Waar ben ik mee bezig?

image_pdf

9 oktober 1981

Zoals u bekend zal zijn, weten wij niet alles en zijn wij al evenmin onfeilbaar. Denk dus zelf na. Ons onderwerp zal vanavond een meer esoterisch karakter moeten dragen.

Wanneer je spreekt over het gebeuren in het innerlijk van de mens, komt er altijd weer eens ogenblik waarop je je afvraagt: Waar ben ik eigenlijk mee bezig?

Want het is niet zo eenvoudig om je eigen waarheid, innerlijk of uiterlijk, te herkennen. Er was eens iemand die zichzelf voor het eerst op een film zag. Eerst wist hij niet eens dat hij het was en toen men hem erop attent maakte, reageerde hij met een:Ben ik dat? Wat zie ik er vreemd uit.”

De man had zichzelf tot dan alleen in de spiegel gezien. En ons overkomt iets dergelijks, wanneer wij afstand proberen te nemen van onszelf en kijken naar ons innerlijk. Tot op dat ogenblik waren wij gewend ons te spiegelen in de gebeurtenissen van de schepping. Wanneer wij dan ons innerlijk eindelijk eens zien zoals een ander ons ziet, schrikken wij ons, nu ja, het hoeft geen beroerte te zijn, maar het komt toch vaak in die buurt wel uit.

Wanneer je dan geheel eerlijk bent en over de schok heen bent, geef je jezelf toe: ik heb het misschien wel eens gedacht, maar ik heb het gewoon nooit willen weten.

Want wij willen alles weten over eenieder en alles, maar de waarheid omtrent onszelf? Nu ja, die kan nog wel even wachten. Ik denk dat er daarom zoveel mensen zijn die de raadselen trachten te ontsluiten van de ruimte of de microwereld. Er zijn zelfs mensen die zich bezig houden met alle menselijke roerselen – van anderen dan. Overigens vind ik die term roersel niet geheel juist, want vaak lijkt het meer op werkende gist. Al die mensen zijn intens bezig. Logisch, alleen door intens met iets anders bezig te zijn, vind je alle verontschuldigingen die je maar nodig hebt om niet met jezelf bezig te moeten zijn.

Aan de andere kant is het natuurlijk ook zo dat iemand die alleen maar met zichzelf bezig is ook niets doet. Dan krijg je situaties als de Swami die mooi in lotushouding zit te mediteren terwijl er naast hem een huis afbrandt waarin nog mensen zijn. Maar hij wil van niets weten, hij mediteert rustig verder.

Zo iets vind ik nu ook niet geheel juist natuurlijk. Dus laat ons maar eens proberen iets te zeggen over de esoterie zoals ik die zie. Ik. Want eenieder ziet het weer wat anders. Ook bij ons is het nog steeds zo dat iedereen toch weer een beetje een andere kijk op de dingen heeft.

Maar wanneer u al die verschillende kijkjes te horen krijgt, kunt u zich misschien toch een beter beeld maken van de werkelijkheid. In de plaats van de tweedimensionale foto, die alleen maar vanuit één enkel standpunt zijn object vastlegt, krijgt u dan te maken met een soort hologram.

Kort geleden heb ik nog eens aan iemand gevraagd of hij wel wist wat een hologram was. Hij wist het niet, waarop ik uitlegde dat het een driedimensionale afbeelding is, waarop je iets van alle kanten kunt bezien en dat dit ding door stralen laserlicht wordt gemaakt. Aha, sprak mijn partner in het gesprek: In feite is een hologram dus een holle lazerstraal. Vermoedelijk dacht hij daarbij aan zijn familie of zoiets.

Maar wanneer ik dan kijk naar de esoterie en alles wat daarmede samenhangt, is de eerste conclusie: tjonge, wat zit daar een hoop verpakking omheen. Alles wat je hoort klinkt zo ingewikkeld.

Ik meen zelfs dat de mensen die zich met esoterie bezighouden datgene wat zij zeggen te zoeken nog moeilijker weten te formuleren dan een minister van defensie, die aan de minister van financiën duidelijk moet maken dat hij toch werkelijk alle gelden nodig heeft waarom hij bij zijn begroting heeft gevraagd. En wanneer u meent dat een dergelijke formulering niet duister en moeilijk is, moet u toch eens gaan praten met de heer van Agt en de zijnen.

Er is dus wel heel veel verpakkingsmateriaal, maar wat is dan de werkelijkheid die erin schuilt? Dat is zo simpel dat eenieder het kan nagaan en daarom niet zo gewild.

