12 augustus 1966
Allereerst wijs ik u erop, dat wij, sprekers van deze groep, niet alwetend of onfeilbaar zijn. Denk dus zelf na en vorm u een oordeel over alles, wat naar voren wordt gebracht. Ons onderwerp van heden luidt: Waarom rampen?
Degenen onder u, die regelmatig de dagbladen lezen – en dit is, naar ik mij heb laten vertellen, rond 56% van het Nederlandse volk – zullen hebben geconstateerd, dat rampen meestal in series voorkomen. Wanneer er sprake is van een mijnramp, zo is het bijna zeker, dat er binnen afzienbare tijd – meestal binnen een maanmaand – nog twee dergelijke ongelukken voorkomen.
Is er sprake van een ramp met chemicaliën, dan geldt hetzelfde, binnen ongeveer 30 dagen zien wij, dat dergelijke ongevallen zich herhalen. Wanneer wij nu de punten van dergelijke serie ongevallen op een landkaart uitzetten en daarvan driehoeken maken, dan blijkt nog iets anders: de driehoeken van verschillende soorten rampen, die, zeg binnen hetzelfde kwartaal plaats vinden, zullen van dezelfde soort en vaak zelfs even groot zijn. Blijkt de gemiddelde afstand tussen de ongeval plaatsen in het ene geval rond 150 km. te zijn, zo zal ook bij de tweede reeks de afstand rond 150 km. bedragen, of, in enkele gevallen, een veelvoud daarvan. En hoe je er ook verder over denkt, dit zijn toch wel opvallende dingen.
Nu zijn er hopen rampen, waarvoor wij een normale verklaring kunnen geven. Wie dus het plaats vinden van rampen in verband wil brengen met occulte machten, zal zeer voorzichtig moeten zijn. Maar dat er in een bepaald jaar veel meer neerslag is, dat een bepaald jaar over de gehele wereld veel meer onweders brengt dan normaal is, en dergelijke, dan zal men vaak de verklaring vinden door te wijzen op de zon: een jaar met meer zonnevlekken b.v. Er is echter een mogelijkheid, om dergelijke jaren op een andere wijze tevoren te herkennen. Er zijn vele indelingen mogelijk, zoals bv. volgens dieren, zoals de Chinezen doen. Wij kunnen echter hier in het Westen gemakkelijker rekenen met de invloeden en namen van planeten.
Men kan dan bv. zeggen, dat een Saturnusjaar over het algemeen hard is. De gebeurtenissen ontwikkelen zich dan meestal nogal geleidelijk, maar wanneer er iets gebeurt, is het ook raak en zal het verschijnsel zich herhalen. Wanneer er bv. een aardbeving is op een bepaalde plaats, zo kun je wel aannemen, dat de bevingen zich in die omgeving kort achtereen meerdere malen, meestal driemaal, zullen herhalen. De gevolgen zijn dan elke keer ernstig. Heb je te maken met een Jupiterjaar – zoals het lopende jaar bv. – dan geldt, dat het jaar gekenmerkt wordt door het belang van alles, wat met kracht en explosieven te maken heeft. Wij zien, dat de gebeurtenissen over het algemeen zich niet op datzelfde plaats herhalen, of, zo er een herhaling optreedt, dat dit een zeer langdurige zaak wordt. Om hier het voorbeeld van de aardbevingen te hanteren: Dan is het niet met twee of drie bevingen in betrekkelijk korte tijd afgedaan. Dan blijft de aarde werkelijk op die plaats enkele maanden onrustig en herhalen de bevingen zich voortdurend.
Deze twee voorbeelden maken al duidelijk, wat ik wil zeggen: er kan aan de hand van een dergelijke indeling, die zich steeds herhaalt – tevoren reeds bepaalde aanwijzingen gegeven worden en kan men bv. stellen, dat dit jaar plotselinge ontwikkelingen de boventoon zullen voeren, maar het volgende jaar krijgen wij dan vooral te maken met ontwikkelingen, waarin geen verandering meer mogelijk is. Het onafwendbare der dingen, ook wanneer de mens theoretisch deze beheerst, is kenmerkend. Men kan in dat jaar de ontwikkelingen wel tevoren zien aankomen, maar om de een of andere reden zal men er niets aan kunnen doen. Het is dus niet voldoende om bij bepaalde rampen, bv. de overstromingen in de Povlakte, te stellen, dat dit regelmatige verschijnselen zijn, men zal ook rekening moeten houden met de intensiteit van dergelijke gebeurtenissen, en zal aan de hand van het type jaar bv. tevoren kunnen weten, waar en op welk terrein men t.a.v. de norm excessen zal kunnen verwachten. Als er sprake is van niet gebruikelijke rampen of excessieve gevolgen van normale verschijnselen, zo kan men dit niet aan de naam van het jaar alleen wijten. De oorzaak zal gelegen zijn in de natuur, de aarde, de relaties, die tussen mensen, menselijk gedrag en denken bestaan, maar wel zullen deze oorzaak beïnvloed kunnen worden door kosmische omstandigheden.
Wij kunnen natuurlijk alles weg verklaren, door het domweg toeval te noemen. Als wij echter alle invloeden buiten het toeval en eventueel bijzondere plaatselijke krachten uitsluiten, zo wordt het verloop der dingen onvoorspelbaar. En een, zij het beperkte voorspelling van het gebeuren lijkt wel degelijk, zelfs voor de leek, mogelijk. Als men een prognose alleen wenst te baseren op de stoffelijk vaststaande feiten, zo betekent dit in de praktijk, dat die prognose onjuist zal zijn. Wel zal een dergelijke prognose de algemene tendensen kunnen weergeven, maar juist de exceptionele gebeurtenissen en ontwikkelingen blijven dan buiten beschouwing – en hieronder reken ik onder meer rampen en het schijnbaar onredelijk reageren van bv. de massa. Dergelijke voorspellingen geven slechts een middelmaat weer, waarin de mogelijke hoogte en dieptepunten eenvoudig niet meer te vinden zijn. Toch zijn het deze laatsten, veel meer dan het gemiddelde, die bepalend zijn voor de mogelijkheden van een ontwikkelingen bij de mens.
Om de waarde van deze niet in het gekende vast te leggen inwerkingen op de mens duidelijk te maken, geef ik u een voorbeeld, dat in zich wel niet spreekt van een ramp, maar toch duidelijk maakt, hoe het ontstaan van door de mens veroorzaakte rampen beïnvloed kan worden. In korte tijd kwamen in de USA twee gevallen voor van jonge mensen die, door onredelijke moordzucht bevangen, een groot aantal slachtoffers maakten. Als ik mij niet vergis, was dit de eerste keer in een ziekenhuis, de tweede maal op het terrein van een soort universiteit – wat tussen haakjes betekent, dat een derde geval van soortgelijke betekenis en wel op het terrein van een openbare instantie, nog verwacht kan worden. Het vreemde hierbij is, dat beide keren het tijdstip van het gebeuren samenviel met een wisseling in de aard der kosmische krachten, die de aarde beïnvloeden. Ook de derde maal zal dit waarschijnlijk het geval zijn, waardoor de tijd rond 17 augustus of tussen 10 en 14 september voor een derde geval de waarschijnlijk tijdstippen worden.
Nu weet ik wel, dat er vele mensen zijn, die aan dergelijke kosmische invloeden niet geloven. Maar ook, wanneer je in het bestaan van dergelijke invloeden niet wenst te geloven, blijft het eigenaardig, dat juist op de tevoren aan te kondigen en vast te stellen tijdstippen deze uitingen van onbeheerstheid optreden. Zoekend naar de achtergronden van beide bekende gevallen, dan blijkt deze in beide gevallen te berusten op een afwijking van de hersenen. In het eerste geval blijkt de oorzaak te liggen in een psychisch trauma, in het tweede geval is de oorzaak meer fysiek, n.l. een gezwel in de hersenen. Hierdoor is achteraf de reactie te verklaren. In beide gevallen echter moet er sprake zijn van een langzaam aanlopend proces, dat eerst na een langere voorgeschiedenis in de gewelddaad culmineerde. Verder blijkt de gewelddadigheid niet tegen een bepaalde persoon gericht te zijn geweest, ofschoon wel een persoon de eerste oorzaak of het eerste slachtoffer werd. In feite blijkt er sprake te zijn van een impulsieve verwezenlijking van fantasieën die langere tijd gekoesterd werden. Aan de hand van het voorgaande stel ik nu: Wanneer in de mens, de materie e.d., fouten bestaan, zo zullen er van buitenaf invloeden op kunnen treden, waardoor deze fouten opeens kenbaar worden. Zodra de fout kenbaar wordt, zal zij zich aan de normale mogelijkheden tot erkenning en beheersing onttrekken. Voor degenen, die met de fout worden geconfronteerd, zal er geen mogelijkheid zijn, redelijke samenhangen of mogelijkheden te beseffen; er is alleen een directe actie, die door elke reactie slechts tot hogere waarden versterkt wordt.
