13 december 1979
De werkelijkheid zoals ze in ons leeft. Waarheid bestaat namelijk niet. Dat is iets waarvan vele mensen zullen schrikken. O ja, er zijn, natuurlijk wel waarheden. Er is een blad dat De Waarheid heet. Er zijn kerkelijke waarheden, socialistische waarheden, maar iets wat werkelijk waar is, is universeel en altijd waar.
Een dergelijke waarheid te constateren is voor een mens onmogelijk. De enige waarheid die voor een mens te vinden is, ligt in zijn eigen wezen. Diep in zichzelf heeft hij een wereld en een levensbesef dat altijd hetzelfde zal blijven. Dat kan niet worden aangetast door conditionering van buitenaf en het kan ook niet door verandering van levensomstandigheid en een andere richting krijgen. Als we dus spreken over de waarheid in de innerlijke mens, dan spreken we in feite over de kern van de mens zelf en over al datgene wat zich daarin kan manifesteren. Misschien had u het prettiger gevonden, als ik zou spreken over de waarheid in de politiek of zo. Maar ja, de waarheid in de politiek is de aangepaste leugen die het maximaal haalbare mogelijk maakt. En de waarheid in het geloof is eigenlijk die verkondiging waaraan de verkondiger een maximum aan gezag meent te ontlenen. Het is helaas zo en niet anders.
U leeft. U bent van jongs af geconditioneerd. Bepaalde dingen zijn goed, bepaalde dingen zijn slecht. Dat kan zijn. Maar dat is dan toch altijd een sociale opvatting. Als u zich bezighoudt met goed of kwaad, dan kunt u dat nooit doen vanuit de gemeenschap; dat kunt u alleen doen vanuit uzelf, dat is duidelijk. Als u in uzelf bezig bent, dan zijn er heel veel dingen waarvoor u terugschrikt, totdat u zich realiseert, dat dit terugschrikken eigenlijk niets te maken heeft met een innerlijke werkelijkheid, maar eerder met al datgene wat men u heeft ingepompt in de jeugdjaren of wat u voortdurend aan alle kanten wordt toegeroepen door een spraakmakende gemeente.
Leven op zichzelf impliceert beleven. Het beleven is niet te beperken anders dan door de mogelijkheden die een levensvorm geeft. Als u dus van uw mogelijkheden (geestelijke of stoffelijke) gebruik maakt, dan blijft u binnen het kader van hetgeen voor u leven is. Dat kan nooit kwaad zijn, maar het kan ook niet goed zijn. Het is leven. De waarheid van uw eigen leven is kosmisch gezien uw verbondenheid met de innerlijke machten en krachten die resulteren in de verbinding met God. God is de abstractie die we postuleren om ons bestaan voor onszelf te verklaren.
Wanneer ik met die God te maken heb, dan heb ik te maken met alle dingen. Er zijn mensen die zeggen: God wil alleen het goede. Dat is natuurlijk nonsens, tenzij wij stellen dat onze God ook maar beperkt is. Wat dat betreft, er zijn theologen die zeggen dat God weliswaar almachtig wordt genoemd, maar dat Hij ook niet alle dingen kan doen. Want, zeggen zij, Hij kan niet ingaan tegen zijn Wezen. Alsof zij weten wat zijn wezen is! Als je hoort hoe ze erover praten, dan lijkt het meer op de Twee Wezen theologisch vertaald.
Als ik te maken heb met God, dan heb ik te doen met de totaliteit. Maar in die totaliteit speelt alles een rol; ook moord en doodslag, het eet en wordt gegeten, het ontstaan en de ondergang van sterren en alle neigingen en kwaliteiten die u lichamelijk of anderszins bezit. Ze maken gewoon deel uit van het geheel. Op zichzelf kunnen ze dus nooit goed of kwaad zijn. Als u vanuit die waarheid vertrekt, dan komt u tot een definitie van goed en kwaad als zaken die voor uzelf tellen. Dan kan ik zeggen: Het is voor u niet erg, als u de kop verliest ‑ of dat nu is in een zenuwvlaag of per guillotine ‑ want het verandert niets aan het leven; het is een ervaring meer. Maar u zult ongetwijfeld liever een ogenblik in paniek verkeren dan absoluut voor eens en voor altijd blijvend geschoren worden, zodat u geen kop meer over heeft. Dat is uw persoonlijke benadering. Dan is de guillotine voor u meer kwaad dan gewoon even de kop verliezen, wanneer u in een netelige positie verkeert.
