uit de cursus ‘Wereldconcept in verband met Aquarius’ 1961-1962
Inleiding.
De schepping van de wereld is slechts een onbelangrijk gebeuren in een enorme kosmische werkzaamheid. Wij kunnen misschien teruggaan tot een eerste oer-atoom, een eerste explosie. Dit echter zijn alles zuiver stoffelijke verschijnselen. Wij weten met zekerheid, dat vanaf het ogenblik van de vorming, het eerste ontstaan van lichtdruk, het eerste ontstaan van massa en snelheid, grote krachten in het Al bezielend zijn opgetreden. Zij zijn misschien niet alle in alle opzichten de onmiddellijke representanten van het groot‑Goddelijke, maar vervullen toch in hun speciaal scheppend aspect de wil en het plan van de Schepper zelf.
In deze cursus zullen we verschillende onderwerpen behandelen, die alle weer in meer of mindere mate teruggrijpen naar deze grootkrachten. Voor de aarde is het niet zo belangrijk hoeveel van die krachten er zijn, hoe eigenlijk precies hun samenwerking is en hoe de kosmische verhoudingen liggen. Voor de mens is eerder hun directe inwerking van groot belang. Dit heeft de mens dan ook wel begrepen en er zijn een aantal merkwaardige aanwijzingen te vinden in bv. de heilige boeken en ook in de astrologie.
Men spreekt wel eens van 12 grote engelen; men spreekt van 12 apostelen; later van 12 sterrenbeelden en van de 12 huizen van de horoscoop. En zelfs wanneer wij de Tien Geboden ontleden en wij nemen de verklaring daarvoor mee op, dan zouden wij die tien ook nog tot twaalf kunnen uitbreiden.
Het getal 12 speelt een enorm grote rol. Of dit alleen maar toeval is, betwijfelen wij. Wij kunnen natuurlijk niet precies en met zekerheid zeggen, dat al deze indelingen in 12 nu zijn voortgekomen uit een vooropgezet plan. Wel lijkt het ons zeker dat het begrip van de 12 grote Heersers (althans voor deze aarde grote Heersers), die achtereenvolgens optreden als leiders van de ontwikkelingen, de mensheid hebben genoopt dit getal met een bijzondere eerbied te beschouwen. Ook in de esoterie vinden wij het getal 12 als een belangrijk punt, terwijl de astrologie niet anders kan dan juist met haar 12 huizen het menselijk leven te omschrijven.
In deze eerste lessen willen wij trachten de verhoudingen duidelijk te maken, die op dit ogenblik krachtens de nu optredende Heerser Aquarius op aarde gaan heersen. Het is niet de bedoeling om tot prognoses over te gaan.
Een ontleding van allereerst het optreden van deze Heerser en diens invloeden is belangrijk. Zo worden de tendensen begrijpelijk, die u nu onmiddellijk ondergaat. Maar daarmee kunnen wij niet volstaan, zodat in de verdere onderwerpen wordt getracht een ontplooiing van het geheel in meer kosmische zin te geven. Het geheel hopen wij af te ronden en te besluiten met een deel, dat wij kosmologie hebben genoemd, waarin wij de kosmische verhoudingen trachten te schetsen en daarmee ook de plaats van de aarde en de mensheid in het scheppingsplan.
De heerschappij van Aquarius.
Op het ogenblik dat deze rede wordt uitgesproken heeft een kosmische Heerser, die door de mens wordt vereenzelvigd met het sterrenbeeld Aquarius, zijn macht reeds geopenbaard.
Ik spreek over deze macht als “hij”, mannelijk, maar het is moeilijk te zeggen welk geslacht wij eraan moeten toekennen. Aquarius is een invloed, een entiteit. Maar deze kan niet worden omschreven als mannelijk, vrouwelijk of onzijdig. Zij is een doordringende kracht in de kosmos, die voor een groot gedeelte zou kunnen worden vergeleken met het ontstaan van velden (dus stralingskrachten), waarin bepaalde fijne materiedeeltjes zich bewegen en afwijkingen veroorzaken, terwijl ook vaak sterren daardoor tot een andere actie worden gebracht. In deze zin is Aquarius dus in de eerste plaats een ruimtelijk verschijnsel.
Wanneer de aarde onder de invloed valt van deze Aquarius, dan betekent dit eveneens dat het gehele zonnestelsel met alle planeten ook deze zelfde invloed ondergaat. Het resultaat is dat in de astrologie normale werkingen van bv. Mars, Venus, Saturnus enz. een ietwat andere tendens krijgen en het geheel der gebeurtenissen zich onmerkbaar – maar toch belangrijk ‑ wijzigt.
Naarmate de tijd verdergaat, zal de heerschappij van Aquarius op aarde meer merkbaar moeten worden. Want de traagheid, zowel van het menselijk denken als die van de ontwikkeling der levende vormen, maakt het niet mogelijk deze nieuwe toestand als bij toverslag te manifesteren.
Daarnaast moet rekening worden gehouden met het feit dat ook andere stralende krachten en velden nog hun impulsen en invloed naar de aarde zenden. Er is op dit ogenblik niet slechts sprake van Aquarius. Het is slechts voor een zeer korte periode, die misschien een paar duizend jaar bedraagt, dat een groot Heerser absoluut geweld uitoefent op aarde. Verder is het steeds een samenwerking, waarbij ‑ naarmate de aarde en de zon zich door de ruimte verplaatsen ‑ de ene Heerser zijn macht ziet slinken en de tweede zijn macht ziet groeien.
Naast het stoffelijk aspect ook het geestelijk te bezien is, naar ik meen, moeilijk. Wat kunnen wij zeggen van een geest, die voor zichzelf eigenlijk een reeks wetten is? Die in wezen een bepaalde mentaliteit is, maar gelijktijdig een prikkel tot zeer bijzondere, ontwikkelingen? Zoals eens in een ver verleden een soortgelijke kosmische Heer er de aanleiding was tot het ontstaan van de eerste cellen op aarde. Later was een andere de oorzaak van het eerste leven. En nog later weer een andere, die de eerste niet meer geheel aan zijn instincten gebonden mens, voortbracht. Het is moeilijk deze dingen te beschrijven.
Laat ons stellen, dat in Aquarius een beeld leeft, dat wij ten dele althans in menselijke woorden kunnen interpreteren. En deze interpretatie is voor deze dagen belangrijk genoeg, want zij geeft u, althans redelijk, een verklaring voor al wat er rond u gebeurt
De gevoelswereld, die eveneens wordt beroerd, heeft zoveel verschillende reactiemogelijkheden, zoveel verschillen van beleving, dat ik slechts zeer voorzichtig en onder groot voorbehoud enige aanduidingen over daarin voorkomende werkingen durf geven. Laat ons dus beginnen met een poging een karakterschets te geven van deze nieuwe Heerser die de aarde beïnvloedt.
Aquarius is in de eerste plaats een geestelijke invloed. Hij legt niet de nadruk op de stoffelijke bereiking. Hij werkt bij voorkeur met energie, niet met eenvoudige middelen. Hij is een kracht, die bv. elektriciteit en atoomwetenschap in feite, goed gezind is. Hij voelt voor het werken met de krachten van de zon, het magnetisme, dat ontstaat door het voortsnellen van sterren en planeten. Hij interesseert zich niet voor de zuiver stoffelijke opbouw. Zijn denken en daardoor ook zijn invloed op het menselijk scheppingsvermogen is etherisch en ontbeert voor een zeer groot gedeelte elke menselijk logische of menselijk redelijke samenhang. Hij is een schenker van energie, maar ook van geestelijke kracht. Want door zijn intensifiëren van alle hogere trillingen ‑ ook dus in de werking van de zon bv. ‑ vergroot hij de gevoeligheid en de mogelijkheid van menig schepsel. Hij maakt een communicatie mogelijk, waarin gedachten een hoofdrol zullen spelen en het woord slechts secundair wordt. Hij brengt een gevoeligheid teweeg, waardoor de geaardheid van stoffen a.h.w. wordt aangevoeld en niet meer moeizaam moet worden vastgesteld. Een soort clairvoyance, waardoor bestaande condities worden erkend, voordat zij materieel zijn vastgesteld.