Dit is aanvaardbaar, wanneer het gaat over het handelen en denken van enkelingen als genoemde twee mensen. Hoe moeten wij echter spreken, wanneer het gaat om de reacties van een geheel volk? Ook hier zullen wij moeten constateren – uw dagbladen kunnen u bij het vinden van voorbeelden helpen -, dat er perioden zijn, waarin de massa onredelijk reageert buiten alle normen en haar normale gedragsregels grotendeels of zelfs geheel verloochent. Ook in Nederland heeft u voorbeelden hiervan kunnen zien en zult u, naar ik aanneem, in september nieuwe voorbeelden kunnen waarnemen. Nu blijft het hier te lande waarschijnlijk bij grotere provorellen, opstandigheden en wilde stakingen. Elders zal de invloed meer gewelddadigheden ten gevolge hebben als b.v. opstanden in enkele negerwijken. Het punt, waarom het mij in dit verband gaat, is het volgende. Er bestaan sociale fouten, economische fouten e.d. Dergelijke fouten zijn over het algemeen niet direct merkbaar. Nu treden er van buitenaf invloeden op, kleine veranderingen in het milieu, die men eigenlijk niet eens goed kan constateren. Als gevolg van die kleine invloeden valt echter de beheersing, de redelijkheid ook bij de massa, bij volkeren als geheel zelfs weg en ontstaat een instinctieve reactie, die tot opstand, rel, revolutie kan voeren, zonder dat dit in feite, zowel door de overheid als degenen, die deelhebben aan het gebeuren, verwacht, voorbereid of gewild was. Niemand heeft het gebeuren bewust willen veroorzaken.
Ik kan dan nog een stap verdergaan en zeggen: zo dergelijke invloeden eenmaal bestaan – of zij nu klein zijn dan wel groot – en zo in bepaalde perioden de fouten, die in mens en maatschappij bestaan tot ontlading kunnen brengen, zo zal dit niet alleen gelden voor de mensen, maar ook voor alle spanningen en fouten, die elders bestaan. Indien in een machine of fabriek een materiaalfout aanwezig is, zal de kans zeer groot zijn, dat juist tijdens een dergelijke kritieke periode deze merkbaar zal worden met de mogelijkheid, dat hierdoor vele andere dingen, die op zich geen fout vertoonden, mee worden gesleurd in vernietiging. Het is bv. mogelijk, dat een brandgevaar in een bepaald bedrijf reeds 20 jaren lang aanwezig is. Nu komt er echter een gevaarlijke periode met invloeden, die hierop inwerken en opeens breekt de brand uit. Ook hieraan hebt u in de afgelopen jaren voorbeelden kunnen zien binnen de grenzen van eigen land.
Ik wil duidelijk nogmaals stellen, dat een ramp in zijn geheel en à priori niet wordt veroorzaakt door kosmische invloeden of gedachtekracht, maar dat zij een bestaande fout als achtergrond heeft en dat deze fout belast kan worden door voornoemde of andere moeilijk definieerbare invloeden en krachten, zodat zij tot uiting komt.
Ik wil daarbij verder stellen, dat, zo goed als in de psychologie het effect van de opvallende actie bekend is, daar dit anderen tot een herhaling van dit feit aanzet, wij dit ook elders kunnen waarnemen. Denk eens aan de bioscoop – als u daar tenminste moogt roken. Wanneer iemand op het doek een sigaret opsteekt, ziet men een groot deel van de aanwezigen in de zaal dit voorbeeld volgen. Een opvallende daad heeft een suggestief effect. Dit effect kan dus ook bestaan t.a.v. materiële fouten, ofschoon hierbij eerder van sympathische werking dan van suggestie sprake is.
Wanneer er binnen een bepaalde tijdspanne 3 mijnrampen voorkomen en deze 3 rampen hebben een gelijke oorzaak – ofschoon de uitwerking daarvan ongelijk hevig zal zijn – zo moeten wij ons toch eens af gaan vragen, of dit nu alleen maar toeval is. Naar ik meen, mogen wij, wanneer dergelijke gevallen meerdere malen voorkomen – en vele dergelijke reeksen van ongevallen en zelfs rampen zijn geregistreerd – mogen wij ons heus wel eens af gaan vragen, of dergelijke sympatische werkingen nu alleen maar een sprookje zijn, of dat er mogelijk inderdaad een dergelijk verband bestaat, zelfs als dit niet strookt met de menselijke logica en niet wetenschappelijk het bestaan van een dergelijke band bewezen kan worden.
Ook suggestie als mogelijke oorzaak van de gelijkvormigheid der ongevallen of rampen kunnen wij niet geheel uitsluiten. Indien er een mijnramp plaatsvindt en mijnwerkers horen daarvan, zo zullen zij hierdoor veel dieper worden getroffen dan andere mensen en zullen de berichten op hen dus ook een sterkere indruk maken. Het is zeer wel mogelijk, dat zij hierdoor een angst voor of een voorstelling van een dergelijke ramp in zich dragen. Het is zeker denkbaar, dat deze innerlijke spanningen en de daarmede gepaard gaande uitstraling van gedachtekrachten reeds voldoende is om bestaande fouten gevaarlijk te maken en tot uiting te doen komen.
Conclusie: Rampen en ongelukken – in waarde als voorgaand gesteld – komen tot stand aan de hand van al voordien bestaande feilen. De bestaande feilen kunnen plotseling tot uiting komen onder de invloed van gedachtekracht, invloeden van buitenaf, of kosmische stralen. Ook sympathische werkingen kunnen hierop invloed uitoefenen. Wij zullen zien, dat bijna geen enkele werkelijke ramp – of een ernstig ongeluk – geheel op zichzelf staande plaats vindt. Altijd weer vinden – meestal binnen 28 tot 30 dagen nadien – elders ongelukken of rampen van andere omvang, maar met bijna gelijke oorzaak en omstandigheden elders plaats. Een verband kan verder worden gezocht in het feit, dat een noteren van de plaats der ongevallen op de kaart bijna altijd een driehoek vormt en wel, ofwel een gelijkzijdige driehoek, ofwel een driehoek met een hoek van 90°, waarbij de aanliggende langste lijn 2 maal de lengte heeft van de kortst aanliggende lijn.
Rampen zijn altijd weer ongewenst; wij houden niet van branden, oproer, explosies, aardbevingen en andere heftige natuurverschijnselen. Vanzelfsprekend rijst daarom bij de mens de vraag, of deze dingen wel zin hebben, ja, of zij noodzakelijk zijn dan wel alleen een toonbeeld van de willekeur, die in de natuur zo vaak tot uiting schijnt te komen. Ik voor mij meen, dat rampen in zekere zin noodzakelijk zijn. Daarbij wil ik niet uitgaan van geloofsargumenten als: “deze dingen vervullen de wil Gods” – ofschoon voor een gelovige dergelijke argumenten absoluut steekhoudend zijn. Ik wil slechts stellen, dat een ramp de spanning opheft, die door een bestaande fout veroorzaakt werd. Met andere woorden, dat de ramp een stabiliserende invloed uitoefent en een natuurlijk evenwicht herstelt. Wanneer er een aardbeving plaatsvindt, zal de reden daarvan zeker niet zijn, dat de aarde het zo leuk vindt, om te beven. Zelfs de wetenschap maakt duidelijk, dat een aardbeving steeds het gevolg is van spanningen, die in het innerlijk van de aarde aanwezig zijn. Door de aardbeving, die in wezen een nevenverschijnsel is van werkingen in de aarde, hervinden aardschillen een normale plaatsing tegenover elkander. Indien er sprake is van een aardverschuiving, zo blijkt in 9 van de 10 gevallen, dat wij te maken hebben met een aardmassa, waarin een te grote hoeveelheid vocht, dan wel een te grote hoeveelheid niet stabiele kleine delen aanwezig is, zodat de werking van de zwaartekracht een spanning betekent, die door de structuur van de massa niet zonder meer kan worden verwerkt. Het gevolg is, dat de massa een nieuwe vorm zoekt waarin deze spanningen niet meer aanwezig zijn en dus de delen in een toestand van spanningsloze rust komen te verkeren.
