Wil en intuïtie

image_pdf

uit de cursus ‘Occult practicum’ (hoofdstuk 17) – juni 1967

Wil en intuïtie.

Wanneer wij ons bezighouden met de praktische mogelijkheden van het occultisme, zo kunnen wij natuurlijk de wilskracht trachten te ontwikkelen en te versterken. Maar de wil alleen is nimmer voldoende. Te allen tijde zijn wij verplicht om ons te richten op een doel, dat wij tevoren moeten zien. Dat doel moet bovendien in overeenstemming zijn met de verschillende waarden, die men als mens “werkelijkheid” noemt en als zodanig kan aanvaarden. Het zal u duidelijk zijn dat wij, indien we de wil op de juiste wijze willen concentreren en voldoende tot ontwikkeling brengen, daarnaast ook aandacht moeten besteden aan het ontvangen van de juiste impulsen, zodat wij op de meest juiste wijze kunnen reageren op alles wat er rond ons geschiedt. Onze kracht heeft alleen zin, indien zij doelmatig wordt gebruikt. Daarom wil ik u allereerst enkele meer praktische voorbeelden geven van intuïtie en het gebruik ervan.

Dan stel ik allereerste: Een intuïtie is gebaseerd op feiten, waarbij het bewustzijn en eventueel het onderbewustzijn of het geestelijk weten een overbrugging schept in logische zin van de hiaten, die in het weten voor ­komen. Daarbij kan worden aangenomen dat voor iemand, die intuïtief voldoende begaafd is, 10 % aan feiten voldoende is om een intuïtieve, beredeneerde, maar volledig juiste prognose, dan wel een duiding van feiten tot stand te brengen.

Wat speelt zich nu af bij deze intuïtie?

In de eerste plaats mag ik mij niet inspannen. Zodra ik op enigerlei wijze krampachtig ben, zal mijn intuïtie niet willen werken. De inspanning brengt zelfs met zich mede, dat ik naar verbindingen zoek waar deze er niet zijn. Het resultaat is op z’n minst genomen twijfelachtig. Vind ik echter de juiste ontspanning (het mij op de juiste wijze a.h.w. losmaken van alle feiten en feiten‑combinaties), dan kan mijn bewustzijn op de juiste wijze reageren.

Voorbeeld 1

Ik bevind mij in een toestand waarin het voor mij belangrijk is de reacties van enkele mensen of hun karakter op de juiste wijze te schatten. Ik beschik over betrekkelijk weinig gegevens. Indien ik mij een oordeel aanmatig over de persoon op grond van voorkomen, handschrift of iets dergelijks, dan is de kans zeer groot dat mijn belichting eenzijdig is. Indien ik het probleem alleen bezie aan de hand van de mij bekende feiten, dan is de mogelijkheid zeer groot dat ik het ofwel onoplosbaar zal vinden, dan wel een zeer eenzijdige oplossing zal treffen, die het probleem eigenlijk alleen maar verplaatst.

Ik neem dus op. Ik oordeel niet. Ik blijf ‑ waarnemende ‑ ontspannen. Ik neem kennis van alle feiten, maar ik tracht die niet in een verband te brengen. Ik absorbeer, zoals een spons water kan opnemen. Ik vul mij met de feiten, voor zover zij er zijn of met de indrukken die ik heb opgedaan. Daarna ‑ en hier komt de wil mede in het geding ‑ schakel ik elke bewuste overweging uit. Wanneer ik na verloop van enige tijd (voor een klein probleem kan dat enkele minuten zijn, maar voor een ernstig probleem of een zeer belangrijke analyse is een half uur tot een uur minstens noodzakelijk) wederom begin de gegevens na te gaan (als het even kan op dezelfde wijze en in dezelfde volgorde, waarin ik dit reeds heb gedaan), dan blijkt dat zich op grond van deze feiten een niet‑volledig redelijk, maar toch logisch aanvaardbare oplossing suggereert. Deze oplossing is voor mij dan de juiste.