Het is duidelijk, dat een dergelijke inwerking voor de huidige mensheid zeer vele en vaak ontstellende veranderingen met zich kan brengen. Het is echter niet genoeg alleen deze eigenschappen te omschrijven. Want Aquarius is breed van denken. Hij kent geen voorbehoud. Hij is een tegenstander van alle wetmatigheid. In de reeks van kosmische krachten zou ik hem haast de meest anarchistische willen noemen. Hij houdt niet van gebondenheid en samenhang, wetend dat daardoor de persoonlijke ontwikkeling en de mogelijkheid tot plotselinge mutatie beide beperkt worden. Hij wenst dat men vrij is en daardoor brengt hij een voortdurend verzet tegen elke band, vaak ook een onredelijk verzet. Hij tracht alles terug te brengen tot zijn geestelijke betekenis en zal proberen alle stoffelijke gebruiken en alle stoffelijke wetten a.h.w. te onderschatten, iets wat heel veel moeilijkheden veroorzaakt.
Aquarius kent bv. het dogma niet. Hij is anti‑dogmatisch. Hij stelt dat men alleen waarheid kan vinden, als men die ook innerlijk geheel kan ondergaan. Hij zegt dat het zinloos is bepaalde stellingen aan te hangen, alleen omdat je niet beter weet of ‑ erger nog ‑ omdat het zo gemakkelijk is. Hij is revolutionair.
Als hij de nadruk soms sterk op het mediamiek aspect in de wereld legt, dan is hij daarnaast ook wijsgeer. Maar ook hier weer onconventioneel.
Zijn invloed op de sterren is al eveneens wat instabiel. Hij begint over het algemeen koel, nuchter en terughoudend. Aquarius kan zich bv. kenbaar maken in een langzame teruggang van een temperatuurgemiddelde, maar hij laat het maar zelden tot een werkelijke ijstijd komen. Hij wil nl. niet de activiteit van een ster of een zon zonder meer opvoeren. Hij wil energie hebben, die op een juist ogenblik, desnoods; explosief, kan worden geopenbaard. Het gevolg is, dat zowel stoffelijke als geestelijke toestanden aan heel wat schokken onderhevig zullen zijn.
Men kan de ontwikkelingen van Aquarius nimmer zien als een geleidelijke of langzame weg. Er is de vaste innerlijke ondergrond, dat is waar, maar hij is niet in staat diezelfde geleidelijkheid naar buiten over te brengen. Hij is beheerst, maar tot op zekere hoogte. Na deze beheersing als ondoelmatig te hebben erkend, erkent hij geen enkele beperking meer.
U ziet, in deze karakterschets is Aquarius niet alleen maar de brenger van licht en van goed en van liefde, niet alleen de stichter van het duizendjarig rijk. Hij kan dit niet zijn. Want hij is maar een schakel in een voortdurende ontwikkeling, die niet alleen uw zon maar vele zonnen en daarom ook vele planeten omvat. Zijn taak is het brengen van vooruitgang, een positief geestelijke vooruitgang. Maar hij kan deze nooit door een absolute harmonie of een absolute ovenwichtigheid brengen. Er moeten voortdurend tegenstellingen zijn.
En juist in zijn tegenstellingen heeft Aquarius ook wel eens een minder prettige werking. Want deze zelfde Aquarius, die zo buitengewoon positief is, waar het energie en geestelijke werkingen betreft, zal ‑ als een tegenstelling moeten worden geschapen ‑ tot een “Laisser faire” overgaan. Hij bevordert dan lusteloosheid en prikkelbaarheid. En dat zijn toestanden die ‑ voor de doorsnee‑mens althans ‑ minder aangenaam zijn.
Het begin van zijn heerschappij kenschetst zich wel in het bijzonder, naar ik meen, door het toenemen van de lusteloosheid. Als wij een vergelijking maken tussen de belangstelling van de mens voor de gemeenschap enz. zoals die nu is en ongeveer 500 jaren geleden, dan zien wij dat het menselijk aspect meer en meer is verloren gegaan en dat de werkelijke belangstelling langzaam maar zeker eerder overgaat in een belangstelling voor bepaalde hypothesen.
In de oude tijd hebben wij zeker ook wel rust gekend. Natuurlijk. Maar een rust, die bedrieglijk was. Want toen waren er voortdurend plotseling opkomende nieuwe sociale systemen en nieuwe godsdienstige concepten. Toen was er voortdurend een haast agressief en vooral materieel streven. Want de vorige periode was op het materiele gericht. Vergelijk dat met nu. Zeker, men ontwikkelt vele dingen, maar in feite is erin bijna 50 jaren geen werkelijk nieuwe ontdekking gedaan. Alles wat bv. de moderne atoomchemie aangaat, die men ziet als “de” bereiking van de laatste jaren, werd in feite reeds ontwikkeld in de jaren van 1890 tot 1910. Een groot deel van de huidige verbeteringen zijn inderdaad niet meer dan dat: het ontwikkelen van reeds bestaande leringen. Vele van de vernieuwingen in de medische wetenschap betekenen niets anders dan een teruggrijpen naar een oude, tijdelijk verworpen, volkswetenschap. Waarschijnlijk omdat men anders geen uitwerking meer zag, meende men ook dit te moeten beproeven.
De doorsneemens houdt zich in deze dagen met politiek slechts dan bezig, als het niet anders kan. Hij ziet politiek als iets, wat je gebruikt om je eigen mening te doen gelden, of ‑ als het nu direct moet ‑ desnoods om te gaan stemmen. Maar zeker niet als iets, waardoor je probeert de verantwoordelijkheid voor je medemens te dragen. De theorie is nog dezelfde, natuurlijk; maar de praktijk is anders geworden. Hij spreekt over de rechten van de mens en hij gelooft, dat het voldoende is erover te spreken.
Vandaar dat dezelfde instantie, welke die rechten van de mens heeft opgesteld, op het ogenblik méér leden telt die er géén rekening mee houden, dan leden die werkelijk al deze rechten zowel in hun interne rechtspraak als voor de wereld aanvaarden.
In de kerken zien wij hetzelfde: lusteloosheid. Zeker, er is leven; maar dat is eerder organisatorisch. Het ligt niet op het vlak van inkeer en van vernieuwing. En één bijzonder kenteken dat in de laatste jaren steeds duidelijker wordt, is de stem die zegt dat alles wel goed zal komen, dat het zo erg niet is en dat je per slot van rekening toch niet met het allerergste rekening moogt houden.
Een typisch verschijnsel van de negatieve Aquarius‑inwerking is ook de opstandigheid die in steeds grotere mate kenbaar wordt. Zij kan onder hetzelfde aspect worden ondergebracht. Want ook hier is zelden iets positiefs. Neem bv. de opstand in Algerije. Niemand weet wat hij wil; men weet alleen wat men niet wil. Datzelfde blijkt met heel veel stakingen, met acties van vakbonden enz. het geval te zijn. Men weet wel wat men niet wil.
Maar wat men werkelijk verlangt, dat weet men niet of durft het zich niet te realiseren.