In beide geciteerde gevallen is het verschijnsel dus in wezen een vorm van stabilisatie, waardoor spanningen en daarmede ook het potentiële gevaar, weggenomen worden, voordat de spanningen een omvang bereiken, waardoor een meer algemene schade of omzetting van de materie plaats zou gaan vinden. De natuurwetenschappen maken het ons mogelijk bij vele natuurrampen, dit geldt zelfs voor vulkanische verschijnselen en stormen, te spreken van een noodzakelijke uitlaat voor aanwezige krachten en spanningen, waardoor een egalisatie van krachten bereikt wordt.
Ik kan niet inzien, waarom men bij alle andere soorten rampen nu moet aannemen, dat een dergelijk spel van krachten niet aanwezig zou zijn en een dergelijke egalisatie niet noodzakelijk is, zodat de ramp overbodig zou zijn. Ik meen, dat wij dezelfde redenering mogen handhaven, zelfs wanneer er sprake is van rampen, die door mensen worden veroorzaakt. Als er bv. een enorm verkeersongeluk gebeurt, zo is ook dit m.i. het gevolg van bestaande spanningen, die voortkomen uit de gedragsnorm van de mens aan de ene zijde en de eisen van het verkeer aan de andere zijde. Er is wel degelijk sprake van een spanning, die tot uiting komt, waar reeds fouten aanwezig zijn. Als het ongeluk, de ramp, eenmaal gebeurt, dan zullen de mensen op bestaande gevaren attent worden, men zal maatregelen nemen of eigen gedrag wijzigen, waardoor althans voorlopig de bestaande spanningen en de daarmede verbonden gevaren zullen afnemen.
Vooral de massa vertoont reacties, die die van de dode materie vaak gelijk komen. Wij denken aan de mensheid meestal als een reeks van individuen, elk met eigen mentaliteit en eigen lot. Dit is ook wel juist, maar wij mogen daarbij toch niet vergeten, dat een reeks van die individuen samen een massa vormen, die weliswaar sentiënt is, maar zich toch zelden doelbewust strevend pleegt te gedragen, terwijl in die massa spanningen voor kunnen komen, terwijl een ontstaan van te grote spanningen binnen die massa zou voeren tot een ontbinding van de communiteit, de gemeenschap. Het optreden van door mensen veroorzaakte rampen maakt het vaak mogelijk, juist door het ongeluk, dat de massa als geheel en elk individu in mindere of meerdere mate ook voor zich ervaart, de spanningen te doen afnemen of zelfs tijdelijk op te heffen, waardoor een stabiliseren van de gemeenschap mogelijk wordt. Ik stel nogmaals: Rampen zijn noodzakelijk, omdat zij spanningen egaliseren, die anders tot ondergang zouden kunnen leiden van het geheel, waarvan zij nu slechts een in verhouding klein deel omvatten.
In dit verband is het goed eens na te gaan, wat de oorzaak kan zijn van het feit, dat een bepaalde ramp de mensheid in een bepaalde streek of een bepaald gebied bij uitstek treft. In Nederland kunnen wij bv. denken aan de ramp in Zeeland, die zeker groot genoeg is om voor ontleding in aanmerking te komen. Zien wij naar de oorzaak, dan kunnen wij niet volstaan met de opmerking, dat verschillende dijken in onvoldoende staat van onderhoud waren. Ook al was bekend, dat vele dijken daar te zwak waren. De eerste oorzaak ligt in de communicatie met de rest van het land en de mentaliteit van de mensen in Zeeland. Ik zeg daarmede niet, dat deze mensen zelfschuld hadden aan het gebeuren. Door de ligging van de Zeeuwse eilanden, maar meer nog door de in het isolement gevoerde sfeer van zelfrechtvaardiging, het gevoel van uitverkiezing, wat een gebrek aan contact met de rest van het land doet ontstaan. Dit isolement vond zijn weerkaatsing in het vaak onvoldoende contact met regering en gemeenschap, vooral met de instanties, die men in Nederland pleegt samen te vatten onder de aanduiding “den Haag”. Het gevolg was een grote traagheid in het nemen van de nodige beslissingen, hierdoor was er voor het nemen van de werkelijk noodzakelijke maatregelen steeds weer onvoldoende geld beschikbaar, terwijl het vaak eigengerechtigd optreden van bepaalde Zeeuwse groepen en instanties zelfs een weerzin tegen het nemen van maatregelen deed ontstaan. Het verdere land was voor de Zeeuwse problemen onverschillig. En zo voort, want er zijn nog meer redenen te geven. Een dergelijke onevenwichtigheid betekende echter voor de gemeenschap Nederland als geheel een zeker gevaar. Er ontstonden spanningen en wrijvingen tussen enerzijds Nederland en België en anderzijds Zeeland. De stormvloed komt. Er ontstaat een ramp. Sommigen zeggen, dat dit een straf van God was. Ik zou dit niet graag onderschrijven, daar ik heus niet geloof, dat in dit alles ook maar ergens een “straffe van de Heer” verscholen ligt.
Volgens mij ontstaat de mogelijkheid voor een dergelijke ramp door de verkeerde verhoudingen tussen de mensen plus natuurlijk het optreden van de natuur. Dit laatste was door niemand te beheersen of te regeren, ofschoon het wel tevoren te berekenen was. Degenen, die dit laatste interesseert en het misschien aanvechtbaar vinden, wil ik eraan herinneren, dat wij in de jaarprognose, voorafgaande aan deze ramp, reeds stelden: Grote overstromingen in het vloedgebied van de grote rivieren als gevolg van dijkval en stormvloed. Het natuurgebeuren was niet beheersbaar, maar wel te voorzien. Van een zo grote ramp zou nooit sprake geweest zijn, wanneer ook de mens niet ergens gefaald had, wanneer er geen kortsluiting in menselijk contact en spanningen in menselijke verhoudingen had bestaan. Kijk nu naar het gevolg van die ramp.
Men heeft dijken en bruggen gebouwd. Vele voorzorgen zijn getroffen. Toch zijn deze – veel te laat genomen – beslissingen en volvoerde werken niet het allerbelangrijkste gevolg. Het belangrijkste is, dat het isolement van Zeeland verbroken is, dat men zich daar niet meer in een afzonderlijke gemeenschap als gescheiden van de rest van Nederland, zowel in geloof, mores, als gebruiken, kan handhaven. Een uitwisseling van geloof, denken, werken en leefwijze op voet van gelijkheid tussen de Zeeuw en de rest van Nederland is niet meer te vermijden.
Nu dit alles eenmaal gebeurd is, wordt het daardoor juist onwaarschijnlijk, dat er een ramp van gelijke omvang in de eerste eeuwen in Zeeland zal plaatsvinden ofschoon – ik voeg dit er maar meteen bij – in het komende voorjaar wel degelijk sprake zal zijn van abnormaal hoge vloed bij storm met gevaar voor de dijken zo hier en daar. De gevaren van de natuur bestaan nog wel degelijk. Maar de mentaliteit en reactie, van de mens daarop is veranderd, men heeft voorzorgen getroffen, zal sneller handelen, wanneer gevaar aanwezig blijkt en zal zo het gevaar binnen de perken weten te houden.