Neem de christelijke leer eens en herleidt die tot haar essentie. Wat blijft er dan over? Heb God lief boven alle dingen en uw naaste gelijk uzelf. De hele rest kunt u dan van mij cadeau krijgen. Want wanneer je alleen die simpele regel probeert waar te maken, heb je voorlopig meer dan genoeg werk en hoef je je met de rest voorlopig nog niet bezig te houden.

Zo is het met de esoterie ook: zij vertelt je allerhande mooie en wat duistere dingen over de geheime vertrekken van de geest, de reis van de ziel en verder over alles wat wij zijn geweest en zijn geworden.

De mensen doen veel moeite om er achter te komen wat zij eens waren, en toch heb je er weinig aan. Ga maar eens naar de ontvanger van de belastingen en vertel hem dat de aanslag die hij je heeft opgelegd ongeldig en onzin is, omdat je in het vorige leven Nero bent geweest. De man kijkt je waarschijnlijk heel vreemd aan en mogelijk wacht hij nog even voor hij assistentie roept, omdat hij wil weten of je nu ook nog zult gaan blaffen. Daar heb je toch niets aan?

En willen we weten wat je morgen zult zijn? Als u vandaag een oude pee bent – een pee is een oud mannetje – kun je wel zeggen: in het volgen de leven zal ik een mooie jonge meid zijn. Maar dat betekent dan toch niet dat je in dit leven alvast met succes kunt gaan koketteren.

Voor mijn gevoel maakt het niet zo veel uit wanneer je aan esoterie doet wat je geweest bent of nog zult zijn. Datgene wat telt, waar je mee te maken hebt is: vandaag.

De nu werkelijk belangrijke vragen zijn: wat ben ik vandaag, wat leeft er vandaag in mij en wat breng ik daarvan naar buiten? Want wat dat betreft zijn vreemde conclusies mogelijk. Ik zie nu heel wat mensen die, wanneer zij naar buiten brengen wat ik in hen meen te zien, nog het meest zullen lijken op mensen die te veel gebakken aardappelen en te veel bier tot zich hebben genomen.

En wat er in je leeft? Dat is toch eigenlijk de begeerte om iets te zijn? Waar of niet? Goed, je weet misschien niet geheel en precies wat  je bent, maar er leeft iets in je waarvan je nog wel weet hebt en dan kun je in ieder geval nog je best doen om daar alvast iets van waar te maken.

Ik kan natuurlijk wel allerhande edele theorieën op gaan stellen over dat wat ik misschien zou moeten zijn. Maar ja, de feiten? De meeste mensen willen mogelijk graag edellieden zijn, maar wanneer je hen op de keper beschouwt, zijn zij nog erger dan Elisa uit Pygmalion vóór professor Higgins haar had opgedoken.

Dus wanneer wij nu over ons innerlijk en wezen bezig zijn, laat ons dan allereerst maar eens toegeven wat wij zijn. Wij zijn innerlijk gemeenlijk wel een beetje plat, een beetje gelijkvloers. Wij kunnen wel spreken over de hemelse zaligheid, maar ondertussen denken wij bij het woord ‘zaligheid’ wel aan heel andere dingen.

In ieder geval, wanneer ik spreek vanuit mijzelf zoals ik was op aarde. U bent mogelijk anders, hebt weer heel andere dingen om aan te denken. Ik gun eenieder het zijne.

Maar wat ik vandaag ben, is toch eigenlijk datgene waarmede ik werken moet. Wanneer ik in mijzelf kijk en ik vind daar een beetje licht, dan moet ik dat ook naar buiten doen schijnen. Wanneer je licht hebt, moet je het ook delen met anderen. Anders heeft het voor jou geen zin. Je kunt dan natuurlijk wel zeggen: Ik ben een groot licht…. Maar als niemand daar iets van merkt, dan verandert er toch niets? Nu ja, het is ook weer zo dat er heel wat mensen zijn die zichzelf zien als een groot licht en die duisternis verspreiden. Maar dat is weer een heel andere kwestie waarop wij vandaag maar niet verder in zullen gaan.

Ik zeg maar: Esoterie is een erkennen van wat er aan diepste en h00gste waarden in je leeft en dan ook nog proberen er iets van naar buiten te brengen; hoe dan ook.