Zo geredeneerd is de waarheid voor ons, dus eigenlijk allereerst de waarheid van onze eigen kwaliteiten. Wij kunnen nu wel zeggen dat er heel veel mogelijkheden zijn om een goddelijke en geopenbaarde waarheid te ontvangen, maar als we goed kijken, dan blijkt dat alles wat geopenbaard wordt al zo’n baard heeft, gebaseerd is op tijden die nu niet meer bestaan en wordt verwrongen door uitleggingen die niets meer te maken hebben met de oorspronkelijke bedoelingen. Dus laten wij ons daarin niet al teveel in vastbijten, want de waarheid ligt in uzelf.
Als u die waarheid zoekt, moet u eerst trachten te begrijpen op welke manier u wordt beïnvloed. De buurt vindt het niet goed. Moeder heeft altijd gezegd, dat ….. De minister‑president heeft kort geleden wederom gewezen op het feit dat….. Dat heeft toch niets met u te maken. Als u merkt dat het daaruit voortkomt ‑ opzij. Als u bepaalde dingen goed heet, dan moet u zich ook eens afvragen waarom u ze zo goed vindt. Wordt u daar beter van? Wordt u daar harmonischer van? Wordt u er gelukkiger door? Of is het alleen maar het herhalen van een kreet die zo vaak rond u geklonken heeft, dat u per ongeluk haar als waarheid bent gaan beschouwen? En als u dat in u kunt oplossen, wat zijn de beïnvloedingen die u ondergaat en wat blijft erover? Dan komt u een klein beetje dichter bij de waarheid van de innerlijke mens.
Het is een lastig proces. Zijn we bereid om die invloeden en beïnvloedingen te zien zoals ze zijn, dan blijkt verder dat onze levenshouding en ons oordeel in het leven niet alleen afhankelijk is van abstracte waarheden. Integendeel, een groot gedeelte van onze normen, van ons gedrag wordt mede bepaald door de manier waarop de wereld op ons reageert. Als iedereen met lange rokken loopt, dan is het dwaasheid om met hotpants te paraderen; je wordt belachelijk. Zijn hotpants daarom kwaad? Neen. Maar het lopen in hotpants is voor de persoon kwaad, omdat daardoor een andere benadering van die persoonlijkheid wordt veroorzaakt.
Hier ligt kwaad dus kennelijk in datgene wat u geredelijk van de wereld buiten u kunt verwachten. Hetzelfde geldt voor goed. Denkt u dat het veel uitmaakt, of u hip gekleed bent of misschien u in het oudste kostuum ter wereld vertoont? Dat heet ‘streaken’ tegenwoordig (in je blootje door de straten rennen of fietsen). In de praktijk niet, tenzij het erg koud is. Maar voor de mensen betekent het veel, dus ook voor u. De erkenning, die u probeert af te dwingen door uw gedrag en door uw kleding, zijn voor u goed omdat ze relatie bepalend zijn ten aanzien van de wereld waarin u leeft.
Die dingen hebben echter niets te maken met waarheid. Ze zijn komedie. Als je komedie gaat bezien voor wat ze is, dan blijkt dat elke mens en wat dat betreft ook elke geest in zekere mate steeds bezig is om met zichzelf een spel te spelen. Daarmee probeert hij zijn innerlijke waarheid niet geheel te verloochenen en gelijktijdig toch aan verwachtingen van anderen te beantwoorden.
Nu is dat laatste onmogelijk. Je kunt nooit werkelijk aan de verwachtingen van een ander beantwoorden, omdat een ander je nooit werkelijk zal laten merken wat hij van je verwacht. De ander heeft namelijk ook een gedragscode en daar staat in wat hij van jou zou moeten verwachten; en dat doet hij beslist niet. Hier hebben we dan het belangrijkste punt van het onderwerp: De waarheid in mij is niet iets wat ik onbeperkt kan uiten. Het is iets wat ik alleen in mijzelf kan herkennen en waardoor ik de rol die ik speel in het leven, juister en gemakkelijker kan spelen zonder gelijktijdig daardoor te worden veroordeeld tot eenzijdigheid of te vergaande persoonlijke beperking. Maar daarmee zijn we er natuurlijk nog niet. Als ik spreek over de waarheid in de innerlijke mens, dan moet ik mij ook afvragen: hoe kan die waarheid eruit zien ook al weet ik dat ik haar nooit volledig kan uitdrukken. Dan is de eerste waarheid die een mens in zich ontdekt: angst voor de dood en gelijktijdig toch een verwachting van leven. Het is alsof een mens einde en eindeloosheid in zich bevat als een soort balans. Hij kan op grond van emotie of geloof kiezen voor het voortbestaan of voor de uitblussing. Maar dat is eigenlijk maar bijkomstig. Zelfs de meest heilige mens is over het algemeen, als het erop aan komt, bang om te sterven. En zelfs de meest zondige mens, de grofste materialist die je je maar kunt denken, zal op het ogenblik van sterven zich toch afvragen, of hij niet zal voortleven. Deze typische houding maakt duidelijk waar bij ons de waarheid zit.
