Wat is een profetie?

image_pdf

Uit de cursus ‘Voorspellingen‘ (hoofdstuk 1 ) – oktober 1979

‘Voorspellingen’

Door de gehele menselijke geschiedenis worden we steeds weer geconfronteerd met allerlei profetieën, met profeten, waarzeggers, helderzienden en zo meer. De eerste priesters die de jacht hebben geleid bij de oermens waren degenen die profeteerden waar men de kudden kon vinden. De sjamanen riepen de stemmen op van de overledenen, vooral de grote staatslieden en krijgers, en gaven zo de aanwijzingen die men nodig kon hebben om de strijd te winnen of een geschil te beslechten.

Als we wat verder in de tijd gaan dan krijgen we overal die mooie orakels. Orakels waren in feite mensen die in trance profeteerden, ofschoon er meer priesters waren die profiteerden. Een bekende methode was altijd een uitspraak zo te doen dat niemand er weg mee wist, totdat het gebeurd was. En als je dat dubbelzinnig zei, dan had je altijd gelijk.

Van daaruit komen we langzamerhand in de richting van het kerkelijk denken. In het Oude Testament hebben we profeten bij de vleet, ze staan daarin opgetekend. Maar als we een stapje verder gaan, dan vinden we ook in de eerste christengemeenschappen de mensen die tijdens de agape (liefdesmaaltijd) plotseling opstaan en bezield door de Heilige Geest allerlei uitspraken doen, toespraken houden en in vele gevallen bepaalde dingen vooruit zeggen.

De wichelaars komen dan een beetje in opkomst. De astrologie gaat een rol spelen en ook andere vormen van wichelarij overgeleverd uit de oudheid zijn nog steeds in zwang.

Wanneer de Arabieren tenslotte hun eerste grote waarnemingen vastleggen ontstaat er zelfs een astrologische wetenschap. Gelijktijdig ontwikkelt zich ergens anders het idee van de handlijnkunde. Er zijn mensen die beweren je toekomst te kunnen lezen uit de hand, uit het hoofd, de knobbels die men op het hoofd heeft. Kortom, profetieën bij de vleet.

Wat wij nu in deze cursus willen doen, is niet in de eerste plaats al die oude dingen nagaan. Er zijn onnoemelijk veel boeken over geschreven. Het meeste daarvan kunt u, indien u daarin bent geïnteresseerd, elders terugvinden. Het zal ons in de eerste plaats gaan om het wezen van een profetie of een voorspelling na te gaan en de methodiek daarachter nader te belichten. Ik geloof dat dit het belangrijkst is.

Wat is een profetie?

U denkt waarschijnlijk dat u het weet. Een profetie is niet alleen maar een voorspelling. Als u hier zit dan kan ik natuurlijk doen alsof ik een profeet ben en zeggen dat u zo dadelijk allen huiswaarts zult keren. Dit is een normale gevolgtrekking. Een profetie is dus een voorspelling die niet langs normaal redelijke weg zonder meer kan worden verkregen.

De middelen die men daarbij gebruikt zijn heel wat minder belangrijk dan men schijnt te denken. Ik weet het wel, de theeblaadjes in een kopje, vooral een Engelse methode die nog in zwang is. Het koffiedik, vooral in Frankrijk nogal geliefd. U ziet, de drinkgewoonte van een volk speelt een rol bij de meest voorkomende vorm van voorspelling.

Wij weten dat ook handlijnkunde in Italië nog veel wordt beoefend, terwijl een soortgelijke kunst ook in Spanje veel voorkomt, maar dan wel voornamelijk bij de zigeuners. In al deze gevallen gaat het om een object waarop je je concentreert. Zelfs als we teruggrijpen naar de oude profeten dan blijkt dat ze steeds weer in een speciale toestand verkeren op het ogenblik dat de geest over hen vaardig wordt. Verder kunnen we con­stateren en dat kunnen we ook zien aan de Bijbelse profeten, de meest bereikbare voorbeelden voor ons, dat ze sterk worden geleid door impulsen uit hun onderbewustzijn.

Als we kijken wat Jesaja (vooral Jesaja II) zoal te zeggen heeft, dan klinkt hij ongeveer als een politiek commentator die de zenuwen heeft. Het belangrijke bij dit alles is echter, er is geen direct logische samenhang. Er is een toestand van concentratie, van een afzondering van de norm. Of ik nu kijk naar een horoscoop of naar wat theeblaadjes, met zand zit te strooien, het gaat erom dat ik bezig ben en mijn gehele aandacht concentreer op het kennen van de toekomst. Technisch omschreven zou je dus kunnen zeggen: profetieën en voorspellingen worden mogelijk op het ogenblik dat zo een volledige concentratie op de toekomst is bereikt, dat geen redelijke samenhangen met het heden meer worden beseft.

Dan kijken we wat er verder aan de hand kan zijn. Ik kan een voorspelling doen, maar ik moet die altijd inkleden. Elke profeet heeft de neiging om dat een beetje vaag te doen. Wij hebben ons er zelf ook aan schuldig gemaakt. Ik herinner mij dat een van onze broeders, sprekend over toekomstige ontwikkelingen in Nederland, letterlijk verklaarde: er bestaat gevaar voor grote overstromingen in het mondingsgebied van de grote rivieren, gepaard gaand met stormvloed en dijkbreuk. Niemand heeft toen aan Zeeland gedacht, hoewel dit inderdaad het mondingsgebied is van de grote rivieren. De voorspelling was dus juist, maar ze was niet afleesbaar.

Een profeet kan namelijk heel vaak de zaken niet gemakkelijk bij elkaar brengen. Hij kan geen werelden vinden die voor hem de volledige waarheid inhouden. Denk maar eens aan de kwatrijnen van Nostradamus. Hierin worden inderdaad vele toekomstige gebeurtenissen voorspeld. Niemand kan ze echter ontcijferen, want de profeet heeft zijn eigen symboliek gebruikt.