Voorbeeld 2

Ik heb een bepaald doel voor ogen. Ik weet niet hoe ik dit zal verwezenlijken. Ik wil mijn intuïtie gebruiken om dit tot stand te brengen. Procedure: Allereerst en zeer noodzakelijk is de omschrijving van het doel. Beperk uw doel zoveel mogelijk, opdat u werkelijk nauwkeurig kunt omschrijven wat u wilt. Besteed hieraan desnoods enige tijd. Daarna begint u niet weer het doel voor ogen te nemen of zelfs maar te overwegen, maar gaat u alle bestaande condities, waarin uw daad beperkt zou kunnen worden of uw streven vrijer, na. Besteed ook hieraan enige tijd. Voeg daarbij eventueel nieuwsberichten, de mening in uw omgeving, de erkenning van het weer, de sfeer, uw eigen stemming. Al deze gegevens neemt u op. Ook dit weer zonder dat u daaraan nu reeds enige conclusie of consequentie verbindt. Schakel dan met uw wil het probleem wederom uit. Houdt u met iets totaal anders bezig. Dwing uw gedachten zich niet verder met het opgenomene bezig te houden. Eerst na een periode van ongeveer een uur (misschien een half uur, indien het geval niet belangrijk is) gaan wij wederom de omstandigheden nogmaals na. Wij vragen ons dan af: Hebben wij ons daarbij niet vergist?

Na de omstandigheden overdacht te hebben, denken wij over het doel na. Wij trachten zo nauwkeurig mogelijk de eerst gegeven omschrijving terug te vinden. Pas daarna laten wij in ons een verbinding ontstaan tussen de huidige omstandigheden en het doel. Wij zien dan doorgaans een algemene richtlijn ontstaan, die is gebaseerd op de mogelijkheden die wij in het heden hebben geconstateerd en op de noodzaken die voortvloeien uit het gestelde doel. Dit betekent, dat handelen volgens deze algemene richtlijn en de eigen mogelijkheden zeer zeker zal bijdragen tot de bereiking van het doel, terwijl tevens in de intuïtie vaak bepaalde voorbehouden zijn opgenomen, waardoor men zich zal afwenden van middelen en wegen, die de bereiking van het doel eerder zouden benadelen of tegenhouden dan bevorderen.

Dit zijn twee praktische voorbeelden, gegoten in een vorm waarin een ieder ze kan gebruiken.

Wat is nu in dit geval de functie van de wil?

Ik moet mijn wil een zekere mate van concentratie geven. Natuurlijk. Het is noodzakelijk dat ik eerst tot een zekere mate van zelfbeheersing ben gekomen. Eerst als ik die zelfbeheersing bereik, is het nl. mogelijk voor mijzelf de rust af te dwingen, die noodzakelijk is voor het tot stand komen van de intuïtie. De wil moet dus regelmatig worden geoefend. Maar daarnaast is het betrekkelijk eenvoudig om ‑ desnoods op grond van algemene gegevens en feiten (mijnentwege een wereldprobleem, dat op dit moment actueel is) ‑ na te gaan wat uw intuïtieve reacties zijn,

Wil men zijn intuïtie ontwikkelen, dan zal men natuurlijk moeten uitgaan van het feit dat de intuïtieve beslissing en richtlijn worden vastgelegd. Want om met een redelijke mate van zekerheid uit betrekkelijk weinig feiten een volledig juiste conclusie te kunnen trekken, heeft men zelfvertrouwen nodig. Zelfvertrouwen en ook het gebruik van de procedure kunnen alleen worden geleerd door een voortdurend in praktijk brengen van het proces der intuïtieve erkenning. Vandaar dat de volgende regels voor u in dit verband belangrijk zijn:

  1. Willen is begeren met uitsluiting van al het andere. Indien u wil tracht met intuïtie iets tot stand te brengen, dan zult u eerst moeten begeren uw eigen wezen te beheersen; en wel zodanig, dat u het gevoel hebt, dat dit het belangrijkste in de wereld is.
  2. Wanneer u voelt deze toestand te hebben bereikt en niet eerder, volgt u de procedure van overweging, zoals die in de twee voorgaande voorbeelden is neergelegd. De rust die u afdwingt, kan natuurlijk door hulpmiddelen worden vereenvoudigd. U kunt uzelf een bezigheid geven, waarbij u geen tijd hebt om na te denken. U kunt ook een totaal andere gedachtegang volgen. De beste methode is echter: een ontspanning, waarbij geen overdadige denk‑bezigheid noodzakelijk is. Dus bij voorkeur niet een zeer spannende roman lezen of zo iets.
  3. De intuïtie is in het begin voor u niet te onderscheiden van een droom, een illusie. Het vraagt enig vertrouwen in uzelf en in uw mo­gelijkheden om zo’n intuïtie op de proef te stellen. Toch is het belang­rijk dat u dit doet. Stel uw intuïtieve vermogens voortdurend op de proef. Tracht daarbij vooral in het begin problemen te nemen, die slechts een geringe tijd van overdenking vergen. Voorbeelden zijn: mensen gadeslaan. Trachten hun eerstvolgende reactie af te leiden. Dit kan worden gedaan met de beschouwing van de persoon, het stellen van de vraag, een rust van enkele minuten. U zult ontdekken dat u op deze wijze langzamerhand een vaardigheid verkrijgt. Gebruik uw vaardigheid voortdurend, ook indien dit kennelijk niet noodzakelijk is. Oefening is in dit alles een van de belangrijkste waarden.
  4. Als u bent gekomen tot een intuïtieve vaststelling, beslissing of prognose, dan vraagt het enige wilskracht om alle andere overwegingen terzijde te stellen. Om te komen tot een juist beproeven is dat echter noodzakelijk. Leer u aan op die terreinen, waarop dit voor u belangrijk en noodzakelijk is, elke beoordeling van anderen, alle gangbare denkwijzen en opvattingen, ja, zelfs alle logica terzijde te stellen, opdat u in staat zult zijn hetgeen u wilt volbrengen op zijn eigen merite te beoordelen. Dit is zeer belangrijk.
  5. Als u wilt werken met intuïtie, is het vaak goed daarbij rekening te houden met de mogelijkheid kleine prognoses te stellen. Het geven van een kleine voorspelling ‑ al is het maar t.a.v. het weer van morgen ‑ is in zeer vele gevallen bevorderlijk voor uw ontwikkeling. Het overbrug­gen van de hiaat tussen ‘t bewust erkende feit en de onbewuste waarden is aanvankelijk moeilijk. Daarom niet alleen voortdurend oefenen, maar stel kleine prognoses. Indien u die maakt, onthoudt u van elke prognostiek, die alleen is gebaseerd op getallen en kansberekening. Eerst zult daarmee intuïtief niets kunnen doen.
    Baseer al datgene, waarvoor u een intuïtieve beslissing zoekt, op:
    a. bestaande waarden, die niet erkend zijn,
    b. acties.

Om een voorbeeld te geven: Het is in het begin niet mogelijk intuïtief vast te stellen wie een paardenrace zal winnen. Maar als men een course ziet, kan men wel nagaan wat de geldomzet is. De geldomzet is een reeks acties in vaststaande waarden. Naar de geldomzet kan het winnende nummer worden voorspeld. Aan de hand daarvan kan dus wel een juiste intuïtie worden gevonden; niet aan de hand van de beschouwing der deelnemers. Hier is nl. een te grote hoeveelheid niet‑overzienbare reacties. En vooral in het begin zult u niet in staat zijn daarmede iets te doen.
U kunt niet zeggen op welk nummer van een lot de hoofdprijs van de loterij valt. Wel zult u na zeer korte tijd met zeer grote waarschijnlijkheid kunnen con­stateren in welke steden of in welke delen van het land de prijzen zullen vallen. Deze mogelijkheid bestaat weer wel. Het is dus altijd weer een zoeken naar datgene waarmee men zelf kan werken. Wie werkt met getallen, werkt ergens met dode waar­den. Een prognose kan worden weergegeven in getallen, maar ze kan nimmer worden gevonden op basis van getallen. Ze kan worden gevonden op grond van emotionele achtergronden, waarden uit het gemeenschappelijk bewustzijn, geestelijke invloeden en tendensen, kosmische stralingen. Al deze dingen kunt u aanvoelen, voorvoe­len en combineren, ook buiten het logische om. Maar u kunt geen rekensom met te veel onbekenden oplossen; dat wordt mathematica en heeft met intuïtie niets meer te maken.