Wij komen tot een levensomschrijving die gebaseerd is op de ervaringen die we opdoen in het bestaan waarin we verkeren. Dat er een ander bestaan is, dat voelen we wel aan, maar we kunnen het niet definiëren. En naar gelang de omstandigheden zijn, verwachten wij ofwel in dat andere bestaan een rechtvaardiging, een mogelijkheid om te ontvluchten aan het heden, dan wel een soort doem waardoor eigenlijk al datgene wat wij innerlijk niet konden aanvaarden nu een last wordt die niet te, dragen is.
Zo bezien is onze waarheid dus gebaseerd op een eeuwigheidsgevoel waarbij wij niet in staat zijn de eeuwigheid voor ons op een vaststaande manier te projecteren. Soms benaderen wij dat, maar dan is het op grond van een geloof, dus een emotionaliteit waardoor we een van beide aspecten tijdelijk voor ons onderdrukken.
Een tweede vraag die ook heel typisch is, is die van onze waardigheid. Elke mens heeft in zich een gevoel van betekenis. Dat kun je terugvinden tot in het diepste van zijn wezen. De waarheid is dus, dat wij betekenis hebben anders zou het in ons niet bestaan. Maar dan blijkt weer dat wij dit gevoel van betekenis gaan projecteren in omstandigheden die ons van buitenaf worden voorgesteld. Zonder hatelijk te zijn kun je zeggen: Ik heb toch wel geestelijke betekenis, want ik zit in het bestuur van de O.D.V. (Orde der Verdraagzamen) Dit is natuurlijk onzin. Zo kun je ook zeggen. Een chauffeur van een bus vervoert veel mensen en dat heeft ook geestelijke betekenis. Dat heeft op zichzelf niets ermee te maken. Wij zoeken een uitdrukking, zoals anderen het zoeken in een titel, in bezit of in vele andere dingen waardoor ze zichzelf proberen te bewijzen dat ze waardig zijn. Maar als ik die waarde in mij draag, dan behoef ik die niet te bewijzen. Ik behoef niet te bewijzen dat ik betekenis heb. Het feit alleen dat ik ermee bezig ben, bepaalt al dat ik die bezit. En dan gaat het weer om de definitie.
De definitie van betekenis is voor ons te geven doordat we alweer beperkt zijn door ons besef van de eigen wereld, de eigen persoonlijkheid en eventueel van andere werelden. Waaruit we reeds het volgende kunnen concluderen: De waarheid in de kern van de mens zegt hem dat het leven niet wordt beëindigd door de dood, omdat hij een betekenis heeft ‑ al kent hij die niet – die kennelijk behoort bij zijn wezen en als zodanig blijvend zal zijn.
Maar er is nog meer. Wat beteken ik voor anderen? Dat is ook zo’n mooie vraag. Er zijn mensen druk bezig met het verwerven van betekenis voor anderen. Maar als ik dat zo nadrukkelijk doe, dan is het misschien omdat ik het gevoel heb dat ik die betekenis voor anderen niet bezit. Waarheid in mij is dat er tussen mij en anderen, verwantschap bestaat. Niet álle anderen, sómmige anderen. Deze verwantschap behoeft niet door feiten te worden aangetoond omdat ze altijd een spontane erkenning is. Op het ogenblik, dat ik eerst iets aan mijzelf moet bewijzen, zeg ik dat feitelijk die betekenis diep in mij niet aanwezig is.
Hoe, ik de dingen doe, is dan ook niet van belang. Naar buiten toe natuurlijk wel. Er zijn mensen die zeggen: Naar de maan gaan, is niet zo erg, maar als je terugkomt, dan word je gekust door de voorzitter van de Partij en dat is wel erg. Er zijn ook Nederlanders die zich rot schamen, als ze de accolade ondergaan. Hieruit ziet u dat het gaat om de uiterlijkheid en niet om de innerlijke waarde of betekenis. Zo goed als dergelijke omhelzingen en andere tekenen van goedkeuring heel vaak eerder een bewijs zijn van het niet bestaan dan van het wel bestaan van een relatie. U vindt het misschien vreemd dat ik dit zeg maar we zoeken de waarheid in de innerlijke mens. De waarheid in de innerlijke mens zegt, dat bestaande relaties zich altijd manifesteren, ook als er geen menselijke continuïteit of een menselijk pogen aan verbonden is. Daar waar geen relatie bestaat, kunnen we doen alsof.