Iets dergelijks zouden we zelfs kunnen zeggen over het boek ‘Openbaringen’ waar we met enige moeite wel de oorsprong van de symboliek zo hier en daar in kunnen terugvinden. Er zitten Assyrische elementen in, er zitten enkele Egyptische en ook Grieks mythologische elementen in. Maar wat ze precies betekenen daar zijn we nog steeds niet achter. We kunnen dan werken met letteromzetting, met geometrie e.d., maar niemand heeft nog uitgerekend wat het Beest met het getal 666 betekent. Niemand is daar nog achter kunnen komen. Dat is misschien maar goed ook, want een profeet zal in zuiver persoonlijk verband nog wel het een en ander kunnen zeggen. Maar als hij een algemene voorspelling doet dan beroert dat zo onnoemelijk veel mensen, dat alleen het geloof in een dergelijke voorspelling misschien al voldoende is om haar in vervulling te doen gaan. En eerlijk ingrijpen in het lot is nu juist datgene wat een profeet niet zou mogen doen.

De situatie is dus als volgt: een mens heeft een ogenblik zijn banden met het heden verbroken. Hij is gericht op het gebeuren van morgen of overmorgen. De tijd kan hij vaak niet precies bepalen. Nu kan hij kiezen uit twee methoden. Hij kan kiezen voor de impuls waarbij de opkomende gedachten zonder meer als profetie worden uitgesproken, en hij kan kiezen voor het visionaire werk waarbij men – of men nu werkelijk ziet of niet, want het is niet altijd de werkelijke visuele hallucinatie – begint een scène te beschrijven. En als die beschrijving is beëindigd, dan probeert hij op de een of andere manier een verband te leggen met de feiten die hem bekend zijn.

Ik meen dat het eenvoudig genoeg is te zeggen: Nederland krijgt in de komende tijd nog te maken met vele stakingen. Dat is logisch. Als we nu zouden zeggen dat in Nederland een van de politieke leiders door een zeer ernstige ziekte zal worden getroffen, waarschijnlijk tegen de kersttijd, dan is dat een profetie. Waarom? Ook al heb ik de persoon niet aangeduid, de mogelijkheid dat dit in de gestelde tijd zal gebeuren is betrekkelijk klein.

Een groot gedeelte van wat profeten hebben gezegd (z. g. profeten vooral) kun je eigenlijk herleiden tot een bewust of onbewust gebruiken van waarschijnlijkheidsberekening. Er zijn zoveel kansen dat een bepaald iets zal gebeuren dat je het met grote zekerheid kunt stellen en heel weinig kans hebt om ongelijk te krijgen. Maar er zijn ook zaken bij die eigenlijk zo weinig kans hebben om te gebeuren, dat het voorspellen juist daarvan als een werkelijke profetie kan worden aangemerkt.

Nu zullen we toch zo nu en dan in deze cursus moeten terugspringen naar het verleden, al is het alleen maar om te illustreren wat er kan gebeuren.

Er is een orakel. Degene die het orakel bezoekt vertelt natuurlijk niet precies wat hij allemaal wil weten en wil horen. Hij stelt alleen een vraag. Maar voordat hij wordt toegelaten moet hij eerst enige tijd in een gastverblijf doorbrengen. In dat gastverblijf kunnen ze ondertussen te we­ten komen wie en wat hij is en daarop wordt de voorspelling afgesteld. Dat wil niet zeggen dat de predictie op zichzelf onjuist hoeft te zijn, of dat er geen sprake is van het paranormale, maar alleen van bedrog. Het wil alleen zeggen dat men een soort zekerheidsfactor wil inbouwen, maar daardoor tevens bepaalde eerste impulsen probeert weg te verklaren of zelfs niet uitspreekt.

Als er nu een beeld oprijst dat onaangenaam is. Laten we zeggen dat een zakenman heeft gevraagd: kan ik een expeditie ondernemen naar Troje en winst maken? Dan zegt het orakel: “Als de god van de wind en de god van de handel samengaan, dan zal u alles geworden wat u wezenlijk verdient.”

Kijk, gaat die boot nu toevallig ten gronde of wordt hij gekaapt, dan zegt het orakel: “Je hebt toch gekregen wat je verdiende. Daar heb je naar geleefd.” Maar er zit wel een ding in: waarom werd in de voorspelling juist de god van de wind gebruikt? Omdat het eerste beeld dat opkwam een storm was waarmee de vloot te kampen zou krijgen. Ik garandeer u dat, wat er verder ook niet is uitgekomen of wel is uitgekomen, die storm is opgestoken. Het orakel had hier dus een element van waarheid. Het was wezenlijk een vooruitschouw. Al het andere werd eromheen geweven uit overwegingen van prestige, klantenbinding en wat zo meer.

Nu gaat u naar een helderziende toe. Als het er een is die een nogal druk bedrijf heeft en hoge tarieven, dan zult u ofwel van tevoren moeten aanvragen (dan kunnen ze even nagaan wie u bent) of u mag een tijdje in de wachtkamer wachten. Daar zit iemand die u altijd heel vriendelijk laat voorgaan, want hij zit er namelijk alleen om te zorgen dat hij u uithoort. Dan komt u bij de helderziende binnen. Deze zegt: “0, ik zie het al, u zit met een familieprobleem.” Maar dat heeft u net verteld. Hij/zij begint dan een heel verhaal dat gaat over mannen en vrouwen die uw pad kruisen. Maar dan zegt de helderziende ineens: “U moet wel goed uitkijken, want ik zie dat u een ongelukje krijgt met het openbaar vervoer. Zorg ervoor dat u altijd vrij staat.” Dan denkt u: vrij staat? Wat heb ik daaraan? Na al die dingen die u serieus heeft genomen, wordt dit vergeten. Totdat blijkt dat u te dicht in de rij dringend om toch nog de bus of de tram in te komen struikelt, tegen de treeplank aan komt en een aantal dagen met een bloeduitstorting loopt waardoor uw gang alle sierlijkheid moet ontberen. Dit was vooruit gezien. Dat was niet zonder meer vooruit te zeggen. Hoe kan dat?