Dit negativisme is nodig. Want de oude vormen en de voortdurend verdergaande materiële ontwikkeling hebben de, mens vastgesmeed aan een vast stelsel, een vaste methode van denken. Zij hebben het hem a.h.w. onmogelijk gemaakt nieuwe concepten in zich te laten opkomen zonder dat hij zich meteen schuldig voelt. Slechts een toenemende onverschilligheid en toenemende doelloosheid kunnen de mens losmaken van het bestaande. Daarom lijkt het ons in vele gevallen dat de eerste verschijnselen, die Aquarius voortbrengt, negatief zijn. Of ze het werkelijk zijn, is echter een grote vraag. Want indien wij eenmaal het oude zover hebben gewijzigd dat wij openstaan voor de nieuwe tijd, dan blijkt die inwerking van buitengewoon groot belang te worden in positieve zin
De mens, die in deze dagen werkelijk voor lichtende krachten openstaat, ontvangt heel wat meer kracht en energie, dan hij gerechtigd zou zijn te verwachten.
De mens, die in deze dagen eerlijk en oprecht zoekt naar een nieuwe waarheid, vindt voor zichzelf denkbeelden, die hij misschien nu nog angstig terzijde schuift of zelfs verwerpt, omdat ze niet passen in het gangbare wereldbeeld, maar die voor die mens een directe stap vooruit kunnen betekenen in de richting van een volledige geestelijke bewustwording.
Ik weet dat er bv. zeer vele mislukkingen en zeer veel bedrog op occult gebied en elk ander terrein zullen zijn. Maar deze mislukkingen geven tevens aan dat er toch een pogen en een streven bestaat. Het feit dat er bedrog is betekent dat er een behoefte is. Hoe negatief die verschijnselen ook lijken, ze kunnen in hun uitwerking voor de mens die daarvoor openstaat, even positief zijn.
Laat ons trachten een beeld te krijgen van wat Aquarius in verschillende bijzondere aspecten betekent. Daarvoor kiezen wij allereerst het meest belangrijke: de esoterie.
Aquarius geeft de mens de mogelijkheid zichzelf te kennen. Hij geeft deze mogelijkheid in stoffelijke zowel als in geestelijke zin. Hij schept een steeds verdergaand realisme dat op den duur in staat is afstand te doen van allerhande dromen en idealen. En toch geeft hij gelijktijdig een voldoende idealisme om niet te vervallen in versuffing en afstomping. De mens, die zichzelf wil kennen, moet eerst afrekenen met de waan en wel allereerst ‑ omdat dit het meest belangrijke is ‑ met de waanvoorstelling die hij omtrent zichzelf heeft. Hij moet zichzelf leren erkennen. Aquarius geeft daartoe de middelen. Aquarius schept omstandigheden, waarin de mens zichzelf kan beproeven, waarin hij zich kan realiseren waar hij tekortschiet en waar hij mogelijkheid van slagen heeft. Aquarius maakt geen verwijten. Hij geeft niet een zware schuldenlast en een zondebegrip, maar hij constateert eenvoudig fouten en tekortkomingen, trekt daaruit conclusies en maakt verbeteringen mogelijk. Want hij denkt in zekere zin technisch, ook in esoterische zin.
De mens, die in deze dagen de esoterische ontwikkeling nastreeft, zal tot zijn verbazing ontdekken, dat steeds weer zijn verwachtingen worden beschaamd. Want wat hij denkt te bereiken, bereikt hij niet. Maar daarvoor in de plaats verkrijgt hij steeds andere krachten en andere vermogens. Niet de illusie van de mens maar de waarheid stelt Aquarius voorop. En daardoor zal de mens, die niet blijft vasthouden aan zijn eigen beeld van wat noodzakelijk en begeerlijk is, onder Aquarius leiding zichzelf leren kennen.
Ook in de wereld wordt het belang anders gelegd. Waar eens de materiële norm de meest belangrijke was en het theologisch dispuut ongetwijfeld een van de meest interessante zaken van het leven, is op het ogenblik alles verslapt en afgevlakt. Er is geen prikkel meer om te gaan discuteren, disputeren en debatteren. Neen, men heeft de behoefte om te overdenken. In plaats dat men zich in de eerste plaats naar buiten openbaart, geeft Aquarius de mogelijkheid om de wereld te absorberen en te vergelijken met het eigen “ik”. Realistisch, zeker, door de afwezigheid van vele schone idealen, zelfs die omtrent wat de mens eigenlijk is. Maar juist daardoor ontstaat de mogelijkheid tot het erkennen van de ware geestelijke kracht; ja, zelfs van de ware goddelijke Kracht die in de mens bestaat.
Aquarius is een esoterisch positieve factor, omdat hij door de vele verwarringen die hij in de wereld schept ook vele beproevingsmogelijkheden geeft. Daardoor maakt hij het voor de mens eenvoudiger om een zekere inwijding te verkrijgen.
De inwijding, die Aquarius geeft, kan in drie verschillende richtingen worden ervaren. Hij geeft een inwijding in de waarde van het geluk, in de krachten en achtergronden van het leven en een inwijding in de werelden van de geest. Deze drie gebieden kunnen zonder meer worden betreden. Geen enkele mens, die enige tijd onder Aquarius’ heerschappij leeft, is in staat deze gebieden geheel van zich af te schuiven. Men moet ze erkennen; zij zijn belangrijke en levende delen van het bewustzijn.
Het bestaan van een inwijding op de drie voornoemde bases betekent ook dat inwijdingsleer belangrijk wordt. En deze inwijdingsleer moet zich meer en meer gaan baseren op de praktische aanwijzing, waarmee men zelf experimenteert. Waarbij men uit duizend mogelijke proeven er misschien een vindt, waarin men slaagt, maar daaruit dan ook innerlijk een nieuwe wereld en een nieuwe mogelijkheid opbouwt, een nieuwe bewustwording.
Laat ons dus stellen, vrienden, dat de werkingen van Aquarius in esoterisch opzicht moeilijk kunnen worden overschat. De feiten op de wereld zijn op het ogenblik ongeveer als volgt:
Er zijn een aantal esoterische scholen die van toenemend belang worden naarmate de mens meer naar een redelijke en aanvaardbare verklaring zoekt van zijn eigen bestaan en het doel van zijn leven.
Hij geeft bovendien aan de mensheid de behoefte om de godsdienst mystiek maar ook redelijk te beleven en zo te komen tot een persoonlijk contact met het Goddelijke. Hij gaat de godsdienst hervormen en haar van vele uiterlijkheden terugbrengen tot een reëel, innerlijk bestaan. Hij ontdoet de politiek, hij ontdoet de uiterlijkheden van economie, van welvaart enz. van hun schone masker. Hij toont ze zoals ze werkelijk zijn. En hij dwingt de mens ertoe ook hier realistisch te denken en niet meer te geloven in grote machten of wezens, die hoger zijn dan hijzelf. Hij geeft de mens door zijn inwijdingen verantwoordelijkheid te dragen.
De vragen, die aan de hand van deze inwijdingen worden gesteld, wil ik trachten kort te omschrijven.
Waar geluk is een zekere voldoening over hetgeen je bezit, plus de zekerheid dat je meer kunt verwerven. Dit geldt op elk terrein. Bovendien is voor waar geluk de zekerheid noodzakelijk, dat men niet beperkt of gebonden is, noch de gevangene is van een systeem of van een bepaalde levensduur, waarbij de dood alle verdere mogelijkheden zou afsnijden.
Inwijding in de geest en de wereld van de geest.
Hoe gevoeliger de mens wordt en hoe groter de spanningen, waaronder hij verkeert, hoe groter zijn mogelijkheid is om bepaalde zgn. paranormale aspecten in zich op te nemen. Als hij de rede voldoende terzijde kan stellen om deze te ondergaan, krijgt hij contact met wat men nu nog noemt de andere wereld. Het resultaat is, dat men bij een toeneming van de sensitiviteit deze gave meer en meer op de proef zal stellen en in de beproeving daaromtrent meer en meer werkelijk weten vergaart.