Ik wil erop wijzen, dat onze intuïtieve reactie niet alleen maar een exceptioneel te ontwikkelen gave is. Zij is wel degelijk iets, wat in het dagelijks leven een grote rol speelt. Maar wij weten eenvoudig niet hoe daarop te reageren. Een eenvoudig voorbeeld:
Men speelt roulette. Iemand wil op rouge et noir spelen, de twee kleuren. Als hij denkt “nu komt rood uit,” dan komt zwart uit. Als hij denkt “nu komt zwart uit”, komt rood uit. Dit blijkt vaak 7 à 8 maal juist uit te komen; dus dat de tegenovergestelde kleur uitkomt, als je inzet.

Wij hebben hier te maken met een inverte intuïtie, een omkering. Wij hebben de begrippen winst en verlies niet voldoende uit elkaar gehouden. Wij zijn onbewust uitgegaan van het totaal begrip winst. Dat ligt bij de bank. Het is altijd de bank die de meeste winst maakt. Het is de bank die profiteert. Ik voor mij, ik speel tegen de bank. En ik heb zelfs op een schijnbare kans van half‑half in feite misschien een mogelijkheid van 1 op 3 of 4. Ik moet mij dus associëren. En als ik dit kunstje ken, dan kan ik op rouge et noir (indien ik die intuïtie normaal invert heb) komen tot de juiste intuïtie en ik kan daarop een hoeveelheid winstpunten boeken. Dit is zelfs mogelijk, wanneer men wil spelen op de kolom.

De kolom geeft drie mogelijkheden. Maar van die drie mogelijkheden is het bijna altijd zeker op de vier keer drie keer juist te reageren, indien men weet hoe men moet bepalen. Daarvoor is een kennis van het spel nodig, maar ook van de eigen verhouding t.a.v. het speelveld. Als ik zie, dat op één kolom zeer veel is ingezet, dan kan ik alleen spelen, als ik uitga van de maximale winst, die zal moeten worden uitbetaald. Aangenomen natuurlijk dat het een eerlijke roulette is. Anders wint de kolom, waarop de grootste inzet staat, nooit. Als u dus reageert op de grootste winstmogelijkheid, dan krijgt u “ja” of “neen”. Heeft u dat geconstateerd, dan kunt u reageren met uitsluiting hiervan op mijn grootste winstmogelijkheid, die nog twee kolommen omvat.

In het begin vraagt dat te veel tijd. U zult dat zelden kunnen doen tussen inzet en inzet. Maar als u dat meermalen hebt geprobeerd, dan gaat het wel vlug genoeg en kunt u voor het “les jeux sont faits” klinkt inzetten op de kolom, waarop voor u persoonlijk de maximale winstmogelijkheid ligt. Het is dus eerst een elimineren van de maximale mogelijkheid, daarna uit de mindere mogelijkheden persoonlijk het grootste voordeel intuïtief nagaan. De winstkansen zijn dan betrekkelijk groot.

Er zijn mensen die weten dat je dit spel alleen kunt spelen, zolang men zelf een zekere afstand houdt van het spel. Overal in de casino’s kent men de z.g. broodspelers. Zij zetten enige tijd betrekkelijk geringe bedragen in en als zij voor een bepaald bedrag aan winst hebben binnengehaald, of het gevoel hebben dat zij vermoeid zijn, dat zij niet meer kunnen reageren, dan breken zij het spel af en verlaten ook het casino. Dat is begrijpelijk. Deze mensen ‑ al kennen zij deze truc niet ‑ werken in feite met de intuïtie, zoals ik u probeer duidelijk te maken. Hieruit blijkt, dat wij de wil nodig hebben om onszelf voortdurend onder controle te houden. Het voorbeeld zal hier in Nederland, waar men immers alleen maar ten bate van de staat mag spelen, misschien niet zo gemakkelijk worden gevolgd. Maar u kunt zich wel de toestand indenken.