Maar:
- we kunnen het innerlijk nooit als een volledige waarde vinden,
- we zijn niet in staat om de betekenis zodanig uit te spinnen dat ze eeuwigheidswaarde krijgt in ons eigen erkennen.
Ook dat is interessant om te zien. Dan heeft de mens verder in zich een wonderlijke relatie die we ‘band met God’ noemen. Ik heb al gezegd: God, is een postulaat; het is geen bewezen waarde. Maar als we dat in ons voelen of we dat nu God noemen of wat anders ‑ dan moet het waar zijn. Er is iets waaruit ik kracht verkrijg. Maar datzelfde iets zal op het ogenblik, dat ik probeer mij daarvan los te maken, kracht van mij nemen. Zo eenvoudig is dat. Dan moeten we zeggen: De waarheid van de innerlijke mens is, dat er één verbondenheid bestaat waar zijn werkelijk bestaan bij voortduring van afhankelijk is. Het is deze verbondenheid waardoor de mens sterk of zwak kan worden. Naarmate, hij die verbondenheid meer als een vanzelfsprekend deel ervaart en weet in te brengen in elke wereldbeleving, zal hij ten aanzien van die wereld sterker zijn. Dat wil niet zeggen een krachtpatser zijn of zoiets, maar gewoon sterker van geestelijke mogelijkheden. Hij zal beter kunnen leren en is leergierig. Dan zijn er nog waarheden die misschien niet zo gemakkelijk zijn terug te vinden als die welke ik u nu heb opgenoemd. Dit is allemaal praktisch rechtlijnig. Het blijkt, dat elke mens een verbondenheid heeft met een bepaalde trilling. Nu kunt u wel zeggen dat het niet waar is, maar er zijn dingen die je stil maken, die a.h.w. even je denken uitschakelen. Neem maar aan, dat dit trillingen zijn die harmonisch zijn met de kern van uw wezen. Het blijkt ook dat er trillingen zijn die u alleen maar kregelig maken, die u a.h.w. uitputten en die u van u afwerpt. En dan gaat het nu niet om de mode. Per slot van rekening, Bach en zeer moderne muziek hebben soms zeer veel gemeen en vele oude liedekens zijn, al even stotend als sommige van de nieuwste discohits. Het gaat dus niet om de soort, naar gewoon om een bepaalde vibratie en die doet je wat. Datgene wat mij wat doet en mij daarbij stil maakt, dus mijn denken uitschakelt, heeft een directe weg naar mijn normaal niet bewust beleefde innerlijk.
Ik ben verbonden met bepaalde waarden in de wereld buiten mij en deze kunnen worden uitgedrukt door harmonische. Ik kan daar een heel mooi verhaal bij vertellen van de straal waar u bij hoort, maar dat zijn allemaal uitleggingen. Dat zijn pogingen tot classificeren, tot indelen. Als je de werkelijkheid bekijkt, dan is die innerlijke verwantschap, dit harmonisch resoneren zou ik haast zeggen van de innerlijke kern met waarden buiten het “ik” voor ieder mens wel een beetje anders. Het kan zich uitstrekken tot zelfs het soort licht waarvoor je gevoelig bent, niet alleen de klank maar ook de kleur. Het kan een vormbesef zijn, het kan een geestelijke uitstraling zijn. Altijd weer blijkt dat, indien wij harmonisch zijn op één gebied, alle andere voor ons harmonische mogelijkheden binnen datzelfde gebied vallen. Ze kunnen op een veel hogere of veel lagere frequentie liggen, maar het is steeds dezelfde gamma die ons aanspreekt. Als wij daarmee nu rekening houden, dan moeten we zeggen:
Ons diepste “ik” is op de waarheid afgestemd. Het kan niet met de gehele schepping harmonisch zijn, maar slechts met een deel. Alleen middels de kernwaarde of de binding met de Godheid is harmonie met het geheel te bereiken. Maar daarbij valt dan ook de persoonlijke ervaring weg. U zult zeggen: dat is allemaal wel leuk, maar wat heb je eraan. Ik zal proberen dat duidelijk te maken.
