschalken, maar als men er woont, voelt men zich voortdurend bedreigd. Het gevoel van onzekerheid drijft de dieren weg.
Rood wild, in die buurt voorkomend, blijkt wel een wissel (een trekpad) te hebben, dat door dit gedeelte van het woud voort, maar vreemd genoeg: de dieren houden er zich zelden op. Wanneer zij hierlangs gaan, trekken zij in zeer snel tempo verder. Ze zijn bovendien zeer schichtig. Een eigenaardig verschijnsel, maar dat ons de ogen kan openen voor zeer vele mogelijkheden op deze wereld. Er is hier geen sprake van directe magie. Er is alleen maar sprake van absorptie van sfeer, van stemming, die de daarvoor gevoelige mensen kunnen aantasten.
Iets anders is het als wij terechtkomen in het een of ander gebied waar werkelijke magie beoefend is. De werkelijke magie n.l. bestaat o.m. uit een vorm van chemie: het gebruiken van stoffen in bepaalde samenstellingen, het veroorzaken van bepaalde reacties. Wij weten o.m. dat in de Dalmatische Karst gebieden zijn waarvoor de bevolking bang is. Zij zien daar spoken en demonen. Het vreemde is, dat in deze omgeving ook zekere vormen van bezetenheid voorkomen, ofschoon de wetenschap het natuurlijk beschouwt als “grand mal” en “petit mal”, omdat men denkt aan vallende ziekte. De oorzaak is eenvoudig:
In dit gebied hebben eens zeer vroege alchemisten en magiërs geopereerd en hebben getracht gebruik te maken van bepaalde radioactieve bronnen. In deze bronnen komen zouten voor, die een zekere radio activiteit bezitten en een betrekkelijk laag gehalte aan röntgen het is eigenlijk te verwaarlozen maar toch nog sterk genoeg om geneeskundig te kunnen worden gebruikt. Wij zien dan ook dat men er bepaalde badplaatsen (kuuroorden) voor heeft gesticht. Maar ook daar weer typerend zijn veel mensen betrekkelijk ongelukkig. Zij reageren niet prettig en velen van hen voelen het als een opluchting, wanneer zij naar de kustgebieden kunnen gaan waar zij de zee en de open lucht hebben en zij het gevoel hebben, dat de beklemming van hen afvalt.
Deze magiërs hebben daar allerlei voorraden aangelegd. Voorraden van stoffen in een zekere menging bedoeld misschien om demonen op te roepen of om bepaalde wonderen tot stand te brengen. Het merendeel daarvan is langzamerhand in de grond gedrongen.
Nu is het typerende: omdat wij hier in een kalksteengebergte zijn, waarin zeer veel grotten voorkomen, is het mogelijk dat zich stalactieten en stalagmieten vormen waar deze oplossing in de kalk aanwezig is. Dit betekent, dat wij te maken hebben met een uitstralend lichaam, dat vaak heel moeilijk kan worden opgespoord. Het bevindt zich in de bodem in een holte, die misschien nog helemaal niet bekend is. Die radiatie is wederom voldoende om zekere geestelijke, vooral astrale krachten aan te trekken. De magiër werkt nu eenmaal vaak met het astraal gebied. Het resultaat is, dat de mensen zich daar onwennig en onprettig voelen.
Precies het tegenovergestelde bijna kunnen wij zien bij bepaalde bergen in Centraal Afrika. Hier n.l. zijn magiërs aan het werk geweest om weldoende natuurgeesten aan te trekken. En wat is het wonderlijke geval? Die magiërs zijn vergeten. Een deel van hun overlevering bestaat misschien nog wel bij de toverdokters van de verschillende stammen, maar de rijkdom aan wild in deze omgeving was ontstellend groot. Zo groot, dat men daar later één der grootste natuurreservaten heeft gemaakt. Niet omdat het gebied er zo mooi voor was, maar omdat dit gebied zo onnoemelijk veel meer wild wist vast te houden dan andere gebieden in de omgeving met gelijke mogelijkheden.
Het is natuurlijk aardig te zeggen, dat dit een selectieproces is geweest. Maar dan moeten wij ons toch afvragen, hoe het komt dat vlakten, die nu vallen onder Serengeti (nationaal park) omstreeks 1600 niet wildrijk waren, rond 1800 beperkt wildrijk, maar tegen het einde van de 19e eeuw ineens een toevloed van kudden en wild van alle kanten hadden. Een toename van vruchtbaarheid, die bijna ontstellend is.
Hier is gewerkt met het aanroepen van natuurgeesten. En ook hier hebben de magiërs bepaalde processen en producten gebruikt, die niet zo gemakkelijk vergaan. Er is geen sprake van geestelijke waarde; er is sprake van materiële magie. Die materiële magie heeft het voor natuurgeesten zeer gemakkelijk gemaakt om zich daar te vestigen. Het gebied zelf is bovendien tamelijk onberoerd, ook voor natuurgeesten vaak zeer belangrijk. En zo hebben de dieren het gevoel, dat zij daar meer leiding en bescherming kunnen krijgen dan elders. Soortgelijke gebieden komen over de hele wereld voor.
Er zijn daarnaast gebieden waar men met wat wij noemen demonische magie of duivelse magie heeft gewerkt. Ik denk dan aan de Karpaten waar één van de eerste grote zwart magische scholen van het Europese continent gevestigd is geweest; en wel gedurende bijna 1200 jaar. In deze school werd geleerd hoe men bepaalde geesten en demonen kan oproepen. Verder werd er geleerd hoe men bepaalde gedachtenkrachten kan gebruiken. Het is een vorm van magie waarvoor men tegenwoordig in de blanke wereld weinig begrip zal hebben, maar die bij de vele inboorlingen in gewijzigde vorm nog steeds voorkomt.
Ik kan mijn gedachten uitzenden naar een bepaalde persoon en vaststellen waar deze zich bevindt. Ik kan mij richten op wild. Ik kan mij richten op water. Ik kan mij zelfs richten op bepaalde stoffen, die voor mij belangrijk zijn en b.v. richting en afstand vaststellen. Daarnaast kan ik geesten uitzenden. Nu is dit inderdaad een kwestie van opbouw van astrale dubbels. Wanneer dit gebeurt, zullen vooral de dieren die bijzonder gevoelig zijn voor het astraal terrein daarop reageren.