Het contact met de werelden van de geest zal in Aquarius periode zeker niet langer zijn een hypothese, of een geloofspunt, maar een zekerheid. Dat deze zich nu reeds ontwikkelt, blijkt uit de vreemde wijze, waarop bepaalde sekten ontstaan en ook die, waarop bepaalde spiritualistische groepen zich ontwikkelen. De leer naar het kerkelijke, die vele van deze groepen hebben genomen, wordt langzaam maar zeker ongedaan gemaakt. Er zijn groepen, die zich in hartstochtelijke hysterie verzetten tegen elk realisme. Zij zijn het, die u verkondigen dat het Koninkrijk nabij is, die de bijbel uit zijn verband rukken of andere heilige boeken mishandelen om aan te tonen, dat zij de enigen zijn, die gered worden van het ontstellend gebeuren. Maar zij, die reëel denken, beseffen meer en meer dat het aanvaarden van persoonlijke verantwoordelijkheid, het persoonlijk beseffen en persoonlijk weten de enige uitweg vormen. De verklaring van het contact met het hiernamaals kan nooit liggen in een openbaring, die van alle rede gespeend is. Zij moet gezocht worden in de samenwerking tussen mens en geest, zelfs tussen mens en God. En deze samenwerking kan alleen ontstaan, als het nuchter, redelijk element van Aquarius meer en meer ingrijpt en gelijktijdig de controle op het contact met de geest, ook van menselijke zijde, steeds beter mogelijk maakt.
U ziet, dat deze wijze van inwijding directe resultaten geeft.
De esoterische inwijding geeft een vergroting van persoonlijke harmonie met mensen, met dieren, ja, met alle krachten, die maar denkbaar zijn en persoonlijk kunnen worden aangevoeld. Hieruit vloeit voort, dat de mens intenser deel wordt van het leven, dat hij met grotere intensiteit en grotere waardigheid leeft en dat hij juist hierdoor een steeds groter deel van het Al begrijpt en in dit begrip waarheid vindt.
Het is voor de mens belangrijk, dat hij zich oriënteert in een wereld, waarin genoemde invloeden hem steeds meer aan het bestaan van zijn wereld doen twijfelen of deze wereld tonen in gevaar te zijn.
Laat ons daarom trachten de verschillende tendensen te ontleden, die vooral in deze beginperiode van Aquarius op aarde optreden.
Ik noemde, reeds prikkelbaarheid. Prikkelbaarheid echter die gepaard gaat met besluiteloosheid. Dit betekent dat op het ogenblik vele ontwikkelingen voortgaan, ongeacht wat de mens in feite wil of zegt te willen. Een groot gedeelte van de wereld wordt op het ogenblik niet meer feitelijk geregeerd door mensen en menselijke gedachten, maar door eenmaal opgestelde thesen en door cijfers, die volgens een vaste formule worden samengevoegd en toch geen werkelijke betekenis hebben als bv. statistieken. Verder, concepten omtrent hetgeen mogelijk of noodzakelijk is en de paar eisen die de massa stelt, ongeacht de gerechtvaardigheid daarvan. Dit betekent dat alle instanties, die op het ogenblik bestaan, evenals alle politieke problemen en politieke spanningen, economische wantoestanden, evenwichten en verhoudingen, zich nog enige tijd verder moeten ontwikkelen.
De mens beseft, dat dit niet goed is en niet redelijk is. Hij ziet daarin zelfs vaak de wereldondergang aangekondigd. Als wij echter reëel moeten zijn, dan is een wereldondergang niet het antwoord op deze problemen. Men kan wel een deel van de wereld vernietigen, maar men kan daarmede nooit een plotselinge verandering in bestaande tendensen of in bestaande ontwikkelingen veroorzaken. Het gevolg is, dat wij voor alles mogen verwachten, dat bestaande instellingen zullen worden aangetast.
Dit is dan geen veeg teken, geen negatief teken, maar het is alleen een bewijs, dat de vernieuwing gaat doorwerken.
Er zijn op het ogenblik bepaalde dingen op de wereld, die ‑ hoe belangrijk ook en hoe goed ook in hun wezen ‑ toch in zekere zin paradoxaal zijn.
In een United Nations waarvan de doelstelling is de samenwerking binnen het forum van alle belangrijke staten in de wereld om de vrede te bewaren, kan bv. een twist als die tussen oost en west niet worden geduld, zolang beide partners het recht van veto hebben. Een volledige democratie is echter niet aanvaardbaar, want dan zouden vele kleine staten een te grote invloed krijgen op hetgeen de grote willen doen.
De logische oplossing hiervan is, dat vooral de grote staten beperkingen zullen maken t.o.v. hun samenwerking met de U.N.O. ofwel zullen uittreden. Het is logisch, dat waar de Ver. Staten de grootste invloed hebben op de U.N.O. en de vergaderingen op haar grondgebied plaatsvinden, zij één van de laatste grote staten zal zijn om dit te doen.
De uittreding uit de Ver. Naties van Rusland niet alleen te verwachten en een logisch gevolg van de huidige toestand, maar tevens het begin van een stabilisatie. Want onderhandelen is gemakkelijker in onafhankelijkheid dan in de openbaarheid voor een forum van vele kleinere, bij wie je je aanzien moet ophouden.
Op dezelfde wijze mogen wij het systeem zien van bv. de steun aan onderontwikkelde gebieden. Hoe mooi en begerenswaardig deze op zichzelf is en hoe nuttig en belangrijk evenals de U.N.O., toch zullen we moeten toegeven dat op den duur ook hier processen gaan optreden die krankzinnig zijn. Hier wordt vaak steun verleend, die in feite eerder schadelijk is dan goed.
Als men in een landbouwstaat plotseling fabrieken gaat bouwen, doet men de daar nog bestaande economische verhoudingen geheel en al ontsporen. Het is duidelijk dat ook dit niet verder kan gaan. Het feit dat een dergelijke steun wordt geëist als een recht i.p.v. dat het wordt verworven door een ijverig zelfstandig werken en streven, is eveneens een factor, die het verlenen van die steun op het ogenblik al tot een twijfelachtige hulp maakt. Indien u de ontwikkeling verder volgt, zult u ontdekken dat steeds meer die steun wordt teruggetrokken ofwel gebonden wordt aan de eis, dat bepaalde gebieden zich aan eigen verplichtingen houden. Dreigingen om met het politiek evenwicht te blijven spelen worden steeds minder belangrijk, naarmate de machtsstrijd zich op een ander terrein dan dat van de U.N.O. gaat concentreren.
Een ander punt is het gebrek aan samenwerking bij belangrijke proefnemingen. En nu denk ik hier evengoed aan bv. de bestrijding van kanker, het onderzoek van de werking van de hersenen, het onderzoek van de bestrijding van tumors enz. als aan het ruimteonderzoek, nieuwe methoden tot energiewinning, mijnbouw enz. Al deze methoden blijken door bepaalde landen wel aardig te worden ontwikkeld, maar zij kunnen niet geheel aan de behoeften tegemoetkomen. Het is logisch dat men meer en meer tot samenwerking zal overgaan. In het begin aarzelend, dat is waar. Maar als alleen de grote staten gezamenlijk in staat zijn om werkelijk een nederzetting op de maan te vestigen, dan zullen zij tot die samenwerking moeten besluiten. Als de mensheid van bepaalde kwalen alleen verlost kan worden door een internationale samenwerking, is het dwaas om zozeer op eigen superioriteit te blijven staan, dat men anderen zijn medewerking weigert of ‑ wat nog erger is ‑ de directe medewerking van anderen afwijst.
Als wij de toekomst bezien, dan moeten uit de huidige verhoudingen reeds een groot aantal spanningen ontstaan. Spanningen zowel op internationaal, politiek als op economisch terrein, maar ook bv. wat ziekten betreft.