In de eerste plaats: Innerlijke waarheid zoeken kunt u het beste doen door eerst eens te zien welke denkbeelden u van buitenaf worden opgedrongen. Wat is een modeverschijnsel en wat is blijvend? Dat kunt u doen door na te gaan welke benadering tot iets in het leven, onverschillig wat u heeft gehad van jongs af, tot aan uw huidige leeftijd. Hierdoor zal u duidelijk worden dat u bepaalde kwaliteiten bezit die wel door de mode worden beïnvloed, maar die op zichzelf onveranderlijk zijn. Als u deze grondwaarde heeft gevonden, dan kunt u uw hele reactie verder afstemmen op deze grondwaarde. Die waarde is niet goed, ze is ook niet kwaad, maar ze is voor u een essentieel deel van de persoonlijkheid. Om de waarheid in u op enigerlei wijze uit te dragen zult u eerst met die kwaliteiten rekening moeten houden.
In de tweede plaats: Elke mens heeft een geloof. Soms zijn het dromen over wat de wereld zal worden. Soms zijn het dromen over krachten die in de wereld zullen ingrijpen. Soms is het een droom over wat u zelf zou willen betekenen voor anderen. Ook de vorm van die dromen, de inhoud ervan, zal voor een groot gedeelte worden bepaald door uw omstandigheden, door alles wat u beleeft, heeft beleefd en zelfs door datgene wat de wereld u voorhoudt. Maar ook hier zit een lijn in. Datgene wat ik altijd weer zou willen zijn voor de wereld, voor anderen is een kerneigenschap van mijn wezen. In waarheid druk ik hiermee de voor mij enige harmonische band met de wereld uit. Door ook dit te begrijpen, kunt u zich vele moeilijkheden besparen. U kunt alleen op grond van deze erkenning uw relatie met mensen juister stellen.
Natuurlijk, het is erg mooi om met veel zelfoverwinning iets voor anderen te doen maar op een gegeven ogenblik moet u zich ook afvragen: Waarom doe ik dit? Als ik wil boeten voor een tekort, dan is dat zeker niet de meest juiste ervaring. Maar als ik alleen op die manier het gevoel heb mijzelf te kunnen zijn, dan is het goed. Daarvoor behoeft u geen enkel gebied uit te schakelen, van het meest esoterische en magische tot het meest laagstoffelijke toe. Hier is wat ik werkelijk probeer te zijn de maatstaf voor alles wat ik in de wereld ontmoet. Niet omdat ik daarmee de waarde van de wereld goed kan inschatten (want ik heb de waarde in mij en niet buiten mij, buiten mij blijft het altijd een droomwereld, een illusiewereld). Maar zo kan ik mij juist oriënteren in elke wereld van verschijnselen die ik op dat moment als de mijne ervaar.
Schuldbewustzijn is natuurlijk erg mooi. Er zijn mensen die zich schuldig voelen omdat zij de belasting nog niet hebben betaald. Er zijn mensen die zich schuldig voelen omdat zij een onaangenaam woord hebben gezegd tegen een ander al verdiende die het. Je hebt mensen die voelen dat zij tekortschieten tegenover God, tegenover de kerk, de natuur en noemt u maar op. Kijk, tekortschieten doen we natuurlijk allemaal en bij voortduring. Laten wij ons dus niets voorgoochelen. Wij zijn niet volmaakt en wij kunnen in de verschijnselenwereld, de volmaaktheid nooit vinden; die kunnen we alleen vinden, als wij buiten de verschijnselen leren bestaan. Maar onvolmaaktheden duiden toch ook wel iets aan: mijn belangstelling.
Waarom heb ik belangstelling voor die dingen? Waarom houd ik mij bezig met, en noemt u maar op: het milieu, de rechten van de vrouw, de emancipatie van de man, ook hard nodig. Waarom doe ik dit? Wat brengt mij ertoe juist deze zaken als een verplichting te beschouwen en mij juist hier aan over te geven. En dan blijkt weer dat ik een hele hoop leuzen opzij moet zetten. Misschien is milieu wel een woord voor het gevoel van niets meer betekenen en menslievendheid, die op zichzelf groots is, zoals bij een Moeder Theresa, niets anders is dan een poging om de angst voor het duister of voor het demonische te overwinnen. Erken die dingen.
