Yin en yang en de twee hersenhelften

image_pdf

23 oktober 1981

Al weten wij niet alles en kunnen wij ook wel eens een fout maken, vanavond bent u er om ons onderwerp te stellen en dan nog na te denken over hetgeen wij daarover zeggen ook. Wilt u uw keuze bekend maken?

  • Het yin en yang principe in het kader van de twee hersenhelften.

Naar ik aanneem, weten wij allen dat de menselijke hersencapaciteit in twee delen gedeeld is – en niet alleen de hersenen.

Nemen wij de linker hersenhelft, dan hebben wij te maken met een groot aantal centra die in feite vergelijkingsmateriaal opslaan waardoor zintuigelijke prikkels geduid kunnen worden. Wij zouden kunnen stellen dat wij hier bewuste herinnering, bewust gehanteerd combinatievermogen en bovendien een aantal denksporen aantreffen. Deze laatste zijn mede voor de uiterlijke persoonlijkheid bepalende reeksen van vaste associaties, waardoor op een bepaalde prikkel altijd weer met dezelfde opeenvolgende reeks van bijkomende beelden zal worden gereageerd. Het resultaat is een gedragsbepaling.

De tweede, de rechter hersenhelft, blijkt veel meer onbewuste herinnering, dus niet direct toegankelijke zaken en emoties, te bergen. Voor het bewuste ik is er geen sprake van omschreven herinneringen en vaste normen en beelden. Hetgeen deze hersenhelft bijdraagt is voor de doorsneemens een reeks van vage gevoelens, associaties die niet geheel redelijk zijn en waarvan je de oorzaak niet geheel kunt definiëren.

Wil men het principe van yin en yang, de elkaar aanvullende tegendelen, licht/duister, man/vrouw e.d. toepassen op deze vreemde indeling van de hersenen in twee helften met eigen inhouden, dan kun je het volgende stellen:

Voor mensen die op aarde leven en zich van zich niet geheel bewust zijn, is de rechter hersenhelft duisternis. De linkerhelft daarentegen geldt als toegankelijk, open, licht. Bij de doorsneemens geldt dat het vermogen bewust de werkingen van beide hersenhelften te combineren maar zeer gering is.

Het is voor die mens moeilijk, zoal onmogelijk, zijn gevoelens met hun werkelijke oorzaak en achtergrond te begrijpen. Omgekeerd is het ons niet mogelijk te zien waarom inkomende gegevens in de ene hersenhelft in de andere opeens zeer hevige en onbeheersbare emotionele stormen veroorzaken. Het is trouwens voor de meeste mensen moeilijk te aanvaarden dat men emotioneel overheerst wordt en daardoor, ondanks zijn redelijke vermogens, niet rationeel meer kan reageren.

Met deze simpele indeling gaan wij natuurlijk wel voorbij aan enkele op zich interessante gegevens. Want er zijn ook nog de prefrontale hersenkwabben. Deze blijken veel te maken te hebben met de persoonlijkheid.

Bijvoorbeeld zal lobotomie juist hier worden uitgevoerd en kan men met een enkele verbreking van verbindingen de gehele persoonlijkheid veranderen. Vooral een groot deel van de onbeheerste gevoelswereld kan zo worden uitgeschakeld. De mens is dan echter verminkt, niet meer geheel zichzelf.

Deze hersenlobben hebben nog een andere kwaliteit, tezamen met enkele organen die – naar men medisch meent – alleen voor afscheidingen zorgen. Zij nemen nl. ook impulsen op en waar van niet stoffelijke aard. Het bijzondere hierbij is dat deze impulsen dan gelijktijdig en gelijkaardig aan beide hersenhelften kunnen worden doorgegeven.

Door het opnemen van een dergelijke invloed ontstaat – vanuit menselijk standpunt – een gevoel dat op zijn beurt weer wordt omgezet in een reeks beeldassociaties die al dan niet redelijk juist zijn. Deze worden dan wel of niet omgezet in een reeks woordassociaties.