Wel, elke mens heeft een mate van uitstraling. In die uitstraling zit een deel van uw gedachteleven verborgen en ook van uw onderbewustzijn. Dat betekent dat iemand, die voldoende op u is ingesteld, in staat is de trillingen af te lezen. Hieruit komen een aantal beelden voort die absoluut niets met de werkelijkheid te maken hebben. Vandaar dat een goe­de helderziende nooit zal zeggen: “U wint de honderdduizend.” Hij zal wel zeggen: “Er is een kans dat u geluk heeft in de loterij.” Verder zullen ze nooit gaan, want als u daarmee bezig bent, bewust of onbewust, dan zit het erin dat u meespeelt en kun je dus zoiets wel zeggen. Ergens weet u zelf dingen over uzelf, onbewust, die u nooit naar buiten kunt brengen. Uit die wetenschap wordt vaak geput. Dus de persoon wordt afgelezen.

Als je iemand heel goed afleest dan gebeurt er nog iets anders. De wereld heeft een soort patroon. We noemen dat dan trilling bij gebrek aan beter. Het is een soort sfeer. Die sfeer verandert. Nu kun je wel degelijk aanvoelen dat die sfeer op een bepaald moment anders zal zijn. Je kunt ook de uitstraling van een persoon aanvoelen. Als die twee disharmonisch zijn, dan moet je waarschuwen en zul je ongeluk voorspellen. Als je al redelijke gegevens hebt trek je negatieve conclusies. Als echter beide harmonisch zijn, dan neem je aan dat alles zal meelopen. En al datgene wat je in het onderbewustzijn aanvoelt als een mogelijkheid, kun je nu naar voren brengen met enige zekerheid als een positief gebeuren. Het is niet zo moeilijk als het lijkt.

Er zijn natuurlijk ook methoden die veel overtuigender zijn. Ik denk aan het schouwen in inkt, het schouwen in water en dat soort dingen. Zelfs in de kristallen bol, meestal een bol van loodkristal. Je kunt een ander hiernaar laten staren. Als je nu harmonieën kunt ontdekken tussen iets in de toekomst, onverschillig wat, en deze mens, kun je daarop je gedachten heel scherp concentreren. Je bent dan niet alleen helderziende, je bent gelijktijdig een soort suggestor of misschien zelfs hypnotiseur. De ander ziet nu in de inkt, in het spiegelend watervlak, in de bol, een scène zich opbouwen. Die scène is datgene wat hij met grote waarschijnlijkheid zal waarmaken. Daarin zitten alle gegevens van zijn persoonlijkheid plus alle afstemmingen die u hebt gevonden. Het is natuurlijk erg overtuigend als je dat zelf ziet. Of het daarbij ook altijd helemaal waar is valt te betwijfelen.

Bij elke profetie, onverschillig welke, zelfs als ze heet te komen van de Heilige Geest of van andere hoge instanties, moet worden gesteld dat het menselijk onderbewustzijn de feitelijke interpretatie geeft en dat juist daardoor altijd een aanpassing van de profetie, van het schouwen, aan de eigen voorstellingswereld zal plaatsvinden.

Neem nu bijvoorbeeld de Paus. Laten we zeggen dat deze Paus een mysticus is. Dat is hij ook op de achtergrond. Hij is dus een acteur met een mystieke inslag zou je kunnen zeggen. Had deze man nu eens vooruit geschouwd naar zijn wereldreis, dan zou hij niet hebben kunnen zeggen: “Dat is mijn succes.” Dat succes is gelegen in de honger van de mensen naar autoriteit, naar iets wat naar het bovenmenselijke zweemt. Maar dat komt niet in hem op. Hij zal dus zeggen: “Ik word daarbij beschermd door de Heilige Maagd Maria.” Zijn symbool van moederlijke omhulling, van zekerheid. “Zij geleidt mij, opdat onze moeder de H. Kerk aan meer mensen wordt geopenbaard”. In feite zou hij alleen kunnen zeggen op grond van zijn dromen en symbolen: “Er zullen enorm veel mensen naar mij komen kijken en ik zal erg veel succes hebben.”

U begrijpt nu waarschijnlijk waarom wij bij het beschouwen van een profetie altijd een beetje voorzichtig moeten zijn. Dan is er nog iets.

Wanneer iemand bijvoorbeeld profeteert: “Wanneer de adelaar zwermt boven de stad van de beer, dan zal het vuur het Westen verbranden.” Een zeer vrije vertaling van een van de gegevens van Nostradamus. Dan begint u: de beer, dat is Rusland. De adelaar is natuurlijk de USA. “Als de bommen van de Ver. Staten vallen op Moskou, dan zal het hele Westen in vuur staan”. Dat zegt u nu. Maar toevallig is Bern ook de stad van de beer. En een adelaar kunnen we ook nog vinden bij Mannheim. Dus als een olieboot van Mannheim naar Bern vaart, zou hij kunnen ontbranden en zou er vuur zijn waar een hoop mensen naar gaan kijken. Zo kan ik het ook vertalen.

Nu ligt het er maar aan wat u voor voorstellingen koestert. De uitleg van een profetie is altijd associatief, het gaat uit van uw eigen begripsbeelden. Als u symbolen vertaalt, doet u dit naar de betekenis die u eraan toekent. Als u conclusies trekt, dan zijn dat geen conclusies die in de profetie zitten, maar die u trekt. Misschien wordt het nu iets duidelijker wat een profetie eigenlijk is.

Een profetie, een voorspelling, is in wezen een vooruitzien in de tijd waarbij je niet in staat bent om alles precies vast te leggen. Het resultaat is dat je alleen enkele hoofdpunten van een gebeuren weergeeft dat je wel aanvoelt en niet redelijk bevat. Zolang het daarbij blijft zal de profetie niet gemakkelijk zijn uit te leggen, maar ze zal wel – en dat is heel erg belangrijk – waar zijn. Een profetie wordt echter minder waar naarmate meer mensen proberen haar uit te leggen. Het is dus een raadsel.

Waarom we in de tijd vooruit kunnen zien? Ja, daarvoor zijn heel veel uitleggingen. De meest eenvoudige is deze: tijd is eigenlijk een belevingsfactor. Als waarde kan ze worden vergeleken met zwaartekracht of snelheid. Als we ons nu kunnen losmaken van de ons bindende begrippen, dan zullen we de waarde die ‘tijd’ wordt genoemd kunnen zien als een rechte lijn. Waar we haar kunnen overzien, kunnen we de punten op die lijn aftasten, ook als die punten liggen daar waar wij nog niet zijn aangekomen. Vooruit zien in de tijd is dus het aflezen van mogelijkheden. Helemaal juist is het echter niet.