Nu kunt u misschien begrijpen hoe men komt aan de wolven en weerwolvenverhalen van Transsylvanië. Hier is de vampier (de weerwolf) eigenlijk niet belangrijk. Belangrijker is naast deze gefantaseerde figuur (de lijder misschien aan lycanthropy) de jacht van de wolven, die op bepaalde tijden bijzonder verschilt van een normale jacht.
Het is n.l. voor wolven niet gebruikelijk dat zij werken met een net van waarnemers. De coyote doet dat tot op zekere hoogte, maar de wolf zal dat nooit doen. De wolf werkt met een roedel en vanuit het centrale punt (het gebied waar het roedel zijn tijdelijke huisvesting vindt) jagen de wolven in stralen naar buiten toe. Wanneer één van hen een prooi heeft, dan roept hij en komen allen die in de buurt zijn zo snel mogelijk om mede op de prooi te jagen. Dat is normaal.
Nu blijkt echter, dat in Transsylvanië en in delen van Roemenië en Hongarije de wolven tot voor kort zelfs nu nog wel eens de gewoonte hebben, om niet te werken volgens het straalsysteem, maar te werken met waarnemers. Deze waarnemers reageren op een prooi, die zij niet kunnen zien. Het is bewezen door Sovjet waarnemers (en die zijn niet bijgelovig; ze mogen nl. niet bijgelovig zijn, anders zijn ze geen Sovjet waarnemers), dat een dergelijk roedel op grond van een waarschuwing van een waarnemer, die theoretisch toch niet zou kunnen zien wat er gebeurt, een afstand aflegt met het hele roedel van ongeveer 13 tot 14 km luchtafstand om een aantal hulpeloze prooien te overvallen.
Dit is dus niet te verklaren met te zeggen: dat is instinct.
Dat is alleen maar een uitvlucht. Als u zich echter realiseert, dat de magiërs daar uit de aard der zaak vele demonen of astrale schillen hebben opgebouwd en dat de hondachtigen op dit terrein toch een andere en vaak grotere gevoeligheid hebben dan de mens (ook de katachtigen hebben dat), dan kunt u misschien begrijpen, dat de behoefte om slachtoffers te maken ingelegd in deze astrale schillen hun de mogelijkheid geeft de richting aan te duiden aan wolven, die een zelfde behoefte hebben. De jachtlust van de wolven is de voeding voor de astrale schil.
Op deze wijze zou men bepaalde trekverschijnselen op een ander deel van de wereld, n.l. in de zuidelijke taiga van Siberië en Noord-China kunnen verklaren. Hier blijkt, dat de verscheurende dieren van de steppen vaak over zeer grote afstanden, zonder dat er enige reden voor schijnt te bestaan, een trek beginnen, maar dan altijd terechtkomen in een gebied waar nood is of waar kuddes niet uit de voeten kunnen. Daar maken zij dan veel slachtoffers. De Siberische tijger is wat dat betreft zeer gevreesd.
Ook hier hebben wij te maken met een volk, dat al leeft het grotendeels zwervend, oorspronkelijk gebruik heeft gemaakt van de magie der sjamanen. En deze sjamanen hadden o.a. weer magie, natuurgoden maar daarnaast ook de opbouw van astrale boden, die dood, ziekte of een waarschuwing konden overbrengen. Dit systeem is later geperfectioneerd door de natuurmagiërs van Tibet en overgenomen door de wat zwart magisch ingestelde Lama’s. Er is dus reden om aan te nemen, dat dergelijke invloeden kunnen bestaan.
Als ik mij nu eens ga afvragen wat een grote rol kan spelen in de wereld, dan moet ik mij dus baseren op de volgende punten:
a. De sfeer, die is gecreëerd in het verleden en is vastgelegd meestal in gesteenten, soms in oude bomen.
b. De eventuele chemische samenstellingen, die door toeval of anderszins zijn samen gekomen en die activiteit kunnen vertonen t.a.v. de astrale sfeer.
c. Het feit van bewust opgebouwde gestalten uit de astrale sfeer, die een wisselwerking hebben met degenen, die voor hen gevoelig zijn.
Uit deze drie punten redenerend kunnen wij heel wat eigenaardige invloeden in deze wereld verklaren. Want als de mensen geloven aan b.v. een toornige en een rechtvaardige God, dan zullen zij naarmate zij zich die God reëler en onmiddellijk ingrijpend, gaan voorstellen ook door hun eigen schuldbesef de uitwerking van die astrale kracht veel meer tot zich trekken. Een voorbeeld hiervan is de overstroming die u in Zeeland heeft gehad.
Wij hadden hier te maken met een over het algemeen zeer rechtzinnig denkende bevolking zowel van protestantse als van katholieke geaardheid. In beide gevallen geloofde men sterk aan een wrekende God en had men een zeker zondegevoel. Er was een dergelijke ramp geweest (de overstroming van Walcheren in de laatste periode van de bezetting), zodat ook dit beeld van de ramp bestond. En hu het typerende: op het ogenblik, dat de vrijzinnigheid toeneemt, zonder dat het religieus besef zich wijzigt, zien wij deze ramp zich herhalen.
Het kan geen toeval meer zijn.
Natuurlijk, de wetenschap zal die terzijde leggen als toevalligheid en spreken van het samentreffen van vele ongunstige condities. Maar ik vraag mij dan wel af: hoe het komt, dat een dergelijke ramp in deze omvang, ongeacht de bestaande middelen om zich daartegen te beschermen, kan optreden juist in een gemeenschap die daarop is ingesteld?
Nu blijkt, dat wij dergelijke dingen meer zien. Wij zien dat bepaalde ziekteverschijnselen van endemische en zelfs epidemische aard gaan optreden in gemeenschappen, die in een eigen voorstellingsleven daarbij betrokken zijn. Wanneer wij denken aan b.v. de cholera, dan denken wij tegenwoordig hoofdzakelijk aan het Verre Oosten. Wij realiseren ons niet, dat het nog niet zo lang geleden is dat die cholera als een soort pest ook in Italië is voorgekomen en heel wat slachtoffers heeft geëist, voornamelijk in de omgeving van Napels. In Italië is n.l. de gedachte aan de pest nog zeer levendig. En de gevoeligheid bij een schuldgevoel of verzet, dat men religieus niet kan aanvaarden, leidt tot de ziekte. Dat wil niet zeggen, dat de ziekte tot stand wordt gebracht, anders zou het pest geweest zijn. Maar het wil wel zeggen, dat de neiging van eventueel aanwezige ziekten van besmettelijke aard om zeer snel epidemisch te worden daardoor wordt bevorderd. Andere voorbeelden zijn er te over.