Het zal u duidelijk zijn dat wij, al verstoort het de analogie met yin en yang, dit deel zeker mede en afzonderlijk moeten bezien en noemen.

Je zou kunnen zeggen dat de frontale hersenlobben dan een scheidslijn vormen tussen yin en yang, tussen licht en donker. De mens is geneigd de scheiding vooral te zoeken in het man/vrouwelijk. Dit is natuurlijk onzin: in elke vrouw spelen mannelijke elementen een rol en in elke man ook vrouwelijke. Het ligt maar aan omstandigheden en intensiteit of deze waarden ook kenbaar naar buiten treden, dan wel niet.

Er is wel iets anders: wij hebben een sensitiviteit, een gevoeligheid die bij ons allen, wanneer wij op aarde zijn, aanwezig is. Normalerwijze wordt deze gevoeligheid gedomineerd door de linker hersenhelft. Deze controleert echter redelijk, wat er op neer komt dat men het zo genaamd occulte deel van het ervaren niet kan betrekken in het waakbewust denken en werken.

De gevoeligheid kan zich dan uitwerken in de droomwereld, maar doet dit dan nog altijd middels sterk emotionele golven, vaak gepaard gaande met een ritmeverandering, u weet wel de met griekse letters aangeduide golven die ook de diepte van de slaap aangeven.

Ik wil hieraan het volgende verbinden: wanneer beide hersenhelften op elkaar reageren, worden emoties tot bewuste en daardoor ook beheersbare factoren in ons gedrag. Hebben de gevoelens echter vrije toegang tot onze rede, dan komen wij ook tot interpretaties die menselijk gezien niet strikt logisch zijn, daar men niet langs geleidelijke overwegingen, maar sprongsgewijs tot conclusies schijnt te komen.

Overigens blijkt dat de doorsnee vrouw deze vorm van emotie-overdracht naar de rede in de linkerhersenhelft sterker heeft ontwikkeld dan de man. Mogelijk is opvoeding en conditionering hiervoor mede aansprakelijk. Let wel, dit gaat alleen op wanneer wij over een doorsnee spreken, want in beide seksen zijn vele uitzonderingen te vinden.

Ik stel nu: yin en yang zijn één geheel. De perfectie kan alleen bereikt worden wanneer licht en donker versmelten tot de schijf. De mens kan eerst werkelijk mens zijn wanneer zijn wereld van denken, waarnemen en redeneren plus zijn wereld van aanvoelen, geloven, voorvoelen, tot één geheel samenvloeien.

Eerst dan is evenwicht in de mens bereikbaar. Daarnaast wil ik stellen: wanneer wij één van de beide hersenhelften in het bijzonder ontwikkelen, de waarden van het andere hersendeel trachten te verdringen, zo kan dit betekenen dat wij een sterkere tegenstand tonen tegen delen van onze werkelijkheid.

Conditionering kan tot gevolg hebben dat de gevoelswaarde, hoe belangrijk ook in het menselijke leven, steeds meer op de achtergrond geraakt. Maar de mens kan zonder dit niet als mens leven. Het gevolg is dat de emotie, maar nu op ongeregelde tijden, het denken kan gaan overheersen. Hierdoor zijn de steeds weer voorkomende irrationele handelingen vanzelf bij de meest rationele mensen verklaarbaar.

Wij weten dat een gevoel in feite ook een interpretatie betekent van prikkels en niet alleen een constateringhet denken erover”, maar vooral het beleven ervan – dus gevoelens ervaren – en juist daardoor een beter contact met de wereld en de werkelijkheid mogelijk maken.

De mens beschikt over vele wonderlijke gevoeligheden. Ik geef een voorbeeld: wij kennen een kwaliteit die men ook wel eens micro fysionomie noemt. Hierbij neemt men – meestal onbewust – een aantal zeer geringe afwijkingen van de norm en onbelangrijke kleine tekens waar, bv. in de gelaatstrekken of het gebarenpatroon van de mens.

Dit is niet iets wat geheel redelijk kan gebeuren, omdat het een aantal op zich schijnbaar geringe en onbelangrijke tekens betreft die tot een conclusie moeten worden samengetrokken.