De tijd is namelijk geen vastliggende waarde. De ontwikkeling is van­uit het begin gepredestineerd; ze is de grootste waarschijnlijkheid. Als wij gaan profeteren dan gaan we uit van de grootste waarschijnlijkheid. Maar er zijn zoveel ogenblikken dat van die rechte lijn kan worden afgeweken, dat het niet waarschijnlijk is dat alles wat wij voorspellen waar wordt. Ons schouwen in de tijd is dus het constateren dat iets mogelijk is en dat het een mate van waarschijnlijkheid kent, meer niet.

Ik kan hier rustig iemand de stuipen op het lijf jagen en zeggen: “De dood is u nabij.” Daar heb ik altijd gelijk in. Er sterft altijd wel iemand in uw omgeving. Misschien door een verkeersongeluk, bij de buren of desnoods slaat u een vlieg dood. De dood is u nabij. Maar als ik dat gewoon als een waarschijnlijkheid zie, kan ik zeggen: “Voor de een ligt het veel dichterbij dan voor de ander.” De waarschijnlijkheid kan voor een persoon nabij zijn. Dan is er voor die ene persoon iets te zeggen. Als ik bovendien in de uitstraling van zo iemand ontdek dat het proces van afsluiting (dat gebeurt ook in de aura) voor de buitenwereld is begonnen, dan kan ik zeggen: “Binnen een jaar is dat gepiept.” Dan hebben we er bij ons weer eentje bij en u bent er eentje kwijt. Dat is dus een profetie die is gebaseerd op waarnemingen. Het is een prognose, een voorspelling, maar een zeer redelijke.

Minder redelijk wordt het als ik ga zeggen waar de fout ligt. Als ik bijvoorbeeld zeg: “Ik voel dat de dood u dichterbij komt. Er is sprake van een longkankerproces dat zich nu gaat voltrekken.” Kijk, dan kom ik al iets dichterbij. Ik kan het nog afgelezen hebben. Maar het is een constatering die buiten het redelijke ligt en die we als zodanig al een beetje onder de profetie kunnen gaan rekenen. Nu zeg ik daar echter bij: “U zult voor de consequenties van uw kwaal op het laatste moment worden gered door het ingrijpen van iemand die u vroeger heeft gekend.” Dit zijn factoren die niet meer redelijk bepaalbaar zijn. Op dat ogenblik profeteer ik werkelijk.

Kunt u zich voorstellen dat u een profetie eigenlijk niet als zoda­nig mag aannemen? Dat men zegt, dit is een voorspelling, maar in fei­te weet dat het geen voorspelling is. Laten we maar weer een voorbeeld nemen. In de troonrede zitten minstens drie factoren van voorspel­lende aard. Het is nu al zeker dat minstens twee daarvan niet zul­len uitkomen. Het is wel een prognose, maar het is geen voorspelling, het is redeneren. Dan kun je zeggen: maar het nationaal planbureau heeft uitgemaakt dat …. Die mensen hebben dat berekend, maar of het uitkomt dat weten ze zelf niet en u ook niet. Dus geen profetie.

Als je die dingen als een zekerheid neemt, zoals men vroeger geloof­de in de uitspraak van een profeet, dan kom je in een jammerlijke toestand terecht. Dan kom je bijvoorbeeld terecht (ik heb politieke beelden genomen) in een situatie als van het huidige Kabinet dat is uitgegaan van berekeningen die niet juist bleken te zijn, omdat onvoorziene factoren konden in­grijpen.

Een echte profetie kan ook niet ontstaan door te zeggen: “Ik heb de H. Maagd gezien en die kwam mij vertellen dat morgen de koffie duurder zal worden.” (Ik neem nu maar krankzinnige voorbeelden, anders neemt u mij teveel au serieus.) De koffie kan duurder worden en ze kan niet duurder wor­den. De kans bestaat dat ze binnenkort toch weer goedkoper wordt. De enige mogelijkheid dat ze toch duurder wordt is omdat ze dan in een hoger tarief van de btw terecht komt. Dus, al beroep ik mij op de H. Maagd, op Jezus, op de Apostelen, op de verschijning van de grote Meesters van het Verre Oosten, daarmee is nooit de zin of betekenis of de waarde van mijn profetie bepaald. Het is geen profetie door de bron, maar alleen door haar inhoud. Dan stel ik:

  1. Een profetie is het vooruit melden of zien van gebeurtenissen die niet aan de hand van waarschijnlijkheidsberekeningen of aan de hand van de grootste mogelijkheid te voorzien waren.
  2. Een profetie komt altijd voort uit de werking van het onderbewustzijn, al dan niet in contact met de geestelijke waarden van de persoon die profeteert. Alleen van betekenis zijn de eerste uitspraken. Zodra de profeet denkt over wat hij heeft gezegd is er geen sprake meer van een zuivere profetie en moeten de uitspraken als zodanig worden betwijfeld.
  3. Geen enkele voorspelling is in staat om u te vertellen wat u moet zijn of wat u moet doen. U kunt alleen rekening houden met een mogelijkheid, u moet nooit uitgaan van een zekerheid.
  4. Laat u nooit bepalen door datgene wat anderen hebben voorspeld. Als u zelf een visioen heeft of in u een voorspelling voelt opwellen, noteer haar en houd er rekening mee, maar wees zo verstandig het even te laten rusten. Als u later de voorspelling kunt overzien, vraag u af in hoeverre kan mijn huidige toestand de uitspraak in de hand hebben gewerkt? In hoeverre zijn hierin bepaalde angsten of verlangens van mij uitgedrukt? In hoeverre is wat erin wordt gesteld waarschijnlijk te noemen. Alle factoren die onder deze drie hoofden vallen neemt u weg. Alleen datgene wat overblijft kan dan nog een werkelijke voorspel­ling inhouden. Daarmede zou ik dan, als ik u was, inderdaad rekening houden.