Wij kunnen op het ogenblik constateren, dat sedert 1944 reeds 17 epidemieën van gemuteerde virussen en bacteriën over de wereld zijn getrokken. Tot nu toe gelukkig met weinig fatale gevolgen, vooral in de westelijke wereld. In het oosten zijn veel slachtoffers gevallen. Maar het is lang niet zeker dat het hierbij blijft. Een A‑griep en een B‑griep kunnen wel eens door een long‑aantastend virus worden gevolgd. En dan zal alleen door samenwerking nog iets zijn te bereiken.
De omstandigheden, die Aquarius medebrengt, zijn niet werkelijk negatief, ook al zou je misschien een dergelijke kwaal, die de wereld begint te overspoelen, in de eerste plaats als negatief willen beschouwen. Want alleen door deze kwaal kan een samenwerking worden afgedwongen. En waar een samenwerking op bepaalde gebieden mogelijk is, zal men ook verder gemakkelijker tot eenheid, tot ruimheid van denken en tolerantie kunnen komen.
De mens zelf in deze dagen wordt wel in zeer sterke mate het slachtoffer van de spanningen rond hem. U voelt in de eerste plaats uw grote onzekerheid, niet alleen met betrekking tot de atoombom naar ook bv. in uw verhouding met de buren en het al of niet juist zijn van de indeling van uw eigen leven. U twijfelt vaak aan de doelmatigheid van hetgeen u doet of misschien aan de juistheid en de eenheid in uw eigen huis. U hanteert allerhande maatstaven, maar u bent niet in staat u volledig te oriënteren. U meent dat dingen anders zouden moeten zijn, maar u ziet niet hoe ze in feite mogelijk kunnen zijn volgens uw inzichten en uw wensen, Het is duidelijk dat die groeiende ontevredenheid, de prikkelbaarheid en misschien ook het “laisser faire” dat op het ogenblik nog heerst, op den duur zullen moeten plaatsmaken voor een ernstige poging die problemen op te lossen. Want u zult op een gegeven ogenblik uw huiselijke omstandigheden en mogelijkheden moeten herzien. U zult op een bepaald ogenblik uw geestelijke of uw stoffelijke taak op een enigszins andere wijze moeten gaan volbrengen, want zo gaat het niet meer. U moet uw droom van u alleen in te zetten op dit of dat terrein opgeven, want daar heeft men aan u geen behoefte. Maar elders is er wel een noodzaak, elders heeft men u wel nodig.
U moet uzelf opnieuw oriënteren in de wereld. En dat betekent, dat u voortdurend uw neus stoot. Dat betekent niet alleen dat u bv. wordt geconfronteerd met moderne kunst, die u eerder kunstenmakerij lijkt, met zang en muziek die u afstotend toeschijnen, want dat is maar bijkomstig. Maar u wordt meer en meer geconfronteerd met economische maatstaven, met maatschappelijke denkwijzen en normen ‑ vooral onder de jongeren ‑ waarin u zich niet kunt oriënteren. U hebt alleen de keuze tussen een vereenzaming en daardoor een wanhopige strijd, waarin u tenslotte toch het onderspit moet delven en het aanvaarden van andere maatstaven die misschien wat ruimer en wat lichter zijn, maar die desondanks een even grote vastheid en inhoud geven aan het leven als alles wat de afgelopen periode aan stoffelijke maatstaven en regels heeft tezamen gebracht.
Op het gebied van recht blijkt steeds meer dat wetgeving nimmer een bescherming kan betekenen tegen onrecht. Integendeel, juist in de laatste tijd is meer en meer aangetoond dat recht wordt misbruikt op velerlei plaatsen om eigen inzichten te doen zegevieren, om propaganda te maken enz. Denkt u aan het showproces kortgeleden in Rusland, in Kiev. Of ‑ indien u dat niet zo interesseert ‑ denkt u dan eens aan de paar jongste processen tegen negers in de U.S.A. Denkt u aan de schandalige methoden in West‑Duitsland, waar iemand voor een vergrijp bijna 3 jaren wordt vastgehouden, omdat men het zo lastig vond om de juiste procedure te volgen, die een uitlevering tot gevolg moest hebben.
Hier hebben wij te doen met onwilligheid of domheid, maar in de meeste gevallen met menselijk vooroordeel dat wetten misbruikt. Het is niet mogelijk ‑ en dat blijkt hoe langer hoe meer om werkelijke normen bv. van moraal in voorschriften vast te leggen. Zoals men bv. ook zal moeten leren beseffen, dat kuisheid of onkuisheid niet is gelegen in de lengte van de rok of in de vorm van het badpak dat men draagt, maar in de mens zelf. De nadruk moet steeds meer komen te liggen op het menselijk aspect en daarbij met zin voor de werkelijkheid.
Er moet een recht komen, waarin de intentie van de gemeenschap, zoals misschien door de wetgever onvolledig uitgedrukt, sterker en nadrukkelijker wordt vastgelegd en een grotere vrijheid bestaat in de interpretatie. Maar dat kan weer alleen als men niet is gebonden aan voorschriften. Wanneer men niet in de eerste plaats door een academische graad en studie van de wetten tot rechter wordt, maar door een kennis van de menselijke psychologie, van menselijke mogelijkheden, van afwijkingen en van ziekteverschijnselen.
Het is duidelijk, dat daarom het recht eerst verder in verval moet raken, voordat dergelijke wijzigingen feitelijk kunnen worden aangebracht. Ook hier lijkt Aquarius in vele gevallen afbrekend en u zult van heel wat machtsmisbruik en van heel wat dwaze toestanden horen, ook op dit terrein. Wanneer u die dingen ziet, realiseer u dan dat ze vroeger ook bestonden, maar toen niet openbaar worden. Het verschil ligt in 9 van de 10 gevallen in de openbaarheid en zo in de aantasting van het gezag die daaruit voortvloeit. En dit betekent weer een voortdurende drang tot vernieuwing.
In de economie is Aquarius vooral voor handel en industrie ook al een onplezierig persoon. Zijn invloed gaat de richting uit van de persoonlijke smaak, de persoonlijke traditie. En vooral van de ontkenning van de mode, een zich onttrekken ‑ althans voor een zeer groot gedeelte ‑ aan reclame en suggestie. Want Aquarius is gevoelig genoeg om deze factoren onmiddellijk te herkennen. Het betekent dat men niet meer kan gaan bouwen op het prestige van: elke twee jaar een nieuwe wagen, elk jaar een nieuw televisietoestel. De fabrikant zal zich moeten gaan aanpassen aan de feitelijke eis van de verbruiker. Hij zal werkelijke diensten moeten gaan verlenen. En dat in een tijd dat meer en meer de producent en de verkoper menen heer en meester te zijn.
Het is logisch dat een poging het publiek te dwingen in de oude richting, waarin verkoper en producent het graag zouden zien en gaan, moet leiden tot steeds grotere spanningen, mistoestanden en daardoor grotere onrust onder de verbruikers.
Het zou mij helemaal niet verbazen dat er in het volgend jaar in sommige landen stakingen voorkomen voor bepaalde artikelen, niet alleen spontaan, maar zelfs georganiseerd. En wanneer dat gebeurt, dan worden er weer reuze klappen uitgedeeld en dan gaat er heel veel van de hooggeachte welvaart en de sociale zekerheid verloren. Maar daar staat tegenover dat de mens dan eindelijk reëel erkent wat zijn taak is, he vervullen een dienende en niet een eisende functie.