Nu zullen er heel wat mensen zijn die roepen dat dat wel even kan wachten, omdat zij zich eerst verder bewust moeten worden. Maar dat noemt men in de parlementaire taal de ijskasttechniek. We zijn ons ervan bewust dat het probleem dringend is en zullen overgaan tot het instellen van een commissie van onderzoek, waarvan verwacht wordt dat zij binnen 3 jaar rapport uitbrengt. En dan denkt men: over die drie jaren zitten er hier waarschijnlijk al weer anderen, dus zijn wij voorlopig netjes van de rotzooi af.

Is dat hatelijk? Maar hoe vaak doen wij niet hetzelfde, zetten wij problemen die wij toch wel als dringend zien terzijde? En zeker wanneer het over esoterie gaat, lijkt mij dat verkeerd. Want voor mij betekent esoterie niet alleen zoeken om iets schoons in jezelf te erkennen, maar ook alle moeite doen om dat mooie dan buiten je waar te maken.

Denk dan niet dat de anderen het daarmede meteen eens zullen zijn en u in blijdschap zullen ontvangen. Je hebt licht in jezelf, je brengt het naar buiten en wat krijg je te horen? Zit niet zo in mijn ogen te schijnen.

Nu ja, dan heb je het in ieder geval geprobeerd en misschien is er toch iemand die bij dit licht tenminste nog heeft gezien dat hij bij een verkeerde halte staat.

Zo moet je het volgens mij bekijken. Geen wonder dat ik bij het beschouwen van vele boeken en leringen over esoterie denk: wat deinen die toch ontzettend ver weg van het werkelijk belangrijke. Ik heb dan altijd het gevoel dat de ziel weggedragen wordt door zeverende zeeën van woorden, die het ik transporteren naar oceanen van vage gevoelens, terwijl de kust achter je verdwijnt en ondertussen heel wat medemensen verzuipen.

O ja, natuurlijk, die medemensen deugen ook niet. Maar erger u daarover niet. Het is eerder prettig. Dan heb je tenminste in dat opzicht gezelschap.

Laat ons dan maar gewoon proberen iets voor onze medemensen te doen en in onszelf naar de nodige kracht zoeken. En dan niet helpen, zo in de stijl van: arme mensen, kerels, kinderen, meiden of arme oudjes, wij zullen je wel even helpen.

Helpen doe je alleen waar het nodig is en dan nog alleen wanneer je ziet dat zij het op prijs stellen. Maar je moet klaar zijn om eenieder te helpen die je hulp werkelijk nodig heeft en die ook wenst. Dat is volgens mij dan veel meer esoterie dan al dat andere.

Ik heb in mijn leven – alweer een tijd geleden – een Kartuizer gekend, u weet wel, van die zwijgzame monniken die God loven terwijl zij rond lopen in een geur van mest en vroomheid omdat zij het land bewerken en vee houden.

Deze man sprak eens tot mij: “Woorden om God te loven heb ik niet, maar ik heb een paar grote handen.” Kijk, dat was nu voor mijn gevoel een esotericus.

Want God loven met woorden is zo goedkoop. Maar je grote handen gebruiken, je mogelijkheden, je talenten, je gaven gebruiken dat betekent erkennen wat er in je is. Datgene dus wat je gegeven is, zoals men zegt, of wat je verworven hebt – weet ik veel – en daar dan iets mee doen.

Ik vind dit esoterisch heel erg belangrijk, werkelijk. Want de innerlijke wereld kennen zonder dat er iets van naar buiten komt, is zo iets als een schema in gedachten ontwerpen zonder ooit te proberen of het ook werkt.

Ik ben bang dat heel wat esoterie in feite ontaard in een vorm van egotisme. En zoals u weet is dat nog wel geen vorm van egoïsme, maar het is nog veel scherper op het ik geconcentreerd. Daarom moeten wij alles wat er ook maar op lijkt vermijden.

Wij leven in een wereld? Goed. Wij leven in die wereld en hebben daarin iets: onszelf. Laat ons daar dan gebruik van maken. Laat ons dan ook niet zeggen: maar ik weet niet of het wel werkt.

Ik vind dat ook zoiets, weet u wel: tja, wij zijn hoog-esoterisch…. echt geestelijk….ik verdiep mij in de hoogste geest…. Wat zeg je, heb je hoofdpijn? In de kast in de keuken vind je een aspirientje.

Wanneer je werkelijk zo harmonisch bent met de hoogste waarden van de geest zeg je toch: Hoofdpijn? Dat is een vorm van disharmonie. Ik heb harmonie, dus ik neem die wel even weg, compleet met de oorzaak. Want dat zou je dan toch ook moeten kunnen doen?