Noot I

Als er een voorspelling wordt gedaan aan een persoon die voor suggestie openstaat, dan zal deze heel vaak door die voorspelling worden gedreven tot een aantal handelingen en reacties waardoor de vervulling van de voorspelling waarschijnlijker wordt. Dit is natuurlijk afhankelijk van de reactie van de persoon aan wie de voorspelling wordt gedaan. De een reageert wel, de andere niet. Maar indien dit het geval is kan worden gezegd dat het emotionele leven en daarnaast ook de praktische belevingswaarden van een mens door een concrete voorspelling zodanig kunnen worden gewijzigd, dat althans zijn waardering voor het gebeuren in het leven een totaal andere wordt.

Noot II

In elke vorm van voorspelling, ook als deze schijnbaar uitgaat van zeer exacte berekeningen (zoals bij astrologie of bij bepaalde kabbalis­tische berekeningen), moet worden gezegd dat de interpretatie daarvan zoveel mogelijkheden openlaat, dat eigenlijk het onderbewustzijn de eind keuze van elementen en dus de eindvorm van de voorspelling zal bepalen. Dit blijkt waar, zelfs als voorspellingen in trance worden gedaan. Ook dan is het niet mogelijk het gehele bewustzijn van de persoon door wie de boodschap komt uit te schakelen. Dit houdt in dat de gehele voorspel­ling wordt gekleurd door het instrument en dat daarbij de nadruk soms kan worden gelegd op in wezen onbelangrijke punten, terwijl aan de belangrijke punten wordt voorbijgegaan. Dit alleen omdat de persoon zelf de belang­rijke punten onbelangrijk vindt.

 

De volgende keer zullen we verdergaan en zullen we vanuit de vraag: wat is een profetie? ons meer moeten gaan verdiepen in: hoe komt ze tot stand? Wat is de werkelijke achtergrond ervan? En dan komen we bijgevolg ook terecht bij geesten, invloeden uit de omgeving enz.

Vragen.

  • Wie waren de Sibillen?

De Sibillen waren vrouwen die door bepaalde roesvormende middelen in een trance konden worden gebracht en in die trance uitspraken deden, die vaak werden uitgestoten in klanken die niet verstaanbaar waren. Dit werd dan als de taal van de geesten aangemerkt, ofschoon het soms een gewoon hysterisch verschijnsel was en vertaald door priesters die er dan uitspraken van maakten in overeenstemming met het honorarium dat ze meenden te mogen verwachten.

  • Wie was Nostradamus?

Nostradamus was een priester die door zijn halve bezetenheid, die mede weer uit zijn persoonlijke onevenwichtigheden voortsproot, inderdaad een groot aantal toekomstvisioenen heeft gehad. Hij heeft ze allemaal neergeschreven in een symbolentaal waarvan hij zelf de sleutel had. De voorspellingen zijn bewaard gebleven, maar de sleutel is verloren gegaan en niemand heeft deze ooit teruggevonden. Dit betekent dat Nostradamus heel vaak verkeerd wordt geïnterpreteerd. De mooiste voorbeelden daarvan kunt u vinden in de afgelopen wereldoorlog, toen de voorspellingen van Nostradamus in Duitsland zodanig werden uitgelegd, dat Hitler in een bepaalde periode heel West-Europa in zijn macht zou hebben, terwijl gelijktijdig anderen, even deskundige mensen, in Engeland berekenden dat Churchill al in 1942 Hitler overwonnen zou hebben. Waaruit mag blijken, dat hoezeer er ook waarheid zit in de vierlijnige verzen (kwatrijnen) en hoezeer deze inzicht zouden kunnen geven in de toekomst, de interpretatie daarvan toch steeds weer voert tot grote misvattingen.

Wichelarij.

Als we terecht komen bij bepaalde z. g. primitieve stammen (primitief omdat ze geen radio en televisie hebben), dan zullen we zien dat voorspel­lingen vaak worden gedaan door het werpen van botjes. Vooral bij veel neger­stammen zien we dat nog steeds. Ook in Azië kunnen wij het nog op vele ei­landen aantreffen en daarnaast bij zeer veel stammen in Zuid-Amerika. Als wij die botjes zien gooien dan denken we dat het eigenlijk een krankzinnige manier van wichelen is. Je gooit 7 botjes neer, je kijkt hoe ze vallen, desnoods strijk je er nog eentje recht en dan heb je het ant­woord gevonden.

De Chinezen hebben ook een soort wichelsysteem dat op hetzelfde be­rust. U kent de methode van het gooien met de stengels van het duizendgul­denblad en het zoeken van de bijpassende regels. Het is eigenlijk precies hetzelfde. Wij gaan uit van het toeval om de voorspelling mogelijk te maken. Dit toeval heeft in alle wichelarij, voor zover we in de historie kunnen kijken, een rol gespeeld. Natuurlijk, je kunt het allemaal aankleden.

Babylon en ook Ninivé kenden een orakel dat door kippen werd volbracht. In Babylon werd het door duiven gedaan, het verschil is niet zo groot. Ze namen graankorrels die gekleurd waren in vier kleuren. Die gekleurde kor­rels werden gelijkmatig op een stenen tafel uitgespreid. Daarna kwamen de overigens gekortwiekte gevederde vrienden en mochten daarvan pikken. Dit pikken duurde zolang totdat een zandloper of een druppelend vat was leeggelopen. Daarna werden ze weggenomen, heel voorzichtig en heel snel. Het patroon dat in de graankorrels overbleef was dan het begin van de voor­spelling. Alweer het toeval.

Maar er zijn nog heel wat meer vreemde dingen gebeurd in het verleden. Nu denk ik niet alleen aan de mensen die de darmen van een schaap of een ander dier, soms van een medemens, bekeken om te zien of er afwijkingen in voorkwamen, want dat zou een voorspelling zijn. Ik denk aan de mensen die bepaalde plaatsen in de heilige wouden bezochten om te zien hoeveel eikels er waren gevallen op een bepaald stukje grond. Dat stukje was van tevoren afgemeten. Het aantal eikels dat daar was gevallen plus de groepering waarin ze waren gevallen waren bepalend voor de manier waarop men voorspel­lingen zou doen voor het komende jaar. Een toeval, dat zult u met mij eens zijn.