Ik stel nu om het zo eenvoudig mogelijk te houden: ofschoon de aarde een algemene invloed heeft, waarin varianten kunnen voorkomen als b.v. aardstralen en in sommige gevallen zelfs diffusie projecties door de aanwezigheid van bepaalde stoffen in de bodem, moet er worden aangenomen dat de algemene aura, de atmosfeer en de eigen stralingsverwerking van de aarde betrekkelijk gelijkmatig kan zijn. In deze gelijkmatigheid kunnen van buitenaf storingen worden ingebracht, uit de aard der zaak. Maar de mens, levende binnen dit milieu, zal dat niet zo gemakkelijk bemerken tot het ogenblik, dat hij, zelf geestelijk actief wordt en daardoor gebruik maakt van de krachten in de aardaura om voor zich iets te creëren. Deze creatie wordt voor een deel gevoed door de krachten der natuur, ook al wordt zij gevormd door het denken of de verwachting van de mens. Deze verwachting kan dan zover doorwerken, dat zij zelfs natuurgeesten (elementalen) betrekt bij de vervulling van de bestaande verwachting. Daarnaast hebben wij te maken met zeer veel astrale invloeden van hoog gehalte.
Nu zou ik willen wijzen op een paar vreemde verschijnselen. In een aantal landen, waarin onlustverschijnselen van zeer differente aard voorkomen heeft het in de laatste tijd in toenemende mate, zelfs geleid tot zelfverbranding van enkele individuen. Wij hebben dit gezien in Vietnam, en Thailand. We hebben dit gezien in Hongarije en in Zuid Frankrijk en we zullen dit op meer plaatsen op aarde zien. Typerend is verder, dat als wij berekenen wanneer die gebeurtenissen optreden, wij een zeer sterke Uranus invloed hebben met meestal daarbij een voor de personen in kwestie negatief werkende Saturnus.
Dit zijn invloeden, die men alleen astrologisch kan aanduiden, maar die misschien beter kunnen worden geduid als een bepaalde evenwichtsverstoring, waarbij Uranus oriëntatie t.o.v. milieu en element betekent en Saturnus rechtvaardigingsdrang of uitingsdrang kan bepalen.
Dan zien wij dat degenen, die het centrum worden van de onlust van een gehele omgeving (Zuid Frankrijk b.v., zeer grote onlust van boeren en wijnbouwers, een zeer grote sociale revolte eigenlijk) hun onlust tot brandpunt maken; onder bepaalde omstandigheden kan een individu daarop reageren. De reactie wordt dan bepaald door invloeden ook van buitenaf, maar de zelfverbranding is het product van de omgeving, van de haat, de ontsteltenis en machteloosheidsgedachten van de omgeving; omgezet in de daadbehoefte, (Saturnus, de rechterlijke macht, versterkt in de richting van het element vuur vanuit de op zich eigenaardig genoeg wat koude Uranus.)
Hiermede wordt duidelijk dat dergelijke dingen zich meer zullen herhalen naarmate onlustgevoelens in een milieu meer voorkomen zonder dat een positieve uitingsmogelijkheid daarvoor is gevonden.
Dit brengt mij tot enkele kleine definities over uw wereld.
Wij weten dat er sprake is van sterk geuite onlustgevoelens in een groot gedeelte van Japan, terwijl daarnaast een aantal gedachte ontsporingen plaats vinden. De meest positieve factor in Japan is op dit ogenblik een aantal denkbeelden van broederschap, maar ook van een zekere discipline, een geestelijke samenwerking. Wij vinden deze zowel materialistisch als zelfs ook geestelijk esoterisch georiënteerd. Dan kunnen wij daaruit de conclusie trekken, dat het onmiddellijk optreden van deze vormen van zelfopoffering in Japan minder waarschijnlijk is. Gelijktijdig weten wij, dat de beïnvloeding vanuit de aarde in bepaalde delen van Japan zeer groot is o.a. in de omgeving van Jamuda , van Akiwedo en in bepaalde wijken van Tokio. In deze gebieden zullen zich dus onlusten moeten manifesteren. Deze kunnen echter een rampzalig karakter krijgen, omdat het reactievermogen van de mensen in deze omgevingen niet meer voldoende is om een eenmaal begonnen opzet of taak te volbrengen. Dit zou o.m. kunnen voeren tot een aantal heel eigenaardige gebeurtenissen tijdens de wereldtentoonstelling daar.
Een mooi voorbeeld zou men ook kunnen vinden hier in Nederland. De meesten van u realiseren zich niet waarom Amsterdam juist het brandpunt is van de onrust op uw eigen gebied. Men zou van orthodoxe zijde zeggen: een infectiehaard. Realiseer u:
a. de ligging in moerasgebied
b. veenlagen, waarin al weet men dat misschien niet helemaal zeer veel wateroffers zijn gebracht in vroegere tijd, in de tijd dat de Kaninefaten er nog rustig hun konijntjes vingen.
Hierdoor is daar altijd een zekere onrust geweest. Amsterdam was altijd een onrustige stad, zelfs in de tijd dat het nog Amstelodamum heette. Deze stad trekt daardoor mensen met een zekere instabiliteit veel meer aan dan stabiele mensen. Waarmee ik niets slechts wil zeggen over de bewoners van deze op zich zeer mooie en grote stad. Er blijken wederom een aantal brandpunten te zijn, waarin deze neiging tot uitleving zeer sterk is en dat is hoofdzakelijk de zuidelijke IJ oever in de richting van de vroegere Zuiderzeehaven.
De binnenstad zelf ontkomt daaraan ook niet helemaal.
Mensen, die op deze punten samenkomen, voelen zich door de onrust beroerd en reageren daarop. Zij creëren daarop voor zichzelf een verdere verstoring van onrust. Een revolutionaire gedachte uitgesproken in Amsterdam zal voeren tot een resonantie effect, waardoor de werkelijke betekenis voortdurend sterk wordt overtrokken, maar gelijktijdig de uiting van de onlust onbeheerst en niet meer geheel overlegd geschiedt.