Zo zal ook in economische verhoudingen een grote rol worden gespeeld door Aquarius’ inwerking. Aquarius werkt bv. direct tegen elke subsidiepolitiek. Want, zo zegt hij, wanneer ergens een subsidie nodig is, dan blijkt dat er niet rationeel wordt geproduceerd. Iemand die iets wil voortbrengen, moet dat op eigen rekening doen, of dat nu aardappelen zijn of luxe‑toiletjes. Of hij eenvoudige, laag‑bij‑de‑grondse humor wil geven of Shakespeare wil opvoeren, hij moet ervoor zorgen, dat hij zich zozeer geroepen voelt om dit te doen dat hij bereid is zijn gehele wezen en al wat hij bezit daarvoor in te zetten om het beste te geven waartoe hij in staat is.
Hier hebt u weer iets, waarin Aquarius schijnbaar negatief is. Maar alleen door het doen wegvallen van de zgn. zekerheid, die in feite een vergroting betekent van de nationale schuld, kan Aquarius op den duur de mens ertoe brengen niet te produceren omdat hij daarvoor subsidie krijgt, maar omdat het nodig is. Niet méér te verbouwen van een bepaald product dan bv. lonend is. Te komen tot een onderlinge samenwerking en een werkelijke zelfbeperking en onderlinge steun.
Want Aquarius denkt coöperatief. Hij wil de mensen zien samenwerken, maar zonder dwang, in vrijheid. Hij wil hen de consequenties van hun eigen daden laten dragen en hun de vrijheid daartoe geven, maar ook de vrijheid om onderling bepaalde risico’s te dekken.
Om het eenvoudig te zeggen: Aquarius is een invloed die bv. neigt in de richting van het sluiten van verzekeringen, maar gelijktijdig het ontstaan van verplichte verzekeringen tegengaat. Het moet vrijwillig zijn en zo mogelijk in onderlinge samenwerking.
Tegen de overheid is Aquarius altijd, want hij is in zekere zin een rebel. Maar dan een rebel, die zijn eigen beste krachten inzet. Laten we dat niet vergeten. De krachten die Aquarius bezit, worden volledig geuit in dat deel van de ruimte, waarin hij heerst. Veel vollediger dan dit van één der andere heersers kan worden verwacht. En daarom met een veel groter impact, een veel groter doordringingsvermogen, ook reeds in de eerste periode, dan gebruikelijk is.
U leeft in een wereld met vele spanningen. En vele van die spanningen zijn te danken aan het feit, dat Aquarius zijn inwerking steeds sterker doet gevoelen. Maar als u begrijpt dat deze inwerkingen in feite positief zijn, dat uw aanpassing aan de inwerkingen van de invloeden en gedachtegangen van Aquarius, betekent dat u daaruit het goede gewint en dat elk schijnbaar negatief verschijnsel voor degene die het op de juiste wijze weet te ervaren en in zijn wezen om te zetten, positief wordt, dan zult u met Aquarius heel wat minder moeite hebben.
Ten slotte wil ik trachten u op deze avond nog iets te vertellen over een volgens mij ook wel interessant aspect van Aquarius, nl. in verband met de ruimte.
Aquarius brengt broederschap. Ik heb reeds gezegd: hij is coöperatief. Hij wil een samenwerking, hij wil een gemeenschap hebben. En daar, waar isolationisme bestaat, geeft hij daartoe volledige vrijheid, maar verbindt daaraan ook zware consequenties
Nu moet u zo rekenen: Wanneer Aquarius begint te heersen, dan zullen de gezamenlijke pogingen van de mensen de mens gemakkelijker in de ruimte brengen. Maar in die ruimte en in hetzelfde gedeelte van deze ruimte, dus in het deel dat door Aquarius wordt geregeerd, leven ook andere rassen, andere volkeren op andere werelden. Het is praktisch niet te vermijden, dat zowel de mensheid als deze anderen, gestimuleerd door Aquarius, op onderzoek uitgaan. Dat zij hun onderzoek in meer positieve contacten en daden gaan omzetten. Het is praktisch niet te vermijden dat de komende paar honderd jaar contacten brengen met ander leven in de ruimte. Ik vermoed, dat deze contacten bij de eerste geslaagde ruimtevaart, die we zo rond 1980 zullen kunnen verwachten waarschijnlijk, wel zullen tot stand komen.
Het is mogelijk dat men reeds voor die tijd zal moeten toegeven ‑ men weet het eigenlijk wel, maar men heeft het verheimelijkt ‑ dat er reeds, niet door mensen vervaardigde instrumenten en voorwerpen op aarde zijn gevonden en (vermoedelijk over een jaar of 5 à 6) in de ruimte zijn aangetroffen.
Hierdoor krijgt de onderlinge verhouding van de mensheid een geheel andere tendens. Als mens verschil je niet zoveel van elkaar, al ben je dan een neger, een Aziaat of een blanke. Maar ge voelt een heel groot verschil tussen uzelf en wezens van een andere planeet, zelfs al zouden ze de wat fabelachtige schoonheid hebben die sommige mensen hun reeds nu hebben willen toekennen. Want dat zijn: de anderen. Dat wil zeggen dat deze contacten, die Aquarius ongetwijfeld brengt, de mensheid eindelijk noopt tot het zich in zijn geheel noemen “wij”, als tegenstelling tot het “zij” van andere levensfactoren. Het feit dat voordat er grote contacten zijn er nog wel wat jaren zullen verlopen, geeft de mensheid de mogelijkheid haar eenheid te bevestigen en gelijktijdig haar in het begin waarschijnlijk bijna hysterische angst en verwachting wat te doen afflauwen.
Inderdaad, ook deze factor draagt ertoe bij om na het overwinnen van de beginmoeilijkheden Aquarius’ heerschappij tot één van de glorieuze perioden uit het menselijk bestaan te maken. Tot een periode waarin de mens op aarde zeer waarschijnlijk ook nieuwe kwaliteiten en eigenschappen verwerft en daardoor een geheel andere plaats in de rangorde in het Al kan gaan innemen.
Ik geloof, vrienden dat ik hiermee voor heden mag volstaan. Maar waar wij ons vanavond voornamelijk hebben beziggehouden met de uiterlijke aspecten en een omschrijving van Aquarius zelf, zo zal ik een volgende maal graag willen ingaan op de innerlijke aarden van Aquarius, de wijze waarop men in eigen leven op Aquarius kan en moet reageren om daarnaast de algehele inwijdingsgang der mensheid, zoals die in de Aquarius‑periode door ons wordt verwacht, eveneens te kenschetsen.
Inwerkingen van de geest tijdens het begin van de Aquarius periode.
Wij, die in de geest leven, hebben uit de aard der zaak een heel andere waardering en geheel ander standpunt, dan de mens die op aarde leeft. We hebben krachtens ons wezen een overzicht over mogelijkheden en gebeurtenissen, die eveneens voor de gewone mens niet is te bereiken, een enkeling uitgezonderd.
Wij moeten dus beginnen met te stellen, dat de inwerkingen van de geest ‑ en ook van degenen die erbij behoren op aarde ‑ zeker niet direct in overeenstemming zijn met wat de mens eigenlijk verwacht. De mens zou van de geest verlangen, willen vragen dat zij zou ingrijpen om bv. oorlogsgeweld geheel te voorkomen, wreedheid te beletten, concentratiekampen, rassengeschillen enz. terzijde te stellen. Op dezelfde manier zou u aan een moeder moeten vragen haar kind vooral niet te laten lopen, want het zou zich kunnen stoten en builen zijn pijnlijk.
Veel van de strijd, die op het ogenblik op aarde plaatsvindt, wordt door de geest niet alleen beschouwd als nuttig, maar zelfs als onvermijdelijk en noodzakelijk. Wij weten immers dat de stoffelijke mens met zijn eigen wijze van geloven, van denken, van reageren en de eisen die hij zo pleegt te stellen aan de wereld eenvoudig niet in staat is tot vernieuwing te komen. De invloed van de geest moet dan ook op verschillende manieren tot uitdrukking worden gebracht, zonder dat hiermee de feitelijke ontwikkeling van de gebeurtenissen geheel wordt tegengehouden. Deze moet slechts daar worden gewijzigd, waar dat redelijk noodzakelijk lijkt. Men moet de mens er vooral toe brengen om juister te zien waar het om gaat.