Zeker, het lijkt krankzinnig, doet dat niet, zo hoort het niet. Aan de andere kant: waarom zou ons anders die innerlijke kracht gegeven zijn? Dat moet u mij dan eens vertellen.

Wanneer God ons innerlijke waarheid en wijsheid geeft en wij kunnen daar niets mee doen, weet u wat hij dan doet? Een gebruiksaanwijzing geven zonder het apparaat erbij te leveren. Wees daar dan maar gelukkig mee. Ik ben mogelijk een idioot, maar ik geloof in een God. Dat moet je mij maar niet kwalijk nemen. Ik ben nu eenmaal nog niet wijzer – dit voor al degenen die zeggen: dat is niet zo of ik weet het nog niet…

Ik geloof in een God, al is het misschien dan niet een zo menselijk, persoonlijke God. Maar als die kracht inderdaad, zoals ik geloof, mij en alles wat er is heeft voortgebracht, dan neem ik ook aan dat Hij voor alle gebruiksaanwijzingen die ik in mijzelf kan vinden ook wel het nodige apparaat zal verschaffen, dus dan kan ik er ook iets mee doen.

Laat mij dan esoterie van mijn kant maar allereerst beschouwen als het lezen van de mogelijkheden en noodzaken in mij, die ik dan naar buiten toe zo goed als ik dat maar kan tot uiting moet brengen.

Zeker, volgens de esoterische theorieën hinkt dit op een slof en een schoen. Maar ik houd nu eenmaal meer van iemand die loopt op een slof en een schoen dan van iemand die met twee balschoenen aan blijft zitten wachten tot een ander hem verder draagt.

Wij zoeken zelf, wij bouwen zelf. Al zit je met dit denkbeeld ook wel eens te kijken. Zo heb ik iemand eens horen zeggen: wij zijn de bouwmeesters van de grote architect. Mijn antwoord was: “Wees er gelukkig mee. Hoeveel stenen heb je al op elkaar gezet?”

“Ja, dat weet ik niet. Ik ben nog bezig de steen tot zijn perfecte vorm te behouwen.” “Dan zou ik, als ik jou was, eerst eens goed gaan praten met degene die de stenen levert. Wanneer je daar een paar goede weghaalt, krijg je tenminste nog het een en ander op elkaar.”       

Een tempel bouwen is niet alleen maar een kwestie van jezelf perfect vormen, maar ook een kwestie van de vormen juist samenvoegen. En dat betekent: werken naar buiten toe. Het komt neer op alles wat je innerlijk als goed en juist voelt ook naar buiten toe vorm en gestalte geven.

Zeker, dat is niet altijd even leuk. Ik heb een voorbeeld. Dus maar even niets zeggen en je vooral niet ergeren, het is echt gebeurd.

Er komt een dominee bij mij – ik was toen nogal los geslagen. Wein, Weib und Gesang was een voornaam deel van mijn leven. Het gezang was zo nu en dan nogal vals, maar de rest ging heel aardig. lk heette hem welkom en vroeg wat hij kwam doen.

Het antwoord was: “Ik kom uw ziel redden.” Ja, dat dacht ik nou ook, keek hem eens aan en vroeg: “Waarvan dominee?” Hij sprak plechtig: “Van de vrouwen en van de drank.” Ik vroeg hem: “Dominee, weet u daar dan geen raad mee?”

Hij weer: “Ik ben getrouwd en ik drink wel eens, maar ik overdrijf het nooit.” Waarop ik vroeg of hij nog nooit dronken was geweest. Hij keek mij aan of ik hem een onzedelijk voorstel deed. U weet wel hoe een vroom gezicht dan langzaam uit kan zakken, net kaarsvet dat begint te smelten.

En ik weer: “Dominee, wanneer u nog nooit dronken geweest bent, hoe weet u dan of de verrukking van Bacchus niet toch een deel is van de grootheid van God?” Hij: “Dat weet ik uit de kerk en de Bijbel.” Waarop ik hem voorhield: “Dominee, ik zit niet in de kerk. Wanneer u dit alles nu daar eens ging vertellen?”

Hij is nooit meer terug gekomen. Kijk, die man wilde mij wel redden, maar dan alleen op zijn voorwaarden. En als je weet hoeveel aardigs ik in die tijd aan de hand had, kunt u ook wel begrijpen dat die mij te zwaar waren.