Maar misschien meent u, dat ik spreek over Zeeland als een gezocht en voor mijn betoog passend voorbeeld. Laat ons dan de zaak eens anders bezien. Heeft u gehoord, dat er kortgeleden aardbevingen optraden in Pakistan? Ja? Is het u dan niet opgevallen, dat die aardbevingen nog geen 30 dagen na de ontvangst en het in gebruik nemen van een groot aantal zware wapenen kwam, waarmede men dreiging, pressie en zelfs geweld wilde gaan gebruiken tegenover India?
Ook hier kan men natuurlijk redeneren, dat er sprake is van een samenloop van omstandigheden, maar het feit, dat de aarde beeft, betekende ook hier een ontladen van bepaalde spanningen, een rechttrekken van menselijke verhoudingen. De aardbeving is de aanleiding voor een voorlopig opschuiven van oorlogshandelingen tussen India en Pakistan.
Zo kun je verder gaan. U kunt elk voorbeeld nemen uit de laatste tijd, waarin u interesse heeft en ik zal u duidelijk maken, dat er niet alleen sprake is van de natuur, maar dat ook de menselijke relaties er een rol in spelen. Er is altijd weer een samenhang te vinden, waarin spanningen en fouten een rol spelen. Nogmaals, men kan dit alles gemakkelijk wegpraten. Zoals je kunt stellen, dat er geen vliegende schotels kunnen bestaan, omdat het percentage niet verklaarbare verschijnselen zeer klein is, zodat het moeilijker is aan te tonen, dat dit geringe percentage werkelijk Ufo’s kan betreffen, dan aan te nemen, dat er eenvoudig van vergissingen e.d. sprake is. Zo kun je ook stellen, dat alle samenhangen, die bij rampen worden aangetoond, op toeval berusten, of een kwestie zijn van verkeerde interpretatie, omdat het moeilijk is wetenschappelijk het bestaan van deze samenhangen te verklaren. Zuiver materieel is het moeilijk, deze dingen aan te tonen en de moderne mensheid baseert zich maar al te graag alleen op de zichtbare, de waarneembare dingen. Als wij echter teruggaan in de geschiedenis, blijken dergelijke samenhangen eveneens te bestaan. Wij zien, dat grote rijken vallen en door rampen of pestilenties worden bezocht, juist op het ogenblik, dat hun mentaliteit verkeerd is en spanningen bestaan, die zonder een gewelddadig ingrijpen eenvoudig niet opgelost kunnen worden. Het kan natuurlijk een toeval zijn, dat pestilenties en aardbevingen of andere rampen steeds weer juist daar optreden en juist in die tijd optreden, dat de mensen niet meer juist willen of kunnen reageren op de omstandigheden, waarin zij moeten leven en werken. Maar dan is het toch wel een toeval, dat zich vaak herhaalt.
Waarom bv. vindt de Zwarte Dood rond 1600 in Italië zoveel slachtoffers, terwijl wij toch aan moeten menen dat deze ziekte ook vroeger in dit land heeft geheerst? Bij nader onderzoek blijkt, dat de pest een regelmatig optredende ziekte is. Er blijken echter perioden te zijn, waarin de leefwijze van de mens en de onverschilligheid voor het lijden van zijn medemensen zo groot wordt, dat een afzonderen van zieken, zelfs maar in de pesthuizen, niet of veel te laat geschiedt, omdat niemand zich de zaak wil aantrekken, terwijl vaak gelijktijdig de vervuiling van de openbare wegen toeneemt en ook de wateren, meer dan noodzakelijk is, als plaats voor lozing van vuil en zelfs krengen gebruikt wordt. De gemeenschap is hierdoor sterker blootgesteld aan besmettingsgevaar. Zo ontstaan de werkelijke “pestilenties”. Ook hier kan men weer zeggen, dat de rampen een noodzaak zijn, daar zij een hervorming van de samenleving tot stand brengen en zo het gevaar voor een algeheel uitsterven van de mensen over grotere gebieden voorkomen wordt.
In de moderne tijd met zijn overbevolking en vele maatschappelijke problemen is het volgens mij dan ook een wonder, dat men geen rampen van veel grotere omvang ziet plaats vinden, dan in het verleden maar denkbaar was. Deels komt dit voort uit het feit, dat de mens zich beter heeft leren weren tegen de natuur dan tegen zijn medemensen. Toch kunnen wij wel aannemen, dat er in de komende tijd gebeurtenissen op het programma staan, die wel een tot rampen zouden kunnen uitgroeien. Zo zal waarschijnlijk de oogst in het komende jaar vooral, in Rood-China zeer slecht uitvallen. Dit betekent voor een aantal gebieden een ramp: Hongersnood. Ook in het vloedgebied van de Ganges zal door verschillende omstandigheden een hongersnood blijven heersen, terwijl andere delen van India er reeds nu niet al te goed aan toe zijn. Vele rampen zullen in het komende jaar gebeuren, vooral in streken waar de mentaliteit van de mens niet juist is en de mens zo niet in staat zal blijken zichzelf beperkingen op te leggen en een wijze van samenwerken en leven te vinden waardoor de ergste gevolgen van natuurlijke gebeurtenissen beperkt kunnen worden. De omvang van rampen – en niet in de eerste plaats haar oorzaak dus – wordt grotendeels bepaald door de mens, zijn mentaliteit, het onderlinge contact en de sociale verbondenheid, die bestaat, terwijl de eerbied en het begrip, dat men toont voor de rechten en behoeften van anderen hierbij eveneens een zeer grote rol pleegt te spelen.
Zien wij naar de psychische oorzaken, die tot het optreden van rampen voeren, dan mogen wij zeggen, dat er bv. in Spanje en Portugal op het ogenblik verdeeldheid en strijd heerst. Nu zijn er in dit en het volgende jaar punten in de tijd aan te geven, die kritiek zijn. Wij noemen dit de tijdstippen, waarop de kosmische invloeden wisselen. Ik concludeer, dat in het komende jaar rampen op het Iberische schiereiland bijna zeker plaats zullen vinden en waarschijnlijk een grote omvang zullen aannemen. Het feit, dat een eensgezinde en op het geestelijk en moreel peil van de rest van de wereld staande reactie op het gebeuren zelf daar niet goed mogelijk zal zijn, brengt mij ertoe aan te nemen, dat het effect van de rampen in verhouding tot de oorzaken zeer groot zal zijn.
Bewijzen kan ik dit alles niet, ten hoogste kan het gebeuren bevestigen, dat er ergens iets van mijn stellingen waar is. Want daar geen bewijzen te leveren zijn, is dit in wezen grotendeels geloof, het is even moeilijk te bewijzen, dat ik gelijk heb, als te bewijzen, dat er al dan niet een God bestaat of wel dat God precies zo is en bestaat, als ik het mij voorstel. Een absoluut bewijs voor de waarheid van mijn stellingen zal echter zelfs het gebeuren zelf niet inhouden. Het is als met de bijbel. Ik kan bewijzen, dat vele dingen, die in de bijbel staan, waar zijn of althans zeer waarschijnlijk waar zijn. Dit echter bewijst nog niet, dat die bijbel nu ook werkelijk Gods’ woord is. Aan de andere kant lijkt het mij ten minste even moeilijk om aan te tonen, dat die bijbel per sé niet Gods woord is. In wezen is alles, wat je te dien aanzien zegt een geloofskwestie. Zo is het met deze dingen, zij het op een minder belangrijke schaal, ook. Als ik hier dus het waarom van rampen bespreek, zo gebeurt dit vanuit een standpunt, dat in wezen grotendeels geloof is. Ik tracht redelijk te blijven en u niet met geestelijke inzichten of gezag te overdonderen, maar geef u feiten, zoals ik deze zie in samenhangen, zoals ik meen, dat dezen bestaan.
Wanneer wij een maatschappij zien, waarin de spanning in toenemende mate te veel wordt, zien wij in die maatschappij een toenemend aantal ontsporingen van het individu. Dit is normaal. Elke sociaalpsycholoog kan u dit vertellen. Maar ik ga nog iets verder en stel: dan kan de overspannenheid, die hij een groot deel van de bevolking bestaat, tot ontlading komen door een op zichzelf schijnbaar onbelangrijk feit. Wanneer de omstandigheden gunstig zijn, kan één lucifer genoeg zijn om heel Rome te doen branden. De mens van heden leeft in een maatschappij, die zeer onevenwichtig is. De onevenwichtigheid van die maatschappij zal de structurele spanningen daarin vergroten en eveneens de spanningen in de massa toe doen nemen, waardoor achter een schijnbare rust een ongetelde en onschatbare kracht schuil kan gaan. Dit geldt evengoed voor een kleine staat in Zuid-Amerika, of een klein land als Nederland als voor grote staten als de USA en de USSR. Ik stel nu, dat deze spanningen in direct verband staan met de wijze, waarop de mens leeft.