De gehele waarneming wordt daarom allereerst omgezet in een gevoelservaring. Wanneer deze daarna wordt overgebracht op de rationele waarneming, zo blijkt dat vele tekens die eerst voor velerlei uitleg vatbaar schenen, nu slechts voor een enkele uitleg vatbaar zijn in onze ogen.

Het gevolg is dat wij tot een redelijke conclusie komen op grond van een gevoeligheid – maar overtuigd van de juistheid van onze conclusie en deze later aantonende – maar al te vaak vergeten dat wij slechts kozen voor één uit redelijk gelijkwaardige mogelijkheden of interpretaties.

Typerend voor dit werken is een zeer begaafde diagnosticus: hij ziet officieel precies hetzelfde als een ander, maar verwerkt kleine tekens, die niet eens bewust worden waargenomen, irrationeel in zijn diagnose. Hij komt zo tot interpretaties waarbij uit een mogelijkheid van 5 à 6 afwijkende diagnosen slechts één als juist wordt ervaren en deze inderdaad de goede blijkt te zijn. De mogelijkheid tot vergissen is kennelijk in dit geval veel kleiner.

Chirurgen van betekenis bezitten deze gave veelal ook. Zij zullen dan altijd een patiënt willen zien voor zij ingrijpen. Daarna blijkt vaak dat zij de eerste incisie maken op een plaats die afwijkt van de normale procedure en vaak assistenten wat bedenkelijk doet kijken. Later blijkt dat deze eerste snede precies werd toegebracht, gezien omstandigheden of complicaties die niet door röntgenfoto’s of andere delen van het vooronderzoek kenbaar waren geworden. Men zegt dan vaak dat de chirurg de patiënt juist heeft “aangevoeld”.

Dit kleine voorbeeld alleen reeds maakt, naar ik hoop, duidelijk dat wij op aarde in zeer vele opzichten voor het juist reageren, mede van die “gevoelswereld”, afhankelijk zijn.

Dat het gaven zijn, menselijke gevoeligheden die wel degelijk omschrijfbaar en benoembaar zijn, vergeet men daar meestal bij. Neem nu eens empathie, gevoeligheid voor uitstralingen van anderen. Dit vermogen is niet rationeel zonder meer te verklaren. Het heeft echter alleen betekenis, wanneer de ontvangen impulsen wel rationeel verwerkt worden.

Wanneer je je medemensen juist aanvoelt, zul je ook beter begrijpen wat hen motiveert. Je zult a.h.w. al aanvoelen wat er kan gaan gebeuren. Het gevolg is dat je t.a.v. anderen juister, maar vooral ook rechtvaardiger reageert dan anders mogelijk zou zijn.

Zeker, dit zijn maar enkele voorbeelden. Er zijn meer gaven, meer wijzen waarop de mens in feite leert uit te gaan van zaken die nog niet zintuigelijk kenbaar zijn geworden. Maar ik ga nu verder en stel:

Wanneer beide hersenhelften van de mens geheel synchroon gaan werken en reageren, zal het gevoelsleven van de mens aanmerkelijk dieper worden, maar gelijktijdig zal hij in veel mindere mate in denken en daden beheerst kunnen worden door één enkele emotie.

De mens zal zijn omgeving, zijn wereld, daardoor evenals uiteindelijk zichzelf, beter leren kennen. Hij zal zo een beter inzicht verkrijgen in zijn eigen beperkingen en mogelijkheden dan anders het geval zou kunnen zijn.

Wat naar ik meen mijn eindconclusie voor u aanvaardbaar moet maken: De mens is zoals de kosmos, een wezen waarin vele verschillende factoren tot een harmonisch geheel samen moeten vloeien.

Dit is voor het geheel van de mensheid van het allerhoogste belang, omdat de mens nooit in grote eenzijdigheid kan bestaan zonder zichzelf te vernietigen. Daarom acht ik het noodzakelijk dat in elke mens in toenemende mate het door mij geschetste evenwicht zal ontstaan.