Ik ben hem later nog tegengekomen. Ik was toen al een tijdlang dood. Ik was trouwens wel eerder dood dan hij; dat wel. Hij had dus langer geleefd en het had hem zeker ook nog veel langer geleken dan het was. Dat kan wel niet anders met die manier van leven die hij erop na hield. Ik vroeg hem dus: “Ben je nu nog dominee?” Hij keek mij aan en vroeg op zijn beurt: “Dacht je werkelijk dat ik nu nog gek was?” Daarop heb ik hem meteen gefeliciteerd met zijn bewustwording.

Niet, dat moet u goed begrijpen, omdat ik de man als dominee misachtte, maar omdat hij als dominee altijd één ding had vergeten: dat je nooit iets wat in je leeft, kunt vervangen door een boekje.

Toch is juist dit iets wat menige esotericus doet. Hij leest een boekje, al kiest hij wel naar eigen smaak. De een voelt meer voor Paul Brunton, de ander voor Alice Bailey en mogelijk voelt er een ander nog meer voor Paul Robeson, want esoterische bassen schijnen ook voor te komen.

Dan zijn zij zo verdiept in die stellingen dat zij vergeten wat de werkelijkheid is. Ik heb die dominee indertijd niet bepaald juist behandeld. Want de man kwam tot mij omdat hij de mens in mij zag, omdat hij mij ergens liefhad, ondanks alles, voor een dominee was dat heel wat, want zoals u mogelijk ook nu nog kunt constateren, zijn dominees lieden die meestal niet bepaald houden van mensen die te veel liefhebben.

Aan de andere kant had hij het mooie wat in hem leefde vervormd. Ik had het in feite een beetje kapot gemaakt. Want hij liet het alleen door een bepaald systeem naar buiten komen.

Esoterie wordt maar al te vaak een systeem; en of dit nu een systeem is van: leef je agressies uit, mediteer, of iets anders, de een voelt nu eenmaal meer voor de zon, een ander meer voor zen – altijd weer zijn er mensen die denken: het systeem is het.

Neen, het systeem op zich is het juist niet. Wanneer jij al de hoogte krijgt, kun je ook de trap de schuld niet geven, al is die er om hoger op te komen.

Het systeem is alleen hetgeen waarin mogelijk de mogelijkheid te vinden is om datgene te formuleren waarvan wij weten dat het in ons bestaat. Maar wanneer wij dit eenmaal gedaan hebben, is het systeem afgedaan, heeft het zijn nut niet meer.

Dames, ik weet niet of u nog de gewoonte hebt u te poederen. Ik heb laatst van iemand iets gehoord over pancake, maar ja, een vrouw met een flensje op het gezicht lijkt mij afzichtelijk. Dus neem ik maar aan dat u zich nog poedert.

Wanneer u u dus gepoederd hebt, gaat u toch niet steeds verder door u te bestuiven. Het doel is alleen het wegnemen van de glans, vooral op de neus. U toont dan een mooi matte huid, dat is zeer attractief. Ik weet nog steeds van wanten. Maar dan ga je toch niet verder door met poederen tot je een gezicht hebt als een witte clown? Wanneer je bereikt hebt wat je wilde, stop je.

Denk nu even aan esoterische systemen. Wanneer je bereikt hebt wat je wilde en iets van je innerlijk, hoe vaag dan ook, hebt leren kennen en geen verdere resultaten meer boekt, kun je toch dat systeem dan ook wel beter naast je neerleggen, nietwaar?

Maar ja, hoe zijn de mensen? Er zijn er heel wat die zeggen: de werkelijke grote kennis, de werkelijk omvattende esoterie, kunnen wij alleen bereiken wanneer er iemand komt die ons inwijdt in de grote waarheid. En dan te weten wat de waarheid in feite is. Indien ik goed ben voorgelicht krijgt die tegenwoordig zelfs vanuit Moskou op zijn kop.

Kijk, wij zijn soms aardig bewust. Ja, bij mij valt dat natuurlijk nu niet zo op. Maar ik pas mij dan ook bij het publiek aan…. neem mij niet kwalijk. Dat was gewoon een kans die ik niet kon weerstaan.

Maar zonder gekheid….

  • Wat moet u een leuke geweest zijn op aarde.

Ja, dat komt eerst wanneer je op aarde kans hebt gezien om 40 jaren te studeren. Ik heb gestudeerd aan de hand van een legaat en zag kans dit vol te houden tot mijn 56e jaar zonder ooit een graad te behalen. Wat wel bewijst dat ik een zeer intellectueel persoon ben geweest op aarde.