Alle revolutionaire acties, die in het verleden en ook in de huidige tijd in uw hoofdstad hebben plaatsgevonden, blijken dan ook te beginnen met een overlegd protest maar uit te lopen op een onbeheersbaar pandemonium.
Rond de heldenlimbus van deze grote stad heeft zich de laatste tijd dan ook wel de onrust geconcentreerd. Dat is begrijpelijk. Men heeft nu praktisch in het centrum van het feitelijke onrustgebied ook nog een teken aangebracht, dat deze onrust voor velen kan symboliseren. Men heeft een brandpunt geschapen, Het resultaat is begrijpelijk. Zeer grote en felle acties kunnen in de nazomer worden verwacht. De invloeden zijn deels nu al gecreëerd. Zij worden echter pas actief, wanneer de denkers zelf in contact komen met de speciale sfeer, de uitwaseming a.h.w. van Amsterdam.
Maar dat is niet alleen zo in Amsterdam. Er zijn kleine gebieden in Groot Londen waar, eveneens een dergelijke rumoerigheid wordt aangemoedigd, alleen al doordat bepaalde fouten aanwezig zijn en veelal ook omdat daar vroeger offerplaatsen zijn geweest, Men noemt deze: hatch of the heathen. Hier zullen wij ook in de komende tijd jeugdbenden zien optreden, die op een uiterst eigenaardige manier gaan manipuleren, z.g. ten gunste van bepaalde arbeiders en andere groepen, maar die daarbij vooral hun behoefte om onlusten te ontketenen gaan uitleven.
Wanneer zij dan komen op plaatsen waar vroeger piraten hebben geopereerd, zoals Blackpool (tegenwoordig een stad van veel genoegens voor de Engelsman, vroeger een stad vanwaar nogal veel smokkelaars en zeerovers manschappen uittrokken en die daar ook weer terugkeerden), dan kan men erop rekenen dat deze onbeheerstheid door de sfeer van die plaatsen nog eens extreem wordt gestimuleerd. Ik vermoed, dat wij in de buurt van Blackpool dan ook te maken krijgen met een veldslag tussen jongeren en politie; en dat terwijl de jongeren proberen kalmer te zijn.
Dit zijn voorbeelden. Laat ons nu proberen na te gaan, welke bijzondere geestelijke invloeden op aarde kunnen worden vastgelegd.
Ingewijden hadden vroeger de gewoonte, om meestal in grotten of op bergtoppen door meditatie een bijzonder patroon te verankeren. Een van deze patronen is ik geloof haast per ongeluk ook vastgelegd in een bepaald deel van de grote piramide van Kefren. Deze patronen hebben tot doel het stimuleren van een menselijk brein. Het is in feite een invloed, die in de omgeving verankerd is, maar die een suggestief hypnotisch effect heeft dat bij de mens, die daarvoor vatbaar is, ingebracht via het onderbewustzijn, voor hen een aantal hallucinaire belevingen tot gevolg kan hebben, maar gelijktijdig daardoor zijn vermogen om de verschijnselen rond hen te coördineren en te doorgronden aanmerkelijk vergroot.
Wij kennen ook in de Ver. Staten, een aantal van die punten.
Vroeger waren ze vaak heilige plaatsen van Indianenstammen. Typerend is daarbij dat enkele typisch joodse vakantie plaatsen (vakantiefarms) die daar gesticht zijn grote invloed kunnen hebben op een geestelijke reveille van de joodse gemeenten, gezien de mensen die er komen : voornamelijk uit Baltimore en uit New York. Zo beïnvloeden deze dingen elkaar. Dit zijn op zich geen wonderen.
Deze bewustwordingsplaatsen bevinden zich ook in Griekenland. Opvallend is, dat één van deze plaatsen de laatste tijd als een soort isolatiekamp wordt gebruikt voor niet al te ernstige politieke misdadigers. Dat zou kunnen betekenen, dat deze mensen op deze plaats ondanks alle ontberingen, die zij ongetwijfeld moeten lijden en zelfs mishandelingen die zij moeten dulden, een totaal nieuw inzicht krijgen in hun eigen situatie als in hun mogelijkheden. En aangezien het wat lichtere gevallen betreft, zou hun vrijlating ook wel eens zeer eigenaardige reacties in Griekenland kunnen veroorzaken, waarbij niet meer sprake is van een direct gewapend verzet of een terreur-verzet tegen een regering, die men niet wil hebben, maar een directe aantasting van mentaliteit op de meest kritieke punten; b.v. suggestieve inwerking op leden van leger en politie. Indien dat gebeurt kunt u ook daar heel wonderlijke dingen verwachten.
De U.S.A. heeft een aantal van deze plaatsen iets zuidelijk van San Diego. Hier verwacht ik een opleving van cultussen, omdat de laatste tijd mensen zich daar hebben verzameld, die eigenlijk wat losgeslagen zijn. Denkers, die in de vaagheid weg denken, maar die rustend en enigszins geconcentreerd gedurende 1 à 2 weken samenlevend rond deze plaatsen, allen een zekere vorming ondergaan. Het op hen afgedrukte patroon coördineert n.l. een groot gedeelte van hun denkbeelden tot een passend geheel. En deze coördinatie zou eveneens op de reactie van jeugdige minderheidsgroepen grote invloed kunnen hebben aan het einde van het volgend jaar en waarschijnlijk de daarop volgende jaren.
Opvallend is ook dat in de buurt van Tsjoetsjou in China een collectieve boerderij is gesticht met kleine industrieën, o.a. een ijzersmelterij, waarin plotseling de mensen een hele verandering bezig zijn te ondergaan. En dat is gebeurd sedert men het oorspronkelijke dorp heeft vernietigd en ongeveer 10 km verder tegen een helling een kamp heeft gebouwd voor deze mensen. Een nieuw dorp, zoals, dat heet. U zou waarschijnlijk van een barakkenkamp spreken. Deze mensen ondergaan eveneens een filosofische invloed, die daar in de loop der tijden is neergelegd, Het resultaat is, dat zij op het ogenblik behoren lot de beste uitleggers van Mao’s theorieën. Maar het is, dat Mao in de uitleg waarschijnlijk zichzelf niet meer zou herkennen.
U begrijpt, dat die invloeden altijd aanwezig zijn. Sommige daarvan zijn vele duizenden, anderen tienduizenden jaren oud. Maar er kunnen omstandigheden optreden, waardoor zij geactiveerd worden.