Als ik bezig ben met intuïties, die mij voortdurend resultaat kunnen brengen, wordt mijn wezen steeds meer betrokken bij de mogelijkheid tot winnen. Ik zal moeite moeten doen om mijzelf en mijn begeerte naar winst te bedwingen en daarvoor in de plaats steeds weer te komen tot alleen de overweging van de mogelijkheden. Doe ik dit, heb ik die wilskracht, dan kan ik winnen. Doe ik dit niet, dan kan mijn intuïtie mij in het begin helpen. Maar dan zien wij het bekende patroon van elke beginnende speler. Deze komt binnen als gebiologeerd door het spel. Hij is eigenlijk niet uit op het maken van winst; hij wil ervaren. Door het ervaren stelt hij zich in op intuïtie. De beginner wint dikwijls. Maar nu ziet hij winst. Hij begint te denken aan het geld en niet meer aan het spel. Hierdoor verliest hij veel meer dan hij ooit heeft gewonnen. Dat te weten (te weten afstand te houden) is een van de belangrijkste dingen. Of dit nu gaat om een prognose voor het getal dat uitkomt op het rad, of dat het een kwestie is van wat er zal gebeuren in de komende maanden in Israël, Egypte, Turkije of Vietnam, dat is allemaal hetzelfde. Als ik mij persoonlijk te veel bind aan hetgeen ik wil bereiken, kom ik altijd weer verkeerd uit. Mijn instelling is niet juist. Als mijn punt van uitgang te persoonlijk wordt, is het verkrijgen van de juiste intuïtie onmogelijk.

Dan moeten wij nu proberen te zien waar deze intuïtie bruikbaar is, aangenomen dat wij de wilskracht hebben om ons steeds te distantiëren van al datgene wat te persoonlijk is.

Dan stel ik:

In de eerste plaats: Op het ogenblik, dat de persoonlijke occupatie met het gebeuren terzijde kan worden gesteld, is een realisatie van de eigen werkelijke relatie met en de verhouding tot de totaliteit aan de hand van geestelijke, astrale, mentale en materiële waarden mogelijk.

In de tweede plaats. Indien men met alle geweld een bv. telepathisch contact probeert af te dwingen, sluit men zich af. Elk forceren, zelfs als men haast heeft, is fataal voor de uitkomst. Beheersing is noodzakelijk.

In de derde plaats: Als ik wil bereiken en ik kan mijzelf beheersen, dan zal ik in mijn conclusie altijd een punt van uitgang vinden. Is dit punt van uitgang bereikt, dan moet er onmiddellijk worden gereageerd. Een voorbeeld: u zit aan de roulette. U wilt op een kolom zetten. U heeft uitgemaakt: deze kolom heeft de grootste kans te winnen. U vraagt zich nog een ogenblik af: zal ik de inzet doen? Op dat moment is het al “les jeux sont faits” en is de mogelijkheid voorbij. Snelle reactie, wanneer de intuïtie er is, is noodzakelijk.

In de vierde plaatse: Wanneer ik gebruik maak van mijn vermogen tot afstand nemen (ook t.a.v. de menselijke denkwijze), zal elk bewustzijn dat ik kan delen (dus ook de hoogste geestelijke waarden, bewustzijnsvormen uit de geest, opgebouwde bewustzijnsvormen van een gemeenschap of een volk, waarin ik mij bevind) een directe aanvulling geven aan mijn beperkt punt van uitgang. Mijn weten wordt vollediger, ook wanneer dit niet verstandelijk is uit te drukken. Op deze wijze kan de intuïtie worden gebruikt om in alle omstandigheden van belang snel en juist te reageren.

Methode van training.

Oefen u om een bepaald begrip te overwegen en dan terzijde te stellen. Kijk naar buiten. Vraag u af: Gaat het regenen of niet? Dwing uzelf een half uur niet uit het raam te kijken. Vraag u af: Hoe warm is het? Maak een schatting. Kijk uit de verte naar een thermometer, maar ga niet kijken voordat er een half uur is verlopen. Leer uzelf om in die tussentijd elk bezig zijn met de vraag, “regen of niet”, “hoe warm” en al die dingen meer, voortdurend te onderdrukken. “Het gaat mij nu niet aan.”, zegt men in Holland. Dit moet u begrijpen. Leer bepaalde punten eenvoudig uit te schakelen: “Dit gaat mij nu niet aan”. Pas wanneer de door mij gestelde tijd is verstreken, zal ik constateren; niet eerder. U kunt dit ook doen door bv. een krantenartikel dat u interesseert halverwege weg te leggen, uzelf te dwingen daaraan enige tijd niet te denken, vervolgens het gelezene te recapituleren en dan pas verder te gaan. Oefeningen, die noodzakelijk zijn.