Als u weet waarom u op een bepaalde manier reageert of geïnteresseerd bent, dan weet u ook met welke emotie, met welke gevoelsafwijking u rekening heeft te houden. En omdat u dan ook alles wat van buiten komt gemakkelijker erkent, kunt u uw gedrag herleiden tot de essentie. De waarheid in mij kan alleen zuiver worden weerkaatst in mijn wezen en mijn leven op het ogenblik, dat ik alle externe factoren als invloed uitschakelt tenzij ze als een directe beleving optreedt. U ziet, u kunt op deze manier uw leven heus wel gemakkelijker, duidelijker en juister maken.
Ik kom tot de conclusie dat er heel veel mensen zijn die niet zonder enige wrevel en een lichte zucht van: “Moet dat nu zo?”, zich zitten af te vragen: Waar blijven onze zekerheden? De waarheid in het diepst van de mens is, dat hij geen enkele zekerheid bezit behalve zijn eigen bestaan. Als u vindt dat de Bijbel juist is of de Mahabaratta of de Koran of u heeft nog iets anders gevonden, best. Maar begrijp, dat die dingen slechts het uithangbord zijn en niet de waarheid die in u leeft. Als u op die manier komt tot een reële benadering van al datgene wat geopenbaard en gedecreteerd wordt, dan komt u toch als vanzelf, meen ik, ook tot een vrijere benadering van uw leven. U kunt uw leven niet onafhankelijk maken van de wereld waarin u bestaat. Dat is onmogelijk. U kunt wel zeggen: Ik heb in mij het gevoel dat ik …. en noemt u dan maar op. Maar als de wereld dat nu toevallig niet goed vindt op dat moment, dan mag het niet. En als u veel vroeger of later geboren bent, dan is het misschien verplicht. Dus laat u daardoor niet teveel meeslepen zodat u zegt: Die innerlijke waarheid heb ik nu zo ver benaderd, nu moet de wereld mij zo aanvaarden. Elke beleving in een wereld is in feite een compromis tussen de innerlijke waarheid en de totale illusie die de wereld voor het “ik” betekent.
Als u emoties heeft, en wie heeft ze niet onder de mensen, dan is het ook gemakkelijk om u daardoor erg te laten beïnvloeden. U moet leren, dat alles wat extern onmogelijk is, intern wel mogelijk is; dat iets alleen belangrijk is, als het eerst in u bestaat en pas daarna heeft zijn verwezenlijking zin. Dat houdt in, dat wij ons heel gemakkelijk door een wereld kunnen bewegen op een vrijblijvende manier. Als de mensen willen dat u met twee woorden spreekt, nou, dan spreekt u met twee woorden. Zijn er drieletterwoorden in, dan spreekt u gewoon drieletterwoorden. Wat maakt dat voor verschil uit? Laat u niet emotioneel opzwepen om het ene zo mooi en het andere zo slecht te vinden. Zoek alleen naar die dingen die u werkelijk beroeren. Als u de harmonische factoren in uzelf als maatstaf gebruikt, dan zult u uit het geheel van op zichzelf voortdurend in compromis ontstane contacten met de wereld een paar punten vinden waarop de wereld voor u een intensere uitwisselingsmogelijkheid betekent. Concentreer u dan daarop en niet op de bijkomstigheden.
Een mens heeft het in deze maatschappij graag over rechten. De waarheid is, dat de mens geen recht bezit behalve het bestaan. Geen recht op werk, geen recht op vrijheid van meningsuiting of wat anders. Hij mag die rechten natuurlijk wel postuleren. Hij mag zeggen, dat het zo hoort, maar daarom is het nog niet zo. Vrije meningsuiting is vaak iets wat alleen in zoverre kan bestaan als een geldende mode dat toelaat.
Als je zegt dat de gastarbeiders beter naar huis zouden kunnen gaan, dan is dat in Nederland onaanvaardbaar. Dat heet fascistisch denken. Toch zou het, én voor die mensen én voor Nederland heel wat beter zijn, als ze hier eerst een beroep leerden en dat dan thuis zouden gaan uitoefenen. U begrijpt wat ik bedoel. Niet dat ik zeg dat die mensen daarom verwerpelijk zijn, maar ze te aanvaarden als tweederangs burgers, dat is nu weer verkeerd. Want nu ga je de illusie scheppen dat er mensen van verschillende kwaliteit zijn. En als je dat doet, dan zul je een deel van je harmonische mogelijkheden in jezelf moeten ontkennen, omdat je anders het gevoel hebt jezelf te verlagen. Maar aan de andere kant moet je ook de feiten onder ogen zien. En dan kun je zeggen: Of het nu mode is of niet, zo voel ik dat. Dat is uw recht En als het uw innerlijke waarheid is, dan moogt u vanuit die waarheid precies al datgene zoeken en doen wat zoveel mogelijk harmonisch is met die waarheid. Alleen, in de gedeelde illusie die uw wereld vormt, kunt u de illusies van anderen niet zonder meer ontkennen; u zult er rekening mee moeten houden. Daarom zeg ik: Elke beleving is in feite een compromis. Het is een samensmelting van dromen en noodzaken waarmee je probeert de waarheid in jezelf ook een woordje te laten meespreken.