Hierbij zal hij in staat zijn, zijn denk- en gevoelswereld zodanig tot eenheid te brengen dat hij geen problemen heeft met het zichzelf zijn en evenmin problemen ontmoet wanneer hij, zijnde wie hij is, in contact komt met zijn wereld – beseffende, hoe daarin juist te handelen.

Yin en yang zijn geen twee dingen die afzonderlijk bestaan en elkander aan moeten vullen. Yin en yang zijn de twee krachten die, in een schijn van tegenstelling, eerst tezamen de perfectie mogelijk maken.

In beide, yin zowel als yang, is altijd reeds iets van het tegendeel aanwezig. In de witte figuur is een soort oog: zwart. In zwart is een soort oog: wit. Maar zolang beide niet met elkaar versmelten tot eenheid zullen zij voor elkaar tegenstelling blijven.

Zo zal interne strijd de mensheid steeds weer kunnen verdelen, terwijl bij evenwicht juist alle kwaliteiten en krachten samenvloeien en het vermogen groter wordt.

Laat ons dan stellen: dat zelfs in de stof de mens moet streven naar deze kosmische eenheid, waarbij alle dingen tezamen naar buiten toe werken en onderling t.a.v. elkaar voortdurend kenbaar zijn.

Hebt u commentaar of vragen?

  • U hebt het persoonlijk bezien. Er waren echter veel culturen die rechts georiënteerd waren als China en Egypte, anderen waren links georiënteerd. Nu zijn wij weer bezig: de wetenschap wil de gevoelskant wegdrukken.

U moet met uw stellingen toch wel erg voorzichtig zijn, zeker wanneer u een cultuurvergelijking maakt. U hebt dan niet te maken met de in zich wat abstracte beelden van yin en yang, maar ook met de drijfveren van elke mens binnen elke gemeenschap. Dergelijke drijfveren kunt u zelfs terugvinden in het individu binnen elke denkbare kudde: het zgn. kuddegedrag.

Ook daar bestaan de neiging om zich gezag aan te matigen, eigen rang of bezit ten koste van alles te verdedigen, pecking order enz. In alle gevallen, dus ook binnen een zgn. linkse democratie, treft u de gedragswijze aan die men bij de ander dan vaak aanduidt als imperialisme.

De linkse wereld wil net zo goed heersen en wordt net zo beheerst door een betrekkelijk kleine groep die met alle macht gezag en heerschappij voor zich probeert te behouden als in de zgn. vrije westerse democratie het geval is.

Een democraat is iemand die altijd anderen graag de aansprakelijkheid voor alle misvattingen wil laten dragen, zolang hijzelf maar mag zeggen wat er gebeurt.

Vergeef mij deze afwijking. Dit is geen politiek, maar een praktisch voorbeeld. Juist door deze gegevens probeer ik duidelijk te maken dat je het principe wel op de eenling kunt toepassen, maar dat het in deze zin yin/yang maar heel moeilijk toepasbaar zal zijn op de gehele wereld of grote delen daarvan.

Ik wilde u er verder op wijzen dat het heel erg moeilijk is een dergelijk vergelijk dan bovendien nog uit te voeren aan de hand van veronderstelde richtingen in oude culturen.

U noemde China? China heeft in feite bijna tot de dood van de laatste keizerin een structuur gekend die sterk doet denken aan het zgn. Romeinse Rijk en de Karolingen en hun opvolgers:

Er zijn vele kleine machthebbers die alleen in naam afhankelijk zijn van en gebonden aan een centraal gezag dat niet in staat was degenen die de feitelijke macht uitoefenden wezenlijk te controleren of te beheersen.

U noemt Egypte. Ook hier een dergelijke structuur die ik, zeker in de moderne zin van het woord, niet rechts kan noemen.

Er is sprake van vele zgn. gouverneurs die steden beheersen en wel schatting betalen aan de vorst, de nominale heerser, maar daarnaast zich zeer vele vrijheden nemen en in de praktijk niet te controleren of te beheersen blijken te zijn, steeds weer.