Ook in het volksgeloof vinden we veel van die toevalligheden. Neemt u bijvoorbeeld het oude gebruik van de z. g. midwintervuren. Ze worden aangestoken op de avond van de midwinter zonnewende. Dan wordt zorgvuldig nagegaan in wel­ke richting de rook gaat. Niet alleen dat de velden waarover de rook trekt bijzonder gezegend zijn, maar ook kunnen we zien in welke richting hij gaat. Gaat hij naar het noorden, dan is het zeker dat de wintergoden een bijzonder sterke greep zullen krijgen; er is een laat voorjaar en we zullen moeilijk­heden krijgen met het weer. Gaat hij naar het zuiden, dan moet er rekening mee worden gehouden dat er vroeg geplant moet worden, dat men eventuele oor­logstochten vroeger moet beginnen enz.. Altijd weer het toeval. Dat is begrij­pelijk.

De mens staat tegenover een toekomst die voor hem niet te overzien is, dus niet te kennen is. Hij heeft geen enkele redelijke methode om die toekomst te benaderen. Het enige dat hij nog zou kunnen doen is de stem­men van het hogere erbij halen, zoals bijvoorbeeld het lezen van het sterrenschrift, wat o.a. de Chaldeeën hebben gedaan. Het toeval is dan de enige uitweg. Het toeval, het onbepaalde, kan eenvoudig de goden of het ongeziene de mo­gelijkheid verschaffen om invloed uit te oefenen.

Als we dus werken met toevalligheden bij het wichelen, dan gaat het niet om werkelijke toevalligheden. We nemen aan dat ongeziene machten en krachten hun invloed zullen aanwenden het toeval te richten, te bepalen. Daarmee zijn de botjes, waar we het over hadden, geworden van een eenvoudig spelletje van toevalligheden tot het verschaffen van een mogelijkheid aan geesten of aan een godheid om zich te uiten. Dat daarbij een kenbaar teken nodig is, is voor de mens erg belangrijk, erg onvermijdelijk. Als hij alleen vanuit zichzelf zou spreken en zijn eigen gedachten uitspreekt, dan vraagt hij zich altijd nog af of het wel juist zou zijn. Maar als er buiten hem een teken is waaraan hij het geheel van zijn voorspelling kan ophangen, dan ge­looft hij plotseling dat ze volledig juist is.

Het is eigenlijk een kwestie van psychologie. Psychologie is ook al zo oud als de mensheid. Lang voordat er sprake was van enige grote cultuur en beschaving in het Westen waren er al volkeren waar de priesters voor de tempel zaten en een soort biecht aanhoorden van de gelovigen en op grond daarvan gaven zij hun voorschriften. Zij waren dus psychologen die hen be­werkten met suggesties en heel vaak hen daardoor niet alleen brachten tot een grotere levensvreugde en gezondheid, maar ook tot betere offers aan de tempel. Want de hoge tarieven van de psychiaters en psychologen zijn eveneens oeroud.

Dus toeval en een uitwendig teken zijn belangrijk. Als er een methode is waardoor je die tekens kunt beïnvloeden, kun je zelf niet meer in de waarde van de voorspelling geloven.

Wichelarij wordt natuurlijk vaak vervalst. Zelfs het vallen van botjes kan door iemand die handig is worden beïnvloed. Zo goed als iemand die met dobbelstenen kan omgaan de kans om dubbel zes te gooien aanmerkelijk groter kan maken dan doorgaans aanwezig is. Dat zijn nu eenmaal vaardigheden. Als je op die manier zelf werkt met een bedrieglijk systeem, kun je zelf ook niet meer geloven in wat je voorspelt. Misschien is dit voor de wi­chelarij wel één van de belangrijkste punten.

Er zijn veel goede wichelaars die zelf niet geloven in hun voorspelling, omdat zij kunstgrepen gebruiken t.a.v. bijkomstigheden zonder te beseffen dat die op de werkelijke voorspelling geen enkele invloed hebben. Zoals er ook heel veel mediums zijn die in hun mediumschap zelf maar beperkt geloven, omdat ze dit nu eenmaal als iets normaals zien en daarbij soms ook kunstgre­pen gebruiken en niet beseffen dat wat ze werkelijk brengen en doorgeven van een totaal andere orde is dan wat ze zelf ooit hadden kunnen presteren.

Wichelarij: de methode om de toekomst te omschrijven. En waarom ook niet? Alles in de kosmos is een patroon. Als er een afwijking is op dit punt dan zal er een afwijking moeten ontstaan op een ander punt in de tijd. Men gaat uit van een altijd gelijkblijvende waarde waarin elke verandering andere veranderingen onvermijdelijk gaat maken. Een filosofie die zelfs al voorkomt 3000 v. Chr. Op die manier is de wichelarij geworden tot het kunst­matig scheppen van afwijkingen, waardoor andere afwijkingen van de norm in de toekomst kenbaar worden, maar soms tevens worden veroorzaakt, want de grens tussen wichelarij en magie is maar een zeer kleine.

Bij de wichelarij gaat het er alleen om de toekomst te voorspellen. In de magie gaat het er om de toekomst te beïnvloeden. Bij de wichelarij is het toeval vaak bepalend voor de signalen, de kenbare tekens, die men ontvangt. Bij de magie bepaalt men zelf de samenhang van de tekens. Maar in beide geval­len gelooft men dat er in de toekomst iets zal gebeuren wat hiermee direct in verband staat. Zo hebben we de wichelarij eigenlijk herleid tot een po­ging om de tijd te beïnvloeden of de invloeden van de tijd te herkennen. Is dit waar?

Iemand die bewust is kan ook zonder wichelen de toekomst kennen. Hij zal daarbij vaak een grote moeilijkheid hebben t.a.v. tijd en plaats. Een gebeurtenis nu die je ziet in jezelf kun je niet oriënteren op een bepaalde plaats zonder meer. Je kunt ook niet zeggen in welke tijd ze zal plaatsvinden. Als u een visioen krijgt en u ziet dat iemand wordt vermoord en u ziet daarbij een kalender die op 31 mei staat, weet u dan op welke 31ste mei dat zal gebeuren? Van het jaar 2027 of van 1980? Het is heel moeilijk om dat te bepalen. Als u het gezicht van de persoon niet ziet dan denkt u misschien: er zijn allerlei kentekenen bij, het is een officiële gelegenheid, dus het zal wel een president of een minister zijn. Maar het kan net zo goed de schoonmaakster zijn, als u de persoon niet ziet. U trekt echter uw conclusie.