Wat ik echter probeerde duidelijk te maken, is iets anders. Wanneer ik eenmaal gevonden heb wat er in mij leeft en hoe ik dit uiten kan, interesseert het mij toch verder niet; of het voor een ander een passende omschrijving is? Zolang het mij maar lukt te beseffen wat er in mij leeft en ik de mogelijkheid kan vinden het z0 goed mogelijk naar buiten te brengen. Want zolang ik het beste wat er in mij leeft maar aan de wereld weet te geven, zal er vanuit die wereld altijd wel wat naar mij terugkeren, waardoor ik innerlijk beter en bewuster word.

Ja, ik weet wat u nu denkt: het zal wel lang geduurd hebben. Zeker, het kan lang duren. Maar of het nu lang duurt of kort, je moet gewoon vanuit jezelf het beste wat er in je zit in de wereld brengen. Je moet jezelf steeds – en dat bedoel ik zuiver geestelijk – delen met de wereld zo goed je kunt. Als je het beste wat je in je hebt aan de wereld geeft, maak je die wereld iets beter, maar je maakt vooral ook jezelf een beetje bewuster, al begrijp ik wel dat dit esoterie is op mijn geheel eigen wijze en dat de meeste mensen daar niet zo op zijn.

Aan de andere kant moet u maar denken dat een olifant wel een reuze indruk kan maken op een mier, maar of die mier daar ook beter van wordt is nog maar de vraag. want dat kan verpletterend werken.

Als je geestelijk zelf erg hoog bent, kun je die sfeer wel uitstralen en zo de mensen iets geven, maar kun je hen werkelijk zeggen waar het om gaat? Dat kun je toch niet? Daarom denk ik dat het de moeite waard is alles te vertalen in zo menselijk mogelijke termen.

Mijn visie is heel simpel: esoterie is niet alleen een naar binnen kijken. Het is het vinden van het vermogen om te zien wat er in je is en dan met hetgeen er in je is naar buiten te kijken, tot alles wat in je gevonden werd voor jou terug te vinden, is in de wereld buiten je waarin je denkt te leven. Dat is voor mij esoterie.

Daarvoor kun je van mij alle formules, hoe mooi en hoog dan ook, cadeau krijgen. En dit is alleen maar een nuchtere raad, geen inwijding eerste les ad f 300. U krijgt het zo. Ofschoon het berekenen van een hoge prijs zijn nut kan hebben voor een Hollander. Want wanneer die veel betaalt, verwacht hij er meer voor en doet hij er meer mee.

In al die jaren dat ik gestudeerd heb – in mijn tijd bestond het vak als zodanig nog niet werkelijk, maar u kunt toch wel zeggen dat ik bij alle andere richtingen seksuologie als liefhebberij onder meer heb gekozen – ontdekte ik steeds weer dat er mensen zijn die geen raad weten met zichzelf. En weet u waarom? Omdat zij bang zijn te erkennen wat er in hen leeft en nog veel banger voor de mogelijkheid dat een ander daar achter zal komen.

Dat laatste kan ik nog wel begrijpen, want eenmaal zijn de heren er bijna achter gekomen wat er in mij leefde en indien ik toen geen heel goede relaties had gehad, had men mij weggeschopt. Ik werd toen bijna uit het corps gewipt. En dat zou heel vervelend zijn geweest, want juist in dat corps wipte je nog wel eens iets in je vrije tijd uit de losse pols. Afstand daarvan doen, zou een wel zeer gelijkmatig bestaan hebben opgeleverd of erger nog, vele extra kosten vanwege de vaste en vloeibare burgerkost.

Toch heb ik mijn omgeving altijd weer geprobeerd duidelijk te maken: jongens, of je nu dokter wordt, advocaat, dominee of iets anders, naar de buitenkant speel je toch altijd een beetje voor tovenaar. Als je nu maar altijd voor jezelf weet dat niemand werkelijk denkt dat je een echte tovenaar bent en dat niemand een wonder van je verwacht, maar altijd wel net iets meer dan je voor jezelf meent te kunnen geven, dan kun je altijd nog iedereen wat helpen. Je zult misschien niet aan alle verwachtingen beantwoorden, maar wel aan de meeste, daardoor zul je een hele hoop mensen gelukkiger en beter achterlaten.

Ik herinner mij een dergelijke gesprek nog heel goed. Ik was toen ongeveer 35 jaar, de knaap waar ik mee sprak, was nog geen 23, kopje kaal vanwege de ontgroening. Want dat deed men in onze dagen nog heel gewetensvol: men ontgroende de mensen tot zij bont en blauw waren.