Dit zijn precies dezelfde ontwikkelingen die u, zij het op een wat andere gebied, nu bij de heersers over deze wereld vindt. Je kunt zeggen dat de structuur van elke gemeenschap uiteenvalt in emoties: de machtsbegeerte en de zijns- en bezitsemotie. Twee hoofddrijfveren en vanuit ons standpunt beiden even duister.

Wanneer hieraan nu eens de rede wordt toegevoegd, zonder de waarde van deze emotionele drijfveren te ontkennen – dit is erg belangrijk – kun je een synthese opbouwen. Dan zijn verschillen die emotioneel sterk ervaren worden als rassenverschil, standsverschil e.d. niet meer belangrijk, al blijven zij bestaan. De emoties blijven nog wel actief, maar worden beter begrepen en worden daarom ook op een andere wijze gericht.

Dit betekent dat het werken dan aan die emoties een juiste uitlaat te verschaffen. Maar wij zien ook tot op heden elk systeem dat iets in deze richting heeft willen doen in feite de emoties niet bewust heeft gemaakt, maar in feite alleen de emoties naar anderen als bliksemafleider fingerende groepen of toestanden verplaatst heeft.

Voorbeeld: een kapitalistische structuur is over het algemeen gebaseerd op een geloofsstructuur die inhoud en bestendigheid, aan de in deze maatschappij heersende verschillen, geeft. Eventuele sterke emoties worden dan gemeenlijk afgeschoven en verplaatst door het verkondigen van de stelling dat alle onrecht op aarde eens gewroken zal worden in het hiernamaals.

Elke god ontkennende of atheïstische structuur die op het ogenblik bestaat, gaat uit van het onrecht dat het individu moet kunnen verdragen, omdat alleen zo eens het lot van het volk als geheel beter kan worden. Het hiernamaals is vervangen door het volk in een niet controleerbare toekomst.

Het beroep dat men doet op de emoties en de onredelijkheid waarvan de erkenning door dergelijke systemen verschoven en uit het bewustzijn weggedrukt worden, blijven dus bestaan.

U noemt dit misschien politiek. Voor mij is het slechts het constateren van feiten en vooral van overeenkomsten. Om het heel eenvoudig te zeggen: Reagan zou zonder moeite door kunnen regeren in het Kremlin en Brezjnev zou zonder meer een ook nog zeer gewaardeerde president van de USA kunnen zijn. Wanneer beiden maar elders geboren waren. In feite dus onderling verwisselbare waarden, ongeacht de schijnbare tegenstellingen.

Juist deze te vaak misbruikte emotionaliteit kan veranderd, meer lichtend en positief gemaakt worden door een bewust vermengen hiervan met werkelijke redelijkheid.

Maar wanneer wij de redelijkheid weer willen stellen boven alles, zo moeten wij alle werkelijke menselijke gevoelens uitschakelen. Dan ontstaan de bekende actiepatronen waarbij men een experiment waagt, een systeem doorzet, een these in stand houdt met het motto: de mensen zullen er natuurlijk wel onder lijden, maar het is voor de vooruitgang noodzakelijk. Want onze ideeën moet waar worden.

Wat fout is. Niet het idee moet waar worden. Het heeft als basis: en emotie en rede. Ik zal niet alleen de rede, maar ook de emotie met anderen moeten leren delen. Eerst wanneer ik daartoe in staat ben, zal van werkelijke vooruitgang kunnen worden gesproken, neemt de mogelijkheid tot bereiken toe, omdat men dan emotionele denkbeelden kan omzetten in praktische samenwerking zonder de feiten of de emoties geweld aan te doen.

Maar dan vallen er grenzen weg. En voor een wereld die op het instandhouden van grenzen haar samenlevingsvormen heeft gebaseerd, ziet een dergelijke ontwikkeling als iets dat uit den boze is.

Omdat eenieder die probeert zich te handhaven – of dit niet in feite op emotionaliteiten is gebaseerd dan wel op van wetenschap – geneigd zal zijn de juistheid van eenieder die hem niet in zijn zelfgewilde hoogheid aanvaardt in twijfel te trekken, ja, die ander te bestrijden, ontstaat in toenemende mate dwaasheid.