Als laatste punt: Er zijn begrippen, die op zichzelf aanvechtbaar zijn. Als ik spreek over Jezus, dan weet ik werkelijk niet, of die aanduiding ‘de enig waargeboren zoon Gods’ nu wel de meest voortreffelijke is. Wat kan het ons schelen, of die Jezus, nu de zoon is van Jozef, van een voorbij trekkende vreemdeling of door God Zelf werd gepoot. Dat maakt weinig verschil uit. Jezus kreeg echter betekenis door zijn leer. Als wij in die leer een innerlijke juistheid ervaren, dan gaat het helemaal niet meer om Jezus. Het gaat om de innerlijke juistheid. Het gaat om de waarheid in onszelf die wij terugvinden in zijn leer. En dan kunnen we spreken over de Christusgeest. Dat zal binnenkort wel weer ruimschoots gebeuren. Het feest van vrede op aarde en vrome gezangen. Als ik zeg: Christusgeest en ik denk aan een alomvattende liefde, dan moet ik ook onthouden dat Jezus niet iedereen die erom vroeg heeft genezen, dat hij niet iedereen heeft liefgehad, dat hij wel degelijk selectief was op grond van de harmonische mogelijkheid. Hij genas wie hij kon genezen; d.w.z. met wie hij innerlijk harmonisch was. Hij kon alleen die mensen werkelijk beroeren, die ‑ op welke manier dan ook ‑ met zijn wezen verwant waren.
De Christusgeest is de eenheid van al degenen die in de zin van Jezus’ leven en leer, zoals wij die denken te kennen, een harmonie schept tussen alle mensen. Dit christendom is aanvaardbaar. Maar hoe wonderlijk dat kan werken, kunnen we nu zien waar een grote groep christenen – op grond van wat zij noemen hun christelijk politieke overwegingen – nieuwe moordwapens willen opstellen. Daarmee zouden ze dus zeer onchristelijk anderen kunnen vermoorden al beweren ze het niet te willen doen uit christelijke naastenliefde om zo de vrijheid te scheppen voor alle anderen die kennelijk alleen door geweld en machtsvertoon beheerst kunnen worden. Dat is onzin. Een christen heeft geleerd: als je op de rechterwang wordt geslagen, keer de linkerwang toe en omgekeerd. Dat betekent niet: als hij met een atoombom komt, moet jij er twee hebben. Toch heet dat christendom.
Laat u niet verleiden tot een afkeuren van het christendom om hetgeen de christenen doen of tot een goedkeuren van hetgeen christenen doen, omdat zij dan toch ook in de Christus schijnen te geloven. Want hun Christus is de uwe niet. Als u leert begrijpen dat zelfs de liefde Gods voor ons allen iets anders kan betekenen, en dat we op grond van onze persoonlijke kernwaarheid alleen harmonisch kunnen zijn met diegenen voor wie de goddelijke liefde een vergelijkbare betekenis heeft, dan komen we misschien verder. Dan zijn we misschien niet meer zo gewetensbewust als sommige mensen zeggen. Maar aan de andere kant zijn we meer waar en kunnen we, daardoor ook gemakkelijker kijken door het gordijn van de illusies dat de wereld voortdurend voor ons weeft.
Slotwoord:
Wij zijn nu druk bezig geweest over de waarheid in elke mens. Maar vergeet u bij dit alles niet wat ik heb gezegd: dat de waarheid niet omschrijfbaar is. De waarheid kun je niet constateren. Je kunt alleen de waarheid soms een beetje omgrenzen zodat ze als een terra incognita blijft liggen temidden van omschreven grenzen die nog tot onze illusiewereld behoren. Al wat ik heb gezegd omtrent uw innerlijke werkelijkheid is dan ook meer een poging om het onbekende te begrenzen en dus beter te begrijpen waar de bron van de werkelijkheid ligt dan om de waarheid even te onthullen.