De eerste inwerking, die dus van uit de geest in deze overgangstijd kan worden verwacht, is wel de poging om meer licht in de zaken te brengen, om duidelijker te doen zien wat achter de leuzen, de officiële verklaringen en de communiqués, maar ook achter de uiterlijk zo fraaie maatstaven van eerlijkheid, recht enz. ligt verborgen. En dat kan alleen door er steeds weer zorg voor te dragen dat in de eerste plaats personen die niet in het kader van de ontwikkelingen passen, worden geremd of zelfs worden verwijderd.
In de tweede plaats door er zorg voor te dragen, dat bepaalde machtsontwikkelingen die niet wenselijk zijn, worden beperkt.
En in de derde plaats dat, hetzij door schijnbare domheid, de bekende slip of the tongue of een andere verspreking, een dwaasheid of een wegvallen van een zorgvuldig bewaarde geheimhouding enz., een zuiverder beeld geeft van wat er feitelijk gebeurt, dan velen op aarde eigenlijk gewenst vinden.
Ge moet niet vergeten dat er op het ogenblik maar heel weinig mensen zijn bv. in Nederland, die precies weten wat er gaande is met Nieuw-Guinea. Dat er maar heel weinig mensen zijn in Europa, die weten wat er politiek op het ogenblik gaande is in de U.S.A. of in Brazilië of in Azië of in Afrika. Er zijn maar heel weinig mensen bv. in het oostblok, die precies begrijpen, waarom bepaalde verklaringen steeds worden herhaald.
Door deze “vergissingen” te bevorderen kan men, zo men wil, de waarheid doen vermoeden. Dit is een voorbereiding voor het ogenblik dat men die waarheden niet meer zal kunnen ontkennen en dus ‑ of men wil of niet ‑ wordt geplaatst voor een werkelijkheid die allesbehalve idealistisch of fraai is. Dit is een soort voorbereiding op hoofdzakelijk stoffelijk terrein.
In de tweede plaats moet er geprobeerd worden om bepaalde proeven te voorkomen. Zo is er bv. onzerzijds in de laatste tijd meermalen ingegrepen bij bepaalde explosies. Dat was noodzakelijk. Dat zekere werkingen daarvan misschien vele megatonnen deden vermoeden betekent nog niet dat de feitelijke explosie en uitvalwaarde van sommige atoombommen inderdaad die van normaal 1 megaton te boven gingen. Ik noem maar een enkel punt.
Ook de poging om ‑ ondanks alle prikkelbaarheid ‑ enige redelijkheid bij de mens te laten doorklinken, neemt op het ogenblik veel van de kracht van de geest direct in beslag. Men zou dus kunnen zeggen dat wij voor een belangrijk gedeelte bezig zijn de mens te helpen, zo hij het wil stoffelijk zijn voortbestaan mogelijk te maken.
Maar ook geestelijk moeten er voorbereidingen worden getroffen. Want, een mens zonder doel leeft niet. Een stoffelijk doel, een materieel doel, is op het ogenblik niet op een zodanige wijze voorstelbaar, dat het past in de komende verhoudingen. Daarom moeten er reeds nu bepaalde geestelijke centra worden gevormd. Dergelijke centra vorm je o.m. rond bepaalde wijsgeren en ingewijden. Maar die leven meestal ergens aan de rand van een beschaving of zelfs daar, waar men nog moeilijk over een beschaving kan spreken, in de wildernis. Het is dus noodzakelijk dat ingewijden van verschillende graden onder de mensen worden gebracht. Daartoe zijn er thans velen geïncarneerd. Dit hangt o.m. samen met het werk van de wereldleraar en een deel van hun werk en taak wordt op het ogenblik gecoördineerd door het nieuwe centrum van de Witte Broederschap.
Nu begrijpt u wel, dat wij onmogelijk uit de geest zoveel ingewijden op aarde kunnen zetten dat de gehele wereld daarop kan drijven; want dan zou de geest in feite de last en de ontwikkeling van de mensheid dragen. Dan zou er een scherpe scheiding komen tussen ingewijden en niet‑ingewijden; en dat is niet wenselijk. Daarom wordt van uit de geest bovendien ingewerkt ‑ en meestal sterk selectief ingewerkt ‑ op mensen die daarvoor rijp zijn. Er worden proeven genomen door seances als deze, maar ook door geestelijke belevingen en gebeurtenissen in kerken, in kloosters, in tempels waar dan ook, waardoor de gevoeligheidsgraad van de mens wordt vastgesteld, diens vermogen om a.h.w. boven‑redelijke waarheid en kracht te aanvaarden. Worden zulke mensen gevonden, dan krijgen ze een soort opleiding. Die opleiding bestaat in het begin in het op hun weg brengen van voor hen noodzakelijke kennis en bruikbare gegevens, hoe onzinnig die voor een ander misschien ook mogen lijken. Hebben ze deze eenmaal wat verwerkt, dan wordt geprobeerd een contact te maken, waardoor ze dus met de geest eigenlijk wat bewuster kunnen leven en werken. Slaagt men daarin en dat behoeft lang niet altijd op waakbewust vlak te liggen; dat laatste kan zelfs op het vlak van uittreding liggen ‑ dan gaat men ertoe over zo iemand te brengen tot innerlijke belevingen. Belangrijk is daarbij, dat je tracht die mens in zich het grote licht te laten zien. Hij moet ergens een contact hebben met iets, wat voor hem goddelijk is. Dan wordt die mens zo goed mogelijk georiënteerd omtrent zijn eigen vermogens, en dat zijn er heel wat meer dan men zo oppervlakkig zou aannemen. Het resultaat is dat op den duur een steeds groter aantal tamelijk bewuste mensen bestaat, die ‑ wanneer het noodzakelijk wordt ‑ kunnen optreden als een soort coördinerende factor. Ik zou eerder zeggen: als een stof die bepaalde reacties goed doet verlopen.
Zij moeten natuurlijk van uit de geest worden beschermd en geholpen. Zij moeten tot een levenshouding worden gebracht, die al veel meer in overeenstemming is met Aquarius dan de rest van de wereld op dat ogenblik nog kan verwerken. Zij moeten worden gebracht tot een verinnerlijking, waarbij hun eigen geestelijk werken en streven voor hen belangrijker worden dan hun gewone doen en laten, zodat zij hun zaken desnoods zullen achterstellen bij een geestelijk iets. En dat vraagt natuurlijk ook wel heel wat.
De twee genoemde taken zijn wel de belangrijkste, althans voor het menselijk standpunt, want zij zijn onmiddellijk kenbaar.
Soms echter heb je uit de geest en ‑ vooral uit bepaalde hogere sferen ‑ nog een andere mogelijkheid. Met medewerking ook van hen, die nooit mens zijn geweest in hun ontwikkelingsgang en niet in de stof leven is het nl. soms mogelijk een deel van de atmosfeer te zuiveren. En dan bedoel ik niet speciaal onreinheden in stoffelijke zin maar voornamelijk van gedachteconcentraties. Een gedachteconcentratie die sterk haat uitstraalt, kan uitermate schadelijk zijn en het denken over een zeer groot gedeelte van de wereld beïnvloeden. Kunnen wij nu een dergelijke directe straling verspreiden, zodat de haat niet meer zo gericht is maar vager wordt, dan vermindert haar invloed op het wereld denken. Kunnen wij er een deel van absorberen, zoveel te beter. Wij proberen dus uit de geest ook nog eens in die gedachte-atmosfeer van de mensheid ‑ en ook wel van een deel van de daarbij behorende geest ‑ de negatieve factoren zoveel mogelijk in te kapselen, te verspreiden of zelfs op te lossen. Dat laatste houdt in dat er altijd een belangrijke strijd zal bestaan tussen de zgn. chaotische of duistere geesten die tot de mensheid hebben behoord en de meer lichtende; elk eventueel met zijn grotere helpers en krachten achter zich. Het gaat hier dus speciaal om te voorkomen dat een soort massa‑mentaliteit, een massahysterie ontstaat, die ‑ absoluut negatief is.