De moeilijkheid om te definiëren is bepalend voor de wijze waarop de wichelaar werkt. Want als je de toekomst voorspelt aan een ander, dan moet je de onzekerheid die in jezelf bestaat nooit laten blijken. Je moet juist proberen de ander ertoe te bewegen zelf te interpreteren. Vaagheid is dus noodzakelijk. Die vaagheid mag suggestief zijn indien je een bepaalde con­clusie wilt krijgen. Maar het houdt dan nog niet in dat je ook duidelijk moet maken waar het om gaat. Altijd weer blijkt bij de wichelarij dat degene door wie het orakel is aangevraagd of degene die zich ermee bezighoudt, zelf de conclusie moet trekken. Dit brengt ons direct of indirect toch weer te­rug tot de oude Chaldeeën.

Zoals u weet lazen de Chaldeeën het sterrenschrift waarbij ze de ster­ren vergeleken met een soort spijkerschrift. Er waren een aantal tekens aan de hemel. Een deel daarvan bleek permanent aanwezig te zijn; dat was de z.g. Wet. Er waren ook een aantal beelden die zo nu en dan onder de horizon ver­dwenen of weer verschenen. De samenhangen waarin die optraden noemde men de Wil. De wil van de goden.

Als je dat alles op de juiste manier interpreteerde dan kon je inder­daad heel veel zeggen over de gebeurtenissen die stonden te gebeuren. Je kon voorspellingen wagen betreffende geweld en strijd of nieuwe ontdekkingen. Je kon ook spreken over een nieuw wonder dat misschien zou gebeuren. En de kans dat je gelijk had was groot. Waarom konden zij dat op die manier doen?

Wel, de eerste sterrenwichelaars waren zonder het te beseffen eigen­lijk de primitiefste astrologen die de huidige ontwikkeling heeft gekend. Zij lazen, naar ze zeiden, de wil van de goden. In feite echter constateer­den zij invloeden op aarde. En juist de zwerfsterren (de planeten) waren in hun aflezingen erg belangrijk.

Als ik te maken heb met vaste invloeden, dan kan ik aan de hand van de invloed niet precies het gebeuren bepalen, maar wel ongeveer de reactie. Als ik iemand ken en ik weet dat hij heetgebakerd is en ik weet ook dat een ander hem dadelijk “sukkel” zal noemen, dan is het heel veilig te voorspellen dat hij enkele nieuwe uitdrukkingen aan de Nederlandse taal zal toevoe­gen en misschien ook zijn slagvaardigheid bewijzen.

De wichelaar werkt, bewust of onbewust, met een soortgelijk principe. Hij gaat uit van sfeer, van uitstraling. Zijn interpretatie wordt bepaald door alles wat hij ziet en waarneemt. Waar hij een arme hoogstens een nieuwe mogelijkheid om zich te voeden zal voorspellen, zal hij de zakenman waarschijnlijk een nieuw zakelijk avontuur aanduiden en een prins een zegepraal bij een nieuwe krijgstocht. Hij past gewoon de voorspelling aan bij de persoon.

Wichelen op zichzelf heeft geen zin, tenzij wij het binden aan een per­soonlijkheid. Hoe meer we weten over de persoon, zijn doeleinden, zijn behoeften en verlangens, des te gemakkelijker het is om onze producten precies toe te spitsen op de belangen van de ander.

Er zijn natuurlijk ook wichelaars die het een beetje anders aanpakken. Een van de aardigste methoden die ik ken is waarschijnlijk in onbruik ge­raakt. Ze werd tot 1930 in Tibet nog wel eens gebruikt, maar werd toen al door de priesters veroordeeld. Veel van de natuurmagiërs zullen wel niet meer in dat land bestaan of in dat land kunnen praktiseren. Daar deed men het volgende:

Men vroeg eerst de patiënt te spuwen in een kommetje. Wanneer dat was gebeurd voegde men daar thee met jakboter aan toe. Het werd dus een aardig brouwseltje. Vervolgens strooide men daarover wat as uit. Nu begon het spel.

Er werden een groot aantal bewegingen gemaakt met de pot. Daarna werd dit meestal op een berghelling, soms ook ergens in de buurt van een woning neergezet en verborgen. Men ging na 5 dagen kijken wat er was gebeurd. De ogen vet die er dan op dreven plus het bezinksel van as op de bodem en de as die zich aan de boter had gehecht samen vormden dan een soort land­kaart. Deze werd nu zeer zorgvuldig overgetekend. Vervolgens had men een z.g. levensrad nodig waarop alle helle- en hemelafdelingen netjes waren uit­gebeeld. De tekening werd over het rad gelegd en de rechte lijnen, die bin­nen de tekening vielen, waren de verbindingen tussen bepaalde werelden. Op grond daarvan zei men bijvoorbeeld: “U komt uit de wereld van de speren in de hellewereld van de bijlen terecht. U moet er rekening mee houden dat u wordt achtervolgd, iemand zit achter u aan. Pas op voor uw zaken.” Dan zei men verder: “Maar ik zie hier dat er ook 3 grove lijnen zijn die een bijzondere nadruk leggen op de derde hemelwereld. Zoals u weet, hierin speelt de vrouw een rol. U zult dus met uw karavaan gelukkig huiswaarts keren en daar vreugdevol worden ontvangen.”

Dan werd het geheel, dus de tekening en daarop het vet van de pot, onderworpen aan een z.g. zegening. Bij die zegening werd het boven rook ge­houden. Rook en vuur samen zorgden dan voor een vertekening. Er ontstond een figuur op het blad waarop alle resten lagen; een combinatie van vet­ en schroeivlekken. Die werden nu bekeken. Dat was een soort helderziendheid. Uit de combinatie daarvan kon je dan zeggen bijvoorbeeld: “U moet oppas­sen want u hebt een leverkwaal. Er is een vriend die u geld komt brengen, maar als u op reis gaat zult u door rovers worden overvallen.” Op deze manier wist men dan voorspellingen te brengen die toch wel heel dicht bij de werkelijkheid lagen.