Wij kennen die wetenschapsmensen die diep gelovig zijn en gelijktijdig bewijzen aandragen waardoor steeds meer duidelijk wordt dat hetgeen zij geloven althans ten dele onjuist moet zijn.

Elders zien wij mensen die de wereld willen verbeteren en zozeer in hun woorden opgaan dat zij er niet toe komen werkelijk iets te doen. Met als gevolg een verwijt aan de anderen.

Kijk, deze dingen gebeuren overal op de wereld. Wanneer je het per eenling beschouwt, wordt de onevenwichtigheid duidelijk. Wil je echter dergelijke tendenzen voor gehele groepen bezien, dan kun je wel zeggen dat er een synthese moet komen van emotie en rede, maar dit evenwicht zal voor elke eenling weer even anders liggen.

En dan moet je nog gaan denken over een evenwichtige wijze van wederkerigheid tussen de verschillende groepen, waarbij eveneens emotie en rede samengaan in een evenwichtig geheel. Dan pas zal alle redelijk vermogen van de mens, maar ook alle emotie en drijfveer in de mensheid toch kunnen voeren tot een in emotie en denken gelijktijdig gebaseerde samenwerking.

  • Het is dus zo dat de hersenhelften in de loop van de geschiedenis steeds even groot zijn gebleven en evenveel hebben gewogen?

Niet geheel juist. Ik behoor echter niet tot hen die menen dat je intellect in grammen of kilogrammen kunt afmeten. U kunt beter zeggen: het gemiddelde gewicht van de hersenen is in de loop der tijden maar in verhouding weinig toegenomen. Beide hersenhelften hebben een symmetrische ontwikkeling doorgemaakt die reeds te vinden is bij de eerste voorvaderen van de hedendaagse mens: de aapmensen.

De herseninhoud is wel iets groter geworden, maar – al is het misschien hatelijk om het te zeggen – de intensiteit waarmede de vermogens van de hersens gebruikt worden, is in vele opzichten eerder af dan toe genomen.

M.a.w.: de beschikbare middelen worden door de moderne mens van deze tijd in verhouding minder gebruikt dan eens de oermens. Wat ook te begrijpen is. Voor de oermens was het voortdurend samengaan van aanvoelen, gevoelens, waarnemingen, herinnering, van werkelijk levensbelang. Dankzij zijn gebruik van deze kwaliteiten kon de vroege mens zich te midden van een wrede en veel sterkere wereld handhaven.

Helaas is voor de moderne mens al te vaak denken iets wat je door een ander voor je laat doen, emotie is iets wat je van of gaat halen bij een prediker of spreker en zelf ben je in feite met gevoel en denken maar van tijd tot tijd kort bezig.

Gelukkig zoekt de mens – helaas vooral in diepe wanhoop – naar innerlijke kracht en eenheid en hervindt dan tenminste tijdelijk het samengaan van emotie en zuivere rede. Maar zelfs dan weigert men te komen tot conclusies die een praktische verplichting in zouden kunnen houden. Eerst dan zal men werkelijk kunnen zeggen dat de mogelijkheden van hersenen, denken en gevoelen ook waarlijk toenemen en meer mogelijkheden bieden.

Ik heb het hier niet over u. Want daar u hier zit, kan ik mij voorstellen dat het bestuur het er niet mee eens zou zijn wanneer ik zou beweren dat u uw hersens niet goed gebruikt. Maar als u nog wel eens het gevoel hebt dat er een hiaat in zit, zou u mogelijk toch wel eens na kunnen gaan of er wel voldoende evenwicht en besef is t.a.v. uw emoties en gevoel in uw redelijkheid.

Daarmede komen wij dan wel op een persoonlijk vlak, maar voor ons is dat toch wel belangrijk: wij zullen dan eerder na durven gaan waar onze emotie vandaan komt en gelijktijdig willen begrijpen dat die emotie een richting geeft aan ons denken.

image_pdf