Verder echter dan het verwijderen van deze al te negatieve inwerkingen, die direct en onmiddellijk vernietigend zouden kunnen zijn, gaat de geest niet, want de mens moet zelf ook nog een trapje kunnen opgaan. De mens moet zelf kunnen aanvaarden wat komt. En wat komt zal in de loop der tijd ongetwijfeld sterk lichtend zijn.
U heeft op het ogenblik te maken met de wereldleraar. Deze Meester doet op aarde een goed voorbereidend werk en vormt ‑ geestelijk gezien een veel groter krachtcentrum, dan u uit zijn stoffelijke belangrijkheid op het ogenblik zou durven veronderstellen. Dat is echter in het geheel geen wonder. Per slot van rekening Boeddha was in feite ook maar een schandaal voor zijn omgeving en van invloed op weinigen. En van Jezus had eigenlijk nog niemand gehoord, voor hij goed en wel dood was, behalve dan de mensen in een enkele streek. Maar deze wereldleraar bereidt de zaak weer voor. Want wanneer Aquarius eindelijk deze ressentimenten tegen de vernieuwing heeft overwonnen, dan bestaat de mogelijkheid dat de hoogste lichtende krachten zich op aarde openbaren ‑ al dan niet stoffelijk ‑ en daarmee de mens helpen een geestelijke vernieuwing tot stand te brengen, die geheel in overeenstemming is met de tijd en met de mogelijkheden. Maar dat laatste is natuurlijk toekomstmuziek en hoort eigenlijk niet direct meer bij de invloed van de geest juist in de overgangsperiode
Wat wij echter in deze tijd rond Aquarius’ komst volbrengen, meen ik hiermede voldoende te hebben geschetst.
Vrijheid.
Vrijheid is de grootste gave die er bestaat.
Vrij zijn wil zeggen: jezelf zijn.
Maar vrijheid is ook de grootste gebondenheid die er bestaat. Want het wil zeggen: voor jezelf aansprakelijk zijn en tegenover jezelf aansprakelijk zijn voor al wat je bent en al wat je doet.
Toen de mens werd geschapen, toen de eerste geest in menselijke vorm ontstond, was hij niet vrij. Hij was gebonden aan instincten en aan wetten. Hij werd geleefd en geregeerd. En als grootste gave werd hem toen vrijheid gegeven. De vrijheid om zelf te denken, zelf te bepalen waar hij zou gaan en hoe hij zou gaan, hoe hij zou handelen.
De mens kon deze vrijheid niet dragen. Hij heeft de vrijheid misbruikt om zijn instincten voortdurend aan anderen op te leggen. En zo werd een wereld geboren, waarin oorlog op oorlog volgde, strijd na strijd ontstond; een wereld vol dwaasheid. Maar toch leerde de mens steeds meer ‑ althans enigszins ‑ Vrij te zijn. Hij kwam tot een vrije wereld van denken die steeds onafhankelijker werd van al wat hij zich aan gebondenheid moest laten welgevallen. De mens leerde in die gedachtewereld krachten en waarden kennen, die voor hem nog niet bestaan in zijn omgeving, in zijn gebonden wereld
Maar de moeilijke vraag is dan: Mens, wie bind je met ketenen, die zo zwaar zijn te dragen? Wie kluistert je aan een sociaal patroon dat niet verantwoord is? Wie bind je aan een arbeid, die je niet graag verricht?
Wie dwingt je toch steeds, mens?
God kan het niet zijn, want God laat je vrij. Hij gaf je een vrije wil en de vrijheid om te leven, zolang je blijft binnen het kader van je eigen wezen en Zijn wetten.
En het kan ook de mensheid niet zijn. Want wie kan je dwingen, o mens?
Wie kan je dwingen, wanneer je niets begeert en niet vreest?
Wie niet begeert en niet vreest is de meest vrije mens op de wereld. Hem kan geen dictator iets aandoen. Ten hoogste kan hij hem doen overgaan van het ene rijk naar het andere, van de ene vrijheid naar de andere. Niemand kan u dan iets ontnemen, want ge begeert niets. Dat is vrijheid.
Vrijheid wil niet zeggen: alles ontberen en alles ontkennen.
Maar het wil zeggen: aan niets gebonden zijn. Wat ge heden bezit, zult ge morgen ‑ zonder ook maar een ogenblik van aarzeling ‑ moeten achterlaten, wanneer uw wezen u zegt dat het een hinderpaal voor u wordt. En al wat ge aan wetten hebt gevolgd, zult ge morgen misschien moeten verwerpen of in het tegendeel doen verkeren, wanneer ge voelt dat dit goed is, En ge kunt dit doen, wanneer ge zo vrij zijt van begeren en angsten, dat ge de consequenties kunt dragen van het jezelf zijn, van het vrij‑zijn.
En toch is vrijheid een gebondenheid. Want in elke mens en in elke geest leeft ergens iets van God. Er leeft een beeld van een volmaaktheid, van een harmonie, waaraan hij steeds weer wordt herinnerd. Iets wat edel is en schoon. Iets wat rein is, rein als een ster die flonkert in de nacht. In zich draagt de mens zijn droom van het licht en van het goede en deze droom mag hij niet verloochenen.
Zijn vrijheid is: wat in hem leeft tot werkelijkheid te maken, waarlijk oprecht en eerlijk. Om harmonie te winnen met het totaal van de gehele wereld en ten slotte met zijn God Zelf.
Maar dan betekent die vrijheid ook dat al wat hem in dit streven benadeelt, al wat tegen deze kern van zijn verlangen en wezen ingaat, moet worden terzijde gesteld.
Vrijheid betekent voor de mens die bewust is: gebonden zijn aan de God Die hij in zich kent. Niet omdat hij gedwongen wordt, maar omdat dit het enige is, dat in zijn leven bestaan en waarde heeft.
Wat baat u de vrijheid, indien ge alles verliest? Wat baat u het gebonden zijn, de eerbiedwaardigheid, het fatsoenlijk zijn, het wetmatig braaf zijn en goed zijn, het gelovig zijn, indien ge daardoor uzelf verliest?
Wat baat het u in de ganzenpas te marcheren, indien ge daarmee een weg gaat die niet geschikt is voor u?
Vrij zijn betekent: weten wat het hoofddoel is in het leven en alles in het leven daaraan ondergeschikt maken. Dat wil zeggen: God beleven altijd weer, volgens beste weten en innerlijk kennen. Dat is vrijheid.
Want de vrijheid die ons is gegeven, is de vrijheid om naar ons eigen verlangen, ons wezen te bevestigen en te erkennen in het eeuwige en zo dat te kennen wat men noemt vrede, licht en geluk; of onszelf voortdurend te ontkennen en in een duisternis van waan te lijden, omdat wij immers het licht niet kunnen uitdrijven, dat ons een voortdurende aanklacht is
Vrijheid is het vermogen te kiezen en een eigen doel te stellen op elk terrein. En het is gebonden aan de krachten jezelf, die je God noemt, die je goed noemt, die je licht noemt.
Vrijheid is het lichtende in ons dat wij voor onszelf tot werkelijkheid maken.