Op het ogenblik, dat de mens een te grote overvloed kent, zullen spanningen ontstaan, waarbij het egoïsme van de enkeling steeds meer op de voorgrond zal treden en diens maatschappelijk gedrag in steeds toenemende mate zal beheersen. Dit betekent een toenemende onverschilligheid voor het wel en wee van de medemens, onverschilligheid tegenover maatschappij en systeem, met een afbrokkeling van de bepalende waarden van deze gepaard gaande. Zelfs de kleinste prikkel kan de oorzaak worden van een zich wanhopige tegen elkander verdedigen onder de leuze: Mijn belang gaat voor. Een soortgelijke onrust ontstaat er, wanneer er in een maatschappij voor de meerderheid sprake is van een werkelijk tekort, zodat het noodzakelijk menselijk levensminimum niet meer haalbaar is. Dit minimum ligt natuurlijk heel wat lager dan het peil, dat men bv. in Nederland als laagste levenspeil aanneemt. Stel echter, dat zelfs deze geringe eis niet bevredigd kan worden. De eerste de beste aanleiding wordt dan tot ramp, daar zich een vorm van gemeenschapszin gaat openbaren, welke op zich onredelijke doeleinden nastreeft en in zijn streven zelfs alle redelijkheid geheel uit het oog zal verliezen. Op de achtergrond schuilt hier het denkbeeld: ik heb niets, ik kan niets meer verliezen, laat mij mij dus bij anderen aansluiten, ik kan er alleen maar beter van worden.
Er ontstaan zo massale bewegingen, die elke menselijkheid uit het oog verliezen en vaak door eigen handelingen het bereiken van het officieel geldende doel onmogelijk maken. Het volgende jaar rond deze tijd kunnen wij een dergelijke reactie verwachten in India, terwijl wij er ook rekening mee moeten houden, dat in het uiterste zuiden van Rusland dergelijke invloeden rond die tijd kenbaar zullen worden. Zien wij naar de massa van bv. Zuid-Amerika, naar de paupergroepen, die ook in Frankrijk bv. bestaan, dan blijkt er sprake te zijn van een tweeledige spanning: a. men kan zijn geld niet besteden, zoals men dit meent te moeten en mogen doen, en b. omdat men aan armoede lijdt en erkent, dat men over een grote macht als menigte beschikt.
Het is logisch, dat ook dit explosief gaat werken. U meent misschien, dat dit alleen tot opstanden zal voeren. Maar daarbij blijft het zeker niet, want uit de verwarring, die zo ontstaat, komt een massaal, een communaal denken voort. Zodra er echter een algemeen geldend denkbeeld bestaat, een denkbeeld dus, dat een groot deel der mensen in een bepaalde streek beheerst, zo zal dit zijn invloed niet alleen uitoefenen op het gedrag van de mensen, maar op alles, wat binnen de invloedssfeer van dit denkbeeld aanwezig is: de planten, de dieren, de dode materie.
De vraag is nu maar, of er in die materie, in planten of dieren ergens een zwak punt bestaat, een fout. Is dit niet aanwezig, dan zal er niets gebeuren. Maar is het er wel, een punt, dat dus al onder bepaalde spanning staat, dan zal de mentale inwerking van een groot aantal mensen een explosie veroorzaken. Het gevolg zijn natuurverschijnselen en rampen door natuurlijke oorzaken, die schijnbaar niet samenhangen met het menselijke denken, maar in wezen daardoor mede veroorzaakt werden. Heeft u bv. er wel eens bij stil gestaan, dat in de laatste twee jaren de grootste schade in de V.S. door wervelwinden juist in die plaatsen en gebieden wordt aangericht, waar de economische spanningen en vooral ook de haat en rassenstrijd zeer sterk waren? Zoek het maar eens na en u zult zien, dat, buiten de gebruikelijke schadepunten, vele punten schade opliepen, vaak zelfs zeer ernstige schade, terwijl daar anders zelden iets dergelijk gebeurde. Het vond plaats in een tijd – ook hier kunnen uw kronieken en dagbladen u helpen – waarin genoemde factoren sterk aanwezig waren en op het denken van de mensen grote invloed hadden. Misschien zegt u nu, dat gedachten toch het verloop van een storm niet kunnen bepalen. Misschien niet.
Maar het is bekend, dat zeer kleine invloeden nodig zijn om een wervelstorm van baan te doen veranderen. Een dergelijke kleine invloed kan door het menselijk denken en de daaruit voortvloeiende menselijke daad zeer wel geschapen worden, ook zonder dat de mens zich dit realiseert.
De doorsnee mens ziet een ramp meestal als een eenmalige grote gebeurtenis en beseft niet, dat de ramp zelf het culminatiepunt is van een vaak langdurig proces, waarbij de uiteindelijk ramp a.h.w. langzaam door het samenbrengen van op zich onbelangrijke details wordt voorbereid. Een lawine begint ook vaak met de val van een enkel onbetekend steentje, natuurlijk hoeft niet elk steentje, dat van een berg valt, een steenlawine te veroorzaken. Maar als het in zijn val andere stenen ontmoet, die al een wankel evenwicht hebben, neemt het aantal in beweging komende voorwerpen zo sterk toe, dat, voor men het weet, de gehele rotswand in beweging is. Bij elke ramp is er sprake van een onbelangrijke eerste oorzaak, die schijnbaar even onaanzienlijk is als het steentje, dat de lawine veroorzaakte. Deze op zich onbelangrijke kracht of gebeurtenis zal alle onevenwichtigheden tot ontlading doen komen en daarmede onoverzienbare gevolgen hebben. Je kunt de kleine kracht vergelijken met een kleine ontsteking, zonder welke men een dynamietlading niet tot ontbranding kan brengen. Nu stel ik: Rampen kunnen vermeden worden, wanneer de eerste motiverende oorzaak achterwege blijft, dan wel gewijzigd kan worden. De ramp zal als dreiging aanwezig blijven, maar men zal in staat zijn de ergste gevolgen te voorkomen en, zover nodig, het evenwicht op een andere wijze te herstellen.
Dit geldt voor bijna alle, maar niet voor alle rampmogelijkheden. Want dit zal bv. geen invloed hebben op de spanningen, die tot aardbevingen, aardverschuivingen e.d. aanleiding zijn. Toch zal de juiste mentaliteit van invloed kunnen zijn op de wijze en plaats, waarop dergelijke spanningen en fouten tot uiting komen. Hierbij mag men immers niet over het hoofd zien, dat dergelijke verschijnselen zich op meerdere plaatsen zouden kunnen uiten en dat daarbij altijd wel een mogelijkheid aanwezig is, waardoor het verschijnsel voor de mensheid niet een te grote ramp betekent. Gedachtekracht kan in dergelijke gevallen een tot uiting komen van de spanningen in gebieden, waarin weinig mensen zijn en dus slechts van een minimaal effect op de mensen sprake is, tot stand brengen.
Ik stel verder: De mens beseft al te weinig, dat hij leeft op een wereld, waarin evenwicht absoluut noodzakelijk is. Wanneer de mens bv. het ecologisch evenwicht verstoort – het evenwicht in de natuur dus tussen bv. jagers en prooidieren – zal een afwijking in de actie van de natuur tegenover de mens het gevolg zijn. Denk in dit geval bv. aan de tijgers in Vietnam. De mens beschikt vaak wel over de middelen om een dergelijke onevenwichtigheid in haar gevolgen ongedaan te maken, maar in zeer vele gevallen betekent dit, dat een tweede afwijking wordt veroorzaakt, waarvan de gevolgen later wederom als een verstarring van evenwicht en voor de mens onaangename gevolgen merkbaar zal worden. Vele door mensen veroorzaakte rampen zijn het gevolg van de menselijke neiging om een eenmaal veroorzaakte storing niet ongedaan te maken, maar haar te corrigeren met een verdere verstoring van het natuurlijk evenwicht. Deze afwijkingen van het in de natuur zelf aanwezige evenwicht en middel tot herstel van evenwicht hebben een cumulatief effect, waardoor vele op zich niet ernstige afwijkingen van de norm op de duur een toestand veroorzaken, die door de mens niet meer beheerst kan worden en zo in grotere gebieden zijn leven gaan domineren. Denk hierbij o.m. aan de z.g. dustbowls in Amerika.