Die zat ook met zich in de knoop en ik heb hem gezegd: “Jongen, je moet één ding altijd onthouden. Probeer niet te zijn wat anderen willen dat je bent, maar je moet altijd proberen zo goed mogelijk te zijn en te worden wat je zelf wilt zijn. En dat betekent dat je op je eigen wijze moet durven redeneren, ook wanneer de prof het er niet mee eens is. Kom je weer eens voor een tussenexamen voor de heren, dan geef je hen natuurlijk steeds hun eigen antwoorden. Want die vinden zij altijd goed. Maar voor jezelf moet je weten dat zelfs de meest geleerde heer ook de wijsheid niet in pacht heeft.”

Die jongen is later nog heel goed terecht gekomen. Hij is later staatsman geworden. Nu ja, niet eenieder kan ook een intellectueel vak kiezen, nietwaar? Want er is vaak meer IQ nodig om in stilte aangenaam te leven dan om de lasten van de wereld te dragen.

In Spanje weet men dat beter dan hier. Wie draagt daar de zwaarste lasten? De boer of zijn ezel? En wie draagt de zwaarste lasten in uw land? Probeer daar eens achter te komen en vraag je dan eens af of je nu een boer of een ezel bent. Ook dat is het verwerven van zelfkennis.

Geef eerlijk toe hoe het zit. Waarom ik zo lang gestudeerd heb? Omdat ik lui was. Geef het eerlijk toe tegenover jezelf en anderen en wanneer je nog iets doet ziet men dit al snel als een deugd. Maar doe alsof je heel erg ijverig bent en alles gaat steeds fout.

Zie gewoon alle fouten die je hebt en vorm die dan zo om dat zij je tot deugden worden. Natuurlijk, ik was de oude knar. Maar als oude knar was ik gelijktijdig de toevlucht van velen die jong waren en eigenlijk nog geheel in het studentenleven op moesten gaan. En vergeet niet dat in mijn tijd de meeste studenten verwende jongentjes waren. Want Pa had het, anders kwamen zij er niet. Tegenwoordig is het anders. Dan is een dokter vaak iemand die verder gestudeerd heeft omdat hij geen baantje als goed betaald arbeider kon krijgen.

Iemand die vroeger dokter werd, had een rijke papa en bovendien nog een soort gevoel van roeping. Hij volgde Aesculapius compleet met heilige eed en hoopte daarvan dan voor de rest van zijn leven uitstekend, zij het onregelmatig, te eten. Nu zie ik het vaak wat anders. Ik heb niets tegen Hippocrates, maar zoals het nu loopt, schijnt hij de naamgever van menige hypocriet te zijn geworden.

Nu ja, ik had wel degelijk betekenis voor anderen. Indien ik echter tegenover mijzelf en anderen steeds maar had gedaan alsof ik werkelijk verder moest studeren om iets te bereiken, had ik wel degelijk erg fout gezeten: ik had tegenover anderen iets uit moeten hangen wat ik niet was. Gelijktijdig had ik mijzelf moeten verwijten dat ik te lui was om te slagen.

Nu gaf ik toe dat ik lui was en dat ik niet van plan was om te slagen daar ik te lui was om de verantwoordelijkheden na het slagen zelf te dragen, kortom dat ik mijn leven meer geslaagd achtte wanneer ik niet slaagde. En zo was ik in staat met de kwaliteiten die ik verder nog had vaak een ander te helpen.

Onzin? Neen, ook dit is esoterie. Je bent wat je bent en daaraan kun je niet veel veranderen. Zodra iemand zichzelf bijna heilig verklaart, staat vast dat hij probeert zichzelf te belazeren in de hoop dat hij het dan in de wereld ook kan doen.

Dus gewoon eerlijk toegeven: zo ben ik. En daarmede dan ook nog werken voor anderen wanneer het zo uitkomt. Die anderen zullen daar niet altijd erg gelukkig mee zijn, natuurlijk niet. Dat kan je ook niet verwachten. Maar je brengt naar buiten wat er in je leeft, daardoor ervaar je. Door je ervaring word je steeds bewuster.

En naarmate een mens zich bewuster voelt t.a.v. hetgeen werkelijk in hem leeft en bestaat, zal hij meer in staat zijn de werkelijkheid waaruit hij is voortgekomen te aanvaarden en ermee te werken. Dat is dan mijn visie op esoterie.

Indien iemand vindt dat het niet esoterisch was, klachten kunnen worden ingediend. En vindt u dat het wel het geval is, dan hebt u wel heel goed geluisterd, want ik heb heus nog wel enige dingen gezegd die de moeite waard zijn.