Opvallend is dat degenen die deze voorspellingen deden, al heetten ze dan maar lagere mensen te zijn, heel vaak een hele levensloop tevoren wisten te schetsen en dit met groter nauwkeurigheid dan degenen die ge­bruik maakten van de horoscopen (er was nl. ook een Tibetaanse Chinese horoscopie) en misschien allerlei orakels die bij gevestigde orden behoorden.

Wat weet zo een wichelaar nu eigenlijk? Kijk, hij versierde de zaak. Hij had natuurlijk alleen, aan de hand van wat hij in die pot zag nadat ze koud was ge­worden, alles kunnen zeggen. Maar voor de wichelaar is het erg belangrijk dat hij zijn werk ondoorzichtig maakt en dat het lang duurt, want dan kan hij er meer voor rekenen. Dientengevolge is wichelarij altijd iets geweest waar­bij het werkelijke element onder het onbelangrijke, maar veel omvangrijkere deel van de rite werd verborgen.

Als u in Australië komt, dan vindt u daar nog de Aborigines (inboor­lingen). Ook deze werpen botjes. Nu is het opvallend dat ze op den duur voor een groot gedeelte die riten hebben afgeschaft. Als zij die riten nog volgen dan zullen zij meestal een vuurtje ontsteken. Ze werpen de botjes en dan interpreteren ze. Dat komt omdat deze orakels niet worden verkocht, ze zijn een vriendendienst.

Gaat u kijken bij een negermedicijnman, die precies hetzelfde doet, dan zult u zien dat hij er een hele maskerdans aan vastknoopt, dat hij staat te wuiven met allerlei vreemde dingen boven een vuurtje. En heeft hij die din­gen eenmaal neergeworpen, dan laat hij nog wat bladeren in een pot branden, zodat er walm uitkomt. Hij luistert naar de stemmen van de voorvaderen en zegt dan precies hetzelfde wat de ander alleen door het kijken zou hebben gezegd.

Leer door deze dingen heen kijken. En als u zelf iets voelt voor wichelarij den kan ik u een heel eenvoudige methode aanbevelen. Neem gewoon een batterijtje (12 of 42 V., met een aangepast lampje) u maakt het lampje vast op een metalen staafje, zodanig dat aan de ach­terkant de pool die geïsoleerd is op dat staafje komt. Dan maakt u een draadje vast aan het koperen hulsje van het lampje en u hangt daar een opengevouwen paperclip aan, maar wel precies in evenwicht. Nu hebt u al­leen nog een of als u wilt twee paperclipjes aan de andere pool van de bat­terij te verbinden en wel zo dat ze bijna, maar net niet, het lampje raken. Nu zet u het lampje op tafel. Het licht brandt niet. Nu gaat u zich ernstig concentreren op een vraag en u zegt: oneven is ja, even is neen. Dan kijkt u heel goed en u ziet het lampje na verloop van tijd een even of oneven aan­tal keren aanflitsen.

Wat is er nu gebeurd? Eigenlijk niets. De balans was even verstoord, daardoor heeft het lampje enkele keren stroom gekregen en is aangegaan. Maar het gekke is dat u vaak zelf zonder het te weten dat beïnvloedt. Deze methode is bruikbaar om je eigen onderbewustzijn over te dragen in licht­signalen. Maar als u dat anderen laat zien, en ze weten niet wat er gebeurt, dan denken ze op zijn minst dat er geesten zijn die aan de lampjes zitten te friemelen om de toekomst te voorspellen. Als u dat nu plechtig weet te verkopen, dan heeft u een zeer indrukwekkende plechtigheid.

Een andere methode die ook aardig is voor wichelarij. U kent het gewone pendelen. Daar kunt u alles voor nemen. Het gewicht moet in ieder geval be­hoorlijk zijn, minstens 10 gram. We hangen dit gewicht aan een mensenhaar of een heel dunne zijden draad. U stelt nu een vraag en zegt: een achtbeweging = zeker. Een cirkelbeweging = waarschijnlijk. Een streep = neen. U legt eerst een soort kruis, twee latjes over elkaar en daarboven pendelt u. Kijk naar de beweging die de pendel maakt. Alweer, uw onderbewustzijn beïnvloedt wat er gebeurt. Of het een 8 wordt, een cirkel of een heen en weer, u leert minstens wat u zelf verwacht. Wichelarij is in 9 van de 10 gevallen het tot uiting brengen van ver­wachtingen en waar men geen zekerheid heeft een beslissing treffen door schijn­baar externe factoren of men die nu positief of negatief mag verwachten. Maar naarmate er in uw onderbewustzijn een grotere verwantschap met het gebeu­ren en met de tijd bestaat, is de kans groter dat de antwoorden die u op deze manier verkrijgt juister zullen zijn. En dat maakt zelfs de wichelarij interessant.

Voorspellen is geen kunst, het is een weet. Juist voorspellen is een kwestie van geluk of van een voldoende innerlijke concentratie. Persoonlijk neig ik naar het laatste, maar u mag ook zeggen dat het eerste waar is.

Hiermee heb ik getracht een beeld te geven van een van de vele takken van voorspellende kunsten. U moet eens proberen zelf te wichelen. Als u afspraken maakt met uzelf, bijvoorbeeld over de betekenis die het werpen van een handvol luci­fers in een bepaalde cirkel heeft, als die tekens zich vertonen, dan betekent het dit of dat. U zult dan ontdekken dat u een eigen wichelsysteem hebt ont­worpen waarbij u, mits u voldoende geconcentreerd werkt, steeds juistere uitslagen krijgt. Elke mens is een wichelaar of wichelaarster. De meeste mensen gebruiken het niet. En als ze het gebruiken doen ze het meestal via een computer en daardoor wordt de uitkomst verknoeid. Ik geef u niet de raad te wichelen op de rekenmachine. Voor de rest wens ik u groot succes toe.

Dit is een inleiding. Vanuit datgene wat we nu geprobeerd hebben te con­stateren zullen we in de komende tijd verder moeten gaan. Het gaat er dan vooral om dat u niet alleen weet wat profetieën en voorspellingen zijn, maar dat u er zelf ook wat mee kunt doen. De eerste tips zitten al in de lessen die u vandaag heeft gekregen. En als het niet lukt, probeer het dan nog een keer.

image_pdf