De neiging van de mens om het eenmaal gewende of bereikte niet meer prijs te geven, is hierbij van groot belang. Ik kan bv. stellen, dat de grote steden, waarin toenemend autoverkeer, het toenemen van het gebruik van bepaalde brandstoffen met een gelijktijdig afnemen van het groen areaal en het stichten van vele fabrieken, die op zichzelf niet direct schadelijke verontreiniging van de atmosfeer veroorzaken, gezamenlijk kunnen voeren tot een soort vergiftiging van de mensen, die in die steden leven. Op de duur zal geen mens meer werkelijk lichamelijk gezond in een dergelijke omgeving kunnen leven, de vatbaarheid voor vele ziekten wordt groter en dit alles kan zelfs door de beste medische zorg niet ongedaan gemaakt worden. In het genoemde geval zal sprake zijn van een verzwakking van de ademhalingsorganen, waarbij gevolgen in de eerste generatie niet, in de tweede generatie deels, maar vanaf de derde generatie in toenemende mate kenbaar zullen zijn en ook woekerings- en stofwisselingsziekten hand over hand zullen gaan toenemen. Een van de gevolgen zal zijn, dat de nakomelingen van stadsmensen op de duur al genetisch bepaalde zwakten en fouten vertonen en a.h.w. voorbestemd zijn om aan bepaalde ziekten te lijden. De geringste afwijking in het gekende milieu zal in dergelijke gevallen na korte tijd al enorme sterfte kunnen veroorzaken. De mensen van dan zullen dit niet begrijpen en zich afvragen, hoe een dergelijke ramp kon ontstaan. Het antwoord is echter eenvoudig genoeg: Zij ontstaat omdat men door verkeerde wijze van werken, leven, huisvesting en gewoonten, generaties lang bepaalde zwakten in het menselijke organisme heeft bevorderd.
Een ander voorbeeld. De mens meent, dat men de wereldzeeën nimmer werkelijk zal kunnen verontreinigen. Dit geldt echter alleen, wanneer het gaat om stoffen, die door organische processen in niet al te lange tijd afgebroken kunnen worden. De wereldzeeën zijn niet alleen belangrijk, omdat zij de waterhuishouding van de wereld bepalen, maar ook omdat zij bepaalde chemische processen voltrekken en aan de atmosfeer zowel als aan de aangrenzende en meestal vruchtbare gebieden bepaalde stoffen afstaan. Reeds nu kan men stellen, dat door de voortdurende vervuiling met anorganische stoffen de aanslibbingen uit de zee niet meer de gelijke vruchtbaarheid bezitten als eens. Er komen steeds meer stoffen in voor, die voor de gebruiksgewassen van de mens niet groeibevorderend zijn. In plaats van aanslibbingen van rijke gronden als bv. de vette zeeklei, zien wij meer en meer aanslibbingen van gronden, die arm en zelfs enigszins giftig zijn. De producten die op dergelijke aanslibbingen georiënteerd zijn, zijn reeds nu in voedingswaarde niet gelijk aan producten, die meer in het binnenland gewonnen werden en er zal een ogenblik komen, dat de gewassen, die in dergelijke gebieden worden gewonnen, niet zonder meer voor menselijke voeding bruikbaar zullen zijn. Ook voor vele vissoorten zien wij een dergelijke verandering van voedingswaarden en levensgewoonten optreden, waarbij het gehalte van voor de mens schadelijke stoffen, het zich sterker ontwikkelen van schadelijke parasieten e.d. de consumptiewaarde en zelfs mogelijkheid bedreigen.
Een dergelijk proces zal zich natuurlijk zeer langzaam voltrekken en men zal alle tijd hebben om zijn fouten in te zien, zelfs al zijn bepaalde gevolgen reeds nu merkbaar. Het zal 7 tot 8 eeuwen voortdurende vervuiling van de wereldzeeën vergen, voor men in alle kustgebieden dorheid gaat ontmoeten of, in het gunstigste geval, een plantengroei, die aan de mens vijandig lijkt te zijn en waarmee men zonder vele en ingewikkelde bewerkingen niets meer zal kunnen doen. De kritieke tijd, waarin dergelijke wijzigingen opeens merkbaar worden, is echter betrekkelijk kort. Zij kan dus voor de mensheid onverwacht komen, zodat men ook in dit opzicht dan van een ramp zal kunnen spreken. Men zal waarschijnlijk vergeten daarbij te vermelden, dat deze ramp het gevolg is van een verstoring van natuurlijk evenwicht, door de mens zelf veroorzaakt.
Je kunt niet meer zeggen: Ga terug naar de natuur. Als de mensheid van heden terug zou willen keren naar de zuivere natuur, zou men 3/4 van de wereldbevolking eerst naar het kerkhof moeten brengen. Maar men zou wel kunnen stellen, dat de mens zo veel mogelijk zijn fouten ongedaan moet maken. Kunstmest bv., ofschoon niet onverdeeld gunstig, is noodzakelijk. Goed, naar laat men deze vorm van bemesting dan alleen gebruiken als een noodzakelijke aanvulling en niet, zoals al te vaak gebeurt, compost en natuurmest afschaffen, omdat het eenvoudiger is om met kunstmest te werken en deze mestsoort eenvoudiger mechanisch verspreid kan worden.
Men zou dus moeten trachten om, onder de nu eenmaal heersende omstandigheden, het evenwicht in de natuur en de natuurlijke processen zo weinig mogelijk te verstoren, zoveel mogelijk terug te grijpen naar natuurlijke verhoudingen. Doet men dit niet, dan zal er wel weer een “ramp” uit voortkomen.
Insectenbestrijding brengt ook al moeilijkheden. Indien bepaalde insecten lastig zijn, importeer dan zoveel mogelijk de natuurlijke vijanden van deze insecten en neem de schade, die zij u berokkenen dan desnoods maar op de koop toe, maar bestrijdt insecten niet door steeds veelvuldiger en met steeds sterkere middelen te bespuiten. Beperk de chemische ongediertebestrijding zoveel mogelijk. Men voorkomt daarmede ontwikkelingen, die over enige tijd tot ware rampen voor de mensheid zouden kunnen voeren. Als men met atoomcentrales wil werken, om zo elektriciteit te winnen, is daarop zich geen bezwaar tegen. Maar houdt er wel rekening mee, dat dergelijke centrales behoren te staan op plaatsen, die al van zich onvruchtbaar zijn en niet te midden van het vruchtbare land of vlak bij grote nederzettingen van mensen. Het lijkt misschien nu niet zo gevaarlijk, maar wanneer dergelijke centrales eenmaal langere tijd in gebruik zijn, zeg 80 à 90 jaren, zal in de omgeving ondanks alle voorzorgen stralingsschade onvermijdelijk zijn. Het gevolg daarvan zijn vooral in het begin, kleinere mutaties, kleine afwijkingen. Zelfs in Nederland heeft men iets dergelijks al eens meegemaakt, in de buurt van Petten. Door een fout bij de lozing van besmet water ontstonden daar opeens mutaties van kikkers en kleine waterdieren, waaronder insecten als bv. waterspinnen. Bedenk, dat dit gevaar niet denkbeeldig is en dat, zelfs bij de beste afscherming, in een reeks van jaren zoveel lek ontstaat, dat op een gegeven ogenblik schijnbaar plotseling mutaties ook onder de mensen op gaan treden. Zoiets zal men dan wel weer een ramp noemen. Maar ook dan zal de oorzaak in feite zijn, dat men een verstoring van natuurlijke omstandigheden en evenwichten heeft opgebouwd, waardoor dergelijke gevolgen niet meer voorkomen kunnen worden.