Stelt u zich nu voor, dat uit de kosmos een kracht komt, die harmonisch is met zo’n bestaand, op zich nog flauw krachtpatroon. Dan wordt dat geactiveerd door deze uit de kosmos binnendringende kracht zoals bij wijze van spreken een foto-elektrische cel kan worden geactiveerd door het invallen van licht. Er ontstaat een eigen actie, het patroon laadt zich op en de verspreidingsmogelijkheid van de daarin vastgelegde straling (suggestieve beïnvloeding, van het onderbewustzijn) wordt aanmerkelijk groter. Een dergelijke invloed is op het ogenblik aan de gang.
Nu heeft u voorlopig nog wel te maken met enkele, zullen we zeggen meer op dierlijk menselijke invloeden afgestemde tendensen, met veel woede en veel drift. Maar op de achtergrond werkt nu een verre kosmische kracht, die je in kleur eigenlijk niet eens goed kunt omschrijven, maar die veel gelijkenis vertoont met een bepaald deel van het witte licht. Het activeert n.l. zeer sterk bestaande waarden en tegenstellingen.
En als u begrijpt hoe dit overal gebeurt en hoe daarmee niet alleen maar werken van geestelijke invloeden maar ook bepaalde zwart magische werken worden versterkt, dan zal het u niet verbazen te horen dat dit jaar en het volgend jaar ook nog wel veel onregelmatigheden en strijd zullen geven. De grote moeilijkheid daarbij is, dat het meest heldere denken hierdoor ontstaat bij mensen die eigenlijk niets meer te maken hebben met de leiding van hun volk of zelfs maar de organisatie daarvan.
Een zeer kritieke geschiedenis, die o.m. kan leiden tot een aantal onverwachte gewelddadigheden in China, een kleine revolte en meer van die dingen. Het is mogelijk, dat de oorlogsdreiging groter wordt dan de politici zich op het ogenblik kunnen voorstellen. Er gaat iets aan hun beperkingen ontsnappen.
Ik heb hiermede een groot gedeelte weergegeven van de vreemde invloeden, die voor u actueel zijn. Maar u begrijpt, dat er veel meer is dan dat. Er bestaan entiteiten, voor u niet zichtbaar, die kunnen reageren ongeveer als een Poltergeist; d.w.z. dat zij in staat zijn voorwerpen te verplaatsen. Het intellect van dergelijke wezens kan vanuit menselijk standpunt niet zeer hoog worden aangeslagen; misschien als van een redelijk intelligente hond, iets beter dan de doorsnee rashond. Deze intelligentie is genoeg om een reactie te veroorzaken in het menselijk leven.
Nu schijnt er in de buurt van Yucatan een dergelijke verplaatsing aan de gang te zijn. Het resultaat zou wel eens kunnen zijn dat verschijnselen als wandelende stenen, zich vormende dampwolken boven een meer e.d. de bevolking in de omgeving wat in oproer zullen brengen. En de primitieve mens heeft altijd het gevoel dat dergelijke dingen door denkende en bewuste wezens gewild tot stand worden gebracht. Die wezens zullen daarbij weer heel vaak reageren op de gevoelens van de mensen in de omgeving. Als er iemand wanhopig is en hij bidt tot God, dan kan dat zo’n wezen zodanig beïnvloeden, dat het tegen de avond, als de nevel opstijgt, uit die nevel een paar biddende handen boetseert. En dan zegt iemand: “Kijk, daar is een groot wonder gebeurd.” Dit zijn invloeden van telekinetische aard. Ik meen zelfs, dat men daar in enkele, de z.g. beschaafde landen meer van zal horen.
Daarnaast is zich een andere werking op dit moment aan het verstevigen. Er zijn wat men noemt breuklijnen in de tijd. Dat betekent, dat in bepaalde gebieden a.h.w. het tweede gezicht veel gemakkelijker is en de mens gemakkelijker tot een soort helderziendheid kan brengen, vooral in de tijd.
Er zijn b.v. in het hoogland van Schotland enkele gebieden waar helderziendheid altijd is voorgekomen en ook nu nog voorkomt. Er is in de omgeving van Kaapstad een terrein (het wordt de laatste tijd door inboorlingen bewoond) waar een zekere breuklijn aanwezig is. Daar is het gemakkelijker contact te krijgen met verleden en toekomst. Zelfs een begraafplaats heeft daardoor grote roem verworven, omdat veel mensen er visioenen hebben. Een aantal van dergelijke plaatsen zou ik natuurlijk kunnen opsommen, maar belangrijker is het verschijnsel op zichzelf.
Tijd is een reeks mogelijkheden; maar de consolidatie van die mogelijkheden geschiedt in het menselijk brein. Als wij op een plaats zijn waar het totaal van die mogelijkheden gelijkwaardig aanwezig is, zal de mens toekomstige mogelijkheden voor zich a.h.w. bewust consolideren.
Hij ziet wat er gaat gebeuren. Hij ziet wat uit zijn mogelijkheden waar wordt. Voorspellingen uit dergelijke plaatsen zullen vooral primitieve volken in oproer kunnen brengen en een grote rol kunnen spelen in bepaalde bewegingen in Zuid-Amerika, Canada en in het Noorden van Afrika. Ik neem aan ook zelfs bewegingen in de buurt van Cambodja.
Deze invloeden worden eveneens versterkt door elke straling, die de eigen sensitiviteit van de mens tijdelijk versterkt. Is er een invloed, die tegenstellingen op aarde vergroot, dan wordt de tegenstelling tussen de aanwezige mogelijkheden op zo’n plaats ook groter. En dat betekent, dat men in vele gevallen keuzemogelijkheden kan waarnemen.
Mensen, die zoiets zien weten dat meestal niet te formuleren. Wij mogen rekenen op vele profetieën en naar ik meen ook bij de primitievere landen (die dichter bij de natuur staan) op een ontstaan van kleine religieuze groepen, die bijzonder grote zeggenschap hebben en vooral zeer revolutionair zijn, omdat zij één van de mogelijkheden willen uitschakelen. Een interessante wereld met zeer veel ongewone invloeden en inwerkingen. Ik zou hier gevoeglijk kunnen eindigen, indien in de mens Zelf niet een beïnvloedingsmogelijkheid aanwezig was, waarmee hij meestal geen rekening houdt.