Op deze wijze wordt men getraind in het uitschakelen van alle persoonlijke reacties in de tijd, die noodzakelijk is om de processen in onderbewustzijn, in geestelijke en andere waarden binnen het ego te laten verlopen.

Oefen u in omschrijven. Als u een bloem gaat kopen, omschrijf voor uzelf wat u wilt hebben. Ik wil bv. een iris. Hoe ziet een iris er uit? Zij is lila van bloemblad. Daarin zit een witachtige streep, waarin een gelige tongstreep voorkomt. Omschrijf de kelkvorm. Omschrijf de eigenaardige wijze, waarop de tongachtige bloem zich openplooit aan de bovenkant. Omschrijf het blad, de stengel. Probeer te visualiseren.

Als u brood hebt, stel u dat brood voor. Kijk er even naar. Vraag u af: Hoe ziet dit brood er uit? Hoe zal dit smaken. Is het knapperig? Is het niet knapperig? U moet zich een voorstelling maken van de meest eenvoudige dingen. Hoe beter u omschrijft, hoe juister u formuleert, des te gemakkelijker het voor u wordt problemen op te nemen. Want een juiste formulering betekent ook het juist opnemen in het geheugen. Het betekent het juist opnemen van gegevens, ook van anderen.

Leer observeren. Leer, wanneer u leest, de betekenis van elk woord te overwegen. Als u luistert, probeer, nadat een zin is gesproken (als u de tijd heeft) te recapituleren: Wat is er precies gezegd? Wat is de intonatie? Door u op deze manier te trainen krijgt u het vermogen de bekende gegevens juist te recapituleren en te omschrijven en komt u tot een meer objectieve weergave van de gegevens.

Oefen u in het precies omschrijven van hetgeen u wilt of waarheen u gaat. U stapt bv. in een autobus. U weet het eindpunt. Waar precies is dat eindpunt? Waar staat de haltepaal? Wat voor een huis staat daar bij? Omschrijf dat. Weet u het niet? Kijk dan als u bent aangekomen. Omschrijf het voor uzelf nauwkeurig. Wilt u naar een theater gaan? Wat verlangt u van dat theater? Precies omschrijven. Na afloop u afvragen: Wat is het verschil tussen wat ik heb gezien of gehoord en wat ik mijzelf heb voorgesteld? Definieer het verschil. Leer uzelf om concreet en kort te omschrijven: wat is het verschil? Hierdoor bent u in staat, als u voor een bepaald doel intuïtie nodig hebt, u dat doel zo volledig voor te stellen, dat daardoor een gerichtheid in uw denken, maar ook in de werkzaamheid van het onderbewustzijn en de geest tot stand wordt gebracht.

Het volbrengen van deze oefeningen vraagt wilskracht. Het lijkt eenvoudig als ik u vertel: zo doe je dit. Maar het is niet zo eenvoudig, omdat u dit langere tijd voortdurend moet doen. Wie de genoemde oefeningen ongeveer drie à vier weken elke dag enkele malen doet, heeft een beginpunt bereikt en kan voor het eerst trachten meer bewust een intuïtie te verwerven en te controleren.

In de training is het belangrijk, dat wij de intuïties nagaan. Intuïties nagaan is in het begin over het algemeen een kwestie van constatering. Een eenvoudige methode: U staat bij een verkeerspunt. Neem 1 à 2 minuten het verkeerspatroon waar. Tracht dan uzelf af te vragen: Welk openbaar lijnvoertuig komt het eerst voorbij? Welk nummer? U zult zien dat u de eerste malen mis raadt. Als u het enkele malen heeft gedaan, dan blijkt het voorkomen van het door u voorspelde nummer steeds vaker te gebeuren. Dit is een van de eenvoudigste methoden. Als u iemand ontmoet (u kent deze niet), maak enkele conclusies. Niet ten aanzien van diens karakter, dat heeft nog geen zin. Maar bv.: Hoe zal deze mens reageren op een van de andere aanwezigen die ik ken? Probeer deze dingen te doen. Allemaal kleine intuïties met een betrekkelijk gering tijdsverloop.