De mens leeft in een wereld, die geneigd is voortdurend naar evenwichten te zoeken. De wijze, waarop dit geschiedt, is over het algemeen geleidelijk en redelijk. Uitbarstingen als bv. die van de Krakatau indertijd zijn een zeldzaamheid. Vulkanische verschijnselen zullen er voorlopig wel zijn, maar hun omvang is meestal van zodanige aard, dat men, wanneer men rekening houdt met de verschijnselen, de ernstigste schade wel kan voorkomen. De aarde beeft vaak, maar het is bekend, dat er bepaalde aardbevingsgebieden bestaan. Wanneer de mens met zijn bouwsels en werken rekening houdt met het bestaan van deze gebieden, zal de ergste schade bijna altijd voorkomen kunnen worden. Wanneer de mens door eigen mentaliteit en wijze van handelen het voor hem bestaande gevaar van bevingen niet vergroot, kan hij daarmede rustig leven.
Wanneer bepaalde ziekten veel voorkomen, kan men natuurlijk de mensen door inentingen immuun gaan maken. Het zou echter wijzer zijn hun weerstand tegen de ziekte op meer natuurlijke wijze te vergroten, zolang dit mogelijk is. Want door het uitvallen van bepaalde besmettingsgevaren, zal ook de weerstand van de doorsnee mens voor die ziekten afnemen met het gevolg, dat een griepje, dat men nu over het algemeen zonder te veel ongemak kan weerstaan, bij degenen, die geen weerstand meer hebben daartegen, wier lichamen niet meer gewend zijn zelf antistoffen te produceren, dodelijk kan worden wanneer geen serum aanwezig blijkt te zijn. Wat dan een ramp zou betekenen.
De mens zal terug moeten naar een zoveel mogelijk in overeenstemming met en volgens de natuur zelf te leven. De natuur nu kent haar eigen ritmen. Sommige daarvan noemen wij, omdat zij van buiten de aarde optreden, kosmische werkingen, men zal daarmede rekening dienen te houdend en zal er eenvoudig gebruik van moeten leren maken en vooral niet, zoals nu wel gebeurt, moeten proberen om ze te neutraliseren of uit te schakelen. Dit laatste schept ook psychisch grote gevaren. Als mens, zowel als in het geestelijk bestaan, zal men moeten leren zoveel mogelijk te leven in overeenstemming met de waarden van zijn milieu, dat men immers wel deels, maar nimmer in zijn geheel zal kunnen beheersen. Reageert men op het milieu op de juiste wijze, dan neemt het aantal rampen af, zeker zover het de mens treffende rampen betreffen zal. Zij zijn eenvoudig overbodig geworden, omdat de evenwichten van stof en geest niet meer zo vaak ernstig en langdurig verstoord worden. Zodra je, als mens of geest, in je milieu het evenwicht verstoort, hoe dan ook, is het wel zeker dat juist hierdoor een invloed ontstaat, die weer compenseert. Komt dit onverwacht, dan spreek je al snel van een ramp. Men spreekt graag over toeval, maar zo is het niet. De ramp is geen toeval, maar een herstel van evenwicht, waarbij de zwakste plaatsen gebruikt worden, om dit evenwicht tot stand te brengen. Dit geldt voor de mens, voor de wereld, voor geestelijke moeilijkheden en mogelijkheden, voor alle natuur.
Ik heb dit onderwerp wel zeer op de materie gebaseerd. Ik voeg daaraan dan ook toe: Wanneer men geestelijk een bepaald probleem heeft en men zoekt niet naar een zo natuurlijk mogelijke oplossing, maar zoekt een eenzijdige oplossing te forceren, zo zullen als gevolg hiervan steeds meer geestelijke spanningen en problemen ontstaan, die een gestoord zielenleven kunnen betekenen, dat zelfs na de dood zijn evenwicht niet zonder meer zal kunnen vinden, zodat het ik vele – en meestal voor het ik niet aangename – belevingen nodig zal hebben, om zich weer aan te kunnen passen aan het kosmische ritme, dat immers ook voor de geest regeert.
Vragen.
Als er t.a.v. rampen geen toeval bestaat, hoe is het dan gesteld met de oorzaak ervan? Is zij overgelaten aan de willekeur van mensen, of is er ook, wat mensen betreft, geen sprake van willekeur, maar van een lopen in een min of meer geforceerde baan?
Werkelijk toeval bestaat niet, daar er altijd van oorzaak en gevolgwerkingen sprake is. Ik heb u duidelijk gemaakt, dat de oorzaak van een ramp primair gelegen is in het bestaan of ontstaan van een onevenwichtigheid of zwak punt. De gevolgen zijn vaak niet in overeenstemming met het menselijke beeld van een oorzaak. Een versleten fusee-pen kan de oorzaak zijn van een grote verkeersramp. Er bestaat echter geen dwingende regel volgens welke de rampen voorkomen, slechts een wetmatigheid. Als men aanneemt, dat de omstandigheden gelijk blijven, is echter een bepaald gevolg waarschijnlijk. Zolang alleen van waarschijnlijkheid gesproken kan worden, kan er van dwingende kracht niet gesproken worden.
De mens is grotendeels vrij in zijn handelen en leven. Er zijn in zijn leven en mogelijkheden wel vastliggende waarden, maar er bestaat geen dwang, waardoor hij slechts op één bepaalde wijze en geen enkele andere manier zal reageren. Reageren op omstandigheden is onvermijdelijk en noodzakelijk, de wijze van reageren is echter geheel vrij.
De mensen veroorzaken inderdaad menige ramp. In vele gevallen hadden de mensen de ramp echter kunnen vermijden, in andere gevallen zouden zij haar werking aanmerkelijk kunnen beperken. De vraag is: Wanneer een mens een ramp vermijdt, zal dan niet een andere mens toch die ramp kunnen veroorzaken? Ja, het is zelfs waarschijnlijk, dat dit zal gebeuren. Naarmate meer mensen bewust leven en handelen, is de mogelijkheid echter kleiner. De mens heeft wel degelijk een vrije wil en wordt ook in dit verband niet dwingend geleid. Menigeen onderwerpt zich nogal gemakkelijk aan invloeden en krachten van buiten. Dit is echter geen noodzaak. Slechts de neiging tot onderwerping of het gebrek aan inzicht en wil tot zelf streven en handelen is er de oorzaak van, dat wij de toekomst toch grotendeels kunnen berekenen. Een juist berekenen van de tijd, waarop rampen zullen geschieden, is moeilijker dan het naar redelijkheid voorspellen daarvan, daar een enkele mens, die anders gaat reageren of denken, reeds een versnelling of vertraging kan veroorzaken. Daar een zich wijzigingen van de massa echter minder snel geschiedt, kan de ramp desondanks als vaststaand worden aangenomen, ofschoon zij niet onvermijdelijk is in theorie.
U sprak, naar ik meen, van onontkoombare rampen. Dacht u daarbij aan een asteroïde, die de aarde zeer dicht zal naderen en mogelijk een geringe wijziging in haar baan kan veroorzaken?
De mogelijkheid bestaat theoretisch. Onontkoombaar acht ik dit echter zeker niet, eerder onwaarschijnlijk. Wij kunnen stellen, dat een dergelijk contact van nabij met een ander hemellichaam voor de aarde in de laatste 10.000.000 jaren 3 à 4 keren is voorgekomen. De kans, dat dit contact echter nu zo plaats zou vinden, dat dit op aarde voor eenieder merkbaar is of zelfs rampzalig wordt, is ongeveer 1 tegen 3.500.000. Verder zou ik nog op willen merken, dat de mensheid, wanneer dit gevaar werkelijk aanwezig is, beschikt over de middelen, en een voor de aarde fatale beïnvloeding of zelfs botsing kan voorkomen. Zou men deze middelen gebruiken, dan zou wel de maan er enige invloed van kunnen ondervinden, maar ook dit zou voor Luna of aarde zeker niet fataal zijn. Gezien de kans verhouding, die ik u al gaf, kan men dit gebeuren zelfs niet onder de predicable gebeurtenissen rekenen, wat de uitwerking betreft. Wil men al een waarschijnlijkheidsprognose stellen, dan zou men moeten zeggen: Wij nemen aan, dat er geen sprake zal zijn van een contact met een asteroïde waaruit voor de aarde onaangename of fatale gevolgen voortkomen. In het verleden is enkele malen een dergelijk contact met andere lichamen uit de kosmos voorgekomen, waarbij een juist gebruik van magische krachten misschien iets zou hebben kunnen uitrichten. Daartoe was, naar ik meen, echter de kennis niet aanwezig, zodat wij hier wel kunnen spreken van een onontkoombaar feit. Overleveringen over dit gebeuren bestaan nog in landen van Midden-Afrika en Zuid-Amerika.