Mensen, die op dit moment leven, zijn voor een aanmerkelijk deel gereïncarneerden. Zij hebben dus vorige bestaanswaarden op aarde gehad en hebben in hun geestelijk ik bewustzijn relaties aangeknoopt met die wereld en met mensen op die wereld, die op dit ogenblik in hun eigen wereld niet bestaan of zo zouden kunnen bestaan. Het resultaat hiervan is dus, dat een geestelijke versterking van gevoeligheid kan optreden in een lichaam dat genetisch eveneens door het voorgeslacht is gepredisponeerd. En dat houdt in, dat in heel veel mensen in deze tijd overeenkomstig hun eigen geestelijke incarnatie gevoeligheden en zelfs eigenschappen wakker worden, die eigenlijk behoren tot hun voorgeslacht. Een zekere terugval misschien in gedrag, waarneming, karakter en reactie naar tijden van misschien 1500 of vroeger. Daarbij zijn geestelijke invloeden, die misschien kunnen teruggaan naar 20.000 jaar van leven.
Het resultaat zou kunnen zijn: een zeer sterke afwijking in de gedragspatronen van mensen en ook vaak een terugkeer tot zeer primitieve reacties bij veel mensen, waarbij hun uit incarnaties besefte en niet eens redelijk gerealiseerde verbondenheid met mensen en ook instellingen een veel grotere rol gaat spelen dan hun eigen besef én bewustzijn. Ik meen, dat dit vooral in de jaren 1971 tot 1974 een zeer belangrijke rol zal kunnen spelen in de reacties van de massa. Mensen zullen reverteren ( terugkeren ) tot een type, dat zij niet eens in zichzelf kenden en gelijktijdig daarbij uitgaan van verhoudingen en relaties, die zij zich nooit hadden gerealiseerd, maar die in een vroeger geestelijk bestaan hun achtergronden vinden.
Dit zou een zeer plotselinge ommekeer kunnen betekenen hij veel personen, die staatslieden zijn. Dat zou om een klein voorbeeld te geven kunnen betekenen dat bepaalde mensen, die op dit moment zichzelf als onmisbaar zien (ik denk b.v. aan Willy Brandt, aan de huidige Paus, aan een figuur als Brezjnev ) het gevoel krijgen in de komende paar jaren “ik pas hier niet”. We zullen zien dat ze vaak vrijwillig en voortijdig uit het openbare leven verdwijnen of een plotselinge en totale verandering van houding ondergaan. Het is interessant ook deze dingen na te gaan.
Er zijn op aarde zeer veel buitengewone werkingen en invloeden waar de doorsnee mens te weinig op let. Indien hij ertoe zou kunnen komen meer begrip te tonen voor deze misschien niet alle redelijk wetenschappelijk bewijsbare, waarin gebeurtenissen voortdurend aantoonbare invloeden, dan zou hij een beter begrip voor zichzelf kunnen krijgen. Daarnaast zou hij een beter gebruik kunnen maken van de vele waarden, invloeden en beïnvloedingen, die op deze wereld bestaan. Laat mij van dit laatste een voorbeeld geven voor ik sluit.
Indien uw zenuwstelsel overspannen is en u kunt niet rusten, dan zou het misschien mogelijk zijn u enkele dagen op te houden op een plaats waar de z.g. aardstralen actief zijn. Weet u wat het resultaat is, wanneer u daar niet te lang blijft? U ontspant u, u kunt weer slapen, u voelt zich zelfs wat mat. U bent niet meer zo gespannen en geïnteresseerd. Met die houding naar buiten gaande én uw levenskracht opladende, zou u zich beter kunnen herstellen dan in de vele tehuizen waar men degenen, die overspannen zijn opneemt: een soort gekkenhuis voor degenen, die alleen sociaal verzorgd worden en instituten voor psychiatrische bijstand voor hen, die het zelf betalen.
Met dit voorbeeld alleen hoop ik u duidelijk te hebben gemaakt, dat de buitengewone invloeden en beïnvloedingen van deze wereld belangrijk genoeg zijn. Wie weet dat hij met een dergelijke invloed leeft, kan indien hij met de aard van de invloed voldoende rekening houdt heel vaak een methode vinden om daarvan een voor zich gunstig gebruik te maken.
Ik hoop, dat mijn betoog voor de enkelen, die dit aangaat een bijdrage zal zijn tot een bewuster hanteren van de invloeden rond hen.
De wereld gezien vanuit de geest.
De dichter sprak met ontroering over de wentelende aardkloot in donzen wolken gehuld, die de astronauten uit de verte hadden gezien.
Ofschoon ik de betekenis van het woord te veelzijdig vindt om daaraan zelf een conclusie te verbinden, geloof ik toch dat wat wij uit de geest zien wel enigszins anders is. De gevoelens van de mensen, de emoties welke zich op de wereld afspelen, zien wij vaak als een lichtschijnsel.
Als je naar de wereld kijkt, dan lijkt het wel of je in een drukke, moderne stad bent en voortdurend aan en uitflitsende neonreclames aan je, voorbij ziet trekken. Soms zie je een felrood licht; u weet wel, dat licht dat aan de nachtelijke hemel schrijft “Bar”. En dat betekent dan inderdaad dat het er op dat punt bar toegaat. In andere gevallen zie je een licht dat doet denken aan blauw zilveren maanlicht. Soms verbreidt het zich over een betrekkelijk groot gebied. En dan zeg je: hé, daar zijn mensen werkelijk rustig aan het denken. Daar komen ze tot besef. Soms zie je een spel van pijlen, alsof het een vuurwerk is. Dan zeg je: nou, dat zal wel carnaval zijn. Uitbarstingen van wisselende lust en levensvreugde, die voortdurend worden afgewisseld door de duisternis van een verwachting van het volgend evenement. Zo is die wereld voor ons dus wel wat anders dan voor u.
Als wij naar de aarde schouwen, zien wij toch wel wat anders dan een astronaut. Maar wij ontdekken heel vaak in die wereld verschijnselen, die ons bijzonder treffen. Zo zie je soms hoe op een bepaald terrein twee golven van rood als een soort opkomende vloed naar elkaar toestromen. En dan weten we, indien die werkelijk elkaar beroeren, dan komen er die felle schichten van bruin en oranje in en dan zal er een enorme strijd zijn. Op andere ogenblikken zie je ineens alsof iemand alle lichten uitdraait. Er is een wereld van berusting onder je, waarin de zelfstandige gedachte bijna gedoofd is en waarin het moeilijk is nog enige reactie te wekken.