Op deze manier schoolt u zich in het gebruik van de intuïtieve gaven en vermogens; en dit is noodzakelijk. Want eerst wanneer dit voor mij een normaal iets is geworden, kan ik afstand houden, waardoor ik in staat ben. ook bij grotere problemen, zonder al te lang eerst mijn wil te moeten oefenen, zonder te veel te worden gestoord door het weerkeren van het probleem, innerlijk deze zaak te verwerken.

Misschien vraagt u zich af, waarom deze intuïtie juist nu weer op uw programma is gezet? Men heeft u gesproken over allerhande waarden in het occultisme en daarbij is (als ik juist ben voorgelicht) in een vorige les gesproken over de verschillende krachtvelden waarin u zich bevindt.

Die krachtvelden waarin u zich bevindt, mijne vrienden, zijn invloeden, die u ‑ maar ook uw omgeving ‑ kunnen bepalen. Zij zijn het, die uw gedrag a.h.w. in een zekere richting stuwen, maar ook dat van anderen. U erkent deze velden en stromingen meestal niet zo heel bewust. Maar toch kunt u die werking erkennen. Er is in u iets dat een dergelijk veld constateert. Het is duidelijk dat alle verloop van het gebeuren hierdoor mede al wordt beperkt. En er zijn vaak vele van dergelijke krachten in één en dezelfde tijd aanwezig. De beperking van de mogelijkheden van het werkelijk gebeuren wordt steeds kleiner, terwijl de theoretische mogelijkheid even groot blijft. De intuïtie maakt het ons mogelijk deze beperking te constateren. Zij maakt het ons mogelijk door het waarnemen van de feiten en gelijktijdig de geestelijke begrenzingen, de geestelijke achtergronden van eigen wezen, te komen tot een definitieve conclusie, waarbij de constatering van het feit bijna puntnauwkeurig kan zijn. En wat heeft u aan al uw geestelijke gaven (helderhorendheid, helderziendheid, het vermogen tot hypnotiseren e.d.), wanneer u ze niet kunt gebruiken? De intuïtie is het leidsnoer, dat wij nodig hebben om ons totale wezen en kunnen in het occulte op de juiste manier te richten.

Het is geen wonder, dat een dergelijk onderwerp in de verschillende disciplines in het rijk van het occultisme steeds weer naar voren komt. Het is als het ware de weg, waarlangs zich de ontwikkeling verplaatst.

Al wat ik uit de geest ontvang, wat ik in de geest waarneem, wat ik erken of tot uiting breng aan geestelijke vermogens, aan genezende kracht, moet in overeenstemming zijn met de weg. Op het ogenblik, dat ik ‑ ook in de z.g. occulte wetenschap ‑ tegen de dingen inga, die door alle invloeden a.h.w. worden afgedwongen, kan ik zelden een blijvend resultaat bereiken. In de meeste gevallen is het mij niet mogelijk, iets blijvend tot stand te brengen. En wat ik bereik kost mij veel meer kracht, moeite en vaak strijd in mijzelf dan noodzakelijk is.

Wie gebruik maakt van de begaafdheden van de mens, wie wil handelen volgens de occulte wetten, moet beginnen met te weten: in welke richting kan ik nu gaan? Indien de richting niet in overeenstemming is met het doel, kan men misschien door het doel iets te verleggen toch wat bereiken dat buiten de algemene tendens ligt. Maar gaat men regelrecht tegen een bestaande tendens in, dan zal men bijna nooit ‑ of men moet vol‑ingewijd en zeer sterk zijn ‑ iets tot stand brengen. Het gebruik van occulte macht heeft alleen zin, indien men iets kan bereiken.

Ik hoop, dat dat in dit hoofdstuk voldoende begrijpelijk en duidelijk is gemaakt.

image_pdf