Zijn uw prognoses vaststellingen van onontkoombare feiten?
Neen, zij zijn gebaseerd op waarschijnlijkheid. Dit blijkt uit het feit, dat wij gemiddeld 78% tot 83% van onze prognoses kenbaar en duidelijk zien uitkomen. Gezien het vaak specifieke karakter van de voorspellingen is dit een zeer goede prestatie.
Gezien de plaatsing van een kernenergiecentrale in de Betuwe zou ik willen vragen: Is volgens u deze plaatsing onjuist of gevaarlijk?
Ik heb niets tegen kernenergiecentrales, maar meen, dat men deze zou moeten plaatsen in de onvruchtbaarste delen van het land. Voorlopig zal deze centrale voor Nederland niet zo gevaarlijk zijn, naar ik meen, tenzij rond deze centrale de bevolkingsdichtheid toeneemt en vele gezinnen gedurende rond drie generaties binnen een straal van 30 tot 50 km. van de centrale zouden blijven wonen. Nederland heeft echter, zoals u misschien bemerkt hebt, een gemiddeld zeer vochtig klimaat en veel water. Hierdoor zal demping van straling optreden en zullen licht stralend geworden deeltjes weg worden gespoeld. Van belang is verder het type van de reactor. Is het een boiler, waarin dus radioactief materiaal wordt gemaakt, dan is het gevaar ongeveer 7 maal zo groot als bij een goed afgeschermde centrale, die alleen verbruikt. Van belang zijn verder de maatregelen voor afvoer van eventueel besmet koelwater enz. Het gevaar voor een derde generatie van in de omgeving wonende, mits zij dus blijvend in de omgeving leven, blijft bestaan. Ik vraag mij af, of de gekozen plaats aan de te stellen eisen wel voldoende beantwoordt. Kort gezegd, van mijn kant geen bezwaar, ga rustig in de Betuwe kamperen, desnoods vlak bij de centrale, maar ga er liever niet blijvend wonen, want dat zou riskant kunnen zijn.
Na alle vragen nog kort een slotwoord. Schrik niet, het duurt niet lang. Wij hebben m.i. zoveel over materiële dingen gesproken en zelfs zeer populair, om niet te veel uit de vakantiesfeer te vallen. Toch zijn er nog enkele punten, waarover wij in verband met dit onderwerp ook even na moeten denken.
Al wat wij gezegd hebben over de materie, geldt op gelijke wijze in en voor de geest. In uzelf is een evenwicht noodzakelijk. Wanneer u dit evenwicht niet kunt vinden, zal er iets met u gebeuren, hetzij dankzij uw eigen ingrijpen of ondanks uw eigen ingrijpen. Hierdoor zal het evenwicht hersteld kunnen worden.
Wanneer het gevoel hebt een bepaalde zonde gepleegd te hebben, of een bepaalde schuld op u te hebben geladen, dan kunt u boete doen, maar het is evengoed mogelijk dat u door deze niet erkende spanningen ziek wordt, of zelfs, dat u onbewust, maar wel degelijk volgens eigen motief, ergens pijnlijk tegenaan loopt. U compenseert dus de innerlijke spanningen en onevenwichtigheden zelfs door de materie.
Als u zich in de maatschappij onzeker gevoelt, zo kunt u zich nog zo zeker gedragen, maar er zal altijd een ogenblik komen, waarop u, bewust of onbewust, de ene flater slaat, waardoor u in uw omgeving toont, wat er in u werkelijk bestaat.
Als u een geestelijk systeem hebt opgebouwd, waarin u God en alle engelen hun plaatsen nauwkeurig hebt gegeven en volgens dit systeem streeft, doch innerlijk van de waarheid ervan niet geheel overtuigd bent, komt er een ogenblik, dat de andere, misschien onbewust, meer aanvaarde mogelijkheden, die in u leven, eveneens tot hun recht gaan komen. Geeft men niet bewust gehoor aan deze eis van eigen innerlijk, dan komt er een ogenblik, dat men eisen stelt aan zich en aan de geest, aan God, die niet meer waargemaakt kunnen worden. Dan grijp je te hoog en val je. Daar je dit dan niet kunt verwerken, maak je het duister voor jezelf tot waarheid door een afwijzen van al het Licht. Je beleeft dan in gedachten, dromen, visioenen of sferen, al datgene, wat wel in je bestond, maar dat je niet waar wilde hebben. Aan een herstellen van het evenwicht is op de duur ook voor gedachteleven en geestelijk bestaan niet te ontkomen.
In de geest zijn er, door de vele spanningen zwakke punten – in de doorsnee mens zijn 3 tot 4 zwakke punten geestelijk minstens aanwezig – die, tenzij men steeds weer zijn eigen houding weet aan te passen en zo bewuster te worden, tot uiting zullen komen. Welk van deze zwakke punten daarbij het sterkst tot uiting zal komen, is niet tevoren te zeggen. Dit is afhankelijk van de omstandigheden, waaronder je leeft en streeft, de wijze, waarop je je wereld of sfeer aanvaardt.
Wanneer u nu verstandig bent, leert u de spanningen, die in u bestaan, bewust naar buiten toe af te reageren. Zoals u dan ook zult leren de krachten, die in u schuilen, ook naar buiten toe te gebruiken.
Bent u niet verstandig, dan laat u de spanningen in uzelf voortbestaan, zodat er een ogenblik komt, dat er geen door u bewust geschapen mogelijkheid tot afreageren en aanvullen meer aanwezig is en u onbewust voor uzelf vele niet verwachte, en beheersbare omstandigheden gaat opwekken. Dan spreekt u van een onbeheersbaar noodlot, dan gebeuren voor u, u persoonlijk treffende, rampen waarvan u zich steeds weer zult af vragen, waarvoor dit nu noodzakelijk was.
Van buiten ons, vanuit de wereld, worden op ieder die leeft, zekere spanningen gelegd. Maar wij kunnen die spanningen in onszelf verwerken, in eigen leven egaliseren. De mens kan door zijn bewust streven en pogen vele gevaren op zijn weg overwinnen of ontgaan. Je kunt wel niet alles voorkomen, maar je kunt, als op een bekend lawinespoor, door op zich eenvoudige en betrekkelijk kleine zekeringen te scheppen, ervoor zorgen, dat de lawine aan alle werkelijk belangrijke punten voorbij gaat.
U kunt, door zo bewust mogelijk te handelen, er zorg voor dragen, dat de innerlijke spanningen en krachten, die in u bestaan, niet ten nadele van uzelf of uw naasten in verschijning zullen treden doch in vele gevallen zelfs werken ten voordele van uw naasten en uzelf. Door uw spanningen af te reageren, daar waar het er niet zozeer op aan komt, kunt u bereiken, dat u in alle belangrijke fasen van uw bestaan geestelijk zowel als stoffelijk, bewust en beheerst kunt reageren.
U hebt vaak in een impuls dingen gedaan, waar u later spijt van hebt gehad, waarbij u zich later hebt afgevraagd, hoe u ooit zo dom hebt kunnen zijn. Ook hier was in de meeste gevallen sprake van een zoeken naar een evenwicht; ook dit hebt u zelf door innerlijke spanningen en onbegrepen werkingen in het eigen ik veroorzaakt. Evenwicht is noodzakelijk en zal daarom in u hersteld worden, wat ook de prijs is, die u daarvoor zult moeten betalen. Handel dus zo bewust mogelijk. Heb begrip voor alle invloeden die in en buiten u optreden. Dan zult u niet alleen begrijpen, dat rampen zin hebben, maar u zult ook leren, deze voor uzelf en anderen te vermijden.