Zo de wereld beziende, probeer je vanuit de geest toch wat te bereiken. En ofschoon ik gaarne toegeef, dat er ook bij ons velen zijn die zich eerder aangetrokken voelen tot iets wat doet denken aan Bar of Lido, soms zelfs aan Bardot dan tot de meer serene uitstralingen, zo zoeken wij overal weer de mensen te vinden, die een zekere sereniteit bezitten en deze te helpen en te beïnvloeden. Want de kleuren die wij zien zijn voor een deel de weerkaatsing van ons eigen wezen. Wij spiegelen ons a.h.w. in de voorbijrazende mensheid en onszelf daarin terugvindende proberen wij ons in die wereld kenbaar te maken en ons denken te doen herbeleven op de wereld, die wij hebben verlaten.
De totaliteit van die wereld is natuurlijk belangrijk. Maar zoals je gaande door zo’n drukke straat met neonreclames een keuze moet doen, zo zal het eens uit de geest ook steeds weer gebeuren. Onder omstandigheden concentreren wij ons op betrekkelijk kleine, vanuit stoffelijk standpunt misschien zelfs onaanzienlijke punten of groepen. Wat wij daarmee trachten te bereiken, blijft de mensen kennelijk duister. Zij hebben geen begrip voor de mogelijkheid van een lont. En toch, wie de lont aansteekt, kan vaak een kruitvat doen ontploffen. Wie een enkele gedachte in een betrekkelijk kleine groep brengt, een kleine wijziging in mentaliteit, die kan daarmede de kleurbeïnvloeding, de totale sfeer van een tamelijk grote omgeving veranderen.
De geest werkt dan ook heel vaak uit schijnbaar onaanzienlijke punten en probeert zo de omgeving te wijzigen of daar iets nieuws in te brengen. Als wij het vurige rood van haat en hartstocht zien pulseren, dan weten wij dat het niet mogelijk is deze dingen stop te zetten.
Je kunt een dergelijke invloed soms evenmin tegenhouden als een kind met een schopje het opkomen van de vloed op het strand kan verhinderen. Maar je kunt soms de kleur veranderen. Je kunt iets veranderen in die mentaliteit. Je kunt uit de vurige haat misschien iets distilleren dat nog wel hartstochtelijk is, maar dat respect heeft voor het leven, dat een zeker eerbied heeft dat helder en lichtend wordt als heldenmoed en dat in zich de belofte draagt van nieuwe tijden als een morgenrood.
Zo werk je overal, gaande naar die invloeden waarmee je harmonisch kunt zijn en waarin je je kunt herkennen.
De mensen zullen vaak daarvan niet veel begrijpen. Zij begrijpen niet hoe plotseling op één bepaald punt in de wereld de reactie dat kleine beetje is veranderd, waardoor alle getroffen regelingen en overeenkomsten eigenlijk niet meer van kracht zijn. Ze begrijpen niet meer hoe in het denken van wetenschapsmensen die ene kleine afwijking tot stand kan komen, waardoor ze hun product plotseling een geheel andere inhoud geven en misschien uit een potentieel wapen een geneesmiddel maken. Toch zijn ook dit dingen, die de geest probeert te bereiken.
Het werken in kringen als deze is een van de vele en ongetwijfeld aangename taken, die wij te verrichten hebben. Maar daarnaast blijft voortdurend weer het beschouwen van uw wereld en het pogen met die wereld iets te bereiken. Daarbij staan wij gelukkig los van de vele opvattingen, die in uw wereld nog heilig zijn, zoals de heiligheid van het systeem, de religie, de openbare zedelijkheid, de publiekrechtelijke ordening en al die dingen meer. Wij zien alleen maar wat er kan gebeuren.
De aura van een mens geeft in vlammen en schichten aan wat er in hem bestaat op dat ogenblik. Maar daarmede maakt de mens ook in vele gevallen duidelijk wat hij zo dadelijk zal doen. Als je naar de mensheid kijkt en je vindt daar in die vele kleuren een enkel punt waar je je voor een ogenblik aan bindt, dan zie je daarin schakeringen die niet alleen duidelijk maken wat er nu is, maar ook wat voor mogelijkheden erin schuilen. En dit is belangrijk voor dit werk dat wij proberen te doen.
Voor u is het misschien een vreemde invloed waarmee u geen raad weet, als ineens uw hele gevoelsleven overhoop wordt gegooid of uw verwachtingen plotseling of ten dele worden beschaamd. Toch kan dat belangrijk zijn. Hierdoor kan er een verandering tot stand worden gebracht, die nieuwe inzichten in de mens schept of die de emoties van de mens een wat andere richting geeft, die beter is voor het geheel van geestelijk en stoffelijk bestaan.
Zo werk je met kleine dingen. Zo werk je vaak met beperkte groepen en ben je voortdurend bezig om in het totaalbeeld dat die wereld uitstraalt je eigen ideaal te herscheppen. Het is, alsof wij in de geest neerziende op al die flitsende kleuren, die vreemde, vaak giftige kleurvlammen, die uitslaan uit het menselijk denken en het gemeenschappelijk bewustzijn, voor onszelf trachten de schemering te creëren voor de komst van de zon. Een verrijzing misschien in zekere zin, een afflauwen, maar dan één die in fijne, voortdurend verlopende tinten de geboorte van een werkelijk licht en van een werkelijke nieuwe vreugde van leven mogelijk maakt.
Ik geloof, dat het zoeken van de geest naar de levensvreugde voor de mens en daarmede naar de positieve aanvaarding van het totale bestaan geestelijk en stoffelijk voor velen niet helemaal begrijpelijk zal zijn. Ze worden te zeer gebonden door de beperkingen van denken, door hun gevoelens die ze zelf hebben misvormd of verkeerd interpreteren. Toch heeft de geest een grote invloed en zal ze in kritieke tijden, zoals die er op komst zijn, alles doen om de mensheid te helpen aan een beter besef, maar vooral aan een betere uitstraling, een betere reactie.
Misschien dat dan eens een helderziende astronaut neer schouwend op een aardkloot, omringd door wattenwolken ook ziet en zegt: Hier is het patroon van het mens zijn geweven als een tapijt van verbluffende schoonheid.