Waarheid is iets wat zo manipuleerbaar is als recht en mensenliefde. Alles wat men waarheid noemt, kan een leugen zijn. Maar als voldoende mensen zeggen dat het waar is, dan is het de waarheid. Menigeen zet dan ook boven zijn leugens de waarheid. Als u zich dit realiseert, dan wil dat niet zeggen dat waarheid en leugen noodzakelijkerwijze vervlochten zijn, maar wel dat het begrip waarheid altijd weer gebaseerd is op eenzijdigheden en illusies. En juist zonder deze zaken kun je als mens niet leven. Diep in jezelf kun je soms tot het besef komen van iets wat er altijd is, iets wat je misschien niet eens durft benoemen, maar wat je wel een richting duidelijk maakt in het geheel van je bestaan, je keuze van mensen, van argumenten en dat je een iets helderder inzicht geeft in de illusies waarmee je wordt geconfronteerd. Ons helemaal te onttrekken aan de illusie, is als mens praktisch onmogelijk en is voor een geest op z’n minst genomen een zeer geleidelijk en moeizaam proces. Maar waarom zouden wij die illusies allemaal zonder meer verwerpen? Als ik de waarheid in mijzelf ken en ze is met iets wat op zichzelf een illusie is, dan is die illusie voor mij nog een middel om de waarheid te beleven. Dat vergeten de mensen. De kern van je wezen, natuurlijk. Een bijna onbetreden gebied waarvan je met heel veel moeilijkheden soms het een en ander gaat beseffen. Je leeft in de wereld en je kunt er niet onderuit. Ga je naar buiten als het regent, dan word je nat. Als het niet regent, dan blijf je droog. Je kunt niet zeggen: Ik ga nu naar buiten en ik wil dat droog is omdat ik anders nat wordt, tenzij je daarvoor specifieke maatregelen neemt. Dus, al is die wereld een illusie, je hebt ermee te maken. Wij kunnen ons niet ontworstelen aan de illusie. Maar de waarheid in ons maakt het mogelijk om die delen van de illusie te kiezen die het best harmoniëren met onze innerlijke waarheid.
Bewustwording is een proces dat onszelf betreft, niet de wereld. Maar alleen door ons bewustzijn ten aanzien van de wereld is voor ons bewustwording mogelijk. Daarmee hebben we eigenlijk het wezenlijke probleem van dit onderwerp nog eens een keer geformuleerd. Elke kracht waarin u werkelijk gelooft en die u in u als mogelijkheid erkent (het behoeft niet eens een zekerheid te zijn, u kunt het uit uzelf voortbrengen) en elk gegeven, onverschillig welk, kunt u ‑ indien u in uw innerlijk gelooft ‑ op aanvaardbaarheid toetsen. Dat wil niet zeggen dat u het dan tot waarheid maakt. Maar u kunt onwaarheden, die niet passend zijn, disharmonieën, verwerpen. En aangezien het gehele bewustwordingsproces voor ons een groei is waardoor wij moeten leren alles wat buiten ons bestaat in ons te bevatten, maar dan in de perfecte waarheid en harmonie van het zijn, is het duidelijk dat het proces van het zoeken naar de innerlijke waarheid de mens kan helpen om zover te groeien dat hij steeds meer waarheid in zich bevat en daardoor meer illusies buiten zich a.h.w. ontmaskert. Het is mij opgevallen dat wij bij de vraagstelling, toen bleek dat er geen vragen over het onderwerp meer waren, onwillekeurig terecht kwamen bij God. Of het nu gaat op de manier waarop Thomas van Aquino daarmee wilde omspringen of over de vraag, of God nu eigenlijk wel God is en wat God is, wij praten over het onbekende. Maar als het onbekende beleefbaar wordt, dan wordt het kenbaar. Die kenbaarheid is in ons, niet in het andere.
Wanneer wij God kennen, dan kennen wij een werking van God in onszelf, niet God als wezen, als kracht of macht. Door steeds weer te beseffen dat het ons eigen innerlijk en de kern van ons bestaan is van waaruit de dingen hun betekenis krijgen, zullen wij in staat zijn om meer van de waarheid te bevatten en te beseffen. Maar wij zullen haar misschien niet eens meer als waarheid zien, omdat de waarheid die eenmaal wordt erkend zo vanzelfsprekend is dat je er geen rekening mee houdt.
Als ik u aan het einde van dit slotwoord nog een aanbeveling mag geven: Realiseer u dat de waarheid van uw bestaan veelal als vanzelfsprekend wordt ervaren; dat al die dingen die u ziet als problemen heel vaak juist weinig met uw innerlijke werkelijkheid van doen hebben.