  • Dit is inderdaad je reinste esoterie, maar ik vind dat u de ware esoterie van bepaalde groepen niet tot zijn recht laat komen.

Ik kamde de esoterie niet af of de systemen op zich. Ik wees alleen nadrukkelijk op het feit dat de mensen zich zozeer bezig houden met de formulering, dat zij daardoor vergeten wat zijzelf zijn. Ik heb het grootste respect voor Rozenkruisers, theosofen en anderen – noem maar op – die vanuit hun eigen systeem komen tot een besef van werkelijkheid. Maar voor elke mens die zo het haalt, zijn er 20 die vastlopen in woordenbrij.

Ik zeg niet dat zij hun best niet doen. Maar dat ene kunnen zij niet vinden: de directe relatie tussen hun innerlijk en hetgeen zij naar buiten toe doen.

Ik heb dus bv. gezegd: Jongens, het christendom is goed, maar hoeveel echte christenen zijn er nu op de wereld? De mensen nemen ware en wijze woorden en maken daarmee dan een gezellige brij die zij voor zichzelf het meest aanvaardbaar vinden. Waarbij zij vergeten dat die brij dan geen wijze weergave van de werkelijkheid meer is of een werkelijke weg van innerlijk naar uiterlijk of omgekeerd, maar dat alles wat hen blijft een woordenrijke en vroom klinkende rationalisatie is van hetgeen zij vaak tegen eigen beter weten in doen.

Ik heb in menig dispuutje gezeten. U moet mij dus niet onderschatten. Zelfs onder onze toehoorders zitten mensen die zweven. Al dat is met deze wind gevaarlijk. Het gaat er mij om de juiste relatie te laten zien zoals die in de esoterie bestaat. Wat ik u heb gegeven is geen kritiek zozeer als wel een gebruiksaanwijzing voor de vele esoterische systemen.

Ik heb niet gezegd dat die groepen op zich niet goed zouden zijn, maar heb nadrukkelijk gesteld dat het systeem nooit belangrijker is dan hetgeen je in jezelf vindt. Het systeem is alleen een mogelijkheid om beter te formuleren wat je in je vindt. Maar wat je vindt moet je dan ook meteen naar buiten brengen. Anders heb je er geen steek aan. Niet ten onrechte. Zolang theosofie nog ontaarden kan in een debiteren van theosofismen, rozenkruiserij vaak, betekent dat men delen van de werkelijkheid het kruis achterna geeft en vrijmetselarij voor velen beperkt blijft tot het opbouwen van goede relaties lijkt mij mijn benadering niet geheel ten onrechte.

Al wat ik gezegd heb, vloeit voort uit ervaringen, waarmede ook ik in de sferen nog lange tijd ben bezig geweest voor ik de juiste samenhang besefte. Ik probeerde u alleen duidelijk te maken wat ik heb gevonden. Geen systeem op zich is zodanig en onbeperkt waar dat het belangrijker is dan hetgeen in je leeft. In ieder geval was het niet kwaad bedoeld.

  • Hebt u in uw leven cello gespeeld?

Ja, dat heb ik ook nog wel eens gedaan. Ik zou haast zeggen dat mijn liefde voor dit instrument, in het begin vooral, in een vormgelijkenis heeft gelegen. Maar daarop wil ik niet verder doorgaan.

Vrienden, het wordt tijd om te eindigen. Ik wil uiteindelijk het medium ook nog te vriend houden, want ik zou nog eens door willen komen. Wat ik zei, speelt aan op een wordingsgang en daar zit nogal wat van mijzelf bij. Dat moet u mij maar niet kwalijk nemen.

Voor de rest? Er bestaat een spreuk die ik voor u altijd weer zou willen herhalen: Be good, and if you can’t be good, be happy.

Want het is beter gelukkig te zijn en geluk te geven, dan om aan alle wetten te beantwoorden die niet werkelijk in jezelf bestaan.

Ik zou zeggen: je zoekt naar de God die in je leeft, dan vind je de wet in je die je niet alleen innerlijk geluk geeft, maar ook geluk doet ontstaan daar waar je bent.

En als ik jullie iets wens, zo is het dat wel. Want jullie zien er uit als een zootje dat best nog een beetje geluk kan gebruiken. En ik weet zeker dat ook de wereld wat geluk, wat zekerheid en vooral licht, hard nodig heeft in deze dagen.

image_pdf