Als de geest daartoe mag bijdragen, is ze dankbaar. Als ze daardoor dingen moet doen of moet nalaten, moet beïnvloeden of afremmen op een voor de mens onbegrijpelijke wijze, is dat jammer maar onvermijdelijk. Want de opbouw, ook in uw materie, moet er één zijn naar harmonie. En harmonie kan slechts worden gevormd door de samenwerking van geest en materie, door een voortdurend harmonische afstemming van de aanwezige waarden tot de lichtende geest in de wereld zichzelf kan erkennen. En de wereld zelve, schouwende in zich de lichtende geest gewaar wordt.
Vooruitgang.
Het vooruitgaan is het verlaten van wat is; niet slechts het groeien naar dat wat nog moet komen.
Als wij vooruitgang zoeken geestelijk of stoffelijk dan zullen wij voortdurend iets achter ons moeten laten. Een kuiken, dat zijn ei verlaat, moet de schaal doorbreken, daarmee ook de beperking en veiligheid verlaten voor een wereld, die het ongetwijfeld vijandig en groot toeschijnt. Dat is vooruitgang voor ons. De ontmoeting van het onbekende vol gevaren. Het zoeken naar nieuwe gedragsregels en mogelijkheden, die het ons mogelijk maken het nieuwe te ervaren, te beleven en toch onszelf te blijven. Maar vooruitgang betekent wel degelijk ook afscheid nemen van iets van jezelf.
Vooruitgang ligt voor de mens in het denken; voor de geest in het concept dat, hij van zijn wereld heeft. Een mens, die afscheid kan nemen van zijn lievelingsideeën om andere grotere denkbeelden voor zich te aanvaarden en te hanteren, gaat ongetwijfeld geestelijk zowel als stoffelijk vooruit. Hij, die wil behouden wat hem dierbaar is sluit zichzelf op, in wat eens misschien een ruim vertrek leek, maar dat langzaam maar zeker een duffe stoffige cel werd.
De geest, die zich wil afsluiten van grote nieuwe onoverzienbare en vaak ontstellend gevaarlijke werelden, zal blijven in zijn eigen klein domein, tot ook dit zo klein en beklemt is geworden, dat men alles zou willen offeren om te vluchten. Je kunt vooruitgang niet ontlopen. Je kunt haar voor jezelf tegenhouden, maar dan komt het ogenblik dat je voor jezelf moet vluchten. Daarom is het noodzakelijk, dat wij innerlijk alleszins trachten voortdurend te groeien. Te groeien vooral in wijdheid van denken. Te groeien in wijdheid van gevoelen. Te groeien vooral in aanvaarding van mogelijkheden. Want slechts degene, die voortdurend anders en meer wil zijn, meer wil beleven en in zichzelf wil erkennen, zal de vooruitgang vinden die hij begeert. Hij, die door anderen tracht vooruitgang te verwerven, verstart in de onmacht die hij zichzelf oplegt door zijn daden te staken en ondergeschikt te maken aan anderen.
Gij zijt uzelf. Uit uzelf leeft gij. Uit uzelf moet, gij leren. Uit uzelf zult gij leven en denken, totdat gij beseft wie gij zijt. En beseffende wie gij zijt, zult ge de tijdloze waarheid van uw wezen neerschrijven in het wezen van de Onveranderlijke, waaruit alles voortkomt.
Wie van de drie?
Daar staan ze getekend aan de altaar wand : de Vader, de Zoon en de Geest. Maar wie van Hen is werkelijk God? Wie van Hen moet ik het meest vrezen, eren of begrijpen? Wie van de drie gestalten, die mensen aan de waarheid geven is de werkelijkheid, de bron van leven, de realiteit, waaruit heel het bestaan is opgebouwd?
Zo op zichzelf beschouwd, zou het de Vader kunnen zijn. De Vader, machtig, groot en Schepper van het Al, drukt uit al wat er bestaat. Het is Zijn denken, waaruit een wereld leeft en later ondergaat. Dus God is wel één van de drie, die het toch schijnbaar heeft.
Maar dan de Zoon. De Zoon, die als een mens op aarde heeft geleefd, heeft aan de mensen ‘s Vaders Woord en ‘s Vaders Macht gegeven. Maar was het nu de Vader, Die door de Zoon ons sprak of was het de Zoon, die uit zijn kracht de grens tussen de mens en ook de Vader brak? Er is iets voor te zeggen; de Zoon is onze God.
Maar wat dan met de Geest? De Geest, die stralen duif, zo bijna a la Picasso hier ontsproten, die als invloed door de wereld gaat en ‘t spreken van de groten bepaalt. Die als een lichtende tong op allen nederdaalt en zo oneindigheid in mensenwoord doet klinken.
Hoe kan er een God bestaan, als er geen kracht is van die God, die in een mens kan zinken en spreken door een mens? Ja, ook de Geest is eigenlijk God.
Maar wie dan van de drie is eerste, de voornaamste voor de mens? Wie is de werkelijkheid? Ik geloof, dat hier het onderwerp de spreker haast misleidt, want Vader en de Zoon zijn Eén. Zij zijn dezelfde Stem. De Zoon is van de Vader deel en alle kracht van Hem en alle Woord van Hem wordt in de Zoon geopenbaard. Zo is de Zoon een aangezicht, dat ons de Vader toont.
De Heilige Geest. Geen kracht op zich, maar God Die in de mensheid woont en door die mensheid soms zijn licht doet schijnen. Is hij nu Vader, Zoon of Geest? Ik weet het niet. Ik weet slechts, dat er een God bestaat. En wat Hij voor ons is geweest, bepaalt de naam die wij Hem geven.
Maar achter alle drie verschuilt zich voor mij de Bron van leven. Niet wie van de drie? Maar wie ervaart uit drieheid één of meer gezichten van één en dezelfde Kracht, die vindt in zich de macht, die een drie eenheid doet verdwijnen en daarvoor eeuwigheid van leven en licht doet schijnen in mensheid en in eeuwigheid.
Mij dunkt, dit is het antwoord. Dat wat ook u als mens diep in het “ik” verborgen lijkt, is drie in één en één in drie; is eenheid, is totaliteit. En zo ge dat in u erkent, heeft u een werkelijkheid, nimmer in zichzelf verdeeld.